Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming

Geraadpleegd op 26-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-07-2011.
Geldend van 01-08-2007 t/m 30-06-2013

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 juni 2007, nr. LMV 2007058967, houdende regels voor het uniformeren van publiekrechtelijke beperkingen Wet bodembescherming (Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 55, tweede lid, van de Wet bodembescherming;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: de Wet bodembescherming;

  • b. publiekrechtelijke beperking: publiekrechtelijke beperking als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken;

  • c. interventiewaarden: generieke waarden die uitdrukken wanneer er sprake is van een ernstige verontreiniging in de zin van de wet;

  • d. interventiewaarde contour: een lijn op een kaart die plaatsen met elkaar verbindt waarbinnen een verontreinigende stof in het vaste deel van de bodem is vastgesteld in een gehalte ter hoogte van de interventiewaarde van die stof.

Artikel 2

  • 1 Uit een beschikking als bedoeld in de artikelen 29, eerste lid, juncto 37, eerste lid, van de wet vloeit een publiekrechtelijke beperking voort voor percelen waarvan het vaste deel van de bodem geheel of gedeeltelijk ernstig is verontreinigd. Op die percelen kan tevens een ernstige verontreiniging in het grondwater zijn ontstaan.

  • 2 Als percelen waarvan de bodem geheel of gedeeltelijk ernstig is verontreinigd in de zin van het eerste lid, worden aangemerkt de percelen die zich bevinden binnen de interventiewaarde contour in het vaste deel van de bodem die bij de beschikking is gevoegd.

  • 3 Uit een bevel als bedoeld in de artikelen 30, 43 en 49 van de wet vloeit een publiekrechtelijke beperking voort voor het perceel of de percelen waar het bevel betrekking op heeft indien dat perceel of die percelen behoren tot het eigendom van degene die het bevel heeft gekregen.

  • 4 De onroerende zaak of zaken als vermeld in het tweede en derde lid worden overeenkomstig artikel 55, eerste lid, van de wet, vermeld op een bijgevoegde kadastrale kaart.

Artikel 3

  • 1 Uit een beschikking als bedoeld in artikel 39d, derde lid, van de wet vloeit een publiekrechtelijke beperking voort voor percelen waarop geheel of gedeeltelijk een ernstige restverontreiniging aanwezig is en de in verband hiermee genomen saneringsmaatregel in stand dient te worden gehouden.

  • 2 Percelen als bedoeld in het eerste lid zijn de percelen die zich bevinden binnen de interventiewaarde contour in het vaste deel van de bodem die bij de beschikking is gevoegd.

Artikel 4

Deze regeling is niet van toepassing op besluiten die zijn genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van de regeling.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling beperkingenregistratie Wet bodembescherming.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 juni 2007

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer