Bijlage 1. Relevante bepalingen
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Artikel 4:2 Awb
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:
2. De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing
op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.
Artikel 4:3 Awb
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. De aanvrager kan weigeren gegevens en bescheiden te verschaffen voor zover het
belang daarvan voor de beslissing van het bestuursorgaan niet opweegt tegen het belang
van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, met inbegrip van de bescherming
van medische en psychologische onderzoeksresultaten, of tegen het belang van de bescherming
van bedrijfs- en fabricagegegevens.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op bij wettelijk voorschrift aangewezen gegevens
en bescheiden waarvan is bepaald dat deze dienen te worden overgelegd.
Artikel 4:4 Awb
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen, kan voor het indienen
van aanvragen en het verstrekken van gegevens een formulier vaststellen, voor zover
daarin niet is voorzien bij wettelijk voorschrift.
Artikel 4:13 Awb
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. Een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde
termijn of, bij het ontbreken van zulk een termijn, binnen een redelijke termijn na
ontvangst van de aanvraag.
2. De in het eerste lid bedoelde redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer
het bestuursorgaan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag geen beschikking
heeft gegeven, noch een kennisgeving als bedoeld in artikel 4:14, derde lid, heeft gedaan.
Artikel 4:14 Awb
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. Indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn
kan worden gegeven, deelt het bestuursorgaan dit aan de aanvrager mede en noemt het
daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden
gezien.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het bestuursorgaan na het verstrijken
van de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn niet langer bevoegd is.
3. Indien, bij het ontbreken van een bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn, een
beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, stelt het bestuursorgaan de
aanvrager daarvan in kennis en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen
de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Artikel 4:15 Awb
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag
waarop het bestuursorgaan krachtens artikel 4:5 de aanvrager uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is
aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Artikel 24c, eerste lid, boek 2 BW
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien
hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening
aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon
duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde
of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming
vermoed.
Artikel 377, zesde lid, boek 2 BW
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten
uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en
van over de omzet geheven belastingen.
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Artikel 55
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Instellingen die zendtijd hebben verkregen zijn met al hun activiteiten, behoudens
het bepaalde in de artikelen 26, 43a, 52 en 52b, niet dienstbaar aan het maken van winst door derden. Desgevraagd tonen zij dit ten
genoegen van het Commissariaat voor de Media aan.
Artikel 57
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. Alle activiteiten en werkzaamheden van een instelling die zendtijd heeft verkregen,
die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitoefening van
de taak, bedoeld in artikel 13c, eerste lid, worden aangemerkt als nevenactiviteiten, met uitzondering van de verenigingsactiviteiten
van een omroepvereniging.
2. Met het verrichten van een nevenactiviteit wordt gelijkgesteld het hebben van een
direct of indirect belang in een rechtspersoon die een dergelijke activiteit verricht.
Artikel 57a
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
1. Het is instellingen die zendtijd hebben verkregen, uitsluitend toegestaan nevenactiviteiten
te verrichten, indien:
-
a. het verrichten van de nevenactiviteit geen nadelige invloed heeft of kan hebben op
de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 13c, derde lid;
-
b. de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de taak, bedoeld in
artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 13c, derde lid; en
-
c. het verrichten van de nevenactiviteit niet leidt of kan leiden tot concurrentievervalsing
ten opzichte van andere aanbieders van dezelfde of vergelijkbare goederen of diensten.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aan het verrichten van nevenactiviteiten
als bedoeld in het eerste lid nadere eisen worden gesteld.
Artikel 57c
[Regeling vervallen per 01-05-2009]
Alle inkomsten van een instelling die zendtijd heeft verkregen, waaronder de inkomsten
uit nevenactiviteiten en vermogen, worden, voor zover bij of krachtens deze wet niet
anders is bepaald, aangewend voor de verzorging van het programma waarvoor zij zendtijd
heeft verkregen.