Regeling garantstelling visserij

[Regeling vervallen per 25-11-2007.]
Geraadpleegd op 24-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-07-2013 en zichtdatum 06-07-2013.
Geldend van 10-09-2007 t/m 24-11-2007

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 28 augustus 2007, nr. TRCJZ/2007/1978, houdende regels betreffende garantstelling in de visserij (Regeling garantstelling visserij)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europese Visserijfonds (PbEU L 223);

Gelet op artikelen 2, 4 en 6 van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 24 juli 2007 bij beschikking nr. C (2007) 3647;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b. kredietinstelling: kredietinstelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de Wet toezicht kredietwezen 1992;

  • c. ondernemer: natuurlijk persoon of rechtspersoon te wiens naam het vissersvaartuig in het visserijregister staat geregistreerd;

  • d. lening: door een kredietinstelling verstrekte geldlening, niet zijnde een rekening-courantkrediet;

  • e. liquiditeitstoename: som van het bedrijfsresultaat, de afschrijving en de privé-toevoegingen verminderd met de aflossingen, de privé-onttrekkingen en de vervangingsinvesteringen;

  • f. bancair aansprakelijk vermogen:

    • 1°. het eigen vermogen van het bedrijf van de aanvrager of

    • 2°. zekerheidsstelling door derden ten behoeve van het bedrijf van de aanvrager, en vermogensbestanddelen van de aanvrager privé, bestaande uit:

      • bij eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen: privé-bezittingen;

      • bij besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of naamloze

      • vennootschappen: privé-bezittingen voor zover deze door zekerheidsstelling ten

      • behoeve van de kredietinstelling zijn verbonden;

      • achtergestelde leningen;

  • g. Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • h. contingent: contingent als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Regeling contingentering zeevis;

  • i. garnalenvergunning: vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Beschikking visserij visserijzone, zeegebied en kustwateren verleend voor het vissen met enig vistuig geschikt voor het vangen van garnalen (Crangon, crangon) in de visserijzone, het zeegebied of de kustwateren.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

De Minister kan op aanvraag subsidie verlenen in de vorm van een garantstelling voor de terugbetaling van leningen die naar het oordeel van de Minister gericht zijn op investeringen als bedoeld in de artikelen 25 en 35 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europese Visserijfonds (PbEU L 223), met inachtneming van de bepalingen van deze regeling, de bepalingen van voornoemde verordening en de relevante Europese richtsnoeren.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

De garantstelling kan worden verstrekt aan een ondernemer die eigenaar of reder is van een vissersvaartuig dat behoort tot het segment MFL 1 of MFL 2, een tonnage heeft van minder dan 1.200 BT en waarvoor een garnalenvergunning is verleend of een contingent is toegekend.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Geen garantstelling wordt verstrekt aan ondernemingen, bedoeld in punt 2.1 van de Mededeling van de Commissie aangaande Communautaire richtsnoeren inzake reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (OJ C 244, 1.10.2004, p. 2)

  • 2 Geen garantstelling wordt verstrekt voor de terugbetaling van leningen die gericht zijn op de herfinanciering van schulden, daaronder mede begrepen niet door een kredietinstelling verstrekte leningen alsmede leningen welke worden aangegaan om kapitaalbehoefte, ontstaan door het uittreden van een commanditaire vennoot uit een commanditaire vennootschap te dekken, behoudens ingeval van overmacht.

  • 3 Geen garantstelling wordt verstrekt voor de terugbetaling van leningen indien ten aanzien van de investeringen:

    • a. door de aanvrager reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de ontvangst van de aanvraag door Dienst Regelingen schriftelijk is bevestigd, of

    • b. door een kredietinstelling reeds een lening is verstrekt of onvoorwaardelijk is toegezegd voordat de ontvangst van de aanvraag door Dienst Regelingen schriftelijk is bevestigd.

  • 4 Geen garantstelling wordt verstrekt voor de terugbetaling van leningen met betrekking tot een visserijonderneming die wordt uitgeoefend door een commanditaire vennootschap, tenzij uit de betrokken vennootschapsovereenkomst blijkt dat deze ten minste is aangegaan voor een periode, overeenkomende met de looptijd van de lening, waarvoor de aanvraag wordt ingediend, en in elk geval gedurende deze looptijd niet kan worden opgezegd.

  • 5 Geen garantstelling wordt verstrekt indien reeds een krediet is verstrekt voor dezelfde investering op basis van andere garantstellingen door de overheid.

  • 6 Geen garantstelling wordt verstrekt indien aan de aanvrager in het tijdvak van twee jaren voorafgaand aan de datum van ontvangst van de aanvraag reeds een garantstelling op grond van deze regeling is verstrekt.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Indien de aanvrager voor dezelfde subsidiabele activiteiten tevens subsidie van een bestuursorgaan heeft aangevraagd of ontvangen, dan wel in verband daarmee inkomsten verwerft, doet hij daarvan mededeling in de aanvraag.

  • 2 Geen garantstelling wordt verstrekt indien uit anderen hoofde vanwege de overheid of de Commissie van de Europese Gemeenschap een zodanig bedrag aan geldelijke steun is of zal worden verstrekt, dat door garantstelling het totale bedrag aan geldelijke steun dat ingevolge communautaire regelgeving mag worden verstrekt, zou worden overschreden.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Een garantstelling wordt verstrekt voor een minimumbedrag van € 90.000,- en een maximumbedrag van € 450.000,-.

  • 2 De garantie wordt ten hoogste verstrekt voor twee derde van voor de investeringen benodigde financieringen, minus de eigen beschikbare middelen, rekening houdende met de financieringsmogelijkheden op basis van de beschikbare zekerheden en de wijze waarop de beschikbare eigen middelen optimaal kunnen worden aangewend.

  • 3 De looptijd van de lening waarvoor garantstelling wordt verstrekt kan ten hoogste 10 jaar bedragen en de lening wordt lineair afgelost.

  • 4 De uiterste datum waarop de lening volledig moet zijn opgenomen mag niet later dan een jaar, na de datum van de beschikking, bedoeld in artikel 13, liggen.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De garantstelling kan slechts worden verstrekt ten behoeve van een lening verstrekt door een kredietinstelling waarmee de Minister een raamovereenkomst heeft gesloten.

  • 2 In deze raamovereenkomst worden de rechten en plichten van de Minister en de kredietinstelling vastgelegd.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De garantstelling kan worden verstrekt ten behoeve van leningen aangegaan door natuurlijke personen indien:

    • a. deze een visserijonderneming in stand houden;

    • b. de bruto-jaaromzet van de in onderdeel a bedoelde onderneming voor meer dan de helft uit visserij is verkregen;

    • c. de in onderdeel a bedoelde onderneming naar het oordeel van de Minister een positieve liquiditeitstoename oplevert;

    • d. deze wegens het ontbreken van de daartoe benodigde zekerheden volgens normaal bankgebruik onvoldoende financiering voor de visserijonderneming kunnen verkrijgen;

    • e. deze voor zover rechtens is toegestaan, op alle toebehorende goederen goederenrechtelijke zekerheid verlenen voor alle door de kredietinstelling te verstrekken financieringen, waaronder de lening waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • f. deze beschikt over een visvergunning als bedoeld in de Regeling visvergunning.

  • 2 Indien meer dan een natuurlijke persoon voor gezamenlijke rekening een visserijonderneming in stand houdt, voldoet elk van hen aan het eerste lid, onderdelen d en e.

  • 3 De garantstelling kan worden verstrekt ten behoeve van leningen aangegaan door rechtspersonen indien:

    • a. zij blijkens de statuten de exploitatie van een of meer visserijondernemingen ten doel hebben;

    • b. de bruto-jaaromzet van de onderneming waarvoor een aanvraag wordt ingediend voor meer dan de helft uit visserij is verkregen;

    • c. de in onderdeel b bedoelde onderneming naar het oordeel van de Minister een voldoende liquiditeitstoename oplevert;

    • d. zij voldoen aan het eerste lid, d, e, en f.

  • 4 Geen garantstelling wordt verstrekt indien het bancair aansprakelijk vermogen van de aanvrager minder dan 5 % bedraagt van het balanstotaal.

  • 5 Bij de bepaling of wordt voldaan aan het bepaalde in het eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, onderdeel c, wordt uitgegaan van een, zo nodig door de Minister gewijzigde, begroting die op de ondernemerscapaciteiten van de aanvrager is afgestemd en waaruit onder meer moet blijken dat:

    • a. rente- en aflossingsverplichtingen, overige bedrijfsuitgaven, belastingen, premies en, voor zover geen sprake is van inkomsten uit tegenwoordige of vroegere arbeid van buiten de visserij waaruit deze kunnen worden bestreden, gezinsbestedingen kunnen worden betaald;

    • b. de noodzakelijke vervangingsinvesteringen kunnen worden gerealiseerd;

    • c. de liquiditeitstoename voldoende ruimte biedt om tegenvallers in de exploitatie op te vangen alsmede om aan toekomstige financieringsverplichtingen, onder andere als gevolg van noodzakelijke diepte- of uitbreidingsinvesteringen, te kunnen voldoen.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Indien de aanvraag wordt ingediend door een rechtspersoon verbinden de bestuurders, en in geval van een besloten of een naamloze vennootschap tevens de aandeelhouders, zich hoofdelijk tot de volledige terugbetaling van de lening waarop de aanvraag betrekking heeft, alsmede verbinden zij ter zake hun hele vermogen tot zekerheid.

  • 2 De Minister kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 Jaarlijks kan de Minister een maximumbedrag vaststellen voor het totaal van de leningen waarvoor in het betrokken jaar garantstellingen kunnen worden verstrekt. De Minister maakt dit bedrag bekend in de Staatscourant.

  • 2 Een garantstelling wordt niet verstrekt indien door verstrekking daarvan het maximumbedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt overschreden.

  • 3 Garantstellingen worden voor de verdeling van het maximumbedrag, bedoeld in het eerste lid, verstrekt in volgorde van binnenkomst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag volledig is, als datum van ontvangst geldt.

  • 4 Indien door toewijzing van aanvragen met dezelfde datum van ontvangst het maximumbedrag zou worden overschreden, geschiedt de toewijzing aan de hand van het rangschikken van de op deze datum ontvangen aanvragen, waarbij telkenmale de hoogst gerangschikte aanvraag het eerst voor toewijzing in aanmerking komt. De rangschikking vindt plaats volgens loting, welke geschiedt door een vanwege de Minister aan te wijzen notaris.

  • 5 De Minister kan besluiten dat indien het krachtens het eerste lid vastgestelde maximumbedrag is bereikt, de mogelijkheid tot het indienen van aanvragen tot verstrekking van borgstellingen uit hoofde van deze regeling voor de rest van het betrokken begrotingsjaar wordt geschorst.

  • 6 De Minister maakt een besluit als bedoeld in het vijfde lid bekend in de Staatscourant.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De aanvraag wordt ingediend bij Dienst Regelingen op een daartoe vastgesteld formulier.

  • 2 De aanvraag bevat de volgende gegevens:

    • a. naam, voornamen en adres van de aanvrager;

    • b. de naam en het adres van de kredietinstelling die de financiering verstrekt;

    • c. een machtiging van de aanvrager tot het inwinnen van inlichtingen bij derden.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De aanvraag gaat vergezeld van een rapportage omvattende:

    • a. een investerings- en financieringsplan, met een gedegen onderbouwing van de verenigbaarheid van de investeringen met de artikelen 25 en 35 van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europese Visserijfonds (PbEU L 223);

    • b. een overzicht van de stand van leningen en kredieten voor uitvoering van het investeringsplan;

    • c. een specificatie van de zekerheden, vergezeld van een taxatierapport ter zake van de executiewaarde van de onderscheiden roerende en onroerende goederen die tot zekerheid strekken, alsmede een specificatie van de totale financiering inclusief de daaraan verbonden voorwaarden na uitvoering van het investeringsplan;

    • d. een berekening van het eigen en aansprakelijk vermogen;

    • e. een door de kredietinstelling getoetste, op de ondernemerscapaciteiten van de aanvrager afgestemde begroting, waaruit blijkt dat aanvrager voldoet aan het gestelde in artikel 8, eerste lid, onderdelen b en c, derde lid, onderdelen b en c;

    • f. de boekhoudverslagen en de aangiften inkomstenbelasting over de voorliggende drie boekjaren, indien beschikbaar;

    • g. een toelichting van de kredietinstelling op de verstrekte gegevens;

    • h. de statuten, indien de aanvraag betrekking heeft op een rechtspersoon.

  • 2 Onverminderd het bepaalde in het eerste lid kan de Minister besluiten dat de aanvrager zijn aanvraag aanvult met een taxatierapport ter zake van de executiewaarde van de onderscheiden roerende en onroerende goederen die tot zekerheid strekken, dat niet ouder is dan zes maanden op de dag van indiening van de aanvraag, en is opgesteld door een ter zake kundig en onafhankelijk taxateur.

  • 3 De aanvrager is voorts verplicht alle bescheiden en informatie te verstrekken die door de Minister noodzakelijk worden geacht.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Op een aanvraag als bedoeld in artikel 11 beslist de Minister binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

De beschikking tot verlening van de garantstelling bevat de volgende gegevens:

  • a. de hoogte van de lening die onder garantstelling kan worden verstrekt;

  • b. de uiterste datum waarop de lening onder garantstelling kan worden verstrekt;

  • c. het schema volgens welke de lening dient te worden afgelost;

  • d. het investerings- en financieringsplan op grond waarvan de garantstelling wordt verleend;

  • e. de natuurlijke personen of rechtspersonen die zich hoofdelijk aansprakelijk dienen te stellen voor de terugbetaling van de lening onder garantstelling.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

  • 1 De garantstelling wordt verstrekt onder voorbehoud van goedkeuring door de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

  • 2 De beslissing tot verstrekking van de garantstelling kan worden ingetrokken of gewijzigd indien dit noodzakelijk is in verband met het verkrijgen van de goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling of het uitblijven daarvan.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Indien toepassing wordt gegeven aan artikel 4:57 van de Algemene wet bestuursrecht of artikel 6 van de Kaderwet LNV-subsidies kunnen terug te vorderen bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente over de periode vanaf de terugvordering tot aan het moment van algehele voldoening.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 10 september 2007.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 25-11-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling garantstelling visserij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 augustus 2007

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg