In deze circulaire vragen wij uw aandacht voor het volgende. Bij besluit van 25 mei
2007 heeft het Kabinet ingestemd met een regeling ter afwikkeling van de nalatenschap
van de oude Vreemdelingenwet (verder te noemen de regeling).
Onderdeel van deze regeling is een procedure waarbij vreemdelingen die onder de werking
ervan vallen en aan bepaalde voorwaarden voldoen, eenmalig in de gelegenheid worden
gesteld om ten overstaan van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) binnen twee
maanden hun juiste identiteit (naam, geboortedatum, geboorteplaats en geboorteland)
en nationaliteit aan te tonen.
Het doel van deze regeling is niet alleen ervoor te zorgen dat de betrokken vreemdeling
met de juiste identiteits- en nationaliteitsgegevens in de Nederlandse overheidsadministraties
wordt opgenomen, maar ook dat de in de verschillende administraties opgenomen gegevens
– binnen de bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden van degenen die deze administraties
bijhouden – op elkaar worden afgestemd. In deze circulaire worden GBA-ambtenaren geïnformeerd
over de werkwijze van de IND inzake het afgeven van een verklaring, waarin de bevindingen
zijn neergelegd van het door de IND ingestelde onderzoek met betrekking tot de identiteit
en nationaliteit van de vreemdeling die onder de werking van de regeling valt. Tevens
is in deze circulaire een aanbeveling opgenomen aan GBA-ambtenaren over hoe om te
gaan met deze verklaringen van de IND. De beschreven processen zijn daarmee voor GBA-ambtenaren
binnen de bestaande wettelijke kaders een handreiking om op eenduidige wijze uitvoering
te geven aan de gevolgen van het besluit van het kabinet om de daarin beschreven categorie
vreemdelingen eenmalig de mogelijkheid te bieden de juiste gegevens omtrent hun identiteit
en nationaliteit naar voren te brengen. De zaken die u ingevolge deze circulaire door
de IND zullen worden aangeleverd, betreffen uitsluitend personen ten aanzien van wie
geen gegevens zijn opgenomen in Nederlandse akten van de Burgerlijke Stand. Voor de
Burgerlijke Stand wordt u verwezen naar het bepaalde in paragraaf 5.
2. Op welke vreemdelingen heeft deze circulaire betrekking?
Het gaat blijkens de regeling uitsluitend om gevallen waarin twijfel bestaat omtrent
de daadwerkelijke identiteit of nationaliteit van de vreemdeling. Zij worden gedurende
een periode van twee maanden door de IND in de gelegenheid gesteld de juiste gegevens
alsnog naar voren te brengen. Op deze wijze kan op basis van de juiste identiteits-
en nationaliteitsgegevens een verblijfsdocument worden verleend.
Aan vreemdelingen die in verschillende procedures verschillende identiteiten of nationaliteiten
hebben opgegeven, waarvan in rechte is vastgesteld dat hieraan geen geloof kan worden
gehecht, wordt geen verblijf op grond van de regeling verleend. Zij vallen daarmee
per definitie buiten het bereik van de regeling.
Van de hier geboden mogelijkheid kan door de vreemdeling slechts gebruik worden gemaakt
zolang nog geen verblijfsdocument op grond van de regeling is verstrekt. Een vreemdeling
van wie de gegevens op grond van de regeling zijn gewijzigd of die inmiddels van een
verblijfsdocument is voorzien, komt derhalve niet (meer) in aanmerking voor de in
de regeling geboden mogelijkheid om ten overstaan van de IND zijn juiste identiteits-
of nationaliteitgegevens naar voren te brengen.
Deze circulaire is evenmin van toepassing op verzoeken van een ingeschrevene in de
GBA om correctie van zijn (identiteits-)gegevens, indien dit een vreemdeling betreft
die niet onder de werking van de regeling valt.
Onderstaand treft u aan de wijze waarop het proces van wijziging van gegevens omtrent
identiteit en nationaliteit van de vreemdeling bij de IND vorm is gegeven. De procedure
kent verschillende fasen.
In eerste instantie wordt de vreemdeling door de IND in de gelegenheid gesteld om
ten overstaan van de ambtenaar van de IND de juiste identiteits- en nationaliteitsgegevens
aannemelijk te maken. Daarbij is van belang of de vreemdeling al dan niet in staat
is tot overlegging van (nieuwe) documenten. Indien er geen (nieuwe) documenten worden
overgelegd, kan onder bepaalde voorwaarden de vreemdeling ten overstaan van de IND
ambtenaar een eigen verklaring afleggen die dient als basis voor de juiste identiteits-
en nationaliteitsgegevens. Tenslotte is het denkbaar dat de vreemdeling geen gebruik
maakt van de geboden mogelijkheid en blijft bij de door hem oorspronkelijk aangegeven
(en geregistreerde) identiteit en nationaliteit. Het voorgaande leidt tot de volgende
mogelijkheden:
A. De vreemdeling overlegt documenten
De ambtenaar van de IND zal na een gedegen onderzoek een verklaring opstellen waarin
wordt gesteld dat in de documenten vermelde gegevens aannemelijk worden geacht in
het licht van nader door de IND uitgevoerd onderzoek naar de identiteit en de nationaliteit
van de betrokken persoon. De verklaring wordt samen met een kopie van de bijbehorende
documenten door de IND schriftelijk toegezonden aan de afdeling Burgerzaken van de
gemeente waar de vreemdeling in de GBA is of moet worden ingeschreven. De schriftelijke
verklaring van de IND geldt tevens als bewijs dat de betrokken vreemdeling rechtmatig
verblijf heeft als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000. Als ingangsdatum van het rechtmatig verblijf geldt altijd conform de regeling 15 juni
2007.
B. De vreemdeling overlegt (vooralsnog) geen documenten en legt een eigen verklaring
af
De vreemdeling geeft de IND te kennen geen (nieuwe) documenten te kunnen overleggen
en legt bij de ambtenaar van de IND enkel een eigen verklaring af om de twijfel aan
zijn identiteit of nationaliteit weg te nemen. Door de ambtenaar van de IND zal dan
gedegen worden onderzocht of de opgegeven identiteit en nationaliteit aannemelijk
kunnen worden geacht in het licht van het eerdere onderzoek van de IND. Tevens wordt
nagegaan of betrokkene daadwerkelijk niet in staat is om binnen een redelijke termijn
aan de noodzakelijke documenten te komen en derhalve geacht moet worden in bewijsnood
te verkeren. Daarbij zijn verschillende situaties denkbaar:
B.1. In het geval de door de vreemdeling opgegeven identiteit en nationaliteit aannemelijk
worden geacht en tevens wordt geoordeeld dat er sprake is van bewijsnood, zal de ambtenaar
van de IND een verklaring van die strekking opstellen. In de verklaring zal worden
gesteld dat de in de eigen verklaring van de vreemdeling genoemde gegevens aannemelijk
worden geacht in het licht van nader door de IND uitgevoerd onderzoek naar de identiteit
en de nationaliteit van de betrokken persoon. De verklaring wordt samen met een kopie
van de eigen verklaring van de vreemdeling door de IND schriftelijk toegezonden aan
de afdeling Burgerzaken van de gemeente waar de vreemdeling in de GBA is of moet worden
ingeschreven.
B.2. Indien de door de vreemdeling in zijn eigen verklaring opgegeven identiteit en
nationaliteit naar het oordeel van de IND weliswaar aannemelijk worden geacht, maar
de ambtenaar van de IND van oordeel is dat de vreemdeling niet in bewijsnood verkeert
omdat hij wel documenten kan verkrijgen, zal aan de vreemdeling alsnog worden verzocht
deze documenten te overleggen (dan wel deze aan te vragen bij de diplomatieke of consulaire
vertegenwoordiging van het gestelde land van herkomst). Mocht de vreemdeling hierin
slagen dan maakt de ambtenaar van de IND een verklaring op als bedoeld onder A, die
samen met een kopie van de bijbehorende documenten schriftelijk aan de afdeling Burgerzaken
van de gemeente wordt gezonden. Slaagt de vreemdeling hierin niet (of slechts ten
dele) en wordt alsnog bewijsnood aangenomen dan wordt door de ambtenaar van de IND
een verklaring opgesteld als bedoeld onder B.1. die samen met een kopie van de eigen
verklaring van de vreemdeling (en van de documenten voor zover die wel konden worden
verkregen) door de IND schriftelijk wordt toegezonden aan de afdeling Burgerzaken
van de gemeente.
B.3. Indien de vreemdeling van wie de in zijn eigen verklaring opgegeven identiteits-
en nationaliteitsgegevens aannemelijk worden geacht geen documenten overlegt, maar
deze naar het oordeel van de IND wel binnen een redelijke termijn zou moeten kunnen
krijgen, zal geen bewijsnood worden aangenomen. In dat geval wordt er geen schriftelijke
verklaring door de IND omtrent de identiteits- en nationaliteitsgegevens van de vreemdeling
aan de afdeling Burgerzaken van de gemeente gezonden. De IND zal de vreemdeling in
het bezit stellen van een verblijfsdocument op basis van de door de IND vastgestelde
identiteit en nationaliteit.
B.4. In het geval de vreemdeling geen (nieuwe) documenten overlegt en de door hem
afgelegde verklaring omtrent zijn werkelijke identiteit en nationaliteit na gedegen
onderzoek door de ambtenaar van de IND niet aannemelijk wordt geacht, zal er eveneens
geen schriftelijke verklaring door de IND omtrent de identiteit en nationaliteit van
de vreemdeling aan de afdeling Burgerzaken van de gemeente worden gezonden. De IND
zal de vreemdeling in het bezit stellen van een verblijfsdocument op basis van de
door de IND vastgestelde identiteit en nationaliteit.
C. De vreemdeling persisteert bij de oorspronkelijk geregistreerde identiteit en
nationaliteit
In dat geval zal er geen schriftelijke verklaring door de IND omtrent de identiteit
en nationaliteit aan de afdeling Burgerzaken van de gemeente worden gezonden. De IND
zal de vreemdeling in het bezit stellen van een verblijfsdocument op basis van de
door de IND vastgestelde identiteit en nationaliteit.
De GBA-ambtenaar nodigt de vreemdeling uit om zich te melden bij de gemeente en daarbij
de originelen van de documenten, voor zover deze volgens de schriftelijke verklaring
van de IND aanwezig zouden moeten zijn, over te leggen. De procedure bij de GBA verschilt
naar gelang er sprake is van een eerste inschrijving dan wel de betrokken vreemdeling
reeds in de GBA is ingeschreven.
A. De vreemdeling wordt voor het eerst ingeschreven in de GBA
In het geval van een eerste inschrijving in de GBA worden met gebruikmaking van de
overgelegde originele documenten conform het bepaalde in artikel 36 van de Wet GBA de gegevens omtrent de identiteit opgenomen. Indien geen schriftelijke brondocumenten
worden overgelegd waaraan gegevens omtrent de identiteit in de GBA kunnen worden ontleend,
wordt van de vreemdeling een verklaring onder eed of belofte afgenomen als bedoeld
in artikel 36, tweede lid, onder e van de Wet GBA. Wanneer de door de vreemdeling in de verklaring onder eed of belofte genoemde gegevens
overeenkomen met de gegevens die zijn vermeld in de schriftelijke verklaring die de
IND omtrent de identiteit van de vreemdeling aan de gemeente heeft gestuurd, kan er
in beginsel van worden uitgegaan dat de gegevens in de verklaring onder eed of belofte
juist zijn. Die gegevens (naam, geboortedatum, geboorteplaats en geboorteland) kunnen
in dat geval worden geregistreerd in de GBA.
Het gegeven over de nationaliteit van de betrokken vreemdeling wordt uitsluitend opgenomen
met inachtneming van het bepaalde in artikel 43 van de Wet GBA.
Indien de GBA-ambtenaar om gegronde redenen twijfels heeft over het door de ambtenaar
van de IND uitgevoerde onderzoek en de daarop gebaseerde gegevens in de schriftelijke
verklaring van de IND – bijvoorbeeld omdat de gegevens in de verklaring van de IND
of de bij de IND overgelegde documenten niet overeenkomen met de gegevens in de verklaring
onder eed of belofte of de bij de gemeente overgelegde documenten – stelt hij de IND
hiervan in kennis. Het is vervolgens aan de IND om opnieuw tot een oordeel te komen
over de juiste identiteit en nationaliteit van de vreemdeling en te bezien of nadere
verificatie van de door de vreemdeling overgelegde documenten aan de orde is. Door
de IND wordt aan de afdeling Burgerzaken van de gemeente eventueel een herziene schriftelijke
verklaring gezonden. Het is vervolgens aan de GBA-ambtenaar – conform de Wet GBA –
te bepalen welke gegevens omtrent de identiteit en de nationaliteit van de vreemdeling
in de GBA worden opgenomen.
B. De vreemdeling is reeds ingeschreven in de GBA
Indien de betrokken vreemdeling reeds in de GBA is opgenomen en de in de GBA opgenomen
gegevens omtrent de identiteit en de nationaliteit afwijken van de gegevens die vermeld
staan in de schriftelijke verklaring van de IND en de eventueel daarbij gevoegde documenten
die aan de ambtenaar van de IND zijn overgelegd, wordt in de eerste plaats nagegaan
of de brondocumenten (waaronder ook de eventueel afgelegde verklaring onder eed of
belofte) waaraan de gegevens in de GBA destijds zijn ontleend, thans moeten worden
aangemerkt als vals of vervalst.
Indien de destijds gebruikte brondocumenten voor de GBA nog steeds als betrouwbaar
worden aangemerkt (en de GBA-ambtenaar dus gegronde redenen heeft te twijfelen aan
de juistheid van de gegevens in de schriftelijke verklaring van de IND of de overgelegde
nieuwe documenten) stelt hij de IND hiervan in kennis conform hetgeen hierboven in
dit hoofdstuk onder A is beschreven.
Is de GBA-ambtenaar van mening dat de brondocumenten (waaronder ook een afgelegde
verklaring onder eed of belofte kan vallen) waaraan de gegevens in de GBA destijds
zijn ontleend als vals of vervalst moeten worden aangemerkt en heeft hij geen twijfel
aan de juistheid van de gegevens in de verklaring van de IND en de daarbij overgelegde
nieuwe documenten, dan gaat hij na in hoeverre de nieuwe schriftelijke documenten
als brondocument voor de GBA kunnen worden geaccepteerd om de eerder opgenomen gegevens
omtrent de identiteit van de betrokken vreemdeling te corrigeren.
Indien er geen nieuwe documenten worden overgelegd waaraan gegevens omtrent de identiteit
in de GBA kunnen worden ontleend, wordt van de vreemdeling een verklaring onder eed
of belofte afgenomen als bedoeld in artikel 36, tweede lid, onder e van de Wet GBA. Wanneer de door de vreemdeling in de verklaring onder eed of belofte genoemde gegevens
overeenkomen met de gegevens die omtrent de identiteit van de vreemdeling zijn vermeld
in de schriftelijke verklaring die de IND aan de gemeente heeft gestuurd, kan er in
beginsel van worden uitgegaan dat de gegevens in de verklaring onder eed of belofte
juist zijn. Die gegevens (naam, geboortedatum, geboorteplaats en geboorteland) kunnen
in dat geval worden gecorrigeerd in de GBA.
Het gegeven over de nationaliteit van de betrokken vreemdeling kan uitsluitend worden
gecorrigeerd met inachtneming van het bepaalde in artikel 43 van de Wet GBA.
In het geval de GBA-ambtenaar niettemin gegronde redenen heeft te twijfelen aan de
juistheid van de gegevens in de schriftelijke verklaring van de IND of de overgelegde
nieuwe documenten stelt hij de IND hiervan in kennis conform hetgeen hierboven in
dit hoofdstuk onder A is beschreven.
Wanneer de GBA-ambtenaar met inachtneming van het voorgaande overgaat tot wijziging
van gegevens omtrent de identiteit of de nationaliteit van de betrokken vreemdeling,
gebeurt dat op de bestaande persoonslijst. Er is sprake van een correctie van de rechtsfeiten
op basis van de nieuwe gegevens. De afnemers worden op de gebruikelijke wijze van
de mutatie(s) van de gegevens in kennis gesteld. Het verzoek aan gemeenten is in dit
geval deze mutatie(s) in een vrij bericht (Vb01-bericht) nader toe te lichten. In
algemene zin worden afnemers door de Staatssecretaris van Justitie over deze regeling
geïnformeerd.
5. Mogelijke relatie met de Burgerlijke Stand
In voorkomende gevallen kan er een relatie zijn met de Burgerlijke Stand. Deze relatie
kan bijvoorbeeld zijn ontstaan door de geboorte van een kind of de voltrekking van
een huwelijk in Nederland. Indien in een individueel geval wordt overgegaan tot wijziging
van gegevens van de vreemdeling op grond van de regeling kan dit betekenen dat ook
een akte moet worden aangepast. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand zal binnenkort
nader worden geïnformeerd.
In de gevallen waarin door de vreemdeling een onjuiste identiteit is opgegeven, zal
daarvan – in het kader van deze regeling – aangifte worden gedaan door de IND. Dit
staat overigens de verblijfsverlening in het kader van de hier bedoelde regeling niet
in de weg.
De IND neemt de uitvoering van de regeling ter hand. Dit betekent dat de IND die vreemdelingen
selecteert die voor de regeling in aanmerking komen. Deze vreemdelingen worden door
de IND aangeschreven. Naar verwachting zal de IND begin september beginnen met het
verzenden van de hiervoor genoemde schriftelijke verklaringen aan de gemeenten. De
verklaringen zijn voorzien van een droogstempel en een foto van de betreffende vreemdeling
om identificatie door de ambtenaar burgerzaken mogelijk te maken.
In de bijlage zijn twee modellen van verklaringen van de IND bijgevoegd (bijlagen 1 en 2), te weten:
-
– een verklaring in die gevallen dat een vreemdeling documenten heeft overgelegd;
-
– een verklaring waarin de nieuwe gegevens aannemelijk worden geacht, maar betrokkene
(geheel of gedeeltelijk) in bewijsnood verkeert om deze gegevens met documenten te
onderbouwen.
Ingeval een (nieuwe) verklaring onder eed of belofte (VOE) moet worden afgelegd, die
wordt onderbouwd met de schriftelijke verklaring van de IND, kan de GBA-ambtenaar
hiervoor gebruik maken van een VOE, die specifiek bedoeld is voor de uitvoering van
deze circulaire. Het kan voorkomen dat de identiteitsgegevens gedeeltelijk afgeleid
zijn van de naamgegevens van de ouders of huwelijks/geregistreerd partner. Deze gegevens
kunnen dan eveneens, met inachtneming van de toepasselijke bepalingen uit de Wet GBA,
met behulp van deze VOE in de GBA worden opgenomen of gewijzigd. Het is overigens
aan te bevelen dat de VOE wordt afgelegd in het bijzijn van een beëdigd tolk/vertaler.
De VOE is bijgevoegd als bijlage 3.
Naar verwachting zal de regeling in april 2008 zijn afgewikkeld. Indien in de GBA
wordt overgaan tot inschrijving dan wel correctie van de gegevens van de betreffende
vreemdeling stelt de GBA-ambtenaar de IND hiervan binnen twee maanden met een formulier
op de hoogte (zie bijlage 4).
Ingeval afdelingen Burgerzaken vragen hebben over de verklaring kunnen zij hiervoor
contact opnemen met de helpdesk voor de gemeenten van de IND op telefoonnummer 0316
- 741490. Gemeenten kunnen over de regeling eveneens contact opnemen met de helpdesk
van het agentschap BPR op telefoonnummer 088 - 9001000.
VERKLARING OMTRENT IDENTITEIT EN NATIONALITEIT
op basis van overgelegde documenten
VERKLARING OP GROND VAN DE REGELING AFWIKKELING NALATENSCHAP OUDE VREEMDELINGENWET
Hierbij verklaar ik, * (naam) medewerker bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) dat met betrekking tot een persoon eerder bekend onder (naam, geboortedatum,
nationaliteit en V-nummer) door betrokkene * de vertegenwoordiger van betrokkene (een)
* document(en) ter hand is (zijn) gesteld waaruit blijkt dat de gegevens omtrent * identiteit
en/of nationaliteit herziening behoeven.
Eerder is in mijn beschikking van d.d. * (en nadien door de Vreemdelingenkamer bij
uitspraak d.d. * in rechte) vastgesteld dat blijkens * taalanalyse/leeftijdsonderzoek/door
het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd documentenonderzoek) de oorspronkelijk
opgegeven gegevens omtrent de * identiteit en/of nationaliteit onjuistheden bevatten.
Betrokkene * de vertegenwoordiger van betrokkene is gewezen op het feit dat, indien
later mocht blijken dat de thans verstrekte gegevens geheel of gedeeltelijk onjuist
blijken te zijn, de verblijfsvergunning regulier alsnog kan worden ingetrokken.
Op basis van het overgelegde document * de thans overgelegde documenten (zie bijlage)
staat betrokkene thans met de volgende gegevens bij de IND bekend:
De thans naar voren gebrachte gegevens acht ik aannemelijk in het licht van de resultaten
van een door de IND uitgevoerd nader onderzoek naar de identiteit en nationaliteit
van de betrokken persoon.
Aldus opgemaakt te * (plaats) op * (datum) en in tweevoud getekend.
Ambtenaar IND
Document(en) als bijlage bijgevoegd:
*
VERKLARING OMTRENT IDENTITEIT EN NATIONALITEIT
(mede) op basis van eigen verklaring vreemdeling
VERKLARING OP GROND VAN DE REGELING AFWIKKELING NALATENSCHAP OUDE VREEMDELINGENWET
Hierbij verklaar ik, * (naam) medewerker bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst
(IND) dat mij met betrekking tot een persoon, eerder bekend onder (naam, geboortedatum,
nationaliteit en V-nummer) door betrokkene * de vertegenwoordiger van betrokkene een
verklaring ter hand is gesteld waaruit blijkt dat de gegevens omtrent * identiteit
en/of nationaliteit herziening behoeven.
Eerder is in mijn beschikking van d.d. * (en nadien door de Vreemdelingenkamer bij
uitspraak d.d. * in rechte) vastgesteld dat blijkens * taalanalyse/leeftijdsonderzoek/door
het ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd documentenonderzoek) de oorspronkelijk
opgegeven gegevens omtrent de * identiteit en/of nationaliteit onjuistheden bevatten.
Betrokkene * de vertegenwoordiger van betrokkene is gewezen op het feit dat, indien
later mocht blijken dat de thans verstrekte gegevens geheel of gedeeltelijk onjuist
blijken te zijn, de verblijfsvergunning regulier alsnog kan worden ingetrokken.
Op basis van de verklaring die betrokkene * de vertegenwoordiger van betrokkene stellig
en zonder enig voorbehoud heeft gedaan, staat betrokkene thans met de volgende gegevens
bij de IND bekend:
De door de vreemdeling naar voren gebrachte gegevens omtrent * identiteit en/of nationaliteit
worden * niet/gedeeltelijk onderbouwd door middel van documenten (zie bijlage). Daarbij
is mij ambtshalve bekend dat het aannemelijk wordt geacht dat de vreemdeling voor
de niet door documenten ondersteunde gegevens in bewijsnood verkeert.
De thans naar voren gebrachte gegevens acht ik aannemelijk in het licht van de resultaten
van een door de IND nader uitgevoerd onderzoek naar de identiteit en nationaliteit
van de betrokken persoon.
Aldus opgemaakt te * (plaats) op * (datum) en in tweevoud getekend.
Ambtenaar IND
Document(en) als bijlage bijgevoegd:
*
Verklaring onder eed of belofte ex artikel 36, lid 2, onder e, van de Wet GBA
Onderstaande verklaring is afgelegd met betrekking tot een persoon op wie blijkens
de bijgevoegde verklaring van het ministerie van Justitie (Immigratie- en Naturalisatiedienst)
de regeling ter afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet van toepassing
is.
Gemeente:
Datum:
Naam aangewezen ambtenaar:
De verklaring is afgelegd onder
De verklaring is afgelegd door
De verklaring is afgelegd in de <taal> taal
Het volgende is door de ondertekenaar van deze verklaring verklaard:
Personalia van de persoon op wie deze verklaring van toepassing is:
(Geslachts)Naam:
Voorna(a)m(en):
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Geboorteland:
Ouders, indien deze niet zijn ingeschreven in de GBA
Vader:
(Geslachts)Naam:
Moeder:
(Geslachts)Naam:
Kind(eren) van de betrokken persoon
(Geslachts)Naam:
Voorna(a)m(en):
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Geboorteland:
(Geslachts)Naam:
Voorna(a)m(en):
Geboortedatum:
Geboorteplaats:
Geboorteland:
Huwelijkspartner of geregistreerd partner, indien deze niet is ingeschreven in de
GBA
(Geslachts)Naam:
Ondergetekende is zich ervan bewust dat het afleggen van een valse verklaring strafbaar
is.
Handtekening verklaringgever
Handtekening aangewezen ambtenaar
Verklaring Tolk
Ik, <naam tolk>, beëdigd vertaler/tolk in de <naam taal> taal, ingeschreven bij het TVCN, verklaar hierbij dat het bovenstaande een woordgetrouwe
en nauwkeurige Nederlandse weergave is van de verklaring zoals deze is afgelegd door
<naam vreemdeling>.
Handtekening tolk
Bijlage(n):
– Verklaring van de IND omtrent identiteit en nationaliteit
Brief inzake opneming dan wel correctie van gegevens in de GBA met betrekking tot
een vreemdeling als bedoeld in de regeling afwikkeling nalatenschap Vreemdelingenwet
Aan: (adres IND)
Datum:
Geachte heer/mevrouw,
Hierbij bericht ik u dat ik de persoonsgegevens van de vreemdeling*(e), die voorheen
bij de IND bekend stond als volgt:
Naam:
Geboortedatum:
Nationaliteit:
V-nummer:
thans in de GBA is geregistreerd met de navolgende gegevens:
Naam:
Geboortedatum:
Nationaliteit:
A-nummer:
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,