Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Infectieziektebestrijding [...] van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-06-2007 en zichtdatum 20-06-2007.
Geldend van 20-06-2007 t/m heden

Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg vanaf 1945 (Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 23 april 2007, arc-2007.03707/12);

Besluiten:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 8 mei 2007

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de

algemene rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
namens deze:
de

projectdirecteur, Project Wegwerken Archiefachterstanden PWAA

,

A. van der Kooij

Basisselectiedocument

Infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

1945–

Ministerie van VWS

Directie Informatiehuishouding

Deze selectielijst geldt voor:

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Februari 2007, versie ter inzagelegging

Overzicht van gehanteerde afkortingen

AIDS: Acquired ImmunoDeficiency Syndrome

AMvB: Algemene Maatregel van Bestuur

BAO: Bestuurlijk Afstemmingsoverleg

BSD: Basis Selectie Document

GGD: Gemeentelijke/Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst

GVO: Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding

LCI: Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding

LOI: Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding

LVGGD: Landelijke vereniging van GGD’s

NCAB: Nationale Commissie Aids-Bestrijding

OMT: Outbreak Management Team

PIVOT: Project Invoering Verkorting Overbrengingstermijn

RAD: Rijksarchiefdienst

RIO: Rapport Institutioneel Onderzoek

RIVM: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, vanaf 1996 Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

SOA: Seksueel overdraagbare aandoeningen

Stb.: Staatsblad

Stcrt.: Staatscourant

SZV. Sociale Zaken en Volksgezondheid (Minister/Ministerie van)

VoMil: Volksgezondheid en Milieuhygiëne (Minister/Ministerie van)

VWS: Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Minister/Ministerie van)

WVC: Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (Minister/Ministerie van)

Verantwoording

Wettelijk kader voor de selectie van overheidsarchieven

Ingevolge artikel 3 van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) dient de overheid haar archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat te brengen en te bewaren. Onder ‘archiefbescheiden’ worden niet slechts papieren documenten te verstaan, maar alle bescheiden, die, ongeacht hun vorm, door een overheidsorgaan zijn ontvangen of opgemaakt en naar hun aard bestemd zijn daaronder te berusten. Ook digitaal vastgelegde informatie valt dus onder de werking van de archiefwetgeving.

Het in goede en geordende staat bewaren van archiefbescheiden houdt onder meer in dat een overheidsarchief op gezette tijden wordt geschoond. In dat verband schrijft de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276) zowel een vernietigingsplicht (art. 3) als de overbrengingsplicht (art. 12) voor. Beide plichten rusten op degene die de bestuurlijke verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van het desbetreffende archief: de zorgdrager.

De verplichting tot overbrenging bepaalt dat de zorgdrager zijn archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen en ouder zijn dan twintig jaar ter blijvende bewaring overbrengt naar een archiefbewaarplaats. Wat de archiefbescheiden van de Ministeries en de Hoge Colleges van Staat betreft, is de aangewezen archiefbewaarplaats het Nationaal Archief in Den Haag. Het Nationaal Archief is een onderdeel van de Rijksarchiefdienst (RAD). Deze dienst ressorteert onder de Minister van OCW en staat onder leiding van de Algemeen Rijksarchivaris.

In verband met de selectie van hun archiefbescheiden zijn zorgdragers verplicht hiertoe selectielijsten op te stellen. In een selectielijst dient te worden aangegeven welke archiefbescheiden voor vernietiging, dan wel voor blijvende bewaring in aanmerking komen. Voorts dient een selectielijst de termijnen aan te geven waarna de te vernietigen bestanddelen dienen te worden vernietigd.

Een selectielijst is naar haar aard een duurzaam instrument. Het ligt in de rede dat een organisatie een vastgestelde lijst niet eenmalig toepast maar (zonodig in geactualiseerde vorm) blijft hanteren om de periodieke aanwas van archiefmateriaal te selecteren. Een selectielijst vormt zo een belangrijk onderdeel van het instrumentarium voor het beheer van de documentaire informatievoorziening in een overheidsorganisatie.

Bij het ontwerpen van een selectielijst dient krachtens art. 2, lid 1 van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 671) rekening gehouden te worden met:

  • de taak van het desbetreffende overheidsorgaan;

  • de verhouding van dit overheidsorgaan tot andere overheidsorganen;

  • de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed;

  • het belang van de in de bescheiden voorkomende gegevens voor overheidsorganen, recht- of bewijszoekenden en historisch onderzoek.

Voorts moeten ingevolge art. 3 van het Archiefbesluit 1995 (Stb. 1995, 671) bij het ontwerpen van een selectielijst ten minste betrokken zijn een deskundige op het gebied van de organisatie en taken van het desbetreffende overheidsorgaan, een deskundige ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van dat orgaan en (een vertegenwoordiger van) de Algemeen Rijksarchivaris.

Wat betreft de geldigheidsduur van de selectielijst wordt uitgegaan van de wettelijke periode van twintig jaar vanaf de vaststelling. Dit laat uiteraard onverlet dat de selectielijst (of een bepaald onderdeel daarvan) binnen deze termijn zal komen te vervallen, indien dit mocht worden bepaald bij de vaststelling (via de aangewezen archiefwettelijke weg) van een nieuwe dan wel herziene selectielijst.

Doel en werking van het Basis Selectiedocument

Een Basis Selectiedocument (BSD) is een bijzondere vorm van een selectielijst. In de regel heeft een BSD niet zozeer betrekking op (alle) archiefbescheiden van één (enkele) organisatie, als wel op het geheel van de bescheiden die de administratieve neerslag vormen van het overheidshandelen op een bepaald beleidsterrein. Een BSD kan bestaan uit één of meer selectielijsten.

Een BSD wordt opgesteld op basis van institutioneel onderzoek. In een Rapport Institutioneel Onderzoek (RIO) worden de taken en bevoegdheden van alle actoren op een beleidsterrein beschreven. Het niveau waarop geselecteerd wordt, is dus niet dat van de stukken zelf, maar dat van de handelingen waarvan die archiefbescheiden de administratieve neerslag vormen. Een BSD is derhalve geen opsomming van (categorieën) stukken, maar een lijst van handelingen waarbij elke handeling is voorzien van een waardering en indien van toepassing een vernietigingstermijn.

Het opgestelde ontwerp-BSD wordt voorgelegd aan de Raad van Cultuur en op verschillende plaatsen ter inzage gelegd. Na eventuele wijziging van het ontwerp-BSD kan worden overgegaan tot de vaststelling. Het BSD wordt vastgesteld in een gezamenlijk besluit van de Minister belast met het cultuurbeleid (tegenwoordig de Minister van OCW) en de betrokken zorgdrager(s).

Functies van het BSD

  • Voor de zorgdrager is het BSD van belang voor de bedrijfsvoering als mogelijke basis voor ordeningsplannen.

  • Voor de zorgdrager dient het BSD als verantwoording tegenover de recht- en bewijszoekende burger, die de mogelijkheid heeft tijdens de ter inzage legging invloed uit te oefenen op het bewaar- en vernietigingsbeleid (Archiefbesluit 1995, art.2, eerste lid, onder d).

  • Voor de Minister belast met het cultuurbeleid (vertegenwoordigd door de Algemeen Rijksarchivaris) vormt het BSD samen met het verslag van het driehoeksoverleg de verantwoording inzake het bewaarbeleid vanuit het cultureel-historisch belang (Archiefbesluit 1995, art. 2, eerste lid, onder c).

  • Voor de Centrale Archief Selectiedienst is het BSD (samen met het RIO) het uitgangspunt voor de Institutionele Toegangen.

De afbakening van het beleidsterrein

Het BSD is samengesteld op basis van het rapport institutioneel onderzoek ‘Ter voorkoming van erger, een institutioneel onderzoek naar het beleidsterrein infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg, 1945–1996’, opgesteld door: drs J.J. Philippi, mevr. drs I.E.C.M. Broos en J. van der Meer (Rapport 121 in de PIVOT reeks).

In dit BSD wordt niet alle handelen van de rijksoverheid dat onder de noemer infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg zou kunnen worden geacht te vallen beschreven. Buiten beschouwing gelaten zijn:

  • maatregelen voor de immunisatie van militairen omdat deze al zijn behandeld in het rapport Geef acht (rapport 25 in de PIVOT-reeks);

  • maatregelen op het gebied van de gezondheidsbescherming op grond van de Vleeskeuringwet en Warenwet zijn beschreven in het rapport Voedings- en productveiligheid (rapport 117 in de PIVOT-reeks);

  • preventiemaatregelen, gebaseerd op de Tabakswet en de Drank- en Horecawet zijn niet opgenomen, omdat deze worden beschreven in het rapport Onder invloed (rapport 123 in de PIVOT-reeks);

  • internationale gezondheidsaangelegenheden worden beschreven in het rapport Internationale samenwerking in de volksgezondheid (rapport 115 in de PIVOT-reeks);

  • de financiering van de gezondheidszorg via de sociale verzekeringen is beschreven in het rapport Verzekerd van zorg (rapport 7 in de PIVOT-reeks);

  • voor subsidiëring wordt verwezen naar het rapport Volksgezondheidssubsidies (rapport 133 in de PIVOT-reeks).

Tevens zijn de handelingen van een aantal actoren niet opgenomen, omdat voor deze actoren reeds een eigen lijst bestaat. Dit betreft:

  • de handelingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (rapport Zicht op Toezicht, rapport 5 in de PIVOT-reeks).

  • de handelingen van de Centrale Raad voor de Volksgezondheid en de Nationale Raad voor de Volksgezondheid (rapport Externe adviesorganen in de Gezondheidszorg, rapport 14 in de PIVOT-reeks).

Afwijkingen ten opzichte van het institutioneel onderzoek zijn opgenomen in de paragraaf ‘Overzicht van wijzigingen ten opzichte van handelingen in het RIO’.

Ten aanzien van het beleidsterrein zullen geen oudere selectielijsten of vernietigingslijsten worden ingetrokken,

Het taakgebied waartoe het beleidsterrein behoort

Het beleidsterrein Infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg heeft altijd behoord tot het taakgebied Volksgezondheid. De Minister van Volksgezondheid is verantwoordelijk voor het bestrijden van infectieziekten en het optreden tegen uitbraken van infectieziekten. Nauw hiermee samen hangt de doelstelling om waar mogelijk preventieve maatregelen te nemen om te voorkomen dat er grote uitbraken van ziekten plaats kunnen vinden en om bepaalde ziekten zoveel mogelijk van het toneel te doen verdwijnen. Voor dit taakgebied zijn verschillende Ministeries verantwoordelijk geweest. Met name de Minister onder wie Onderwijs ressorteert heeft hierin een rol gespeeld. Een overzicht van deze Ministeries is te vinden in het actorenoverzicht.

Doelstellingen van de overheid op het beleidsterrein Infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Op het beleidsterrein ‘infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg’ kunnen de volgende hoofdlijnen worden beschreven.

De eerste formele wetten op het terrein van de infectieziektebestrijding zijn tot stand gekomen in de negentiende eeuw. Dit zijn de Epidemiewet, de Lompenwet en de Quarantainewet. In 1928 werden de eerste twee wetten vervangen door de Besmettelijke-Ziektenwet. In deze wet wordt de burgemeester de bevoegdheid gegeven om verschillende soorten maatregelen toe te passen voor de bestrijding van besmettelijke ziekten. Daarbij hebben de inspecteurs van de Volksgezondheid een belangrijke adviserende rol. In 1974 werd de werking van de Besmettelijke-Ziektenwet uitgebreid tot de niet-besmettelijke infectieziekten en alle ziekten met een epidemisch karakter en een nog onbekende oorzaak. De naam van de wet werd in verband hiermee gewijzigd in Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken. Deze wet is thans de centrale wet op het terrein van de infectieziektebestrijding.

Er is in de loop van de twintigste eeuw een aantal wetten tot stand gekomen waarin regels zijn vastgelegd ten aanzien van bevolkingsonderzoek naar onder meer tuberculose. Op grond van de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (van kracht van 1935 tot en met 1981) werd personeel van onderwijsinstellingen gedwongen zich te laten onderzoeken op tuberculose. In de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose die gold vanaf 1952 werden regels gesteld waaraan bevolkingsonderzoek op tuberculose moest voldoen. In de Wet op het bevolkingsonderzoek die in werking is sinds 1996 en die de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose vervangt, worden bepaalde vormen van bevolkingsonderzoek vergunningplichtig gesteld. Het doel van deze wet is de bevolking te beschermen tegen onnodig stralingsgevaar door röntgenonderzoek en tegen valse verwachtingen of onterechte vrees.

In de Inentingswet 1939 die van kracht was van 1940 tot en met 1975 werd er bij ouders op aangedrongen hun kinderen te laten inenten tegen pokken. Regels voor verplichte vaccinatie van de bevolking zijn door de Nederlandse wetgever nooit opgesteld. Wel zijn in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter een aantal regelingen voor verplichte vaccinatie tot stand gebracht die, na de oorlog, tot en met 1954 gehandhaafd zijn.

Het doel van de Quarantainewet die uit 1887 stamt, was verspreiding van een besmettelijke ziekte door schepen uit als besmet verklaarde gebieden te voorkomen. Op grond van de Quarantainewet konden schepen worden onderworpen aan een geneeskundige inspectie en kon de burgemeester maatregelen nemen ten aanzien van een schip om verspreiding van een geconstateerde besmettelijke ziekte te voorkomen. In 1935 kwam de Luchtquarantainewet tot stand waarmee vergelijkbare regels als in de Quarantainewet (vanaf dat moment Zeequarantainewet genoemd) op de internationale luchtvaart van toepassing werden verklaard. Om in Nederland de Internationale Sanitaire Regeling te kunnen toepassen, werden de Zeequarantainewet en de Luchtquarantainewet vervangen door een (nieuwe) Quarantainewet die in werking is sinds 1964. De procedures en maatregelen uit de Quarantainewet zijn nagenoeg gelijk aan die van de Zeequarantainewet en de Luchtquarantainewet.

Voor de bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen zijn door de Nederlandse wetgever nooit specifieke regels opgesteld. Door de Duitse bezetter zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog wel wetsbesluiten ter bestrijding van geslachtsziekten uitgevaardigd. Hiervan is het Besluit Bestrijding Geslachtsziekten waarin behandeling van geslachtsziekten verplicht werd gesteld na de oorlog tot in 1952 van kracht gebleven.

Met de Wet collectieve preventie volksgezondheid die in werking is sinds 1989 kregen gemeenteraden een uitvoeringstaak op het terrein van de infectieziektebestrijding. Krachtens het Besluit collectieve preventie volksgezondheid dat sinds 1992 van kracht is, moeten gemeenteraden zorgdragen voor de uitvoering van de collectieve preventie ten aanzien van tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen en Aids. Het gaat hier onder meer om opsporing, begeleiding en voorlichting van patiënten.

Overheidsbeleid op het gebied van de preventieve gezondheidszorg dateert uit het midden van de vorige eeuw, toen met ging inzien dat woon- en leefomstandigheden grote invloed op de gezondheid hebben. Van oudsher spelen de gemeenten een belangrijke rol op het gebied van de preventieve gezondheidszorg. In de Wet collectieve preventie volksgezondheid is bepaald dat gemeenten verplicht zijn een preventieprogramma voor alle inwoners op te zetten en een gemeentelijke of regionale gezondheidsdienst in te stellen.

Actorenoverzicht

In afwijking van het rapport institutioneel onderzoek zijn alleen ten aanzien van de hieronder opgenomen actoren de navolgende selectiebeslissingen voorgesteld.

De Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert

In de loop der jaren zijn de onderstaande Ministers verantwoordelijk geweest voor de volksgezondheid:

  • de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) (1994–heden)

  • de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) (1982–1994)

  • de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne (VoMil) (1971–1982)

  • de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid (SZV) (1951–1971)

  • de Minister van Sociale Zaken (1933–1951)

Organisatie-eenheden binnen het Ministerie die zich in de periode 1940–1990 met Infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg hebben beziggehouden staan vermeld in bijlage 3 van het RIO.

de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding (LCI) (1995–)

De LCI is in 1995 door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om twee redenen ingesteld:

  • het verrichten van crisismanagement tijdens een (dreigende) epidemie;

  • het maken van landelijke, uniforme afspraken over de bestrijding van infectieziekten, onder meer door het opstellen van protocollen en draaiboeken.

De LCI is een samenwerkingsverband van al bestaande instellingen en organisaties. De deelnemende instellingen zijn de GGD’s , de Landelijke Vereniging van GGD’s (LVGGD), het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), het Ministerie van VWS en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De structuur van het LCI bestaat uit vier delen: een Landelijk Overleg Infectieziektebestrijding (het LOI), in tijden van crisis een Outbreak Management Team (het OMT), een Bestuurlijk Afstemmingsoverleg (het BAO) en een professioneel secretariaat (het secretariaat).

de Kommissie Nationaal Plan Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (1976–1981)

De Kommissie Nationaal Plan GVO wordt ingesteld in 1976 (Stcrt. 196) met als taak: het doen van voorstellen/adviezen aan de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert omtrent de structuur en financiering van de gezondheidsvoorlichting en -opvoeding, inclusief de taak, organisatie en rechtspositie van GVO-consulenten, de vorming van een landelijk overleg- en adviesorgaan voor GVO en de vorming van een nationaal instituut voor GVO. De Kommissie bouwt voort op de nota ‘Een structuur voor gezondheidsvoorlichting en -opvoeding’ van de (ambtelijke?) Werkgroep Nationaal Plan voor Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding. In de Kommissie hebben externe leden zitting, terwijl een aantal ambtelijke vertegenwoordigers adviserend lid tot adviserend lid benoemd worden

de Voorbereidingscommissie gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (1981–1985)

In afwachting van de inwerkingtreding van de Wet Voorzieningen Gezondheidszorg en naar aanleiding van het advies van de Kommissie Nationaal Plan GVO is bovengenoemde commissie ingesteld (Stcrt. 1981, 120). De Voorbereidingcommissie heeft tot taak de instelling van een commissie van advies en overleg op het terrein van de gezondheidsvoorlichting en -opvoeding voor te bereiden en tot die tijd de Minister over het beleid op het gebied van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding te adviseren. De taak beëindigt bij de instelling van de Vaste commissie voor GVO van de Nationale Raad voor de Volksgezondheid. Zie ook PIVOT-rapport nr. 14 Externe adviesorganen in de gezondheidszorg: Gezondheidsraad en nationale Raad voor de Volksgezondheid.

de Werkgroep extramurale preventie hart- en vaatziekten (1979–)

De Werkgroep extramurale preventie hart- en vaatziekten werd in 1979 (Stcrt. 190) ingesteld met als taak advies uit te brengen over de gewenste structuur waarin door middel van vroegtijdige opsporing van risicofactoren bij personen met verhoogd risico op hart- en vaatziekten preventie van de ziekten kan worden bevorderd en aan deze personen advies en begeleiding kan worden geboden. De Werkgroep inventariseerde lopende projecten op dat terrein en onderzocht welke organisatie het meest geschikt was voor de uitvoering van dergelijk preventiebeleid.

In de werkgroep hadden zowel ambtenaren als externe deskundigen zitting.

de Commissie Versterking Collectieve Preventie (commissie Lemstra) (1996–1997)

Deze commissie werd door de Minister van VWS ingesteld naar aanleiding van het rapport Gemeentelijke betrokkenheid collectieve preventie van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid uit 1995, waaruit bleek dat de betrokkenheid van de gemeenten bij de uitvoering van de collectieve preventie onvoldoende was. De commissie heeft de aanzet gegeven voor de ontwikkeling van een visie op de plaats en de inhoud van de openbare gezondheidszorg in haar adviesrapport Gemeentelijk gezondheidsbeleid beter op zijn plaats.

de Commissie Muntendam (1948–1950)

De commissie Muntendam wordt op 20 juli 1948 ingesteld door de toenmalige Minister van Sociale Zaken en krijgt als taak het adviseren van de Minister over de organisatie van het bevolkingsonderzoek naar tuberculose. De voorzitter van de commissie legt op 14 januari 1950 een voorontwerp van de wet aan de Minister voor. Dit heeft geresulteerd in de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose van 1951.

de Commissie inzake de organisatie van de tuberculosebestrijding (1951–1962)

Deze commissie is op 23 augustus 1951 bij beschikking nr. 14218 ingesteld en geïnstalleerd door de staatssecretaris van Volksgezondheid. De commissie is opgeheven bij beschikking van 11 januari 1962 (Stcrt. 1962, 13).

het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose (1952–1996)

Dit college wordt in 1952 ingesteld bij Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) en krijgt als taak het bevorderen van het onderzoek naar tuberculose. Deze taak houdt in het coördineren en adviseren ten aanzien van alle werkzaamheden op het gebied van het onderzoek, het doen verrichten van periodieke onderzoeken en het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert aangaande bevolkingsonderzoek naar tuberculose.

Bij de inwerkingtreding van de Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) op 1 juli 1996 wordt het college opgeheven. In de periode 1982–1996 fungeert het Centraal College als slapend adviesorgaan. Het laatste jaarverslag van het Centraal College is het verslag over het jaar 1982.

de Nationale Commissie Aids-bestrijding (NCAB) (1987–1995)

Deze commissie wordt op 1 oktober 1987(Stcrt. 1987,188) ingesteld door de staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, ter vervanging van het op particulier initiatief tot stand gekomen Landelijk AIDS-Coördinatieteam. De NCAB is belast met de advisering en de uitvoering van bepaalde taken op het gebied van de aids-bestrijding. In eerste instantie wordt de NCAB voor een periode van vier jaar ingesteld. Die periode is per 1 oktober 1991 eenmalig met vier jaar verlengd.

De Programmacommissie determinanten van gezondheid (1989–1995)

Deze commissie is ingesteld bij beschikking van 28 februari 1989 (Stcrt. 1989, 48) en heeft als opdracht om een onderzoeksprogramma uit te voeren op het gebied van determinanten van gezondheid. Voor dit programma heeft de commissie vijf jaar de tijd gekregen.

de Minister onder wie Onderwijs ressorteert

De Minister van Onderwijs en Wetenschappen heeft een rol gespeeld in de periode 1945–1981. In die periode is hij verantwoordelijk voor de wetgeving met betrekking tot de bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van onderwijsinstellingen.

de Minister onder wie Landbouw ressorteert

Net als de Minister van Onderwijs is de Minister van Landbouw in de periode tot 1981 verantwoordelijk voor de bescherming van leerlingen in het agrarisch onderwijs.

de Minister onder wie Binnenlandse Zaken ressorteert

De Minister van Binnenlandse Zaken is verantwoordelijk in de periode tot 1975 voor het stellen van nadere regels waar het gaat om het inenten van personen of groepen personen.

Selectiedoelstelling

De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven.

Deze selectiedoelstelling wordt in het BSD toegepast op het betreffende beleidsterrein.

Selectiecriteria

Uitgaande van de algemene selectiedoelstelling heeft PIVOT in 1998 een (gewijzigde) lijst van algemene selectiecriteria geformuleerd. Met behulp van die algemene criteria wordt in een BSD een waardering toegekend aan de handelingen die door middel van het institutioneel onderzoek in kaart zijn gebracht.

De algemene selectiecriteria van PIVOT zijn positief geformuleerd; het zijn bewaarcriteria. Is een handeling op grond van een criterium gewaardeerd met B (‘blijvend te bewaren’), dan betekent dit dat de administratieve neerslag van die handeling te zijner tijd geheel dient te worden overgebracht naar het Nationaal Archief.

De neerslag van een handeling die niet aan één van de selectiecriteria voldoet, wordt op termijn vernietigd. De waardering van de desbetreffende handeling luidt dan V (‘vernietigen’), onder vermelding van de periode waarna de vernietiging dient plaats te vinden. De neerslag die uit dergelijke handelingen voortvloeit, is dus niet noodzakelijk geacht voor een reconstructie van het overheidshandelen op hoofdlijnen.

Algemene selectiecriteria:

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen:

Toelichting

Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen:

Toelichting

Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieruit worden niet perse consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren:

Toelichting

Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen:

Toelichting

Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt:

Toelichting

Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten:

Toelichting

Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriele verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

Overigens kan, ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen, betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.

De vernietigingstermijnen van de neerslag van de met ‘V’ (= vernietigen) gewaardeerde handelingen zijn vastgesteld in overleg met deskundigen van dit Ministerie op dit terrein.

Verslag van de vaststellingsprocedure

In 2006 is het ontwerp-BSD door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC).

Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd.

Vanaf 1 maart 2007 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van genoemde Ministeries en bij de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 23 april 2007 bracht de RvC advies uit (arc-2007.03707/12), hetwelk geen aanleiding heeft gegeven tot wijzigingen in de ontwerp-selectielijst.

Daarop werd het BSD op 8 mei 2007 door de algemene rijksarchivaris, namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Project Directeur Project Wegwerken Archiefachterstanden (conform het convenant d.d. 30 mei 2006) namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (C/S&A/07/1202), de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (C/S&A/07/1201), de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, (C/S&A/07/1200) en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (C/S&A/07/1198) vastgesteld.

Leeswijzer van de handelingen

De handelingen worden beschreven in handelingenblokken. Daarin worden de volgende items beschreven:

Handelingnr.: Dit is het volgnummer van de handeling. Dit nummer is overgenomen uit het RIO.

Handeling: Dit is een complex van activiteiten die een actor verricht ter vervulling van een taak of op grond van een bevoegdheid. In de praktijk komt een handeling meestal overeen met een procedure of een werkproces.

Periode: Hier staat het tijdvak vermeld gedurende welke jaren de handeling is verricht. Wanneer er geen eindjaar staat vermeld wordt de handeling nog steeds uitgevoerd.

Grondslag: Dit is de wettelijke basis op grond waarvan de actor de handeling verricht.

Vermeld worden:

  • de naam (citeertitel) van de wet, de Algemene Maatregel van Bestuur, het Koninklijk Besluit of de Ministeriële regeling;

  • het betreffende artikel en lid daarvan;

  • de vindplaats, dwz. de vermelding van Staatsblad of Staatscourant;

  • wijzigingen in de grondslag en het vervallen hiervan.

Wanneer er geen wettelijke grondslag voor een handeling bestaat, kan de bron worden genoemd waarin de betreffende handeling staat vermeld.

Product: Hier staat het product vermeld waarin de handeling resulteert of zou moeten resulteren. Opsommingen geven een indicatie van de producten en zijn niet altijd uitputtend. Vaak wordt volstaan met een algemeen omschreven eindproduct.

Opmerking: Deze aanvullende informatie wordt slechts vermeld wanneer de strekking van de handeling toelichting behoeft.

Waardering: Waardering van de handeling in B (bewaren) of V (vernietigen).

Indien vernietigen, dan vermelding van de vernietigingstermijn.

Indien bewaren, dan vermelding van het gehanteerde selectiecriterium.

Eventueel een nadere toelichting op de waardering.

Selectielijsten

Zorgdrager: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Actor: Minister onder wie volksgezondheid ressorteert

Algemeen

1.

Handeling: Het voorbereiden, (mede) vaststellen en coördineren van het beleid op het gebied van infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: o.a. beleidsnota’s, beleidsnotities, (externe onderzoeks)rapporten en adviezen

Opmerking: Onder deze handeling valt ook het voeren van overleg met (lagere) overheden en organisaties die op het beleidsterrein actief zijn.

Onder deze handeling vallen ook documenten en rapporten die in de beleidsvoorbereiding van belang zijn van organisaties die op het beleidsterrein actief zijn.

Waardering: B 1

124.

Handeling: Het overleggen met particuliere organisaties op het beleidsterrein infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Bron: interview mw. drs. W. Reijmerink (Ministerie van VWS)

Product: bijvoorbeeld het Regeringsstandpunt n.a.v. het eindrapport ‘Het AIDS-beleid geactualiseerd’ van de NCAB (08-12-1995)

Waardering: B, 1

2.

Handeling: Het evalueren van het beleid inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: rapporten, evaluatieverslagen

Waardering: B 2

3.

Handeling: Het voorbereiden van (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten op het gebied van infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: nota’s, notities, onderzoeksrapporten

Waardering: B 1: Onderzoeksopdracht en onderzoeksrapport

V 10 jaar: overige documenten

4.

Handeling: Het begeleiden en financieren van (wetenschappelijk) onderzoek betreffende infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: voortgangsrapportages, financiële bescheiden

Waardering: V, 10 jaar

5.

Handeling: Het coördineren van taken en activiteiten tijdens een (dreigende) epidemie

Periode: 1945–

Opmerking: vanaf 1995 is deze handeling door de Minister gemandateerd aan de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding (LCI).

In het verleden is een aantal crises voorgekomen. Voorbeelden zijn:

– De uitbraak plaats van bacillaire dysenterie als gevolg van consumptie van besmette garnalen in 1983/1984.

– Influenzapandemieën (Aziatische griep 1957, Hong Kong griep 1968, Russische griep 1977) en uitbraken van aviaire influenza (vogelgriep).

– De pokkenepidemie in Tilburg 1951.

– De Legionella-uitbraak in Bovenkarspel.

– Rabiës in Nederland: epidemietje in 1962.

– De polio-epidemie van 1957.

– De polio-epidemie in 1991/1992.

Waardering: B 6

6.

Handeling: Het maken van landelijke, uniforme afspraken over de bestrijding van infectieziekten, ondermeer door het opstellen van protocollen en draaiboeken

Periode: 1945–

Product: protocollen, draaiboeken

Opmerking: vanaf 1995 is deze handeling door de Minister gemandateerd aan de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding (LCI)

Waardering: B 6

7.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetgeving inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: o.a:

– Besmettelijke-Ziektenwet/Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265)

– Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300)

– Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642), ingetrokken 1954 (Stb. 1953, 349)

– Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349), ingetrokken 1981 (Stb. 1981, 619)

– Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288), ingetrokken 1996 (Stb. 1992, 611)

– Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611)

– Inentingswet (Stb. 1939, 805), ingetrokken 1975 (Stb. 1975, 606)

– Zeequarantainewet (Stb. 1877, 35), ingetrokken 1964 (Stb. 1960, 335)

– Luchtquarantainewet (Stb. 1935, 626), ingetrokken 1964 (Stb. 1960, 335)

– Quarantainewet (Stb. 1960, 335)

Waardering: B 1

8.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van beoordelingsnormen, beleidsregels en wetinterpreterende regels inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: Circulaires

Waardering: B 5

9.

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen die betrekking hebben op ontwikkelingen inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: jaarverslagen, indien niet van toepassing kwartaalverslagen of maandverslagen

Waardering: B 3, overige neerslag V 5 jaar

10.

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel informeren van de Kamers der Staten Generaal inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: brieven, notities

Waardering: B 3

11.

Handeling: Het verstrekken van informatie aan de Commissies voor de Verzoekschriften van de Staten Generaal, aan overige kamercommissies en aan de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten van burgers inzake ontwikkelingen op het terrein van de infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: brieven, notities

Waardering: B 3

12.

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg en het voeren van verweer in beroepschriftenprocedures voor de Raad van State en/of de kantonrechter

Periode: 1945–

Product: beschikkingen, verweerschriften

Waardering: V, 10 jaar

13.

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: brieven, notities

Waardering: V, 2 jaar

14.

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van de infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: voorlichtingsmateriaal

Opmerking: Het betreft hier uitsluitend de voorbereiding en totstandkoming van voorlichtingsmateriaal.

Waardering: B, 5: eindproduct en stukken inhoudelijke voorbereiding

V, 5 jaar: overige stukken

17.

Handeling: Het instellen en opheffen van commissies, werkgroepen en overlegorganen ten behoeve van advisering op het beleidsterrein infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: instellingsbeschikkingen

o.a. Programmacommissie determinanten van Gezondheid (Stcrt. 1989, 49), Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188), Werkgroep extramurale preventie hart- en vaatziekten (Stcrt. 1979, 190), Instellingsbeschikking Voorbereidingscommissie gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (Stcrt. 1981, 120).

Waardering: B 4

18.

Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van voorzitters, secretarissen en (andere) leden van commissies, werkgroepen en overlegorganen op het beleidsterrein infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg en het aanwijzen van ambtenaren tot het bijwonen van hun vergaderingen

Periode: 1945–

Grondslag: o.a. Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 4 lid 1; Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 4 lid 3 en art. 5 lid 1; Instellingsbeschikking Werkgroep extramurale preventie hart- en vaatziekten (Stcrt. 1979, 190) art. 5; Instellingsbeschikking Voorbereidingscommissie gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (Stcrt. 1981, 120) art. 5 en 9, Instellingsbeschikking Programmacommissie determinanten gezondheid (Stcrt. 1989, 49) art. 4

Waardering: V, 10 jaar na einde benoeming

19.

Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies waarvan het secretariaat niet bij het Ministerie berust

Periode: 1945–

Product: benoemingsvoordracht, deelnemersarchief

Waardering: V, 5 jaar

20.

Handeling: Het deelnemen aan het bestuur van privaatrechtelijke instellingen op het beleidsterrein infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg.

Periode: 1945–

Product: benoemingsvoordracht, deelnemersarchief

Waardering: V, 5 jaar

21.

Handeling: Het oprichten van privaatrechtelijke instellingen op het beleidsterrein infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: oprichtingsakte, statuten, verslaglegging naar de oprichters bijv. jaarverslagen

Waardering: B 4

22.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake infectieziektebestrijding en opsporing van ziekteoorzaken

Periode: 1945–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 1, art. 2 lid 3 (tot 1976), art. 5 lid 5, art. 9 lid 2, art. 12, art. 15 lid 2 (tot 1976), art. 16, art. 17 lid 1 en 2, art. 19, art. 20 (tot 1988), art. 22, art. 32 en zoals gewijzigd (Stb. 1974, 725) art. 35 en zoals gewijzigd (Stb. 1977, 456) art. 3 lid 5

Product: o.a.

– Besluit ter uitvoering van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1929, 448)

– Besluit houdende bekrachtiging van het besluit van de Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne van 9 december 1977, no. 64494 (Stcrt. 251) tot toepassing van voorschriften ten aanzien van Lassakoorts en andere vormen van koorts (Stb. 1978, 152)

Waardering: B 5

23.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van Ministeriële regelingen inzake infectieziektebestrijding en opsporing van ziekteoorzaken

Periode: 1945–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 3 lid 4, art. 8 lid 2 en 5, art. 37, en zoals gewijzigd (Stb. 1974, 725) art. 1 lid 3 en art. 2 lid 5; Besluit ter uitvoering van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1929, 448) art. 18

Product: o.a.

– Besluit vaststelling model kenmerk (Stcrt. 1929, 192)

– Besluit voorwaarden ziekenbarakken voor gemeentebesturen (Stcrt. 1929, 197)

– Besluit vaststelling tijdperk ex artikel 8 (Stcrt. 1929, 192; vervangen Stcrt. 1976, 180)

– Besluit vaststelling aangifteformulier (Stcrt. 1975, 210)

– Besluit toepassing voorschriften t.a.v. Lassakoorts en andere vormen van koorts (Stcrt. 1977, 251)

– Besluit voorwaarden goedkeuring gezondheidsdiensten (bestrijding infectieziekten) (Stcrt. 1983, 44)

Waardering: B 5

24.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van koninklijke besluiten voor de aanwijzing van gemeenten die dienen te beschikken over één of meer gelegenheden voor vervoer, afzondering, waarneming, reiniging, ontsmetting en verpleging van personen en voor vervoer, reiniging en ontsmetting van goederen

Periode: 1945–

Waardering: V, 10 jaar na intrekking van de aanwijzing

25.

Handeling: Het als noodzakelijk aanwijzen van een ontsmettingsdienst en (tot 1988) het intrekken van een ‘aanwijzing als noodzakelijk’

Periode: 1945–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 14 lid 1, art. 20 lid 1, 4 en 6 en art. 22 lid 1, 2 en 4

Waardering: V, 10 jaar na intrekking van de aanwijzing

26.

Handeling: Het toelaten van een ontsmettingsdienst en het intrekken van een toelating van een ontsmettingsdienst

Periode: 1945–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 14 lid 1, art. 20 lid 5 en 7, gewijzigd (Stb. 1988, 377) art. 20 lid 1 reps. 2 en art. 22 lid 3 en 4

Waardering: V, 10 jaar na intrekking van de toelating

27.

Handeling: Het erkennen van de noodzakelijkheid van oprichting, vernieuwing of uitbreiding van een gemeentelijke ontsmettingsdienst en het goedkeuren van het plan hiervoor

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit ter uitvoering van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1929, 448) art. 21 lid 3, gewijzigd (Stb. 1933, 556) art. 22 lid 3

Waardering: V, 10 jaar

28.

Handeling: Het goedkeuren van een gezondheidsdienst waarvan een gemeentelijke ontsmettingsdienst deel moet uitmaken

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit ter uitvoering van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1929, 448) zoals gewijzigd (Stb. 1936, 855) art. 21 onder a.

Waardering: V, 10 jaar

29.

Handeling: Het goedkeuren van tarieven van ontsmettingsdiensten

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit ter uitvoering van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1929, 448) zoals gewijzigd (Stb. 1936, 855) art. 21 onder b. en zoals gewijzigd (Stb. 1938, 877) art. 23 lid 4

Waardering: V, 10 jaar

30.

Handeling: Het verbieden van het houden van kermissen, markten en openbare vergaderingen of vermakelijkheden in verband met de aanwezigheid van besmettingsgevaar

Periode: 1945–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 7 lid 2

Waardering: B, 6

31.

Handeling: Het bepalen dat een fabrikant of importeur van waar verplicht is aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg inlichtingen en monsters te verstrekken in verband met de opsporing van ziekteoorzaken

Periode: 1976–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) zoals gewijzigd (Stb. 1974, 725) art. 1 lid 5

Waardering: V, 10 jaar

33.

Handeling: Het aanwijzen van instellingen of personen voor het verrichten van onderzoekingen om een infectieziekte te weren of om uitbreiding daarvan te voorkomen

Periode: 1976–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) zoals gewijzigd (Stb. 1974, 725) art. 19 lid 4, gewijzigd (Stb. 1988, 377) art. 19 lid 3

Waardering: V, 10 jaar

34.

Handeling: Het voorbereiden van de beslissing op een beroepschrift van een gemeenteraad, Burgemeesters en Wethouders of de inspecteur van de Volksgezondheid op een beslissing van Gedeputeerde Staten inzake een bezwaar van de inspecteur van de Volksgezondheid tegen een gemeentelijke verordening ter bestrijding van infectieziekten

Periode: 1945–1976

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 25 lid 4

Waardering: V, 10 jaar

35.

Handeling: Het goedkeuren van de toekenning door het gemeentebestuur van een tegemoetkoming aan een persoon die inkomsten heeft gederfd door maatregelen die zijn genomen op grond van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken

Periode: 1945–

Grondslag: Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265) art. 20 lid 1 onder 5, gewijzigd (Stb. 1935, 685) art. 20 lid 1 onder 3

Waardering: V, 10 jaar

36.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake de collectieve preventie op het gebied van de volksgezondheid

Periode: 1989–

Grondslag: Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300) art. 2 lid 3, art. 3, art. 4 lid 2, art. 6 lid 2, art. 7 lid 2 en art. 8

Product: o.a.

– Besluit collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1992, 569)

– Besluit bekostiging collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1993, 169)

Waardering: B, 5

37.

Handeling: Het aanwijzen van bevolkingsonderzoeken waarvoor gemeenteraden een oproepsysteem tot stand dienen te brengen

Periode: 1992–

Grondslag: Besluit collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1992, 569) art. 2 onder b

Product:

– Aanwijzing bevolkingsonderzoek naar borstkanker als bevolkingsonderzoek bedoeld in Besluit c.p.v. (Stcrt. 1995, 165)

– Aanwijzing bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker (Stcrt. 1996, 189)

Waardering: B, 5

38.

Handeling: Het, in bijzondere gevallen, verlenen van ontheffing van de opleidingseisen waaraan de deskundigen van de gemeentelijke gezondheidsdienst moeten voldoen

Periode: 1992–

Grondslag: Besluit collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1992, 569) art. 6 lid 1

Product: Ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar

39.

Handeling: Het geven van een aanwijzing aan een gemeenteraad indien deze niet of niet naar behoren maatregelen treft ter bestrijding van een epidemie

Periode: 1996–

Grondslag: Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300) zoals gewijzigd (Stb. 1997, 219) art. 3 lid 2 en 3

Waardering: B, 5

Onderzoek

46.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake bevolkingsonderzoek

Periode: 1945–

Grondslag: Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 2 lid 3 en 5, art. 3 lid 5 en art. 9; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) art. 3 lid 6, art. 4, art. 10 en art. 12; Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 13, 15 en 23; Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 3 lid 2 en 3 en art. 4 lid 3, gewijzigd (Stb. 1993, 690) art. 4 lid 2

Product: o.a.

– Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14)

– Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267)

– Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541)

– Besluit bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1952, 325)

– Besluit bevolkingsonderzoek (Stb. 1995, 399)

Waardering: B, 5

47.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van Ministeriële regelingen inzake bevolkingsonderzoek

Periode: 1945–

Grondslag: Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 2 lid 2; Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 12 lid 3; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) zoals gewijzigd (Stb. 1978, 646) art. 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) zoals gewijzigd (Stb. 1966, 276) art. 2 en art. 3 lid 1 en zoals gewijzigd (Stb. 1979, 400) art. 2; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 2 lid 2 en art. 3 lid 1

Product: o.a.

– Besluit bepaling termijn (Stcrt. 1938, 35)

– Besluit toepassing Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stcrt. 1980, 130)

– Besluit ingevolge Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stcrt. 1979, 147)

Waardering: B, 5

48.

Handeling: Het vaststellen van modellen voor (voorwaardelijke) verklaringen, opgaven, formulieren en aanvragen in verband met de uitvoering van de Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs en de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar

Periode: 1945–1981

Grondslag: Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14) art. 3 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 14 lid 1, art. 22 lid 1 en art. 26 lid 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) art. 5 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 9, art. 10, art. 15 lid 1, art. 25 lid 1, art. 29 lid 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 5 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 9, art. 10 en art. 15 lid 1

Product: modellen

Waardering: V, 10 jaar

71.

Handeling: Het verlenen en intrekken of weigeren van ontheffingen aan artsen voor het deelnemen aan de bijzondere opleiding röntgenologische onderzoeken

Periode: 1945–1952

Grondslag: Besluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken betreffende toestemming tot het instellen van groepsgewijze röntgenologische onderzoeken der ademhalingsorganen (Stcrt. 1944, 107) art. 3

Product: ontheffingen

Waardering: V, 10 jaar na intrekking of weigering

73.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van koninklijke besluiten ter aanwijzing van landelijke (beroeps)organisaties en instellingen werkzaam op het gebied van tuberculosebestrijding

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 4 lid 1 en art. 13

Product: Koninklijk Besluit ter uitvoering van de artikelen 4 en 13 van de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stcrt. 1951, 200)

Waardering: B, 5

76.

Handeling: Het goedkeuren van de benoeming, schorsing en ontslag en de bezoldiging van de secretaris van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 5 lid 2

Waardering: V, 10 jaar

79.

Handeling: Het geven van aanwijzingen aan het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose met betrekking tot de werkzaamheden van het College

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 11 lid 2

Waardering: B, 4

82.

Handeling: Het aanwijzen van instellingen waar artsen een bijzondere opleiding kunnen volgen die nodig is voor het mogen verrichten van bevolkingsonderzoek naar tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Besluit bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1952, 325) art. 2

Waardering: V, 10 jaar

84.

Handeling: Het aanwijzen van vergunningsplichtige bevolkingsonderzoeken

Periode: 1996–

Grondslag: Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 2 lid 2

Waardering: B, 5

85.

Handeling: Het verlenen, weigeren, wijzigen en intrekken van vergunningen tot het uitvoeren van bevolkingsonderzoeken

Periode: 1996–

Grondslag: Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 3, 4 en 9

Product: vergunningen, afwijzingen

Waardering: V, 10 jaar

87.

Handeling: Het buiten toepassing verklaren van wettelijk bepaalde overgangstermijnen in verband met de inwerkingtreding van de Wet op het bevolkingsonderzoek of krachtens deze wet genomen besluiten

Periode: 1996–

Grondslag: Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 14

Waardering: V, 10 jaar

Handelingnr.: 88.

Handeling: Het informeren van de beide Kamers der Staten-Generaal over de toepassingswijze van de Wet op het bevolkingsonderzoek

Periode: 1996–

Grondslag: Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 15

Product: rapporten, brieven

Waardering: B, 3

Vaccinatie

89.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake vaccinatie

Periode: 1945–1975

Grondslag: Inentingswet 1939 (Stb. 1939, 805) art. 6 lid 2 en art. 10 lid 1

Product: o.a.

– Besluit tot uitvoering der Inentingswet 1939 (Stb. 1940, 844)

Waardering: B, 5

90.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van Ministeriële regelingen inzake vaccinatie

Periode: 1945–1975

Grondslag: Besluit tot uitvoering der Inentingswet 1939 (Stb. 1940, 844) art. 3, art. 4 lid 2, art. 5 lid 1, art. 7 lid 2, art. 9 lid 1, art. 19 lid 2, art. 20 lid 2 en zoals gewijzigd (Stb. 1962, 565) art. 19 lid 3

Product: o.a.

– Besluit van de waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 28 november 1940, no. 2211 H/doss. 26 (Stcrt. 1940, 235

Waardering: B, 5

91.

Handeling: Het bepalen dat, in bijzondere omstandigheden, in een gemeente dagelijks de gelegenheid tot inenting moet worden geboden

Periode: 1945–1975

Grondslag: Inentingswet 1939 (Stb. 1939, 805) art. 8

Waardering: V, 10 jaar

92.

Handeling: Het, in bijzondere omstandigheden, verbieden dat bepaalde personen tot scholen worden toegelaten en/of gelasten dat scholen worden gesloten

Periode: 1945–1975

Grondslag: Inentingswet 1939 (Stb. 1939, 805) art. 9 lid 1

Waardering: V, 10 jaar

93.

Handeling: Het verlenen en intrekken of weigeren van een vergunning aan entstofinrichtingen of handelaren in entstoffen voor het afleveren van entstof tegen de pokken

Periode: 1945–1975

Grondslag: Besluit tot uitvoering der Inentingswet 1939 (Stb. 1940, 844) art. 4 lid 1 en art. 5

Waardering: V 10 jaar na intrekking of weigering

95.

Handeling: Het bepalen dat entstof door een entstofinrichting op een andere wijze wordt verkregen dan in de Beschikking wordt voorgeschreven

Periode: 1945–1975

Grondslag: Besluit van de waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 28 november 1940, no. 2211 H/doss. 26 (Stcrt. 1940, 235) art. 5 onder 3

Waardering: V, 10 jaar

96.

Handeling: Het aanwijzen van een gebied waarvoor een entstofinrichting en/of een handelaar entstof mag verstrekken

Periode: 1945–1975

Grondslag: Besluit van de waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 28 november 1940, no. 2211 H/doss. 26 (Stcrt. 1940, 235) art. 5 onder 6 en art. 6 onder 2

Waardering: V, 10 jaar

97.

Handeling: Het goedkeuren van modellen van registers waarmee de administratie met betrekking tot inenting en entstof door entstofinrichtingen en/of handelaren wordt bijgehouden

Periode: 1945–1975

Grondslag: Besluit van de waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 28 november 1940, no. 2211 H/doss. 26 (Stcrt. 1940, 235) art. 5 onder 9 en art. 6 onder 4

Waardering: V, 10 jaar

99.

Handeling: Het uit eigen beweging ongedaan maken van een aanwijzing van de Inspectie voor de Gezondheidszorg waarin (een deel van) de bevolking van een gemeente verplicht wordt gesteld zich te laten inenten tegen in het Besluit genoemde besmettelijke ziekten

Periode: 1945–1954

Grondslag: Besluit van de Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken betreffende de inenting tegen typhus en paratyphus (Stb. 1940, S.801) art. 3 lid 3

Waardering: B, 6

Quarantaine

100.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake quarantaine

Periode: 1945–

Grondslag: Zeequarantainewet (Stb. 1877, 35) zoals gewijzigd (Stb. 1915, 346) art. 1–3, art. 7, art. 8, art. 10–14; Luchtquarantainewet (Stb. 1935, 626) art. 2, art. 4 lid 2, art. 9, art. 11 en art. 12; Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 34

Product: onder andere

– Quarantainebesluit (Stb. 1933, 276)

– Besluit tot uitvoering van de wet tot regeling van het sanitair toezicht op de luchtvaart (Stb. 1936, 840)

– Besluit toelating tot het vrije verkeer luchtvaartuigen (Internationale Gezondheidsregeling) (Stb. 1979, 125)

Waardering: B, 1

101.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van Ministeriële regelingen inzake quarantaine

Periode: 1945–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 8 lid 2, art. 9, art. 16 lid 1, art. 19 lid 1 onder b, art. 23, art. 24 en art. 25 ; Quarantainebesluit (Stb. 1933, 276)

Product: onder andere

– Beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 9 oktober 1963, no. 69 019 (Stcrt. 1963, 200)

– Regeling betreffende vaststelling van het sein als bedoeld in artikel 19, eerste lid, onder b, van de Quarantainewet (Stcrt. 1963, 200, vervangen Stcrt. 1976, 116)

– Regeling betreffende vaststelling officieel stempel ten behoeve van internationaal geldige certificaten van inenting tegen cholera en pokken (Stcrt. 1963, 200)

– Regeling vaststelling model-kwartaalverslag (Stcrt. 1965, 114)

– Regeling afzien overlegging gezondheidsgedeelte van algemene verklaring voor luchtvaartuigen (Stcrt. 1979, 122)

Waardering: B, 5

102.

Handeling: Het besmet verklaren van landen, landstreken of plaatsen (havens) met een quarantaineabele ziekte

Periode: 1945–

Grondslag: Zeequarantainewet (Stb. 1877, 35) art. 1 lid 1; Luchtquarantainewet (Stb. 1935, 626) art. 2 lid 2; Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 32 lid 1

Waardering: V, 10 jaar

104.

Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten ter overdracht van taken van een burgemeester als gezondheidsautoriteit aan andere burgemeesters

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 5 lid 2

Product: o.a.

– Koninklijk besluit van 24 september 1963, nr. 32, betreffende taakoverdracht ten aanzien van de Luchthaven Schiphol (Stcrt. 1963, 200)

– Koninklijk besluit van 21 januari 1976, nr. 29, betreffende taakoverdracht ten aanzien van de haven van de gemeente Zaandam/Zaanstad (Stcrt. 1976, 20)

Waardering: V, 10 jaar

105.

Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten inzake bepaling van gemeenten waar medisch onderzoek voor luchtvaartuigen moet plaatsvinden

Periode: 1945–1964

Grondslag: Luchtquarantainewet (Stb. 1935, 626) art. 14

Waardering: V, 10 jaar

106.

Handeling: Het aanwijzen van havens en luchthavens welke (dienen te) beschikken over een georganiseerde geneeskundige dienst

Periode: 1964–

Grondslag: Internationale Sanitaire Regeling (Trb. 1952, 145) art. 17 en art. 19; Internationale Gezondheidsregeling (Trb. 1970, 30) art. 17 en art. 18; Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 4 en art. 10

Product: onder andere:

– Besluit aanwijzing van havens, welke moeten beschikken over een georganiseerde medische dienst (Stcrt. 1963, 200, vervangen Stcrt. 1975, 120)

– Besluit aanwijzing van de Luchthaven Schiphol als luchthaven met gezondheidsdienst (Stcrt. 1963, 200)

– Besluit aanwijzing van de Luchthaven Zestienhoven als luchthaven met gezondheidsdienst (Stcrt. 1964, 18)

– Besluit aanwijzing Luchthaven Zuid-Limburg als luchthaven met gezondheidsdienst (Stcrt. 1984, 110)

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

107.

Handeling: Het aanwijzen van havens waarvoor regelingen zijn getroffen met betrekking tot ontratting en de afgifte van certificaten van (vrijstelling van) ontratting alsook van havens welke moeten beschikken over personeel dat bevoegd en bekwaam is schepen te ontratten en te inspecteren ten behoeve van de afgifte van de genoemde certificaten

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 11

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

108.

Handeling: Het aanwijzen van lijndiensten voor passagiersschepen waar het medisch onderzoek reeds tijdens de reis kan plaatsvinden

Periode: 1945–1963

Grondslag: Quarantainebesluit (Stb. 1933, 276) art. 6 lid 3

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

109.

Handeling: Het voorschrijven dat luchtvaartuigen uit bepaalde gebieden uitsluitend op een daartoe aangewezen luchthaven mogen landen

Periode: 1945–1963

Grondslag: Besluit tot uitvoering van de wet tot regeling van het sanitair toezicht op de luchtvaart (Stb. 1936, 840) art. 9 lid 2

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

110.

Handeling: Het aanwijzen van luchthavens welke voorzien moeten zijn van een terrein voor direct doorgaand verkeer

Periode: 1964–

Grondslag Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 12

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

111.

Handeling: Het aanwijzen van instanties belast met de inenting tegen gele koorts ter verkrijging van een internationaal geldig certificaat

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 26

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

112.

Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten ter aanwijzing van geneeskundigen belast met het verrichten van medisch onderzoek op zeeschepen of luchtvaartuigen besmet met een quarantaineabele ziekte of van besmetting verdachte zeeschepen of luchtvaartuigen

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 31

Waardering: V, 10 jaar

113.

Handeling: Het voorbereiden van koninklijke besluiten ter aanwijzing van geneeskundigen belast met het verrichten van medisch onderzoek op zeeschepen of luchtvaartuigen besmet met een quarantaineabele ziekte of van besmetting verdachte zeeschepen of luchtvaartuigen

Periode: 1945–1963

Grondslag: Zeequarantainewet (Stb. 1877, 35) art. 7 lid 1; Luchtquarantainewet (Stb. 1935, 626) art. 8 lid 1

Waardering: V, 10 jaar

114.

Handeling: Het aanwijzen van gemeenten waarvan de burgemeester verplicht is een of meer quarantaineartsen te benoemen

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 14 lid 5, gewijzigd (Stb. 1971, 752) art. 14 lid 3

Waardering: V, 10 jaar na intrekking aanwijzing

119.

Handeling: Het geven van aanwijzingen of het nemen van maatregelen met betrekking tot de verdelging en wering van knaagdieren in haveninrichtingen in geval van nalatigheid van de burgemeester

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 16 lid 5

Waardering: V, 10 jaar

120.

Handeling: Het vaststellen van tarieven voor medische onderzoeken, voor onderzoek van schepen en voor de ontrattingen ter verkrijging van een certificaat (tot vrijstelling) van ontratting

Periode: 1964–

Grondslag: Quarantainewet (Stb. 1960, 335) art. 27 en art. 30

Waardering: V, 10 jaar na vervanging

Bestrijding van SOA en AIDS

123.

Handeling: Het vergoeden van de kosten van drempelvrije curatieve geslachtsziektebestrijding

Periode: 1945–

Bron: archief Directie Gezondheidsbeleid/Conventie van Brussel

Product: betalingsbewijzen na ontvangst van kwitanties

Waardering: V, 10 jaar

127.

Handeling: Het opdragen van taken aan de Nationale Commissie Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 3 lid 2

Waardering: B, 5

130.

Handeling: Het aanwijzen van bij de Aids-bestrijding betrokken maatschappelijke organisaties die deskundigen kunnen voordragen voor lidmaatschap van de Nationale Commissie Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 4 lid 2 onder b

Waardering: B, 5

132.

Handeling: Het goedkeuren van de regels die de Nationale Commissie Aids-bestrijding stelt ten aanzien van de werkwijze van het hoofd van het Bureau van de Nationale Commissie Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 12 lid 2

Waardering: V, 10 jaar

133.

Handeling: Het goedkeuren van de beslissing van de Nationale Commissie Aids-bestrijding zich te laten bijstaan door deskundigen of ten behoeve van haar werkzaamheden onderzoek te laten uitvoeren alsmede het beschikbaar stellen van een budget hiervoor

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 8

Waardering: V, 10 jaar

135.

Handeling: Het geven van regels voor de vergoeding door het Rijk van de kosten van de Nationale Commissie Aids-bestrijding en het Bureau van de Nationale Commissie Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 16

Waardering: V, 10 jaar

Toezicht

137.

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren aan wie inzage van boeken en bescheiden betreffende een ontsmettingsdienst moet worden gegeven

Periode: 1945–

Grondslag: Besluit ter uitvoering van de Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1929, 448) art. 25 onder b., gewijzigd (Stb. 1936, 855) art. 21 onder c

Waardering: V, 10 jaar

Actor: Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektenbestrijding (LCI)

5.

Handeling: Het verrichten van crisismanagement tijdens een (dreigende) epidemie

Periode: 1995–

Waardering: B, 6

6.

Handeling: Het maken van landelijke, uniforme afspraken over de bestrijding van infectieziekten, ondermeer door het opstellen van protocollen en draaiboeken

Periode: 1995–

Product: draaiboeken, protocollen

Waardering: B, 6

Actor: de Kommissie Nationaal plan Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding

40.

Handeling: Het doen van voorstellen/adviezen aan de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert omtrent de structuur voor de realisering van gezondheidsvoorlichting en -opvoeding en de financiering daarvan

Periode: 1976–1981

Grondslag: Instellingsbeschikking Kommissie Nationaal Plan Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (Stcrt. 1976, 196) art. 1–5

Product: adviezen

Waardering: B, 1

Actor: de Voorbereidingscommissie Gezondheidsvoorlichting en -opvoeding

41.

Handeling: Het voorbereiden van de instelling van een commissie van advies en overleg op het terrein van de gezondheidsvoorlichting en -opvoeding

Periode: 1981–1982

Grondslag: Instellingsbeschikking Voorbereidingscommissie gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (Stcrt. 1981, 120) art. 1 lid 1

Waardering: V, 10 jaar

42.

Handeling: Het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert over het beleid inzake gezondheidsvoorlichting en -opvoeding

Periode: 1981–1985

Grondslag: Instellingsbeschikking Voorbereidingscommissie gezondheidsvoorlichting en -opvoeding (Stcrt. 1981, 120) art. 1 lid 2

Product: adviezen

Waardering: B, 1

Actor: de Werkgroep Extramurale Preventie Hart- en Vaatziekten

43.

Handeling: Het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert over een organisatiestructuur voor de preventie op het gebied van hart- en vaatziekten en begeleiding van personen met verhoogd risico

Periode: 1979–

Grondslag: Instellingsbeschikking Werkgroep extramurale preventie hart- en vaatziekten (Stcrt. 1979, 190) art. 2–3

Product: adviezen

Waardering: B, 1

Actor: de Commissie Versterking Collectieve Preventie (Commissie Lemstra)

45.

Handeling: Het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake de collectieve preventie

Periode: 1996–1997

Product: Adviesrapport Gemeentelijk gezondheidsbeleid beter op zijn plaats (1997)

Waardering: B, 1

Actor: de Commissie Muntendam

49.

Handeling: Het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert over de organisatie van het bevolkingsonderzoek naar tuberculose en het voorbereiden van de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose van 1951

Periode: 1948–1950

Bron: Memorie van Toelichting bij de Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288)

Product: adviezen

Waardering: B, 1

Actor: de Commissie inzake de Organisatie van Tuberculosebestrijding

50.

Handeling: Het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert over de organisatie van de tuberculosebestrijding

Periode: 1951–1962

Grondslag: Opheffingsbeschikking van 11 januari 1962 (Stcrt. 1962, 13)

Product: adviezen

Waardering: B, 1

Actor: het Centraal College voor Bevolkingsonderzoek op Tuberculose

52.

Handeling: Het adviseren van de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert inzake bevolkingsonderzoek op tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 12 lid 5

Product: adviezen

Waardering: B, 1

74.

Handeling: Het benoemen, schorsen en ontslaan van de secretaris van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 5

Waardering: V, 10 jaar na einde benoeming

75.

Handeling: Het vaststellen van de instructie voor de secretaris van het Centraal College voor bevolkingsonderzoek op tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 5 lid 2

Waardering: V, 10 jaar na einde belang

77.

Handeling: Het opstellen van een jaarlijkse begroting

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 10

Product: begroting

Waardering: V, 5 jaar

78.

Handeling: Het verstrekken van inlichtingen ter verantwoording aan de Minister onder wie Volksgezondheid ressorteert

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 11 lid 1

Product: inlichtingen, jaarverslagen

Waardering: B, 3

80.

Handeling: Het coördineren van en adviseren ten aanzien van werkzaamheden op het gebied van periodieke bevolkingsonderzoeken naar tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 12 lid 1, 2 en 4

Product: adviezen

Waardering: B, 5

81.

Handeling: Het verlenen en intrekken of weigeren van toestemming voor het verrichten van bevolkingsonderzoek naar tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 14 lid 1

Waardering: V, 10 jaar na intrekking of weigering

83.

Handeling: Het verlenen en intrekken of weigeren van gehele of gedeeltelijke ontheffing van de wettelijke bepalingen omtrent de duur van de bijzondere opleiding voor artsen nodig voor het mogen verrichten van bevolkingsonderzoek naar tuberculose

Periode: 1952–1996

Grondslag: Besluit bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1952, 325) art. 5

Waardering: V, 10 jaar na intrekking of weigering

Actor: de Nationale Commissie Aids-bestrijding

125.

Handeling: Het vaststellen van het (algemeen) beleid van de Nationale Commissie Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Product: notulen, vergaderstukken, rapporten

Waardering: B, 1

126.

Handeling: Het adviseren van de Minister(s) in aangelegenheden betreffende het beleid ten aanzien van de Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 3 lid 1

Product: diverse adviezen en publicaties o.a. Het Aids-beleid geactualiseerd. Eindadvies van de Nationale Commissie Aids-bestrijding (september 1995)

Waardering: B, 1

128.

Handeling: Het voorbereiden en uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het terrein van Aids

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 3 lid 2 en toelichting bij het Besluit

Waardering: B, 5: één exemplaar van het eindproduct en stukken inhoudelijke voorbereiding

V, 10 jaar: overige stukken

129.

Handeling: Het beoordelen en coördineren van voorlichtingsprojecten en begeleiden van andere specifieke projecten

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 3 lid 2 en toelichting bij het Besluit

Waardering: V, 10 jaar

131.

Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van de werkwijze van de commissie en van die van de onder haar ressorterende werkgroepen en secties alsmede ten aanzien van de werkwijze van het hoofd van het Bureau van de Nationale Commissie Aids-bestrijding

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 7 en 12

Waardering: V, 10 jaar

134.

Handeling: Het opstellen van een jaarverslag

Periode: 1987–1995

Grondslag: Besluit Nationale Commissie Aids-Bestrijding (Stcrt. 1987, 188) art. 14

Product: jaarverslag

Waardering: B, 3 voor het eindproduct en V 10 jaar voor overige stukken

Actor: de Programmacommissie determinanten van gezondheid

138.

Handeling: Het in hoofdlijnen opstellen van een onderzoeksprogramma betreffende de determinanten in de gezondheid

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking programmacommissie determinanten van gezondheid (Stcrt. 1989, 48) art. 2

Product: onderzoeksprogramma, rapporten

Waardering: B, 1

139.

Handeling: Het (laten) uitvoeren van onderzoekstrajecten binnen dit programma determinanten van gezondheid

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 2, lid g

Product: evaluatie

Waardering: B, 5: onderzoeksopdracht en onderzoeksrapport

V 10 jaar, overige documenten

140.

Handeling: Het evalueren van het onderzoeksprogramma determinanten van gezondheid

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 2, lid g

Product: evaluatie

Waardering: B, 3

141.

Handeling: Het jaarlijks uitbrengen van een verslag betreffende de voortgang van het onderzoeksprogramma

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 2, lid h

Product: rapportages

Waardering: B, 3

142.

Handeling: Het opstellen van een jaarlijkse begroting

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 2, lid h

Product: begroting

Waardering: V, 5 jaar

143.

Handeling: Het instellen van subgroepen

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 3

Waardering: V, 10 jaar

144.

Handeling: Het stellen van regels ten aanzien van de werkwijze van de commissie en van die van de onder haar ressorterende sugroepen

Periode: 1989–1995

Grondslag: Instellingsbeschikking, art. 8

Waardering: V, 10 jaar

Zorgdrager: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Actor: de Minister onder wie Onderwijs ressorteert

7.

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetgeving inzake infectieziektebestrijding en preventieve gezondheidszorg

Periode: 1945–

Product: o.a:

– Besmettelijke-Ziektenwet/Wet bestrijding infectieziekten en opsporing ziekteoorzaken (Stb. 1928, 265)

– Wet collectieve preventie volksgezondheid (Stb. 1990, 300)

– Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642), ingetrokken 1954 (Stb. 1953, 349)

– Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349), ingetrokken 1981 (Stb. 1981, 619)

– Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288), ingetrokken 1996 (Stb. 1992, 611)

– Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611)

– Inentingswet (Stb. 1939, 805), ingetrokken 1975 (Stb. 1975, 606)

– Zeequarantainewet (Stb. 1877, 35), ingetrokken 1964 (Stb. 1960, 335)

– Luchtquarantainewet (Stb. 1935, 626), ingetrokken 1964 (Stb. 1960, 335)

– Quarantainewet (Stb. 1960, 335)

Waardering: B 1

46.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake bevolkingsonderzoek

Periode: 1945–

Grondslag: Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 2 lid 3 en 5, art. 3 lid 5 en art. 9; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) art. 3 lid 6, art. 4, art. 10 en art. 12; Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 13, 15 en 23; Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 3 lid 2 en 3 en art. 4 lid 3, gewijzigd (Stb. 1993, 690) art. 4 lid 2

Product: o.a.

– Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14)

– Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267)

– Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541)

– Besluit bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1952, 325)

– Besluit bevolkingsonderzoek (Stb. 1995, 399)

Waardering: B, 5

47.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van Ministeriële regelingen inzake bevolkingsonderzoek

Periode: 1945–

Grondslag: Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 2 lid 2; Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 12 lid 3; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) zoals gewijzigd (Stb. 1978, 646) art. 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) zoals gewijzigd (Stb. 1966, 276) art. 2 en art. 3 lid 1 en zoals gewijzigd (Stb. 1979, 400) art. 2; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 2 lid 2 en art. 3 lid 1

Product: o.a.

– Besluit bepaling termijn (Stcrt. 1938, 35)

– Besluit toepassing Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stcrt. 1980, 130)

– Besluit ingevolge Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stcrt. 1979, 147)

Waardering: B, 5

48.

Handeling: Het vaststellen van modellen voor (voorwaardelijke) verklaringen, opgaven, formulieren en aanvragen in verband met de uitvoering van de Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs en de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar

Periode: 1945–1981

Grondslag: Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14) art. 3 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 14 lid 1, art. 22 lid 1 en art. 26 lid 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) art. 5 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 9, art. 10, art. 15 lid 1, art. 25 lid 1, art. 29 lid 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 5 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 9, art. 10 en art. 15 lid 1

Product: modellen

Waardering: V, 10 jaar

55.

Handeling: Het beslissen op de vraag of een bepaalde onderwijsinstelling een onderwijsinstelling is waarop de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar van toepassing is

Periode: 1954–1981

Grondslag: Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) art. 2

Waardering: V, 5 jaar

56.

Handeling: Het aanwijzen van gezondheids- en schoolartsendiensten waaraan geneeskundigen verbonden zijn die het recht hebben van een personeelslid van een onderwijsinstelling te vorderen, dat hij zich onderwerpt aan een onderzoek ter verkrijging van een verklaring dat hij niet lijdt aan een ziekte die voor leerlingen ernstig besmettingsgevaar kan opleveren

Periode: 1945–1954

Grondslag: Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 2 lid 4

Waardering: V, 10 jaar

57.

Handeling: Het goedkeuren dat het wettelijk vereiste onderzoek plaatsvindt op een andere plaats dan op het consultatiebureau of door een andere, door de inspecteur van de Volksgezondheid aan te wijzen, consultatiebureau-arts

Periode: 1945–1954

Grondslag: Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14) art. 3 lid 2; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) art. 3 lid 2; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 3 lid 2

Waardering: V, 10 jaar

60.

Handeling: Het afgeven of weigeren van een verklaring dat een personeelslid van een onderwijsinstelling niet lijdt aan een ziekte die ernstig besmettingsgevaar voor leerlingen kan opleveren

Periode: 1945–1981

Grondslag: Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 8; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) art. 9 lid 4 en 5, gewijzigd (Stb. 1978, 647) art. 9 lid 2 en 3

Waardering: V, 10 jaar

61.

Handeling: Het bevelen dat een onderwijsinstelling wordt gesloten indien het bestuur, na herhaalde waarschuwing, weigert te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs of de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar alsmede het beslissen op een verzoek tot intrekking van het bevel tot sluiting

Periode: 1945–1981

Grondslag: Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 10; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) art. 11

Waardering: V, 10 jaar

62.

Handeling: Het beslissen of een personeelslid van een onderwijsinstelling niet meer mag worden toegelaten tot deze onderwijsinstelling en ontslagen kan worden omdat hij weigert te voldoen aan de in de wet gestelde verplichtingen

Periode: 1945–1981

Grondslag: Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14) art. 4 lid 4; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) art. 4 lid 4; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 4 lid 4

Waardering: V, 10 jaar

67.

Handeling: Het goedkeuren van het verlenen of verlengen van verlof tot herstel aan een personeelslid van een onderwijsinstelling met behoud van bezoldiging

Periode: 1945–1979

Grondslag: Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14) art. 16; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) art. 17

Waardering: V, 10 jaar

Zorgdrager: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Actor: de Minister onder wie landbouw ressorteert

46.

Handeling: Het voorbereiden van de vaststelling, wijziging en intrekking van algemene maatregelen van bestuur inzake bevolkingsonderzoek

Periode: 1945–

Grondslag: Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1934, 642) art. 2 lid 3 en 5, art. 3 lid 5 en art. 9; Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1953, 349) art. 3 lid 6, art. 4, art. 10 en art. 12; Wet bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1951, 288) art. 13, 15 en 23; Wet op het bevolkingsonderzoek (Stb. 1992, 611) art. 3 lid 2 en 3 en art. 4 lid 3, gewijzigd (Stb. 1993, 690) art. 4 lid 2

Product: o.a.

– Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14)

– Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267)

– Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541)

– Besluit bevolkingsonderzoek op tuberculose (Stb. 1952, 325)

– Besluit bevolkingsonderzoek (Stb. 1995, 399)

Waardering: B, 5

48.

Handeling: Het vaststellen van modellen voor (voorwaardelijke) verklaringen, opgaven, formulieren en aanvragen in verband met de uitvoering van de Wet tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs en de Wet bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar

Periode: 1945–1981

Grondslag: Besluit tot bescherming van leerlingen tegen de gevolgen van besmettelijke ziekten van personeel van inrichtingen van onderwijs (Stb. 1935, 14) art. 3 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 14 lid 1, art. 22 lid 1 en art. 26 lid 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar (Stb. 1954, 267) art. 5 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 9, art. 10, art. 15 lid 1, art. 25 lid 1, art. 29 lid 1; Besluit bescherming leerlingen tegen besmettingsgevaar 1980 (Stb. 1980, 541) art. 5 lid 1, art. 6 lid 1 en 2, art. 9, art. 10 en art. 15 lid 1

Product: modellen

Waardering: V, 10 jaar

Zorgdrager: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Actor: de Minister onder wie binnenlandse zaken ressorteert

90.

Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van Ministeriële regelingen inzake vaccinatie

Periode: 1945–1975

Grondslag: Besluit tot uitvoering der Inentingswet 1939 (Stb. 1940, 844) art. 3, art. 4 lid 2, art. 5 lid 1, art. 7 lid 2, art. 9 lid 1, art. 19 lid 2, art. 20 lid 2 en zoals gewijzigd (Stb. 1962, 565) art. 19 lid 3

Product: o.a.

– Besluit van de waarnemend Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 28 november 1940, no. 2211 H/doss. 26 (Stcrt. 1940, 235

Waardering: B, 5

Overzicht van wijzigingen ten opzichte van handelingen in het RIO

In principe zijn de handelingnummers het BSD gelijk aan de nummers in het RIO. Een aantal handelingen is niet in het BSD opgenomen. Daarnaast is een aantal nieuwe handelingen geformuleerd. Om een goed beeld te kunnen schetsen is onderstaande concordantie opgenomen. In deze concordantie zijn alle wijzigingen ten opzichte van het RIO verantwoord.

RIO

BSD

Toelichting

1

1

 

2

2

 

3

3

Tekstuele wijziging: het woord intern is geschrapt

4

4

Tekstuele wijziging: het woord extern is geschrapt. Tekst luidt nu ook: het begeleiden en financieren

5

5

Tekstuele wijziging: het woord crisismanagement is vervangen door coördinatie van taken en activiteiten

6

6

 

7

7

 

8

8

 

9

9

 

10

10

 

11

11

 

12

12

Tekst geactualiseerd

13

13

 

14

14

 

15

Vervallen

Samengevoegd met handeling 14

16

Vervallen

Reeds in RIO verwijderd

17

17

 

18

18

 

19

19

 

20

20

 

21

21

 

22

22

 

23

23

 

24

24

 

25

25

 

26

26

 

27

27

 

28

28

 

29

29

 

30

30

 

31

31

 

32

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

33

33

 

34

34

 

35

35

 

36

36

 

37

37

 

38

38

 

39

39

 

40

40

 

41

41

 

42

42

 

43

43

 

44

Vervallen

Vervallen. Het archief van de staatscommissie Muntendam is reeds overgedragen aan het Nationaal Archief

45

45

 

46

46

 

47

47

 

48

48

 

49

49

 

50

50

 

51

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

52

52

 

53

Niet opgenomen

Behoort bij lijst Gezondheidsraad

54

Niet opgenomen

Behoort bij lijst Gezondheidsraad

55

55

 

56

56

 

57

57

 

58

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

59

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

60

60

 

61

61

 

62

62

 

63

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

64

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

65

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

66

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

67

67

 

68

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

69

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

70

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

71

71

 

72

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

73

73

 

74

74

 

75

75

 

76

76

 

77

77

 

78

78

 

79

79

 

80

80

 

81

81

 

82

82

 

83

83

 

84

84

 

85

85

Tekstuele wijziging: het woord weigeren is toegevoegd

86

 

Samengevoegd met handeling 85

87

87

 

88

88

 

89

89

 

90

90

 

91

91

 

92

92

 

93

93

 

94

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

95

95

 

96

96

 

97

97

 

98

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

99

99

 

100

100

 

101

101

 

102

102

 

103

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

104

104

 

105

105

 

106

106

 

107

107

 

108

108

 

109

109

 

110

Vervallen

Ministerie van VenW en Defensie liften niet mee

111

111

 

112

112

 

113

113

 

114

114

 

115

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

116

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

117

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

118

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

119

119

 

120

120

 

121

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

122

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

123

123

 

124

124

 

125

125

 

126

126

 

127

127

 

128

128

 

129

129

 

130

130

 

131

131

 

132

132

 

133

133

 

134

134

 

135

135

 

136

Niet opgenomen

Behoort bij lijst IGZ

137

137

 
 

138

Nieuwe handeling door toevoeging actor

 

139

Nieuwe handeling door toevoeging actor

 

140

Nieuwe handeling door toevoeging actor

 

141

Nieuwe handeling door toevoeging actor

 

142

Nieuwe handeling door toevoeging actor

 

143

Nieuwe handeling door toevoeging actor

 

144

Nieuwe handeling door toevoeging actor