Besluit van 10 april 2007 tot compensatie van het bij postactieve ambtenaren in de
sectoren Rijk, Politie, Defensie, Rechterlijke Macht en Onderwijs van 65 jaar en ouder
opgetreden koopkrachtverlies als gevolg van de invoering van de Zorgverzekeringswet
(Besluit tijdelijke compensatie koopkrachtverlies postactieve ambtenaren Zorgverzekeringswet)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van
31 januari 2007, CS/CZW/WVOB 2007-0000025888, gedaan mede namens Onze Ministers van
Justitie, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en de Staatssecretaris van Defensie;
Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet, artikel 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931, artikel 50, eerste lid, van de Politiewet 1993, artikel 10, vijfde lid, van de Wet op het LSOP en het politieonderwijs, artikel 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 38a, tweede lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, de artikelen 4.1.2, tweede lid, en 4.3.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 4.5, tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en artikel 14 van de Wet op de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek;
De Raad van State gehoord (advies van 8 maart 2007, nr. W04.07.0030/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 20 maart 2007, CS/CZW/WVOB 2007-00000086767, uitgebracht mede namens Onze Ministers
van Justitie, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en de Staatssecretaris van Defensie;
Hebben goedgevonden en verstaan: