Wet basisregistraties kadaster en topografie

Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2010.
Geldend van 01-01-2010 t/m heden

Wet van 5 maart 2007, houdende wijziging van de Kadasterwet, de Organisatiewet Kadaster en enige andere wetten in verband met de aanwijzing van de kadastrale registratie, de kadastrale kaart en het geografisch bestand als basisregistraties en enkele andere wijzigingen (Wet basisregistraties kadaster en topografie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is als onderdeel van de invoering van een stelsel van basisregistraties de Kadasterwet, de Organisatiewet Kadaster en enige andere wetten te wijzigen in verband met de aanwijzing van de kadastrale registratie, de kadastrale kaart en het geografisch bestand als basisregistraties en de Kadasterwet op enkele onderdelen te vereenvoudigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel III

[Red: Wijzigt de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën.]

Artikel XIV

[Red: Wijzigt de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.]

Artikel XX

  • 2 Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van deze wet de genoemde Dienst een beslissing heeft genomen op een bezwaar als bedoeld in artikel 56b en op dat tijdstip de termijn waarbinnen een belanghebbende tegen die beslissing een verzoekschrift had kunnen indienen, indien artikel 56c van de Kadasterwet op dat tijdstip nog had gegolden, nog niet is verstreken, kan de belanghebbende tegen die beslissing op grond van de Algemene wet bestuursrecht een beroep bij de rechtbank instellen binnen de wettelijke termijn, te rekenen vanaf dat tijdstip. De vorengenoemde Dienst stelt de belanghebbende na het tijdstip van inwerkingtreding van eerdergenoemd onderdeel onverwijld op de hoogte van die wijziging.

  • 3 Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, van deze wet een verzoekschrift is ingediend krachtens artikel 56c of de artikelen 112, 113 of 114 van de Kadasterwet, zoals die artikelen onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip luidden, blijven de artikelen 56c tot en met 56e, zoals die artikelen onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip luidden, van toepassing op dat verzoekschrift, de behandeling daarvan door de rechtbank en op de bijwerking. De Dienst, genoemd in het eerste lid, handelt in het geval van een vorenbedoeld verzoekschrift overeenkomstig artikel 7r van de Kadasterwet, als gewijzigd door deze wet.

Artikel XXI

Binnen twee jaar na inwerkingtreding van artikel I of II of een onderdeel daarvan, kunnen bij algemene maatregel van bestuur met het oog op een goede invoering van dat artikel of dat onderdeel voor een daarbij te bepalen periode van ten hoogste drie jaren afwijkende regels worden gesteld ten aanzien van:

  • a. het krachtens de Kadasterwet als authentiek aanmerken van een gegeven;

  • b. het verplicht gebruik van een authentiek gegeven krachtens deze wet;

  • c. de melding van gerede twijfel omtrent een authentiek gegeven door een bestuursorgaan;

  • d. de eenmalige gegevensverstrekking.

Artikel XXII

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel XXIII

Deze wet wordt aangehaald als: Wet basisregistraties kadaster en topografie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 5 maart 2007

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

,

J. M. Cramer

Uitgegeven de tweeëntwintigste maart 2007

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin