Wet modernisering waterschapsbestel

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-11-2011 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 02-05-2009 t/m heden

Wet van 21 mei 2007 tot wijziging van de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de modernisering en vereenvoudiging van de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen (Wet modernisering waterschapsbestel)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bestuurlijke structuur en de financieringsstructuur van waterschappen te vereenvoudigen en daartoe de Waterschapswet en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IVa

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet, voor zover het betreft de verkiezingen van het waterschapsbestuur in de praktijk.

Artikel V

  • 1 De bij de inwerkingtreding van deze wet zitting hebbende leden van het algemeen bestuur treden af op donderdag 8 januari 2009.

  • 2 De toelating van plaatsvervangers in plaatsen welke openvallen in het algemeen bestuur vóór de in het eerste lid genoemde datum, geschiedt op de wijze als vóór de inwerkingtreding van deze wet was bepaald.

  • 3 De zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur wier zittingstermijn zou aflopen na inwerkingtreding van deze wet, doch vóór 8 januari 2009, wordt verlengd tot 8 januari 2009.

Artikel VI

De reglementen voor de waterschappen worden in overeenstemming gebracht met het bij of krachtens deze wet bepaalde vóór 1 april 2008.

Artikel VII

Ten aanzien van de leden van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur die hun functie bekleden op de datum van inwerkingtreding van deze wet, zijn tot hun aftreden artikel I, onderdelen F en O, niet van toepassing.

Artikel VIII

  • 2 Het algemeen bestuur van een waterschap kan besluiten de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste een jaar te verlengen.

Artikel IX

Afdelingen die zijn ingesteld op grond van artikel 52 van de Waterschapswet zoals dat luidde onmiddellijk voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van artikel I van deze wet, en waaraan voor deze datum bevoegdheden zijn overgedragen, kunnen deze bevoegdheden tot uiterlijk 8 januari 2009 blijven uitoefenen, of bij eerdere opheffing van de afdeling, tot de datum van opheffing.

Artikel X

  • 2 De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen, bedoeld in artikel 109 van de Waterschapswet, zoals dat luidt met ingang van de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel AB, voldoen met ingang van het begrotingsjaar 2009 aan de in of krachtens dit onderdeel gestelde eisen.

  • 3 Tot en met de jaarrekening over het jaar 2008 blijven de artikelen 105, 106 en 107 van de Waterschapswet, zoals die luidden onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van artikel I van deze wet, van toepassing op de vaststelling van de jaarrekening.

Artikel XI

Artikel XII

Ten aanzien van belastingen die betrekking hebben op belastingtijdvakken die zijn aangevangen vóór 1 januari 2009, en op belastbare feiten die zich voor dat tijdstip hebben voorgedaan, blijven hoofdstuk XVII van de Waterschapswet en hoofdstuk IV van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren van toepassing zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel AF, onderscheidenlijk artikel II van deze wet.

Artikel XIII

Ten aanzien van de behandeling van bezwaar of beroep dat voor de datum van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt onderscheidenlijk is ingesteld, blijft het recht zoals het gold vóór dat tijdstip van toepassing.

Artikel XIV

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 21 mei 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

,

J. C. Huizinga-Heringa

De Staatssecretaris van Financiën

,

J. C. de Jager

Uitgegeven de veertiende juni 2007

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin