Regels vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering WAO 2007

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2014 en zichtdatum 20-09-2024.
Geldend van 25-05-2007 t/m heden

Regels vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering WAO 2007

Hoofdstuk II. Aanmelding

Artikel 2

Een verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering geschiedt met gebruikmaking van een door het UWV ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

Artikel 3

De termijn van vier weken, genoemd in artikel 83, eerste en tweede lid, van de Wet, wordt gerekend aan te vangen voor degene, die binnen de daarvoor vastgestelde termijn een aanvraag om uitkering krachtens de Werkloosheidswet heeft gedaan en op wiens aanvraag afwijzend is beslist, met ingang van de dag na die, waarop hij redelijkerwijze van de desbetreffende beslissing heeft kunnen kennisnemen.

Hoofdstuk III. Aanvang en einde vrijwillige verzekering

Artikel 4

Het UWV geeft van de op de aanvraag genomen beslissing schriftelijk kennis aan de aanvrager onder mededeling van het tijdstip waarop de vrijwillige verzekering een aanvang neemt.

Artikel 5

  • 1 Het UWV geeft aan de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering schriftelijk kennis van het tijdstip waarop de vrijwillige verzekering wordt beëindigd.

  • 2 Het eindigen van de vrijwillige verzekering heeft geen invloed op de uitkeringen welke krachtens die verzekering lopen op het tijdstip waarop de verzekering een einde neemt.

Hoofdstuk IV. Dagloon en premie vrijwillige verzekering

Artikel 6

  • 2 Het UWV kan het dagloon dat ten grondslag ligt aan de vrijwillige verzekering van de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, herzien:

    • a. indien dat dagloon niet overeenkomt met het loon of inkomen dat de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, in geval van arbeidsongeschiktheid naar het oordeel van het UWV derft;

    • b. indien het naar het oordeel van het UWV aannemelijk is dat door een wijziging in de Wet de uitkeringsvoorwaarden zodanig zijn gewijzigd dat de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, bij aanvang van de vrijwillige verzekering een ander dagloon bepaald zou hebben.

  • 3 De herziening bedoeld in het eerste en tweede lid gaat in per 1 januari van enig jaar. De herziening bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan eveneens plaatsvinden op verzoek van de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering. De herziening bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan alleen plaatsvinden op verzoek van de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering. Dit verzoek wordt ingediend vóór 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarin de herziening ingaat. Het UWV kan een herziening als bedoeld in het tweede lid ook op een ander tijdstip laten ingaan, indien naar zijn oordeel sprake is van een aanzienlijke wijziging van het loon, inkomen of dagloon.

Artikel 7

  • 1 De premie is per kalendermaand bij vooruitbetaling verschuldigd door degene die op eigen verzoek is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, en wordt door of namens verzekerde voldaan op de door het UWV aangegeven wijze.

  • 2 Het UWV deelt bij zijn beslissing, bedoeld in artikel 4, mede welke premie de aanvrager verschuldigd is en binnen welke termijn en op welke wijze de betaling dient te geschieden.

  • 3 Indien het premiepercentage wijziging ondergaat, deelt het UWV zo spoedig mogelijk het gewijzigde premiebedrag aan de verzekerde mede.

  • 4 In geval van arbeidsongeschiktheid is geen premie verschuldigd over volle kalenderweken, gelegen na de dag van melding van die ongeschiktheid, tenzij alsdan reeds 13 weken zijn verstreken, in welk geval over volle kalenderweken na die periode geen premie meer verschuldigd is.

Hoofdstuk V. Melding van arbeidsongeschiktheid

Artikel 8

  • 1 De verzekerde is in geval van arbeidsongeschiktheid verplicht te zorgen dat daarvan aan het UWV mededeling wordt gedaan binnen 13 weken na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid of binnen een zodanige kortere termijn als door het UWV is bepaald.

  • 2 De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor degene die reeds tot de vrijwillige verzekering ingevolge de Ziektewet is toegelaten.

Hoofdstuk VI. Recht op uitkering

Artikel 9

Indien recht bestaat op een uitkering krachtens zowel de verplichte als de vrijwillige verzekering, wordt;

  • a. bij verschil in hoogte van de daglonen alleen toegekend de uitkering die gebaseerd is op het hoogste dagloon;

  • b. bij in hoogte gelijke daglonen alleen toegekend de uitkering die is gebaseerd op het dagloon uit de verzekering waarop recht bestaat anders dan op grond van het bepaalde in artikel 17 van de Wet.

Hoofdstuk VII. Overige bepalingen

Artikel 10

De verzekering van degene die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering op grond van artikel 81 van de Wet wordt, met betrekking tot het tijdstip waarop de verzekering een aanvang nam, voor de toepassing van de artikelen 18, tweede lid, en 30 van de Wet, als een voortzetting van de verplichte verzekering beschouwd.

Amsterdam, 29 maart 2007

Voorzitter Raad van bestuur UWV

,

J.M. Linthorst