Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Rotterdam-Rijnmond 2007

[Regeling vervallen per 01-03-2012.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-05-2010 en zichtdatum 12-05-2010.
Geldend van 12-05-2010 t/m 29-02-2012

Besluit van de Minister van Justitie van 27 februari 2007, nr. 5471254/07/CBK, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren van politie bij het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond (Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Rotterdam-Rijnmond 2007)

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

In dit besluit wordt verstaan onder de buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar van politie bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

De ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van de Politiewet 1993, van het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond, belast met de opsporing van strafbare feiten, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar van politie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 1350 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket te Rotterdam.

  • 2 Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Rotterdam-Rijnmond.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn functie als buitengewoon opsporingsambtenaar van politie gebruik maken van handboeien van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt eerst uitgerust met handboeien nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik van en het omgaan met handboeien.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

De korpschef van het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond brengt jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de toezichthouder en de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichtte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd;

  • d. het aantal klachten dat tegen buitengewoon opsporingsambtenaren is ingediend en de aard van die klachten.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het besluit van 27 februari 2007, nr. 5471254/07/CBK, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de 1 maart 2007 en vervalt met ingang van 1 maart 2012.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-03-2012]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Rotterdam-Rijnmond 2007.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 februari 2007

De

Minister

van Justitie,
namens deze:
de

wnd. hoofd Afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken

,

H.C.L. Vreugdenhil