Circulaire Bezoldiging en vergoeding 2007–2010 cdK resp. gedeputeerden; tegemoetkoming ziektekosten statenleden

Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2008 en zichtdatum 26-11-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Circulaire Bezoldiging en vergoeding 2007–2010 cdK resp. gedeputeerden; tegemoetkoming ziektekosten statenleden

In deze circulaire wordt uiteengezet wat de gevolgen zijn voor de rechtspositie van commissarissen van de Koningin en gedeputeerden van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel (die is overeengekomen voor de periode 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010).

A. Commissarissen van de Koningin

1. Bezoldiging commissarissen van de Koningin

a. Verhoging van de salarisbedragen met de nominale eindejaarsuitkering

In het Sectoroverleg rijkspersoneel is het volgende overeengekomen.

Partijen hebben afgesproken, dat de nominale eindejaarsuitkering met ingang van 1 december 2006 komt te vervallen. Daarvoor in de plaats worden de bestaande salarisbedragen van het BBRA 1984 met ingang van 1 januari 2007 verhoogd met € 91,25 en vervolgens (eveneens per 1 januari 2007) met 2,3%.

Het bedrag van € 91,25 is vastgesteld, door het bestaande bedrag van de nominale eindejaarsuitkering van € 1.100,– te verhogen met de in het akkoord afgesproken € 100,– en die € 1.200,– vervolgens terug te rekenen tot een maandelijks salarisbedrag exclusief vakantie-uitkering en exclusief de procentuele eindejaarsuitkering.

De salarissystemen zullen een herrekening tot en met 1 december 2006 toepassen, waarmee de reservering voor de nominale eindejaarsuitkering ongedaan zal worden gemaakt. De herrekening wordt ook toegepast op commissarissen van de Koningin, die na 1 december 2006 zijn ontslagen. De afspraken in de overeenkomst over de inkomensontwikkeling, die met terugwerkende kracht worden toegepast, mogen echter niet leiden tot een inkomensachteruitgang. Is het ambt van een commissaris na 1 december 2006 beëindigd, dan is de nominale eindejaarsuitkering al uitbetaald. De herrekening, in combinatie met de hierna te noemen salarisverhoging en verhoging van de procentuele eindejaarsuitkering, kan dan tot een vordering op de voormalige commissaris leiden. Het is echter uitdrukkelijk niet de bedoeling, dat daadwerkelijk tot terugvordering wordt overgegaan.

b. Procentuele salarisverhoging

De bestaande salarisbedragen van het BBRA 1984 worden met ingang van 1 januari 2007 met 2,3% (na de verhoging met € 91,25), per 1 april 2008 met 2% en per 1 april 2009 met 2% verhoogd.

Op grond van artikel 3, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning wordt de bezoldiging van commissarissen herzien overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Het gestelde onder A1 van deze circulaire geldt dus ook voor commissarissen van de Koningin.

Voor de definitieve bezoldigingsbedragen betekent dit het volgende.

Bezoldiging per 1 januari 2007: € 9.924,89.

Bezoldiging per 1 april 2008: € 10.123,39.

Bezoldiging per 1 april 2009: € 10.325,86.

2. Procentuele eindejaarsuitkering commissarissen van de Koningin

In het Sectoroverleg rijkspersoneel is het volgende overeengekomen.

De procentuele eindejaarsuitkering wordt in vier jaar zodanig verhoogd, dat in het jaar 2010 sprake is van een volledige 13e maand. Aangezien de eindejaarsuitkering wordt berekend over de periode beginnend met de maand december, worden de percentages jaarlijks met ingang van 1 december als volgt verhoogd:

1 december 2006: van 1,6% naar 2,8%

1 december 2007: van 2,8% naar 4,0%

1 december 2008: van 4,0% naar 5,4%

1 december 2009: van 5,4% naar 8,3%.

De eindejaarsuitkering wordt jaarlijks uitbetaald in de maand november.

Gelet op artikel 4a van het Rechtspositiebesluit commissarissen van de Koning heeft de commissaris recht op een eindejaarsuitkering overeenkomstig de regels, die te dien aanzien voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld.

Het gestelde onder A2 van deze circulaire geldt dus ook voor commissarissen van de Koningin.

3. Doorwerking naar uitkeringen en pensioenen

In het Sectoroverleg Rijk is verder nog het volgende overeengekomen.

Zowel de salarisverhoging als de verhoging van de eindejaarsuitkering hebben een algemeen karakter en werken daarom door naar alle voor 1 januari 2007 ingegane ontslaggebonden uitkeringen, zoals de wachtgelden op basis van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de uitkeringen op basis van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk.

De verhogingen van het salaris en de eindejaarsuitkering zijn pensioengevend.

Voor de berekening van het pensioengevende inkomen wordt uitgegaan van het inkomen, zoals dat op 1 januari van elk kalenderjaar bekend is. Wijzigingen later in het jaar zijn daarop niet van invloed. Genoemde verhogingen, evenals de salarisverhogingen in april 2008 en april 2009, zullen daardoor in het lopende kalenderjaar niet pensioengevend zijn.

Het bovenstaande is ook van toepassing op commissarissen van de Koningin.

B. Gedeputeerden

1. Bezoldiging gedeputeerden

a. Verhoging van de salarisbedragen met de nominale eindejaarsuitkering

In het Sectoroverleg rijkspersoneel is het volgende overeengekomen.

Partijen hebben afgesproken, dat de nominale eindejaarsuitkering met ingang van 1 december 2006 komt te vervallen. Daarvoor in de plaats worden de bestaande salarisbedragen van het BBRA 1984 met ingang van 1 januari 2007 verhoogd met € 91,25 en vervolgens (eveneens per 1 januari 2007) met 2,3%.

Het bedrag van € 91,25 is vastgesteld, door het bestaande bedrag van de nominale eindejaarsuitkering van € 1.100,– te verhogen met de in het akkoord afgesproken € 100,– en die € 1.200,– vervolgens terug te rekenen tot een maandelijks salarisbedrag exclusief vakantie-uitkering en exclusief de procentuele eindejaarsuitkering.

De salarissystemen zullen een herrekening tot en met 1 december 2006 toepassen, waarmee de reservering voor de nominale eindejaarsuitkering ongedaan zal worden gemaakt. De herrekening wordt ook toegepast op gedeputeerden, die na 1 december 2006 hun ambt hebben neergelegd. De afspraken in de overeenkomst over de inkomensontwikkeling, die met terugwerkende kracht worden toegepast, mogen echter niet leiden tot een inkomensachteruitgang. Heeft een gedeputeerde na 1 december 2006 zijn ambt neergelegd, dan is de nominale eindejaarsuitkering al uitbetaald. De herrekening, in combinatie met de hierna te noemen salarisverhoging en verhoging van de procentuele eindejaarsuitkering, kan dan tot een vordering op de voormalige gedeputeerde leiden. Het is echter uitdrukkelijk niet de bedoeling, dat daadwerkelijk tot terugvordering wordt overgegaan.

b. Procentuele salarisverhoging

De bestaande salarisbedragen van het BBRA 1984 worden met ingang van 1 januari 2007 met 2,3% (na de verhoging met € 91,25), per 1 april 2008 met 2% en per 1 april 2009 met 2% verhoogd.

Op grond van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is de bezoldiging van gedeputeerden gerelateerd aan het maximum van schaal 17 van het BBRA 1984.

Het gestelde onder B1 van deze circulaire geldt dus ook voor gedeputeerden.

Voor de definitieve bezoldigingsbedragen betekent dit het volgende.

Bezoldiging per 1 januari 2007: € 7.592,91.

Bezoldiging per 1 april 2008: € 7.744,77.

Bezoldiging per 1 april 2009: € 7.899,67.

2. Procentuele eindejaarsuitkering gedeputeerden

In het Sectoroverleg rijkspersoneel is het volgende overeengekomen.

De procentuele eindejaarsuitkering wordt in vier jaar zodanig verhoogd, dat in het jaar 2010 sprake is van een volledige 13e maand. Aangezien de eindejaarsuitkering wordt berekend over de periode beginnend met de maand december, worden de percentages jaarlijks met ingang van 1 december als volgt verhoogd:

1 december 2006: van 1,6% naar 2,8%

1 december 2007: van 2,8% naar 4,0%

1 december 2008: van 4,0% naar 5,4%

1 december 2009: van 5,4% naar 8,3%.

De eindejaarsuitkering wordt jaarlijks uitbetaald in de maand november.

Gelet op artikel 4, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden geniet de gedeputeerde een eindejaarsuitkering overeenkomstig de bepalingen welke daaromtrent voor het personeel in de sector Rijk zijn vastgesteld. Het gestelde onder B2 geldt van deze circulaire geldt dus ook voor gedeputeerden.

3. Doorwerking naar uitkeringen en pensioenen

In het Sectoroverleg is overeengekomen dat zowel de salarisverhoging als de verhoging van de eindejaarsuitkering een algemeen karakter hebben en daarom doorwerken naar alle voor 1 januari 2007 ingegane uitkeringen. Dit geldt ook voor al ingegane APPA-wachtgelduitkeringen.

De verhogingen van het salaris en de eindejaarsuitkering zijn pensioengevend voor zover de datum van ontslag/aftreden uit het politiek ambt is gelegen na de datum van de verschillende salariswijzigingen. Ligt de datum van ontslag/aftreden op of voor de datum van de verschillende salariswijzigingen dan is voor de berekening van het nog toe te kennen APPA-pensioen de laatstelijk genoten wedde bepalend. Reeds ingegane APPA-pensioenen worden aangepast overeenkomstig de stijgingen (indexatie) van de ABP-pensioenen.

C. Tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering

In artikel 10 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat provinciale staten bij verordening kunnen bepalen dat een lid van provinciale staten ten laste van de provincie een tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering ontvangt van € 175,– per jaar.

Indien de nominale eindejaarsuitkering van het personeel werkzaam bij de sector Rijk wijziging ondergaat, wordt het in het eerste lid genoemde bedrag naar evenredigheid gewijzigd.

De nominale eindejaarsuitkering wordt met ingang van 1 januari 2007 verhoogd van € 1.100,– tot € 1.200,– een verhoging van 9,1%. Vervolgens wordt de nominale eindejaarsuitkering met ingang van 1 januari 2007 verhoogd met 2,3%.

Dit betekent dat de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden met ingang van 1 januari 2007 naar evenredigheid wordt verhoogd tot € 195,32.

Omdat de nominale eindejaarsuitkering in de sector Rijk wordt opgenomen in de schaalbedragen wordt deze vervolgens jaarlijks aangepast aan de inkomensontwikkeling in de sector Rijk. Dat betekent dat de tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering voor statenleden per 1 april 2008 wordt verhoogd met 2% tot € 199,23. Het bedrag van de tegemoetkoming dat over het jaar 2008 wordt toegepast is dan € 198,25 (3/12 × € 195,32 + 9/12 × 199,23).

Per 1 april 2009 wordt de tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering verhoogd met 2% tot € 203,21. Het bedrag van de tegemoetkoming dat over het jaar 2009 wordt toegepast is dan € 202,22 (3/12 × 199,23 + 9/12 × € 203,21).

D. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers, circulaires.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze:
de

wnd. directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur

,

P.P.L. van Kalmthout