Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2002

[Regeling vervallen per 25-11-2007.]
Geraadpleegd op 16-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 15-11-2024.
Geldend van 14-07-2006 t/m 24-11-2007

Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2002

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Gelet op artikel 12 van verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van de Europese Unie van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PbEG L 337);

Gelet op artikel 2 en artikel 4 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gezien de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen bij beschikking SG(2002)D/230354 van 24 juni 2002;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De minister kan op aanvraag een eenmalige bijdrage verstrekken aan een visser voor de beëindiging van zijn beroepsactiviteit ten gevolge van:

    • a. de sanering van het vissersvaartuig waarop hij werkzaam is geweest, of

    • b. zijn vervroegde uittreding uit de zeevisserij.

  • 2 De minister kan op aanvraag een eenmalige subsidie verstrekken aan een visser voor deelname aan een omscholingscursus in geval van beëindiging van zijn beroepsactiviteit.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt slechts verstrekt aan de aanvrager:

    • a. van wie de arbeids- of maatschapsovereenkomst is beëindigd als rechtstreeks gevolg van de sanering van het vissersvaartuig waarop hij werkzaam is geweest;

    • b. die ten minste 12 maanden zijn beroepsactiviteit als visser op dit vissersvaartuig heeft uitgeoefend;

    • c. die met de in onderdeel b bedoelde activiteit in de betrokken periode ten minste de helft van zijn in artikel 3.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedoelde inkomen uit werk en woning heeft verdiend;

    • d. die op de datum van beëindiging van zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst de leeftijd van 56 jaar nog niet heeft bereikt;

    • e. in voorkomend geval,

      • ten aanzien van wie de maatschapsovereenkomst bepaalt dat de eigenaar van het vissersvaartuig niet gehouden is een bijdrage aan de visser te verstrekken wanneer hij het vissersvaartuig uit de maatschap terugtrekt of

      • ten aanzien van wie uit de maatschapsovereenkomst voortvloeit dat de visser geen invloed heeft op de beslissing van de eigenaar van het vissersvaartuig dit uit de maatschap terug te trekken.

  • 2 Van beëindiging van de arbeids- of maatschapsovereenkomst als rechtstreeks gevolg van de sanering van het vissersvaartuig waarop de aanvrager werkzaam is geweest, is slechts sprake indien:

    • a. de werkgever, onderscheidenlijk de maat-eigenaar, voor deze sanering, naar aanleiding van een aanvraag, ingediend in de periode van 12 september tot en met 7 november 2005, een recht op subsidie heeft verkregen op grond van de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2005, en heeft voldaan aan de vereisten, bedoeld in artikel 8 van voornoemde regeling,

    • b. de arbeids- of maatschapsovereenkomst is beëindigd in het tijdvak beginnende op de dag van ontvangst van de aanvraag, bedoeld in onderdeel a, en eindigende op de dag zes maanden na het ontstaan voor de werkgever, onderscheidenlijk de maat-eigenaar, van het vissersvaartuig van het recht op subsidie en

    • c. de ontslagvergunning van de Centrale organisatie werk en inkomen of de schriftelijke opzegging van de maatschapsovereenkomst als reden voor de beëindiging van de arbeids- of maatschapsovereenkomst deze sanering vermeldt.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt slechts verstrekt aan de aanvrager:

  • a. die zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst beëindigt met het oog op zijn vervroegde uittreding uit de zeevisserij;

  • b. die op 1 januari 2006 de leeftijd van ten minste 56 jaar maar nog niet van 65 jaar heeft bereikt;

  • c. die ten minste tien jaar zijn beroepsactiviteit als visser heeft uitgeoefend;

  • d. die zonder onderbreking ten minste twaalf maanden werkzaam is geweest op een vissersvaartuig dat wordt gebruikt voor de zeevisserij, voorafgaand aan de datum:

    • 1°. waarop de aanvraag, bedoeld in artikel 10 is ingediend, of

    • 2°. van beëindiging van de arbeids- of maatschapsovereenkomst, gelegen op een tijdstip in de periode van 12 september 2005 tot en met 31 maart 2006 en er geen sprake is van toepassing van onderdeel 3°, of

    • 3°. waarop zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst is beëindigd als rechtstreeks gevolg van de sanering van het vissersvaartuig waarop hij werkzaam is geweest;

  • e. die met de in onderdeel d bedoelde werkzaamheden in de betrokken periode de helft van zijn in artikel 3.1 van de Wet inkomstenbelasting(2001 bedoelde inkomen uit werk en woning heeft verdiend;

  • f. in voorkomend geval,

    • 1e ten aanzien van wie de maatschapsovereenkomst bepaalt dat de eigenaar van het vissersvaartuig niet gehouden is een bijdrage aan de visser te verstrekken wanneer hij het vissersvaartuig uit de maatschap terugtrekt of

    • 2e ten aanzien van wie uit de maatschapsovereenkomst voortvloeit dat de visser geen invloed heeft op de beslissing van de eigenaar van het vissersvaartuig dit uit de maatschap terug te trekken.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Een subsidie als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt slechts verstrekt aan de aanvrager die:

  • a. geen bijdrage als bedoeld in artikel 2, onderdeel a of onderdeel b, heeft verkregen;

  • b. die ten minste vijf jaar zijn beroepsactiviteit als visser heeft uitgeoefend;

  • c. zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst heeft beëindigd als rechtstreeks gevolg van de sanering van het vissersvaartuig waarop hij werkzaam is geweest, waarvan slechts sprake is indien voldaan wordt aan artikel 3, tweede lid;

  • d. op de datum van beëindiging van zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst niet ouder is dan 55 jaar;

  • e. een omscholingscursus volgt of heeft gevolgd die gericht is op tewerkstelling in andere economische sectoren dan de aanvoersector;

  • f. de cursus heeft aangevangen binnen twaalf maanden na de datum van beëindiging van zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst, en

  • g. een certificaat of diploma voor de betrokken cursus heeft behaald.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing op de verstrekking van de bijdragen, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 2 Het subsidieplafond voor de aanvraagperioden, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 1.800.000,–.

  • 3 De minister verdeelt de beschikbare bedragen in volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is, als datum van ontvangst geldt.

  • 4 Indien door toewijzing van aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het subsidieplafond zou worden overschreden, geschiedt toewijzing aan de hand van een rangschikking van de aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting die geschiedt door een door de minister aan te wijzen notaris.

  • 5 Voor de toepassing van het vierde lid komen uitsluitend aanvragen in aanmerking ten aanzien waarvan als datum van ontvangst geldt de dag waarop het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor de aanvrager die op de datum van beëindiging van zijn arbeids- of maatschapsovereenkomst niet ouder was dan 55 jaar: € 5000,–.

  • 2 De bijdrage, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt € 500,- voor iedere kalendermaand gedurende de periode die aanvangt op de eerste dag van de maand waarin de arbeids- of maatschapsovereenkomst is of wordt beëindigd en die eindigt op de eerste dag van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.

  • 3 De subsidie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, is gelijk aan de werkelijke kosten van deelname aan de omscholingscursus, tot een maximum van € 7500,–.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 2 De aanvraag tot verstrekking van de in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedoelde bijdrage gaat vergezeld van:

    • a. een kopie van de arbeids- of maatschapsovereenkomst, waaruit in elk geval blijkt de naam van de werkgever onderscheidenlijk de maat-eigenaar en het letterteken en nummer van het vissersvaartuig waarop de aanvrager werkzaam was;

    • b. een ontslagvergunning van de Centrale organisatie werk en inkomen, waaruit in elk geval de periode waarin de ontslagaanzegging kan plaats vinden blijkt, of een schriftelijke opzegging van de maatschapsovereenkomst waaruit in elk geval de datum van de beëindiging van de arbeids- of maatschapsovereenkomst blijkt, en

    • c. bescheiden waaruit blijkt dat is voldaan aan de vereisten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen b, c en d.

  • 3 De aanvraag tot verstrekking van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde subsidie gaat vergezeld van:

    • a. bewijzen dat de kosten van de omscholingscursus zijn voldaan en

    • b. een afschrift van het certificaat of diploma.

  • 4 De minister beslist op de aanvraag en geeft binnen acht weken na ontvangst van alle ingevolge het tweede of derde lid vereiste gegevens een beschikking omtrent verstrekking van de in het eerste lid bedoelde bijdrage of subsidie.

  • 5 In afwijking van het derde lid, aanhef en onderdeel b, wordt, indien de cursus nog niet is afgerond, het afschrift van het diploma of certificaat aan de Dienst Regelingen verzonden, zodra dit is verkregen, maar in ieder geval voor 1 september 2008.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De aanvraag tot verstrekking van een bijdrage als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, wordt ingediend bij de Dienst Regelingen op een daartoe bestemd formulier.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een kopie van de arbeids- of maatschapsovereenkomst, waaruit in elk geval blijkt de naam van de werkgever onderscheidenlijk de maat-eigenaar en het letterteken en nummer van het vissersvaartuig waarop de aanvrager werkzaam is;

    • b. bescheiden waaruit blijkt dat de aanvrager heeft voldaan aan de vereisten, bedoeld in artikel 4, onderdelen b, c, d en e.

  • 3 De minister beslist op de aanvraag en geeft binnen acht weken na ontvangst van alle ingevolge het vorig lid vereiste gegevens een beschikking omtrent verstrekking van de in het eerste lid bedoelde bijdrage.

  • 4 De ontvanger van de in het eerste lid bedoelde bijdrage toont binnen een termijn van drie maanden na de beschikking tot verstrekking van de bijdrage ten genoegen van de minister aan dat hij zijn werkzaamheden als visser definitief heeft beëindigd.

  • 5 De ontvanger van de in het eerste lid bedoelde bijdrage is verplicht desgevraagd aanvullende gegevens terstond te verschaffen.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Het is de ontvanger van een bijdrage of subsidie verboden zijn beroepsactiviteit als visser te hervatten:

  • 2 De ontvanger van een bijdrage of subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, is verplicht ten genoege van de minister aan te tonen dat hij zijn werkzaamheden als visser niet heeft hervat. Daartoe verstrekt hij aan de Dienst Regelingen jaarlijks vóór 31 maart op een daartoe bestemd formulier een overzicht van zijn inkomsten uit werk en woning of socialezekerheidsuitkeringen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Een aanvraag tot verstrekking van een bijdrage of subsidie op grond van deze regeling wordt afgewezen indien de aanvrager reeds eerder een bijdrage of subsidie op grond van deze regeling, de Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij, de Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2003 of de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2005 is verstrekt.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Het vastgestelde bedrag van de bijdrage of subsidie wordt in één gedeelte uitbetaald.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Indien toepassing wordt gegeven artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht of aan artikel 6 van de Kaderwet LNV-subsidies kunnen terug te vorderen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening.

Artikel 14a

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 2 De betrokken aanvrager wordt van het besluit bedoeld in het eerste lid, op de hoogte gesteld.

  • 3 De betrokken aanvrager kan zijn aanvraag intrekken, indien het besluit bedoeld in het eerste lid, wordt genomen. Hij doet hiervan melding aan de Dienst Regelingen binnen vier weken na de kennisgeving bedoeld in het tweede lid.

Artikel 14b

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • 2 De beslissing tot verlening van subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling of het uitblijven daarvan.

Artikel 14c

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Op subsidies die voor de periode, bedoeld in artikel 7, eerste lid, zijn verleend of vastgesteld, blijft deze regeling van toepassing zoals deze luidde op het moment dat de subsidie werd verleend of vastgesteld.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingsregeling voor uittreding van vissers uit de visserij 2002.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

B.J. Odink