drs. Ronald Groeneweg, mr. Peter Brand, Digital display
Marianne Bax, Widoer Djelantik & Werner van Lonkhuijzen, Staatsbosbeheer.
2 Staatsbosbeheer in context
Deze selectielijst is een selectielijst voor de organisatie Staatsbosbeheer sinds
de verzelfstandiging in 1998. Dat neemt niet weg dat Staatsbosbeheer in het verleden
selectielijsten hanteerde die waren opgesteld op basis van de rol van de organisatie
op bepaalde beleidsterreinen, met name natuur- en landschapsbeheer in Nederland en
openluchtrecreatie. Ook na 1998 bleef Staatsbosbeheer actief op die terreinen.
2.1 Openluchtrecreatie
De overheid is vanaf de jaren dertig actief op het beleidsterrein openluchtrecreatie.
In de crisisjaren wilde zij de vele werkelozen een nuttige tijdsbesteding bieden,
met een educatief doel. De Minister van Sociale Zaken had openluchtrecreatie in zijn
portefeuille.
Na de oorlog raakt vrijetijdsbesteding helemaal los van werkgelegenheidsbeleid. De
eerste jaren zijn het vooral belangenorganisaties en particulieren die initiatieven
op het gebied van openluchtrecreatie tonen.
Aan het eind van de jaren vijftig wordt op het Ministerie van Onderwijs, Kunst en
Wetenschappen (OKW) het bureau Openluchtrecreatie opgericht. De overheid gaat recreatie
actief stimuleren. Al gauw blijkt dat voor recreatie ruimte nodig is. Het beheer van
de ruimte ligt bij de lagere overheden, het rijk gaat een coördinerende rol spelen.
In de jaren zestig en zeventig wordt het ‘beleidsinstrumentarium’ van de overheid
op het gebied van de openluchtrecreatie steeds uitgebreider. Begrippen als ‘recreatief
medegebruik’ (de openstelling van natuurgebieden en militaire oefenterreinen voor
recreatie) en ‘voorlichting en educatie’ (om de betrokkenheid van de burger bij het
beleid te vergroten) doen hun intrede.
Openluchtrecreatie valt ook gedurende de jaren zeventig onder cultuur en is ondergebracht
bij het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk (CRM, de opvolger
van OKW). Daar komt in 1972 de afdeling Natuurbehoud en Openluchtrecreatie (NBOR)
tot stand. Sindsdien zijn de twee beleidsterreinen nauw verbonden.
NBOR verhuist in 1982 naar het Ministerie van Landbouw. Twee jaar later komt de Minister
van Landbouw met het Structuurschema Openluchtrecreatie. Belangrijke doelstelling
van het beleid wordt het verminderen van de spanning tussen vraag en aanbod van Openluchtrecreatie.
Met andere woorden: de afstand tussen de woonplaats van de recreanten en de natuur
waar de recreatie plaatsvindt, moet worden verkleind.
Pas in de jaren negentig, met de verschijning van de nota Kiezen voor recreatie 1992–2010,
laat de overheid dat streven los: zij is er intussen achter dat vooral in de Randstad
de belangen van recreatie het niet kunnen winnen van die van wonen, economie en vervoer.
De verantwoordelijkheid voor de openluchtrecreatie wordt weer zoveel mogelijk gedecentraliseerd.
Wel zijn in de nota vier beleidsthema’s voor de jaren negentig en nul geformuleerd.
Bij een van die thema’s, recreatie in natuur en landschap, speelt Staatsbosbeheer
een belangrijke rol.
2.2 Natuur- en landschapsbeheer
De activiteiten van de overheid op het beleidsterrein Natuur- en landschapsbeheer
zijn gericht op het beschermen, instandhouden en ontwikkelen van cultuurhistorische
en anderszins waardevolle landschappen.
De eerste aanzetten tot natuurbescherming komen rond 1900 uit de particuliere hoek.
In 1905 ziet de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland het licht.
Het eerste ‘Natuurmonument’ is het Naardermeer. Een paar jaar later besluit ook Staatsbosbeheer
(opgericht 1899) enkele van zijn gebieden te promoveren tot ‘natuurmonument’. In 1908
wijst de directeur van Staatsbosbeheer de meest unieke terreinen aan als staatsmonument.
De overheid stelt vroeg in de twintigste eeuw wetten vast die de bedoeling hadden
‘natuurlijke waarden’ te behouden, maar die wetten zijn toch vooral gericht op de
belangen van land- en bosbouw.
Pas in 1928 komt er een ‘belangeloze’ wet, de Natuurschoonwet, die eigenaren van landgoederen belastingvoordelen schenkt als zij hun eigendommen
naar behoren onderhouden. De overheid kondigt tegelijkertijd een Natuurbeschermingswet aan, maar die zal nog bijna een halve eeuw op zich laten wachten.
Ook na de Tweede Wereldoorlog is de belangrijkste activiteit van de overheid op het
beleidsterrein de aankoop en het beheer van waardevolle gebieden. Staatsbosbeheer
krijgt steeds meer terrein onder zijn hoede.
In 1968 wordt eindelijk de Natuurbeschermingswet van kracht. Die wet beschermt zowel waardevolle terreinen als inheemse plant- en
diersoorten. Een jaar later stelt het Rijksaankoopplan de aanschaf van honderdtienduizend
hectare natuurgebied in het vooruitzicht, voor een groot deel te beheren door Staatsbosbeheer.
In de jaren zeventig en tachtig dringt in Nederland het besef door dat natuur- en
landschapsbeheer veel te maken heeft met verbetering van het milieu. De afdeling Natuurbehoud
en Openluchtrecreatie verhuisde in 1982 naar het Ministerie van Landbouw. In 1990
verschijnt het Natuurbeleidsplan waarin de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) wordt
geïntroduceerd, ‘een samenhangend netwerk van kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden
en verbindingszones.’ De EHS moet de natuur levend houden in een bedrijvig en geïndustrialiseerd
land.
In 1998 wordt de Natuurbeschermingswet vervangen door twee nieuwe wetten: de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en Faunawet. In hetzelfde jaar wordt ook Staatsbosbeheer, dat altijd een belangrijke rol speelde
bij de uitvoering van het beleid op het beleidsterrein Natuur- en landschapsbeheer,
zelfstandig.
2.3 Geschiedenis van Staatsbosbeheer
2.3.1 Staatsbosbeheer als dienst van LNV
Staatsbosbeheer is in 1899 opgericht om de Nederlandse staatsbossen te beheren en
nieuwe bossen aan te leggen. De ontginning van ‘woeste grond’ stond hoog op de politieke
agenda. Staatsbosbeheer werd verantwoordelijk voor bosbouw op grond die niet geschikt
was voor landbouw. Er was een grote vraag naar hout en Nederland was ernstig ontbost.
Bosbouw beloofde een goede investering te zijn, die bovendien de verstuivingen van
zandgronden zou inperken.
In de eerste dertig jaar van zijn bestaan bracht Staatsbosbeheer het bos in Nederland
weer op peil. In samenwerking met de Nederlandse Heidemaatschappij legde Staatsbosbeheer
productiebossen aan in monocultuur, ook als werkverschaffingsproject in de crisistijdtijd.
Na de tweede wereldoorlog herstelde Staatsbosbeheer de schade die door houtroof voor
de Duitse oorlogsindustrie en door oorlogshandelingen was ontstaan.
In de jaren zestig daalde de vraag naar hout en kon Nederland niet meer concurreren
met houtproducenten in het buitenland. Veranderingen in het denken over natuur en
milieu leidden tot groeiende kritiek op productiebossen. Aan het begin van de jaren
1970 maakte ernstige stormschade bovendien duidelijk hoe kwetsbaar grote percelen
bos in monocultuur zijn. Staatsbosbeheer richt zich sindsdien op de ontwikkeling van
natuurlijk, gemengd bos met bomen van verschillende leeftijden. Dergelijke bossen
zijn gezondere ecosystemen, die aan verschillende behoeften voldoen. Ze bieden recreatiemogelijkheden,
zuiveren de lucht, hebben landschappelijke waarde en zijn een natuurlijke woonomgeving
voor talrijke soorten planten en dieren.
In de loop van de twintigste eeuw is het takenpakket van Staatsbosbeheer uitgebreid.
In 1928 werd natuurbescherming officieel een tweede taak van Staatsbosbeheer. Ook
buiten de eigen terreinen beschermde Staatsbosbeheer natuurgebieden en adviseerde
lokale overheden, natuurverenigingen en particulieren over natuurbehoud. Bosbeheer
en natuurbescherming groeiden naar elkaar toe en zijn sinds de jaren 1980 geïntegreerd
in ‘terreinbeheer’.
In die tijd veranderde ook het denken over natuurbeheer in Nederland. Het defensieve
beschermen en behouden van natuur maakte plaats voor een offensiever aanpak: natuurherstel
en natuurontwikkeling.
Vanaf de jaren 1950 steeg de welvaart en groeide de recreatie explosief. Recreatieve
voorzieningen treffen en de groeiende stromen bezoekers in goede banen leiden werd
de vierde belangrijke taak van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer adviseert daarin ook
natuurbeschermingsorganisaties, gemeenten, provincies en particuliere eigenaren van
bos en natuur. Waar nodig beschermt Staatsbosbeheer de natuur tegen (te veel) mensen.
Maar het uitgangspunt is dat de terreinen voor alle Nederlanders zijn en zo veel mogelijk
worden opengesteld. Alleen zo ontstaat draagvlak voor natuurbeheer en -ontwikkeling
en bewustzijn van de waarden van natuur en landschap.
Naarmate het onderscheid tussen bos, natuur en landschap in de loop van de twintigste
eeuw vervaagde, zijn de vier oorspronkelijke hoofdtaken van Staatsbosbeheer steeds
meer geïntegreerd. Inspelend op de maatschappelijke actualiteit heeft Staatsbosbeheer
zijn decennialange ervaring ingezet voor beheer en ontwikkeling van multifunctionele
natuur. Een gevarieerd gebruik van ruimte heeft een veelzijdig beheer noodzakelijk
gemaakt.
Begonnen als staatsbosbouwer heeft de ‘rijksdienst’ zich ontwikkeld tot een zelfstandige,
publieke organisatie voor integraal natuurbeheer en -ontwikkeling.
2.3.2 Verzelfstandiging
Aan de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer in 1998 ging een lange geschiedenis vooraf.
Al in 1982 liet het kabinet de mogelijkheden van privatisering van het bosbeheer in
Nederland onderzoeken. Verzelfstandiging van Staatsbosbeheer werd toen genoemd als
een van de mogelijkheden. In 1988 splitste het kabinet de Dienst Staatsbosbeheer in
een Directie Bos- en Landschapsbouw (later onderdeel van de Directie Natuur) en een
Directie Staatsbosbeheer. Vijf jaar later, in 1993, gaf de ambtelijke subcommissie
‘Verzelfstandigingen voor de Rijksdienst’ de Minister van LNV het advies Staatsbosbeheer
te verzelfstandigen. Dat was geheel in lijn met het voornemen van de toenmalige regering
om Ministeries zich zoveel mogelijk te laten richten op de kerntaken, namelijk het
vormen van beleid.
Vanaf 1993 werd gewerkt aan de Wet Verzelfstandiging Staatsbosbeheer. Uitgangspunt was dat Staatsbosbeheer een overheidsorganisatie zou blijven, zodat
het publieke belang gewaarborgd zou blijven en Staatsbosbeheer een openbare voorziening
voor alle Nederlanders bleef.
Daarnaast wilde de regering met de verzelfstandiging een betere dienstverlening tegen
lagere kosten voor de rijksoverheid realiseren. Staatsbosbeheer zou, als extern verzelfstandigd
overheidsbedrijf, de markt op mogen en producten en diensten aanbieden die pasten
binnen zijn taakstelling.
Ook streefde de regering naar zogenaamde ‘vermaatschappelijking’: Staatsbosbeheer
zou als zelfstandige organisatie een eigen identiteit kunnen ontwikkelen en inspelen
op de wensen van de burgers. Dat betekent bijvoorbeeld dat Staatsbosbeheer ernaar
moet streven zoveel mogelijk burgers kennis te laten maken met en plezier te laten
beleven aan het nationale groene erfgoed. Ook ontstaat, door rekening te houden met
de burgers, automatisch een groter draagvlak voor het natuurbeleid in Nederland, waarvan
Staatsbosbeheer een van de belangrijkste vertegenwoordigers is.
Sinds de verzelfstandiging maakt Staatsbosbeheer jaarlijks afspraken met het Ministerie
van LNV over beheer, budget en doelstellingen (over wat er moet worden gerealiseerd
en tegen welke prijs). Dit wordt vastgelegd in een contract, waarover Staatsbosbeheer
aan het eind van het jaar verantwoording aflegt. De Minister van LNV blijft politiek
verantwoordelijk voor de aan Staatsbosbeheer opgedragen taken, doch slechts op hoofdlijnen
voor de wijze waarop Staatsbeheer het beheer uitvoert. Daarnaast is er een Raad van
Toezicht, die toezicht houdt op de werkzaamheden van de directeur.
2.3.3 Opdrachtgeverschap LNV en prestatiecontract
Staatsbosbeheer werkt voor een groot deel (in 2005 is dat 60% van de financiering)
als uitvoerder van een contract met het Ministerie van LNV. Het contract wordt jaarlijks
gesloten op basis van een langer (5 jaar) geldend basisdocument en jaarlijks geëvalueerd
en aangepast. Het contract vertegenwoordigt de ‘horizontale component’ van de relatie
tussen Staatsbosbeheer en de Minister van LNV: de Minister is opdrachtgever van Staatsbosbeheer.
Het contract beschrijft de prestaties die Staatsbosbeheer zal leveren op de gebieden
natuur, bos, landschap, recreatie, vermarkten en educatie én de bijdrage van LNV aan
Staatsbosbeheer daarvoor. Één keer per vijf jaar berekent Staatsbosbeheer, in samenspraak
met het departement, de normkosten voor alle doeltypesVoorbeelden: stuivend duin,
broekbos op zuur veen, dennenbos op kalkarm duin etc., welke jaarlijks worden aangepast
aan het loon- en prijsindexcijfer voor de rijksoverheid.
In het contract wordt niet alleen afgesproken welke natuurdoelen Staatsbosbeheer tegen
welk tarief gaat beheren, maar zijn voor de organisatie ook taken op het gebied van
‘vermaatschappelijking’ opgenomen. Staatsbosbeheer moet een organisatie met een goed
imago en een breed draagvlak in de maatschappij worden.
Naast deze horizontale component kent de relatie tussen Staatsbosbeheer en de Minister
van LNV ook een verticale component: de Minister van LNV is eigenaar/enige aandeelhouder
van Staatsbosbeheer. Beide relaties tussen Staatsbosbeheer en Minister van LNV zijn
formeel geregeld in de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en uitgewerkt in het Aansturingsprotocol Staatsbosbeheer.
In de praktijk hebben de Minister van LNV en Staatsbosbeheer twee cycli van opdrachtverstrekking,
uitvoering en verantwoording:
-
1. Een langjarige cyclus (vijf jaar): vastgelegd in een basisdocument, waarin beschreven
staat de hoeveelheid en de kwaliteit werk die Staatsbosbeheer gaat leveren. Het gaat
om de producten natuur, bos, landschap, recreatie, vermarkten en educatie.
De vergoeding die Staatsbosbeheer ontvangt voor het werk (hoeveelheid en kwaliteit)
wordt bepaald door het document normkosten.
Jaarlijks vraagt de Minister van LNV formeel een offerte aan en stuurt Staatsbosbeheer
een offerte. Deze offerte gaat vergezeld van verschillende formele documenten. Het
grootste deel van de jaarlijkse offerte gaat over terreinbeheerstaken. Daarnaast worden
afspraken gemaakt over de beleidsondersteuning die Staatsbosbeheer aan LNV biedt.
Verder worden afspraken gemaakt over prestaties op het terrein van voorlichting, educatie
en vermaatschappelijking en overige producten, zoals landschapsherstelplannen.
-
2. Specifieke afspraken tussen LNV, Staatsbosbeheer en boeren.
-
3. LNV stuurt een goedkeuringsbrief, te beschouwen als jaarcontract, die formeel wordt
bevestigd op de derde dinsdag van september.
In een speerpuntenbrief (kaderbrief) deelt Staatsbosbeheer voorts het geld toe aan
de regio’s, het hoofdkantoor en Dienstverlening. Aan het eind van ieder jaar vindt
nacalculatie plaats, gevolgd door evaluatie van de verschillen tussen begroot en werkelijk.
Staatsbosbeheer legt verantwoording af in twee rapportages: 1) rapportage doelrealisatie
(= jaarverslag van de horizontale relatie en 2) jaarrekening en jaarverslag (= jaarverslag
van de verticale relatie).
Daarnaast zijn er overlegvormen:
-
– Periodiek overleg tussen Minister van LNV, Raad van Toezicht en directeur Staatsbosbeheer.
-
– Periodiek overleg tussen Bestuursraad LNV en directeur Staatsbosbeheer.
-
– Aansturingoverleg LNV-Staatsbosbeheer, waaraan het middenkader van LNV en Staatsbosbeheer
deelnemen (ongeveer zes keer per jaar).
2.4 Missie en doelstellingen
2.4.1 Missie
De missie van Staatsbosbeheer is het leveren van een fundamentele bijdrage aan een
duurzame relatie tussen mens en natuur, waarbij duurzaam betekent, een zodanige inrichting
en beheer van de natuurgebieden, dat niet alleen de doelen van vandaag gerealiseerd
worden, maar dat ook toekomstige generaties keuzes kunnen blijven maken.
Staatsbosbeheer is de grootste natuurbeheerder van Nederland. De organisatie beheert
niet alleen bossen, maar ook duinen, heidegebieden, uiterwaarden en moerasgebieden.
Tot de kerntaken van Staatsbosbeheer hoort ook de zorg voor verschillende cultuurhistorische
elementen als forten en landgoederen
2.4.2 Doelstellingen
De doelstellingen van Staatsbosbeheer zijn:
-
– Het beheren van de eigen gebieden: het instandhouden, herstellen en ontwikkelen van
bos-, natuur-, landschaps- en cultuurhistorische waarden in de gebieden van Staatsbosbeheer.
Het natuurbeheer richt zich op het beheren van ecosystemen. Staatsbosbeheer wil een
zo groot mogelijke verscheidenheid van Nederlandse ecosystemen en landschappen
-
– instandhouden en laten zien. Het beheer van gebieden is zorgvuldig afgestemd op eigenschappen
en eisen van elk afzonderlijk gebied. Naast het beheer van een compleet ecosysteem
zijn het behoud van soorten, biodiversiteit, duurzaamheid en de – al dan niet cultuurhistorische
– identiteit van het landschap de belangrijkste pijlers in het beheer.
-
– Het bevorderen van recreatie in de gebieden van Staatsbosbeheer.
-
– Staatsbosbeheer beschouwt recreatie en natuur als evenwaardig. Bijna alle natuurgebieden
van Staatsbosbeheer staan open voor recreatie. Alleen als in een gebied kwetsbare
planten groeien of voor verstoring gevoelige vogels of ander dieren leven, zijn beperkende
maatregelen noodzakelijk. Recreatie is bij uitstek geschikt om maatschappelijk draagvlak
te ontwikkelen voor natuur, landschap en het beheer daarvan.
-
– Het leveren van een bijdrage aan de productie van milieuvriendelijke en vernieuwbare
grondstoffen, zoals hout. Zo’n 7% van de Nederlandse houtbehoefte wordt uit Nederlandse
bossen gedekt. Staatsbosbeheer levert daarvan ongeveer eenderde deel (300.000 m3 hout). Oogsten gebeurt door in een bos selectief bomen te kappen (dunnen).
-
– Staatsbosbeheer zorgt er tevens voor dat het bos gezond blijft en dat het totale areaal
bos gelijk blijft.
2.5 Organisatiestructuur
In hoofdlijnen is de organisatie van Staatsbosbeheer in te delen in drie onderdelen:
de centrale afdelingen, Dienstverlening, en de regio’s. De taken van elk onderdeel
worden kort toegelicht in het organisatieschema. Sinds 2005 kent Staatsbosbeheer een
nieuwe structuur. Het organisatieschema is als volgt:
Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is vergelijkbaar met een Raad van Commissarissen en heeft tot
taak toezicht te houden op de directeur Staatsbosbeheer en deze met raad en daad terzijde
te staan.
Directie Staatsbosbeheer
De algehele leiding van Staatsbosbeheer berust bij de directie die bestaat uit een
algemeen directeur en een adjunct algemeen directeur.
Raad van Advies
Deze raad is in 1999 ingesteld door de Raad van Toezicht. De raad denkt op landelijk
niveau mee en adviseert de directie over de wijze waarop Staatsbosbeheer meer kan
aansluiten bij de wensen en inzichten van gebruikers van natuurgebieden.
Concernstaf
De Concernstaf is verantwoordelijk voor beleidsmatige en coördinerende taken m.b.t.
de bedrijfsprocessen sturing, belangenbehartiging, innovatie, vermarkten, productie,
informatievoorziening, relatie- en contactenbeheer, vastgoed- en bedrijfsmiddelenbeheer,
personeels- en financieel beheer. Aan het hoofd van de Concernstaf staat de Directeur
Concernstaf.
De Concernstaf bestaat uit een Bureau strategie en beleid en vier clusters.
-
– Het Bureau strategie en beleid is verantwoordelijk voor het coördineren van het opstellen van de visie, de strategie
en het ondernemingsplan van Staatsbosbeheer en voor de interne agendering van strategische
vraagstukken en standpuntvorming. Ook het onderhouden van de relatie met de Minister
van LNV is een van de belangrijkste taken van het Bureau.
-
– Het Cluster Ontwikkeling & Beheer zorgt voor advies aan de directie, standpuntvoorbereiding, het uitvoeren van organisatiebrede
analyses, kennisuitwisseling, innovatie en het adviseren van de regio’s.
-
– Het Cluster Communicatie en Marketing is verantwoordelijk voor het verzorgen van de externe communicatie en de marketing.
Ook verzorgt het cluster het secretariaat van de Raad van Advies.
-
– Het Cluster Bedrijfsvoering verzorgt de bedrijfs- en salarisadministratie, het facilitair management, de documentaire
informatievoorziening, de taken op het gebied van personeel en organisatie, juridische
zaken en andere ondersteunende taken.
-
– Het Cluster ICT verzorgt het beheer en de ontwikkeling van ICT-producten en diensten binnen Staatsbosbeheer.
Concerncontrol & Audit
De organisatie van de concerncontrol & audit bestaat uit de concerncontroller en regiocontrollers.
De concerncontroller is een vrijgestelde adviseur van de directie die op strategisch
niveau over inhoud, middelen en processen adviseert. Hij/zij is verantwoordelijk voor
de ontwikkeling van de audit & controlfunctie. Op centraal niveau functioneert onder
de directeur Concernstaf een team voor alle operationele planning en controltaken.
De concerncontroller wordt door de directeur gemandateerd als secretaris van de Raad
van Toezicht, geeft leiding aan de (operational) auditors en is voorzitter van het
landelijk controloverleg.
De regiocontroller is cruciaal voor het verder versterken van het zelfstandig en bedrijfsmatig
functioneren van de regiodirecties. De controller valt hiërarchisch direct onder de
regiodirecteur en adviseert het management op het gebied van planning, rapportages,
de inrichting van de administratieve organisatie en werking ervan.
Tevens voert de regiocontroller analyses uit, en kwaliteitsborging op het vlak van
bedrijfsvoering en uitvoering van het primaire proces. De regiocontrollers worden
functioneel aangestuurd en gecoördineerd door de concerncontroller.
Staatsbosbeheer Dienstverlening
Staatsbosbeheer Dienstverlening is een zelfstandige bedrijfseenheid binnen Staatsbosbeheer die zich direct richt
op de zakelijke en consumentenmarkt. Dienstverlening bestaat uit drie productgroepen:
-
– Productgroep hout: voor de verkoop van hout uit de bossen van Staatsbosbeheer;
-
– Productgroep Buitenleven: verantwoordelijk voor de inrichting en de verhuur van de
vakantiehuisjes (o.a. voormalige boswachterwoningen en boerderijen);
-
– Productgroep Bronnen voor de natuur: voor de levering van hoogwaardig plantmateriaal
aan overheden en bedrijven.
Regio’s
De vier regio’s van Staatsbosbeheer zijn primair verantwoordelijk voor het beheer
van de terreinen in de regio. Leidend daarbij zijn de afspraken met de Minister van
LNV. Over de uitvoering van deze afspraken leggen de regio’s verantwoording af aan
de Concernstaf.
De regio’s zijn:
-
1. Noord (de provincies Friesland, Groningen en Drenthe)
-
2. Oost (de provincies Flevoland, Overijssel en Gelderland)
-
3. West (de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht)
-
4. Zuid (de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg
5 Selectielijst van Staatsbosbeheer
5.1 Sturing
Sturing omvat alle activiteiten gericht op het geven van richting aan Staatsbosbeheer,
zoals het ontwikkelen van de organisatiestructuur en het bedrijfsmodel, het opstellen
en evalueren van organisatiebeleid en -strategie, het opstellen van procedures en
het inrichten van de organisatie om de taken en missie te kunnen uitvoeren.
1
Handeling: Het ontwikkelen van de organisatie van Staatsbosbeheer.
Periode: 1998–
Product: Inrichtings- en formatieplannen, nota’s, organisatie- en reorganisatierapporten.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Hier het ontwikkelen van de organisatie en ook de reorganisatie van de
concernstaf en regionale organisatie van Staatsbosbeheer.
Hier ook: Beleid, plan van aanpak, regels en procedures voor de interne bedrijfsvoering.
Zoals regels en procedures op het gebied van ondersteunende activiteiten, waaronder
personeelszaken, facilitaire zaken, financiën, inkoop, ICT en documentaire informatievoorziening
binnen Staatsbosbeheer.
Waardering: B
V10: plan van aanpak, regels en procedures voor de interne bedrijfsvoering. Dit alleen
indien deze vervangen kunnen worden door nieuwe vastgestelde regels en procedures.
Criterium: 4
2
Handeling: Het voorbereiden, plannen, (mede)vaststellen, coördineren, verantwoorden
en evalueren van beleid.
Periode: 1998–
Product: Beleidsnotities, beleidsvoorstellen, verslagen en rapportages.
Grondslag: Memorie van Toelichting op de verzelfstandiging van Staatsbosbeheer, Tweede-kamerstuk
24 622-3, vergaderjaar 1995-1996, p. 5.
Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 17, 19–22
Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Beleid inzake het bestaansrecht van Staatsbosbeheer, namelijk natuur- en
landschapsbeheer en -ontwikkeling. Hieronder hoort ook: Het initiëren, begeleiden
en evalueren van nationale en internationale projecten, voorlichtings- en communicatiebeleid.
Sluiten van een prestatiecontract met de Minister van LNV. Jaarverslag, jaarplan,
normkosten, de SBB-offerte voor LNV, kaderbrief.
Plannen en verslagen van kortere periodes dan een jaar, waaronder maandverslagen en
kwartaalrapportages, intern beleidsoverleg (raad van toezicht, raad van advies, directie-
en managementoverleg, directie met ondernemingsraad – onderdeelcommissie) worden na
10 jaar vernietigd. Dit alleen bij aanwezigheid van het jaarplan en jaarverslag!
Waardering: B
V10: planningen en verslagen korter dan 1 jaar. Alleen indien jaarplan en verslag
aanwezig.
Criterium: 1–3, 5
3
Handeling: Het leveren van bijdragen aan beleid van derden.
Periode: 1998–
Product: Verslagen, adviezen
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 3.
Opmerking: Bijdragen aan beleidsvorming natuur- en landschapsbeheer, waarvoor Staatsbosbeheer
geen primaire verantwoordelijkheid of secretariaatsfunctie heeft. Hieronder vallen
onder meer:
– Het deelnemen aan nationale en internationale projecten.
– Leveren bijdrage implementatie internationale richtlijnen en verdragen (bijvoorbeeld
de EU Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn).
– Leveren bijdrage aan LNV m.b.t. uitvoering van internationale projecten (bijvoorbeeld
PIN-Matra Projecten).
– Leveren van bijdrage aan internationale uitwisseling van kennis en ervaring.
– Deelnemen aan bijeenkomsten van het FAO-Joint Committee.
SBB geeft hierbij alleen een bijdrage aan handelingen die primair door anderen worden
verricht.
Waardering: V 10
4
Handeling: Het voeren van werkoverleg.
Periode: 1998–
Product: Verslagen werkoverleg.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Het voeren van intern overleg t.b.v. de operationele sturing. Het gaat
hier niet om beleidsoverleg, maar om overleg over operationele zaken en bedrijfsvoering
(werkoverleg).
Waardering: V5
5.2 Belangenbehartiging
Belangenbehartiging omvat alle activiteiten gericht op het beïnvloeden van de besluitvorming
van de overheid op het vlak van natuur- en cultuurbeheer en recreatie, het positioneren
van Staatsbosbeheer in de samenleving en het geven van voorlichting over beleid en
werkzaamheden van Staatsbosbeheer.
5
Handeling: Het uitvoeren van het voorlichtings- en communicatiebeleid.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, persberichten en eindproducten, zoals: voorlichtingsplannen,
publicaties, tijdschriften, folders, brochures, posters, websites.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Hieronder vallen zowel interne als externe communicatie en voorlichting,
zoals:
– Onverwacht Nederland (maandelijks blad voor leden)
– Intranet en internet.
– Ontwikkelen van een communicatiestrategie voor inhoudelijke doelen en producten.
– Verzorgen van de interne nieuwsvoorziening van Staatsbosbeheer (stamblad en intranet).
– Onderhouden en bewaken van de huisstijl.
– Werkzaamheden van SBB door o.a. het landelijke informatiecentrum voor publiek (Landelijk
Publiek Servicepunt).
Waardering: V 10
B: één exemplaar eindproduct.
27
Handeling: Het adviseren van en het beantwoorden van vragen van burgers en bedrijven
.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie.
Bron: -
Opmerking: Hieronder ook klachten van burgers, bedrijven, instellingen e.a. organisaties
over de werkzaamheden van Staatsbosbeheer.
Waardering: V 5
B: vragen /klachten die leiden tot beleidswijzigingen.
28
Handeling: Het voeren van overleg met derden over de planning en uitvoering van natuur-
en landschapsbeheer.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, verslagen.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Het gaat hier onder meer om overleg met overheden, belangenorganisaties
en koepelorganisaties, waaronder:
– Overleg met Ministeries als VROM (ruimtelijke ordening en milieu)
– LNV (Landbouw en Natuurbeheer).
– Verkeer en Waterstaat (infrastructuur en water)
– OCW (cultureel erfgoed)
– Overleg Nationale Parken
Overleg hier breed te zien, dus ook gebruik maken van inspraakmogelijkheden en het
reageren op plannen.
Waardering: B
Criterium: 5
5.3 Innovatie
Innovatie omvat alle activiteiten gericht op het kennen van wetenschappelijke en technische
ontwikkelingen op het vlak van natuur- en cultuurbeheer en recreatie alsmede het verbeteren
of ontwikkelen van beheermethoden en -technieken en productiemethoden en/of diensten
en producten op het vlak van natuur- en cultuurbeheer en recreatie.
6
Handeling: Het ontwikkelen van beheermethoden, producten en diensten.
Periode: 1998–
Product: Vastgelegde beheermethoden, producten en diensten.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking:Onder meer:
– Het vernieuwen, onderhouden en ontwikkelen van beheers- en herstelmaatregelen voor
terrein- en recreatiebeheer, vermaatschappelijking.
– Kennisontwikkeling, ontwikkelen restauratiemethoden en -technieken.
Waardering: B: Eindproducten.
V 10 : Voorbereiding en totstandkoming.
Criterium: 5
7
Handeling: Het voorbereiden, begeleiden en vaststellen van (wetenschappelijk) onderzoek.
Periode: 1998–
Product: Natuurwetenschappelijke nota’s, notities en onderzoeksrapporten.
Grondslag/
Bron: –
Opmerking: Hier onder meer wetenschappelijk onderzoek naar de flora en fauna in en
op een terrein. Dit onderzoek bevat onder meer de planning, inventarisaties, analyses
en evaluaties, met als resultaat vastgestelde onderzoeksdocumenten.
Waardering B
V10: begeleiden (wetenschappelijk) onderzoek.
Criterium 1 en 3
5.4 Vermarkten
Als ZBO heeft Staatsbosbeheer zich op de markt begeven. Alle handelingen in deze paragraaf
hebben te maken met die nieuwe instelling van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer concurreert
in deze handelingen dus met andere natuurbeherende en educatieve instellingen.
Vermarkten omvat alle activiteiten gericht op het voldoen aan de behoefte van de overheid,
ondernemingen en publieksdoelgroepen diensten te verlenen op het vlak van natuur-
en cultuurbeheer en recreatie en diensten te verlenen inzake advisering en educatie
op het vlak van natuur- en cultuurbeheer en recreatie, de levering van natuurproducten
en het gebruiksrecht op arealen, gebouwen en ander onroerend goed.
8
Handeling: Het vermarkten van vastgoed, recreatie en natuur- en cultuurbeheer.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, contract.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Onder vermarkten van vastgoed wordt verstaan: alle activiteiten gericht
op het aanbieden, aangaan en bewaken van het onder bepaalde voorwaarden in gebruik
geven aan derden van terreinen, gebouwen en andere onroerende zaken.
Voorbeelden:
Zakelijke rechten: in erfpacht uitgeven, opstal en erfdienstbaarheden en overige zakelijke
rechten.
Ook relatieve rechten maken hiervan onderdeel uit: verpachten, verhuren, jacht- en
visrecht en overige relatieve rechten.
Deze zakelijke- en relatieve rechten gelden zowel voor doelstellingsgericht, bedrijfsondersteunend
en niet doelstellingsgericht vastgoed.
Het vermarkten van recreatie en natuur- en cultuurbeheer bestaat uit alle activiteiten
gericht op het aanbieden, aannemen en verantwoorden van diensten op het vlak van recreatie
en natuur- en cultuurbeheer aan de overheid en anderen.
Voorbeelden:
Vermarkten natuurbeheer: overeenkomst met particulierbeheerder, aanbieding beheren
gemeentebos.
Vermarkten cultuurbeheer: kaartenverkoop bezichtigingen fort, onderhoudsvoorstel aan
derden.
Vermarkten recreatie: aanbiedingen excursies, omschrijving wandelroute, huurprijzen
van vakantiewoningen.
Waardering: V 10
B: eindproducten = overeenkomsten – contracten
9
Handeling: Het produceren en vermarkten van natuurproducten.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, productie- en verkoopadministratie
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Onder productie wordt verstaan:
alle activiteiten gericht op het leveren van natuurproducten met de daarbij overeengekomen
hoeveelheid, vorm en kwaliteit.
Het vermarkten bestaat uit alle activiteiten gericht op het ontwikkelen, verwerven,
aanbieden en verkopen van natuurproducten. Hieronder vallen onder meer:
– Verkoop van hout, verkoop van aarde (vrijkomend bij natuurontwikkelingsprojecten)
ten behoeve van infrastructurele en waterstaatkundige werken.
– Leveren van biomassa (resthout) als brandstof aan energiecentrales (via dochter-BV
Staatsbosbeheer Energiehout BV/ Bio-Enerco BV).
– Verkopen van gemaaid gras.
Waardering: V 7
10
Handeling: Het vermarkten en geven van educatie en advies.
Periode: 1998–
Product: Adviezen, onder meer juridische. Educatief materiaal, excursieprogramma’s,
excursieverslagen, verslagen van open dagen.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000.
Opmerking: Het vermarkten van adviezen en educatie bestaat uit zowel het aanbieden
en verkopen hiervan. Hieronder vallen:
– Organiseren van excursies en het verzorgen van het gastheerschap voor recreatieve
bezoeken van natuurgebieden voor het publiek.
– Verzorgen van kennisoverdracht aan de consument en recreant over natuurbeleid en
-beheer (natuur en milieueducatie).
– Het beschikbaar stellen van werkplekken en het zorgen voor begeleiding in het kader
van opleidingen.
– Overeenkomst advies aan LNV.
Onder het geven van advies vallen met name juridische adviezen, in veel gevallen opgenomen
in dossiers van terreinen.
Bijvoorbeeld:
– De afwikkeling van formele zaken die samenhangen met verhuren en in gebruik geven
van terreinen en objecten, bijvoorbeeld melkquota en mestquota.
– Conflicten met burgers of bedrijven over privaatrechtelijke kwesties, bijvoorbeeld
bouwen of verbouwen van woningen.
– De afwikkeling van zaken rond bodemverontreining.
Waardering: 7
5.5 Productie
Productie omvat alle activiteiten gericht op het bereiken van het in het kader van
het verlenen van een dienst op het vlak van natuur- en cultuurbeheer en recreatie
overeengekomen streefbeelden/(sub)doeltypen, gericht op het leveren van de in het
kader van te leveren natuurproducten overeengekomen hoeveelheid, vorm en kwaliteit
evenals gericht op het bereiken van de in het kader van het verlenen van een dienst
op het vlak van advisering en educatie inzake natuur- en cultuurbeheer en recreatie
overeengekomen omvang, aard en kwaliteit.
11
Handeling: Het plannen, inventariseren, karteren, monitoren en evalueren van en voor
het beheer van vastgoed, recreatie, natuur- en cultuur.
Periode: 1998–
Product: Beheerplannen, inventarisatiegegevens, geografische data, evaluatierapporten.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 3
Opmerking: Hieronder valt onder meer:
– Het monitoren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
– Broedvogelkartering en vegetatiekartering
– Vastleggen van geografische informatie in databases
– Interne en externe kwaliteitsbeoordeling
– Plannen voor het beheer van vastgoed, waaronder ook de flora en fauna in het vastgoed
Waardering: B
Criterium: 1, 2, 3 en 5.
12
Handeling: Het uitvoeren van het beheer van vastgoed, recreatie, natuur en cultuur.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 3
Opmerking: Hieronder wordt o.a. verstaan: natuurbeheer, cultuurbeheer en beheren van
recreatievoorzieningen, het exploiteren en onderhouden van vastgoed en uitvoering
van uitwerkingsplannen.
Waardering: V, 10 jaar na afloop contract
5.6 Informatievoorziening
Informatievoorziening omvat alle activiteiten gericht op het verkrijgen, beheren en
exploiteren van al dan niet geautomatiseerde procedures en gegevensverzamelingen nodig
voor het uitvoeren van de activiteiten van Staatsbosbeheer.
13
Handeling: Het plannen en ontwikkelen van de informatievoorziening.
Periode: 1998–
Product: Systemen, applicaties, plannen, systeemontwerp.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Hieronder vallen o.a.: informatieplannen, systeemontwerpen, projectenplannen.
Waardering: V10
B Eindproducten.
Criterium: 5
14
Handeling: Het beheren van de informatievoorziening.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie en o.a. verklaring van overdracht en verklaring van vernietiging
met daarbij behorende lijst van te vernietigen bestanden, inventarissen.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Hieronder valt het beheren en onderhouden van de documentaire informatievoorziening,
computer- en informatiecentra en telefooncentrale.
Waardering: V5
15
Handeling: Het ontvangen en verzenden van documenten ter informatie.
Periode: 1998–
Product: Afschriften, kopieën, informatiebulletins.
Grondslag/
Bron: –
Opmerking Documenten die o.a. alleen ter kennisneming worden ontvangen of uitgaan.
Waardering V: binnen 1 jaar.
5.7 Relatie- en contactenbeheer
Relatie- en contactenbeheer omvat alle activiteiten gericht op het kennen en onderhouden
van contacten met personen of instellingen die van belang voor Staatsbosbeheer waren,
zijn of kunnen worden.
16
Handeling: Het onderhouden en beheren van relaties en contacten.
Periode: 1998–
Product: Relatiegegevens
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Gegevens van contacten en relaties, waaronder: naam, adres, woonplaats,
telefoon en ander van belang zijnde data.
Waardering: V 5
5.8 Vastgoed- en bedrijfsmiddelenbeheer
Vastgoed- en bedrijfsmiddelenbeheer omvat alle activiteiten gericht op het verwerven,
onderhouden, in voorraad hebben en afstoten van vastgoed en bedrijfsmiddelen die voor
het verlenen van diensten op het vlak van natuur- en cultuurbeheer, recreatie en advisering
en educatie en de productie van natuurproducten noodzakelijk zijn.
17
Handeling: Het verwerven en afstoten van doelstellingsgericht vastgoed.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, contracten.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 3
Opmerking: Doelstellingsgericht vastgoed is vastgoed dat vanuit het rijksbeleid geredeneerd
door SBB beheerd moet worden.
Op doelstellingsgericht vastgoed rust een beheersfunctie voor SBB. Dit vastgoed bestaat
uit terreinen (incl. wateren) en opstallen. Onder verwerven en afstoten verstaan we:
verkoop, ruiling, slopen, aankoop, schenking, wegschenken, overdracht van vastgoed.
Waardering: B
Criterium: 5
18
Handeling: Het verwerven en afstoten van bedrijfsondersteunend en niet-doelstellingsgericht
vastgoed.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, contracten.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Bedrijfsondersteunend vastgoed is niet doelstellingsgericht vastgoed dat
wordt ingezet bij de eigen bedrijfsprocessen, gericht op het bereiken van de doelstellingen
van Staatsbosbeheer. Voorbeelden: bedrijfsgebouwen, waaronder regiokantoren en hoofdkantoor,
werkschuren.
