Beleidsregels nevenactiviteiten

[Regeling vervallen per 01-05-2009.]
Geraadpleegd op 01-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 01-01-2016.
Geldend van 01-07-2007 t/m 30-04-2009

Regeling van het Commissariaat voor de Media van 5 juni 2007 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke omroepen (beleidsregels nevenactiviteiten)

Het Commissariaat voor de Media,
Besluit:

Strekking van de regeling

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De Beleidsregels vastgesteld in deze regeling hebben betrekking op de wettelijke voorschriften die zijn opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Schadetoets

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Er is sprake van ‘nadelige invloed’, als bedoeld in artikel 57a, eerste lid, onder a, van de wet indien:

  • a. nevenactiviteiten direct of indirect worden bekostigd uit of anderszins ten laste komen van de publieke omroepmiddelen;

  • b. er bij een deelneming geen sprake is van een proportionele verhouding tussen de financiële middelen die door de publieke omroepen gezamenlijk worden ingebracht in het bedrijf waarin wordt deelgenomen en de netto omzet van dat bedrijf die door activiteiten ten behoeve van de hoofdtaak wordt gerealiseerd;

  • c. nevenactiviteiten anderszins schade toebrengen aan de hoofdtaak.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In afwijking van artikel 3, onder a, van deze regeling is er geen sprake van ‘nadelige invloed’ indien

  • a. een negatief resultaat van een nevenactiviteit, bij wijze van uitzondering, wordt gecompenseerd met de positieve financiële resultaten van één of meer andere nevenactiviteiten in het desbetreffende boekjaar; dan wel

  • b. aanloopverliezen bij de exploitatie van een nevenactiviteit gedurende een periode van maximaal drie jaar gesaldeerd worden met de positieve financiële resultaten van één of meer andere nevenactiviteiten, onder de voorwaarde dat de omroep bij nieuw te ondernemen nevenactiviteiten door middel van prognoses en een toelichting daarbij aannemelijk maakt dat deze activiteit binnen drie jaar kostendekkend is.

Relatietoets

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Een nevenactiviteit ‘houdt verband met’ of ‘staat ten dienste van’ de hoofdtaak indien zij:

    • a. een duidelijk herkenbare afgeleide verschijningsvorm van het programmaonderdeel is;

    • b. de betrokkenheid van kijkers of luisteraars bij het programma of de omroep vergroot; dan wel

    • c. de innovatie van het programma bevordert.

  • 2 De activiteit als bedoeld in het eerste lid, onder b en c, van dit artikel moet aantoonbaar inhoudelijk aansluiten bij het programma of de omroep.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Een nevenactiviteit staat, naast datgene bedoeld in artikel 5 van deze regeling, op andere wijze ten dienste van de hoofdtaak indien er sprake is van:

    • a. een deelneming: op voorwaarde dat minimaal 50% van de netto omzet van het bedrijf waarin wordt deelgenomen wordt gegenereerd door activiteiten ten behoeve van de hoofdtaak en maximaal 20% van de netto omzet van het bedrijf waarin wordt deelgenomen wordt gegenereerd door activiteiten ten behoeve van de programmering van commerciële omroepen;

    • b. verhuur van personeel of middelen: op voorwaarde dat dit personeel of deze middelen niet zijn verworven met het oogmerk om te verhuren en een beperkte omvang hebben.

  • 2 De activiteit als bedoeld in het eerste lid, onder a van dit artikel wordt uitsluitend geacht ten dienste te staan van de hoofdtaak indien het een deelneming betreft in een bedrijf dat een aantoonbare relatie heeft met omroepactiviteiten.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De omroepinstelling dient desgevraagd ten genoegen van het Commissariaat aan te tonen dat de nevenactiviteit verband houdt met, dan wel ten dienste staat van de hoofdtaak.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Bij de beoordeling of bij het in licentie geven van auteurs- of merkrechten wordt voldaan aan artikel 57a, eerste lid, onder b, van de wet, wordt het product of dienst van een derde met betrekking waartoe de omroep een merk of auteursrecht in licentie geeft, mede betrokken.

Concurrentievervalsingstoets

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit niet leidt of kan leiden tot concurrentievervalsing, als bedoeld in artikel 57a, eerste lid, aanhef en onder c van de wet, wordt in ieder geval betrokken:

    • a. de verkoopprijs van de nevenactiviteit;

    • b. de kostprijs van de nevenactiviteit;

    • c. de markt die met de nevenactiviteit wordt betreden;

    • d. het gebruik van marktgegevens ten behoeve van de nevenactiviteit waarover de omroepinstelling uit hoofde van haar taakstelling beschikt, waaronder het ledenbestand;

  • 2 Het Commissariaat kan, bij zijn oordeel over concurrentievervalsing, ook het gebruik van het imago van de omroep betrekken.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 2 Het Commissariaat baseert zich bij het bepalen van de relevante markt op de uitgangspunten en benadering van de NMa.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 In die gevallen dat het Commissariaat naar aanleiding van het in kaart brengen van de relevante markt constateert dat er geen sprake is van andere aanbieders van dezelfde of vergelijkbare goederen of diensten, wordt de concurrentievervalsingstoets niet verricht.

  • 2 In die gevallen waarin het Commissariaat van oordeel is dat de activiteit vanwege zijn aard en omvang een te gering belang vertegenwoordigt, wordt de concurrentievervalsingstoets niet voltrokken, tenzij derden bij het nalaten van deze toets daarom door middel van een handhavingsverzoek vragen.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het Commissariaat betrekt bij de beoordeling van concurrentievervalsing de NMa bij aangelegenheden van wederzijds belang.

