Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen

Geraadpleegd op 29-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2014 en zichtdatum 27-10-2024.
Geldend van 05-03-2011 t/m heden

Regeling van de Minister van Volkshuishuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 4 juli 2007, nr. DGM/SAS 2007066536, Directoraat-Generaal Milieubeheer, Directie Stoffen, Afvalstoffen en Straling, houdende nadere regels ter uitvoering van de verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190) (Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190) en artikel 10.56, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

de Minister: de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

financiële zekerheid: financiële zekerheid als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

Financiële zekerheid kan worden gesteld in de vorm van:

  • a. een waarborgsom of

  • b. een gelijkwaardige verzekering.

Artikel 3

  • 1 De door of namens de kennisgever te stellen financiële zekerheid bedraagt € 450 per ton over te brengen afvalstoffen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid bedraagt de door of namens de kennisgever te stellen financiële zekerheid voor de in bijlage I bij deze regeling bedoelde afvalstoffen per ton over te brengen afvalstoffen het ingevolge die bijlage voor die afvalstoffen geldende bedrag.

  • 3 Indien de kosten van nuttige toepassing of verwijdering, daaronder begrepen voorlopige handelingen, alsmede van opslag en vervoer van afvalstoffen, in belangrijke mate afwijken van het op grond van het eerste lid berekende bedrag, kan de Minister een hogere financiële zekerheid verlangen, dan wel genoegen nemen met een lagere financiële zekerheid. Bij de berekening van de kosten, bedoeld in de eerste volzin, gelden als kosten voor opslag en vervoer van afvalstoffen de bedragen, bedoeld in bijlage I bij deze regeling.

  • 4 Financiële zekerheid wordt gesteld ten behoeve van de Staat der Nederlanden.

  • 5 Indien het invoer van afvalstoffen betreft, afkomstig van een staat waar de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen niet van toepassing is, en de gestelde financiële zekerheid in het land van verzending onvoldoende is, kan de Minister financiële zekerheid verlangen waarbij het eerste tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing is.

Artikel 3a

  • 1 Op verzoek merkt de Minister een inrichting waarin afvalstoffen nuttig worden toegepast aan als een vooraf goedgekeurde inrichting indien:

    • a. een omgevingsvergunning voor de inrichting geldt en deze vergunning het nuttig toepassen van de in de aanvraag opgenomen afvalstoffen op de in de aanvraag opgenomen wijze toestaat,

    • b. de inrichting ten minste vier jaar in bedrijf is,

    • c. ten aanzien van de natuurlijke of rechtspersoon die de inrichting drijft, een verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, is afgegeven, die op het tijdstip van het verzoek aan de Minister niet ouder is dan twee maanden, en

    • d. ten aanzien van de inrichting in de vier jaar voorafgaand aan de aanvraag geen bestuursrechtelijke sancties die niet meer in rechte aanvechtbaar zijn, zijn opgelegd vanwege overtredingen van bepalingen, genoemd in bijlage 1 bij de Aanwijzing handhaving milieurecht van het College van procureurs-generaal van 29 november 2005, kenmerk 2005A027 (Stcrt. 253).

  • 2 Met een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in het eerste lid, onder c, wordt gelijkgesteld een verklaring omtrent het gedrag afgegeven door een daartoe bevoegde instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel in een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend verdrag dat Nederland bindt, op basis van onderzoekingen of documenten die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het beschermingsniveau dat met de nationale onderzoekingen of documenten wordt geboden, mits die verklaring niet ouder is dan twee maanden.

  • 3 Voor een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt gebruikgemaakt van een formulier waarvan het model is opgenomen in bijlage II bij deze regeling.

  • 4 Een besluit van de Minister, als bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende een termijn van tien jaar of, indien binnen die termijn de vergunning, bedoeld in het eerste lid, onder a, vervalt, tot en met het einde van de termijn waarvoor de vergunning geldt.

  • 5 De Minister trekt een besluit als bedoeld in het eerste lid in indien niet meer wordt voldaan aan het eerste lid.

Artikel 4

  • 1 De kennisgever voegt bij elke kennisgeving als bedoeld in artikel 4 van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen, een afschrift van het contract met de ontvanger als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.

  • 2 Indien het de overbrenging van afvalstoffen betreft tussen twee tot dezelfde natuurlijke of rechtspersoon behorende inrichtingen en op grond van artikel 5, vijfde lid van de EG-verordening overbrenging van afvalstoffen kan worden volstaan met een verklaring van deze natuurlijke of rechtspersoon, waarbij deze zich ertoe verbindt de afvalstoffen nuttig toe te passen, dan wel te verwijderen, voegt deze natuurlijke of rechtspersoon, in afwijking van het eerste lid, een afschrift van deze verklaring bij de kennisgeving.

Artikel 5

Een afschrift van aan of door de bevoegde autoriteiten verzonden documenten inzake de overbrenging van afvalstoffen wordt door de kennisgever, de ontvanger en de inrichting die de afvalstoffen ontvangt, ten minste vijf jaar bewaard.

Artikel 6

[Red: Wijzigt het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectoraat-Generaal VROM 2007.]

Artikel 7

[Red: Wijzigt het Besluit mandaat, volmacht en machtiging SenterNovem Afvalstoffen.]

Artikel 9

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 12 juli 2007.

  • 2 Indien het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater en de Wet op de economische delicten ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU L 190) (30 987), na tot wet te zijn verheven, later in werking treedt dan 12 juli 2007, treedt deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking als dat wetsvoorstel.

  • 3 Indien de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst minder dan twee dagen is vóór, gelijk is aan dan wel later is dan de in het eerste lid genoemde datum, onderscheidenlijk het in het tweede lid bedoelde tijdstip, treedt deze regeling in werking met ingang van de tweede dag na die dagtekening.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 4 juli 2007

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

Bijlage I. , behorende bij artikel 3, tweede lid, van de regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen

Afvalstoffen waarvoor een lagere financiële zekerheid hoeft te worden gesteld

Deze bijlage bevat vaste waarborgbedragen voor de hierna genoemde afvalstoffen.

Het waarborgbedrag voor de onderstaande afvalstoffen wordt bepaald door de optelling van:

  • 1. het tarief voor opslag, onderscheiden naar vaste en vloeibare afvalstoffen,

  • 2. het tarief voor retourtransport, uitgaande van de bedragen per kilometer of zeemijl, en

  • 3. het verwerkingstarief.

Opslagtarief per ton voor 90 dagen

Vaste afvalstoffen

€ 15

Vloeibare afvalstoffen (in bulk)1

€ 100

1 ‘In bulk’ heeft betrekking op vloeibare afvalstoffen, die niet afzonderlijk zijn verpakt in vaten, IBC’s of anderszins tot ten hoogste 1000 liter.

Transporttarief per ton per eenheid van afstand

Afvalstoffen per land (per km)

€ 0,105

Afvalstoffen per water (per zeemijl)

€ 0,02

Verwerkingstarief

Bazel- of OESOcode

verwerkingstarief (in €)

A1030

400

A1050

400

A1060

400

A1100

125

A1160

0

A1170

125

A1190

0

A2030

400

A30201

0

A3040

500

A3050

500

A31402

0

A3150

500

A3170

500

A3180

500

A3190

500

A4010

500

A4030

500

A4050

500

A4060

500

A4070

500

A4080

500

A4090

400

A4120

400

A4130

500

Y46

125

AB130

125

AC070

500

AC080

400

AD090

400

B1010

0

B1040

125

B1070

0

B1100

500

B1115

0

B1250

125

B2020

125

B3010

0

B3030

125

B3140

125

1 Alleen van toepassing in geval van R9 (herraffinage van afgewerkte olie en ander hergebruik van reeds gebruikte olie).

2 Alleen van toepassing in geval van R2 (terugwinning van oplosmiddelen).

Bijlage II. , behorende bij artikel 3a, tweede lid, van de regeling EG-verordening overbrenging van afvalstoffen

Aanvraagformulier VGI

Het aanvraagformulier VGI is digitaal op te vragen op www.uitvoeringafvalbeheer.nl

Het volledig ingevulde formulier dient schriftelijk te worden ingediend bij SenterNovem, Uitvoering Afvalbeheer, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag.

AANVRAAG STATUS ‘VOORAF GOEDGEKEURDE INRICHTING’

Naam + adres + woonplaats aanvrager

 
   
   

Naam + adres + woonplaats van de inrichting waar de afvalstoffen worden verwerkt

 
   
   

Wm-vergunning:1

 

– bevoegd gezag

 

contactpersoon + telefoonnummer

 
   

– afgiftedatum

 

– expiratiedatum

 
   
   

Afvalstoffen:

 

– code uit bijlagen EVOA

 

– omschrijving

 
   

– Euralcode

 

– omschrijving

 
   

Wijze van verwerken

 

– R-handeling

R ..

– beschrijving1

 
   

Is in de afgelopen vier jaar een bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke sanctie opgelegd aan de inrichting vanwege overtredingen van de kernbepalingen uit de aanwijzingen handhaving milieurecht.

Ja/Nee

 

Bij de aanvraag dient een verklaring omtrent gedrag (afgegeven door het Ministerie van Justitie) gevoegd te zijn.

   

Deze aanvraag is door mij als bevoegde persoon binnen de inrichting naar waarheid ingevuld.

Plaats:

Datum:

   
 

Handtekening:

1 als bijlage bij de aanvraag te voegen.