Niet doelstellingsgericht vastgoed is vastgoed dat noch uit doelstellingsgericht oogpunt
noch uit bedrijfsondersteunend oogpunt wordt beheerd. Onder deze categorie valt o.a.
theehuizen, vakantiewoningen en kiosken.
Waardering: V 10
19
Handeling: Het in gebruik nemen van vastgoed.
Periode: 1998–
Product: Correspondentie, contracten.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 3
Opmerking: Onder het in gebruik nemen van vastgoed vallen in dit kader zakelijke en
relatieve rechten.
Voorbeelden van zakelijke rechten zijn: in erfpacht nemen, opstal en erfdienstbaarheden.
Voorbeelden van relatieve rechten zijn: pachten en huren.
Deze zakelijke- en relatieve rechten gelden zowel voor doelstellingsgericht, bedrijfsondersteunend
en niet doelstellingsgericht vastgoed.
Waardering: V 10
B: eindproducten = overeenkomsten - contracten.
20
Handeling: Het verwerven, onderhouden, in voorraad hebben en afstoten van goederen
en diensten.
Periode: 1998–
Product: Inkoopadministratie, overeenkomsten
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: Hieronder vallen:
– Geven van inkoopadviezen en het afsluiten van concernbrede raamcontracten en risicomanagement.
– Afsluiten van verzekeringen.
– Verzorgen van de interne dienstverlening rond gebouwen, terreinen, personen en goederen.
– Aanschaffen dienstauto’s, aanbestedingen, uitbestedingen, offertes etc.
Waardering: V 7
V 15 Europese aanbestedingen
5.9 Personeelsbeheer
Personeelsbeheer omvat alle activiteiten gericht op het zorgdragen voor ‘de juiste
man/vrouw op het juiste moment op de juiste plaats voor het uitvoeren van activiteiten
in het kader van sturing, belangenbehartiging, innovatie, vermarkten, productie, vastgoed-
en bedrijfsmiddelenbeheer, informatievoorziening, personeelsbeheer en financieel beheer.
21
Handeling: Het uitvoeren van personeelsbeleid.
Periode: 1998–
Product: Plannen van aanpak, procedures, circulaires.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 16
Opmerking: Hieronder valt de uitvoering van alle afspraken die zijn gemaakt in de
vorm van collectieve en individuele overeenkomsten, bedrijfsregelingen, adviezen op
het gebied van arbeidsomstandigheden, rechtspositie en arbeidsvoorwaarden, mobiliteit,
opleiding etc.
Onder het uitvoeren van het personeelsbeleid vallen alle uitvoerende P-activiteiten
die niet specifiek op een personeelslid zijn gericht (organiseren van trainingen,
personeelsplannen uitwerken etc.)
Documenten tbv een SBB-personeelslid zijn vastgelegd in handeling 25.
Waardering: V 10
22
Handeling: Het werven en selecteren van personeel.
Periode: 1998–
Product: Vacatures, sollicitatiebrieven.
Bron: Staatsbosbeheer, Definities bedrijfsfuncties/processen, 1 december 2000
Opmerking: De sollicitatiebescheiden van de aangenomen medewerk(st)ers komen in het
personeelsdossier en vallen onder handeling 23.
Onder het werven van personeel vallen sollicitatieprocedures: een groot deel van de
sollicitanten wordt helemaal geen personeel.
Waardering: V 1
De sollicitatiebescheiden van de aangenomen medewerkers komen in het personeelsdossier
en vallen onder handeling 23.
23
Handeling: Het beheren van personeel.
Periode: 1998–
Product: Personeelsdossiers.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 16
Opmerking: Documenten over een personeelslid van Staatsbosbeheer.
Alle personeelsdossiers (PD) komen voor vernietiging in aanmerking. Alleen bij hoge
uitzondering kunnen bepaalde PD’s (bijv. dossiers van personen die een bijzondere
betekenis hebben (gehad) voor de organisatie/het beleidsterrein) blijvend bewaard
worden.’
Waardering: V 7
5.10 Financieel beheer
Financieel beheer omvat alle activiteiten gericht op het begroten en verantwoorden
van de kosten en opbrengsten, het beheren van debiteuren en crediteuren, het beheren
van de liquide middelen en het verantwoorden van ontvangsten en uitgaven, baten en
lasten voortvloeiend uit activiteiten in het kader van belangenbehartiging, innovatie,
vermarkten, productie, vastgoed- en bedrijfsmiddelenbeheer, informatievoorziening
en personeelsbeheer.
24
Handeling: Het begroten en verantwoorden van het financieel beheer.
Periode: 1998–
Product: Begroting, voorbereidende documenten, perioderapportages, maandrapportages,
kwartaalrapportages.
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 18.
Opmerking: Alle activiteiten gericht op het begroten en verantwoorden van de kosten.
Het gaat niet om het opstellen van eindrapportages zoals jaarplan & jaarverslag, maar
om de planning en controle (planning & control cyclus) hiervan.
Waardering: V 7
25
Handeling: Het verkrijgen en toekennen van financiële middelen.
Periode: 1998–
Product: Subsidie- en sponsoringdocumenten
Grondslag: Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer, art. 18.
Opmerking: Alle activiteiten gericht op het verkrijgen van liquide middelen uit fondsen,
wet of regelgeving en het verantwoorden van de juiste aanwending van die verkregen
financiële middelen.
Waardering: V 7
26
Handeling: Het beheren van financiële middelen.
Periode: 1998–
Product: Boekhouding, financiële administratie
Grondslag/Bron: –
Opmerking: Alle activiteiten gericht op:
– Het administreren van de kosten en opbrengsten
– Het beheren van debiteuren en crediteuren
– Het beheren van de liquide middelen
– Het verantwoorden van ontvangsten en uitgaven
– Baten en lasten
Dit bovenstaande voortvloeiend uit activiteiten in het kader van belangbehartiging,
innovatie, vermarkten, productie, vastgoed- en bedrijfsmiddelenbeheer, informatievoorziening
en personeelsbeheer.
Waardering: V 7