Meldingsprocedure

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 2 Het Commissariaat zal in voorkomende gevallen vragenlijsten voorleggen aan betrokken partijen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De nevenactiviteit dient uiterlijk op het moment dat met het verrichten daarvan daadwerkelijk wordt begonnen te worden gemeld.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 De landelijke omroepinstellingen melden de door deze instellingen te verrichten nevenactiviteiten door tussenkomst van de Raad van Bestuur van Nederlandse Publieke Omroep.

  • 2 Het niet, niet tijdig of niet juist bij het Commissariaat melden van een nevenactiviteit door een landelijke omroepinstelling blijft altijd voor rekening en risico van de desbetreffende omroepinstelling.

Register

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het Commissariaat houdt een register nevenactiviteiten bij waarin elke aangemelde nevenactiviteit wordt opgenomen op het moment dat met het verrichten daarvan daadwerkelijk wordt begonnen.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

In het register wordt vermeld de betrokken omroep, een korte omschrijving van de nevenactiviteit, de ingangsdatum, de duur van de activiteit en het besluit van het Commissariaat.

Slotbepaling

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2007.

  • 2 Hoofdstuk 2 van de Richtlijn Neven- en verenigingsactiviteiten publieke omroep 1999 wordt gelijktijdig ingetrokken.

  • 3 Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels nevenactiviteiten.

  • 4 Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).

Bijlage 1. Relevante bepalingen

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

A. Algemene wet bestuursrecht

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 4:2 Awb

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. De aanvraag wordt ondertekend en bevat ten minste:

  • a. de naam en het adres van de aanvrager;

  • b. de dagtekening;

  • c. een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

2. De aanvrager verschaft voorts de gegevens en bescheiden die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

Artikel 4:3 Awb

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. De aanvrager kan weigeren gegevens en bescheiden te verschaffen voor zover het belang daarvan voor de beslissing van het bestuursorgaan niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, met inbegrip van de bescherming van medische en psychologische onderzoeksresultaten, of tegen het belang van de bescherming van bedrijfs- en fabricagegegevens.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op bij wettelijk voorschrift aangewezen gegevens en bescheiden waarvan is bepaald dat deze dienen te worden overgelegd.

Artikel 4:4 Awb

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Het bestuursorgaan dat bevoegd is op de aanvraag te beslissen, kan voor het indienen van aanvragen en het verstrekken van gegevens een formulier vaststellen, voor zover daarin niet is voorzien bij wettelijk voorschrift.

Artikel 4:13 Awb

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. Een beschikking dient te worden gegeven binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn of, bij het ontbreken van zulk een termijn, binnen een redelijke termijn na ontvangst van de aanvraag.

2. De in het eerste lid bedoelde redelijke termijn is in ieder geval verstreken wanneer het bestuursorgaan binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag geen beschikking heeft gegeven, noch een kennisgeving als bedoeld in artikel 4:14, derde lid, heeft gedaan.

Artikel 4:14 Awb

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. Indien een beschikking niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden gegeven, deelt het bestuursorgaan dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het bestuursorgaan na het verstrijken van de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn niet langer bevoegd is.

3. Indien, bij het ontbreken van een bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn, een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, stelt het bestuursorgaan de aanvrager daarvan in kennis en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 4:15 Awb

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

De termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort met ingang van de dag waarop het bestuursorgaan krachtens artikel 4:5 de aanvrager uitnodigt de aanvraag aan te vullen, tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken.

B. Burgerlijk Wetboek

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 24c, eerste lid, boek 2 BW

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed.

Artikel 377, zesde lid, boek 2 BW

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen.

C. Mediawet

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Artikel 55

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Instellingen die zendtijd hebben verkregen zijn met al hun activiteiten, behoudens het bepaalde in de artikelen 26, 43a, 52 en 52b, niet dienstbaar aan het maken van winst door derden. Desgevraagd tonen zij dit ten genoegen van het Commissariaat voor de Media aan.

Artikel 57

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. Alle activiteiten en werkzaamheden van een instelling die zendtijd heeft verkregen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitoefening van de taak, bedoeld in artikel 13c, eerste lid, worden aangemerkt als nevenactiviteiten, met uitzondering van de verenigingsactiviteiten van een omroepvereniging.

2. Met het verrichten van een nevenactiviteit wordt gelijkgesteld het hebben van een direct of indirect belang in een rechtspersoon die een dergelijke activiteit verricht.

Artikel 57a

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

1. Het is instellingen die zendtijd hebben verkregen, uitsluitend toegestaan nevenactiviteiten te verrichten, indien:

  • a. het verrichten van de nevenactiviteit geen nadelige invloed heeft of kan hebben op de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 13c, derde lid;

  • b. de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de taak, bedoeld in artikel 13c, met uitzondering van de activiteiten, bedoeld in artikel 13c, derde lid; en

  • c. het verrichten van de nevenactiviteit niet leidt of kan leiden tot concurrentievervalsing ten opzichte van andere aanbieders van dezelfde of vergelijkbare goederen of diensten.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aan het verrichten van nevenactiviteiten als bedoeld in het eerste lid nadere eisen worden gesteld.

Artikel 57c

[Regeling vervallen per 01-05-2009]

Alle inkomsten van een instelling die zendtijd heeft verkregen, waaronder de inkomsten uit nevenactiviteiten en vermogen, worden, voor zover bij of krachtens deze wet niet anders is bepaald, aangewend voor de verzorging van het programma waarvoor zij zendtijd heeft verkregen.