U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 22-01-2011 met terugwerkende kracht tot en met 14-10-2010.]Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 31-07-2010 en zichtdatum 04-08-2010. Geldend van 10-04-2010 t/m 13-10-2010
Regeling van de Minister van Justitie van 28 september 2007, nr. 5476553, houdende vaststelling van de organisatie van het Ministerie van Justitie (Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2007)
De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Coördinatiebesluit inrichting organisatie en formatie rijksdienst;
Besluit:
[Regeling vervallen per 22-01-2011 met terugwerkende kracht tot en met 14-10-2010]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. ministerie: het Ministerie van Justitie;
b. minister: de Minister van Justitie;
c. staatssecretaris: de Staatssecretaris van Justitie;
d. departementsleiding: de minister en de staatssecretaris alsmede de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal en de directeuren-generaal gezamenlijk;
e. bestuursdepartement: de departementsleiding alsmede de beleids-, staf- en bedrijfsvoeringsonderdelen ter ondersteuning van de departementsleiding;
f. bestuursraad: de bestuursraad, bedoeld in artikel 3, vierde lid.
Het ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:
a. de hierna genoemde dienstonderdelen, die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris-generaal:
1°. de directie Algemene Justitiële Strategie (DAJS);
2°. het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC);
3°. het bureau Secretaris-Generaal (BSG);
4°. de directie Voorlichting (DV);
5°. de directie Financieel-Economische Zaken (DFEZ);
6°. de directie Personeel en Organisatie (DP&O);
7°. de directie Informatisering (DI);
8°. de Departementale Auditdienst (DAD);
9°. de directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement (DBOB);
10°. het Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI);
11°. de directie Inkoop, Huisvesting en Milieu (DIHM);
12°. de Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt);
13°. de Justitie Beleidsacademie;
14°. het bureau Adviescollege Verloftoetsing tbs;
b. het directoraat-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken (DGWIAV), dat bestaat uit een stafondersteuning en de volgende dienstonderdelen:
1°. de directie Wetgeving (DW);
2°. de directie Europese en Internationale Aangelegenheden (DEIA);
3°. de directie Migratiebeleid (DMb);
4°. de dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V);
5°. het secretariaat van de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (secretariaat CITT);
6°. het secretariaat van de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (secretariaat ACVZ);
7°. de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND);
c. het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR), dat bestaat uit een stafondersteuning en de volgende dienstonderdelen:
1°. de directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding (DRC);\
2°. de directie Rechtsbestel (DRb);
3°. de directie Instrumentatie Rechtspleging en Rechtshandhaving (DIRR);
4°. de directie Juridische en Operationele Aangelegenheden (DJOA);
5°. het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
6°. het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB);
7°. de projectdirectie Veiligheid begint bij Voorkomen (PDVbbV);
d. het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties (DGPJS), dat bestaat uit een stafondersteuning en de volgende dienstonderdelen:
1°. de directie Sanctie- en Preventiebeleid (DSP);
2°. de directie Justitieel Jeugdbeleid (DJJ);
3°. de directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken (CBJ);
4°. de baten-lastendienst Dienst JUSTIS;
5°. de dienst Justitiële Inrichtingen (DJI);
6°. de raad voor de kinderbescherming (RvdK);
7°. het bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie;
e. de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb), bestaande uit de volgende dienstonderdelen:
1°. het bureau Algemene Zaken;
2°. de afdeling Communicatie en Voorlichting;
3°. de directie Beleid en Strategie (DBS);
4°. de directie Regie (DR);
5°. de directie Kennis & Analyse (DKA);
6°. de directie Beveiliging Burgerluchtvaart (DBB);
7°. de Inspectie Beveiliging Burgerluchtvaart (IBBLV);
8°. de eenheid Bewaking en Beveiliging (EBB).
1 De secretaris-generaal is ambtelijk eindverantwoordelijk voor de leiding van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen.
2 De secretaris-generaal wordt bij afwezigheid volledig vervangen door de plaatsvervangend secretaris-generaal. Daarnaast treedt de plaatsvervangend secretaris-generaal ten aanzien van door de secretaris-generaal vast te stellen taken in de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de secretaris-generaal.
3 De directeuren-generaal zijn belast met de beleids- en bedrijfsvoering van de tot hun directoraat-generaal behorende onderdelen. Eén van de tot het directoraat-generaal behorende directeuren wordt op voordracht van de betreffende directeur-generaal namens de minister door de secretaris-generaal aangewezen als plaatsvervangend directeur-generaal. De eerste en tweede volzin zijn van overeenkomstige toepassing op de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.
4 De secretaris-generaal (voorzitter), de plaatsvervangend secretaris-generaal en de directeuren-generaal vormen samen de bestuursraad. De bestuursraad formuleert de Justitiebrede en gemeenschappelijke kaders en bewaakt dat de activiteiten en het beleid van de onderscheiden directoraten-generaal daarbinnen blijven. De voorzitter van het College van procureurs-generaal neemt als toehoorder deel aan de bestuursraad.
5 In afwijking van het derde lid, tweede volzin, worden voor het directoraat-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken twee plaatsvervangend directeuren-generaal aangewezen, voor de terreinen Wetgeving en Internationale Aangelegenheden onderscheidenlijk Vreemdelingenzaken. De plaatsvervangend directeur-generaal Wetgeving en Internationale Aangelegenheden treedt op als eerste plaatsvervanger in de ministersstaf, de bestuursraad en de ondernemingsraad.
1 Onverminderd artikel 3 is de secretaris-generaal integraal verantwoordelijk voor de beleids- en bedrijfsvoering van de rechtstreeks onder hem ressorterende dienstonderdelen.
2 Ten aanzien van door hem aan te wijzen dienstonderdelen kan de secretaris-generaal taken opdragen aan de plaatsvervangend secretaris-generaal.
De directie Algemene Justitiële Strategie (DAJS) is belast met het ondersteunen van de departementsleiding bij het ontwikkelen en vormgeven van justitiebrede strategie. Dit bewerkstelligt zij in het bijzonder door het uitvoeren van toekomst- en omgevingsgerichte verkenningen en het op basis daarvan signaleren van strategische thema’s alsmede het bevorderen van de doorwerking daarvan, dit in goed samenspel met partners binnen en buiten het ministerie.
1 Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) is belast met het verrichten van onderzoek en het doen verrichten van onderzoek, het adviseren over voorgenomen beleidsprogramma’s en te voeren beleid en te verrichten onderzoek alsmede het verspreiden van binnen het WODC aanwezige kennis op het terrein van Justitie en met de documentatie van (sociaal-)wetenschappelijke publicaties;
2 Het WODC bestaat uit:
a. de onderzoeksafdeling Asiel & Migratie;
b. de onderzoeksafdeling Criminaliteitspreventie, Slachtofferzorg, Jeugdbescherming en Sanctietoepassing;
c. de onderzoeksafdeling Regelgeving, Rechtspleging & Rechtsbijstand;
d. de onderzoeksafdeling Rechtshandhaving;
e. de afdeling Externe Wetenschappelijke Betrekkingen;
f. de afdeling Statistische lnformatievoorziening en Beleidsanalyse;
g. de afdeling Documentaire lnformatievoorziening;
h. het bedrijfsbureau.
Het bureau Secretaris-Generaal (BSG) is belast met algemene staftaken en de secretariële, administratieve en organisatorische ondersteuning van de minister, de staatssecretaris, de secretaris-generaal en de plaatsvervangend secretaris-generaal. Het is voorts belast met de protocollaire ondersteuning van de departementsleiding van het ministerie en vervult daarbij een coördinerende rol. Deze taken worden gekenmerkt door een representatief of vertrouwelijk karakter.
1 De directie Voorlichting (DV) is belast met het geven van informatie van en over de Justitieorganisatie. Hierbij wordt gezocht naar een goede balans tussen het belang van het ministerie en dat van de ontvangers. Ook heeft de directie tot taak om politieke en maatschappelijke signalen op te vangen en terug te koppelen binnen de Justitieorganisatie.
2 De directie bestaat uit:
a. het Stafbureau;
b. de afdeling Persvoorlichting en Beleidspresentatie;
c. de afdeling Communicatie & Redactie.
1 De directie Financieel-Economische Zaken (DFEZ) is belast met de advisering van de departementsleiding over financiële en macro-economische aspecten van beleid, bedrijfsvoering en uitvoering als bedoeld in artikel 27, eerste en tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 en de daaruit voortvloeiende regelgeving. De directie is tevens belast met de advisering van de Minister voor Jeugd en Gezin over deze onderwerpen, voor zover deze het tot diens verantwoordelijkheid behorende werkterrein betreffen.
a. het de afdeling Begroting en Strategie;
b. de afdeling Financiële Infrastructuur & Administratie;
c. de afdeling Financieel-Economische Advisering & Control;
d. het bureau Managementondersteuning.
1 De directie Personeel en Organisatie (DP&O) is belast met advisering van de departementsleiding over en de ontwikkeling en coördinatie van justitiebreed organisatie- en personeelsbeleid.
a. de afdeling Interne Planning en Ondersteuning;
b. de afdeling Informatiemanagement;
c. de afdeling Accountmanagement, Advies en Control;
d. de afdeling Expertise en Ondersteuning;
e. het project Vernieuwing HRM;
f. de dienst Salarisadministratie en Financiële Rechtspositietoepassing (SAFIR);
g. het Centrum voor Loopbaanontwikkeling (CLO);
1 De directie Informatisering (DI) is belast met de advisering van de departementsleiding over, de coördinatie van departementale vraagstukken en projectleiding van sectoroverstijgende projecten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie.
a. de sectie ICT-advies;
b. de sectie Programmamanagement;
c. het projectenbureau.
1 De Departementale Auditdienst (DAD) is belast met:
a. het uitvoeren van de wettelijke controletaak, bedoeld in artikel 66 van de Comptabiliteitswet 2001;
b. het verrichten van overig periodiek onderzoek naar de bedrijfs- en de beleidsvoering op basis van de artikelen 20 en 21 van de Comptabiliteitswet 2001.
2 De DAD bestaat uit
a. het cluster I DGWIAV en SG/pSG-blok;
b. het cluster II DGPJS;
c. het cluster III DGRR en NCTb;
d. het Bureau Bedrijfsvoering en Beheersondersteuning.
1 De directie Bedrijfsvoering en Ondersteuning Bestuursdepartement (DBOB) is voor de departementsleiding en directies in de sector bestuursdepartement dé dienstverlener op het gebied van huisvesting, werkplekservices, documentaire informatievoorziening, en inkoopondersteuning binnen het bestuursdepartement.
a. de hoofdafdeling Facilitaire Zaken;
b. de hoofdafdeling Documentaire Informatievoorziening;
c. de hoofdafdeling Commerciële Zaken;
d. de afdeling Bedrijfsvoering, Kwaliteit en Productcommunicatie (BKP).
1 Het Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI) is belast met het leveren van generieke ICT-beheerdiensten (financiële systemen, websites en infrastructurele ICT-diensten), specifieke ICT-beheerdiensten (beheer van netwerk, werkplekken en applicaties) aan het Ministerie van Justitie en andere ministeries.
2 Het GDI bestaat uit:
a. de afdeling Bedrijfsvoering;
b. de afdeling Business Development;
c. de afdeling Front Office;
d. de afdeling Beheer.
De directie Inkoop, Huisvesting en Milieu (DIHM) is belast met het realiseren van beleid, kaders en richtlijnen op het bedrijfsvoeringterrein van inkoop, huisvesting en milieu.
1 De Inspectie voor de Sanctietoepassing (ISt) ziet toe op de sanctietoepassing met het oog op zichtbare verbetering van de effectiviteit en kwaliteit van de sanctietoepassing.
2 De Inspectie voor de Sanctietoepassing adviseert de departementsleiding ten behoeve van borging van behoorlijke sanctietoepassing
De Justitie Beleidsacademie is belast met de ontwikkeling en organisatie van opleidingsprogramma’s ten behoeve van alle beleidsambtenaren van het Ministerie.
Het bureau Adviescollege Verloftoetsing tbs is belast met het ondersteunen van het Adviescollege Verloftoetsing tbs alsmede het ontwikkelen van richtlijnen en andere vormen van methodische aanpak ten behoeve van dat Adviescollege.
1 Onverminderd artikel 3 is de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken integraal verantwoordelijk voor de beleids- en bedrijfsvoering van de binnen het directoraat-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken ondergebrachte dienstonderdelen.
2 De directeur-generaal wordt hierbij secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de stafondersteuning
1 De directie Wetgeving (DW) is belast met de ontwikkeling, de totstandkoming, het beheer en het onderhoud van Justitiewetgeving en van andere wetgeving voor zover deze tot het werkterrein van een dienstonderdeel van het ministerie behoort, alsmede met het ontwikkelen en uitdragen van het wetgevingskwaliteitsbeleid en de toetsing van ontwerpwetgeving van de ministeries op rechtsstatelijke en bestuurlijke kwaliteit, met inbegrip van de constitutionele, Europeesrechtelijke en internationaalrechtelijke toetsing van wetgeving.
2 De directie voert juridische adviestaken uit betreffende:
a. de coördinatie van contacten met de landsadvocaat;
b. het geven van juridisch advies in gecompliceerde aangelegenheden;
c. het uitvoeren van bijzondere opdrachten van de departementsleiding.
3 De directie bestaat uit:
a. de sector Straf- en sanctierecht;
b. de sector Staats- en bestuursrecht;
c. de sector Privaatrecht;
d. de sector Wetgevingskwaliteitsbeleid;
e. de Juridisch Adviseur;
f. het bureau Managementondersteuning.
4 Onder de sector Privaatrecht ressorteert het Bureau Religie en Levensbeschouwing in het Publiek Domein (BRLPD), dat is belast met algemene aangelegenheden op het terrein van religie en levensbeschouwing, waaronder het namens de centrale overheid onderhouden van betrekkingen met kerkgenootschappen en genootschappen op levensbeschouwelijke grondslag.
1 De directie Europese en Internationale Aangelegenheden (DEIA) draagt zorg voor een Justitiebrede strategie- en visieontwikkeling ten aanzien van multilaterale, Europese en bilaterale horizontale dossiers en beleidsvraagstukken en ten aanzien van Koninkrijkssamenwerking, internationale projecten en expertisegebieden. Tevens is de directie belast met de zorg voor een gecoördineerde en effectieve Justitie-inzet van Nederland binnen het kader van de samenwerking binnen de Europese Unie en in het kader van de samenwerking op multilateraal, bilateraal en Koninkrijksniveau. Tenslotte faciliteert de directie de politieke en ambtelijke leiding alsmede de directies in logistieke en instrumentele zin op voornoemde terreinen en verzorgt zij de daarop betrekking hebbende informatievoorziening aan interne dossierhouders en belanghebbenden.
2 De directie bevordert en bewaakt de eenheid van optreden op de in het eerste lid genoemde terreinen met inachtneming van de eigen beleidsverantwoordelijkheid van andere dienstonderdelen voor de internationale aspecten van hun beleidsterrein
a. de afdeling Europese Unie;
b. de afdeling Internationale Betrekkingen en Projecten;
c. de Justitieafdeling Permanente Vertegenwoordiging Europese Unie;
d. de Justitieattaché’s op andere Nederlandse ambassades en permanente vertegenwoordigingen in het buitenland;
e. de managementondersteuning.
1 De directie Migratiebeleid (DMb) is belast met de zorg voor een gereglementeerde en beheerste toelating tot verblijf in en vertrek uit Nederland of terugkeer van vreemdelingen op een in nationaal en internationaal opzicht maatschappelijk verantwoorde wijze.
a. de afdeling Toezicht, Regulier en Nationaliteit;
b. de afdeling Besturing, Informatie en Control;
c. de afdeling Asiel, Opvang en Terugkeer;
d. de stafafdeling Juridische en Algemene Zaken.
1 Het secretariaat van de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer (secretariaat CITT) is belast met de ambtelijke ondersteuning van de Commissie Integraal Toezicht Terugkeer.
2 Hiertoe verricht het secretariaat de volgende taken:
a. het verzamelen en bewerken van informatie van toezichthouders en organisaties die betrokken zijn bij het terugkeerproces;
b. het organiseren en begeleiden van werkbezoeken;
c. het opstellen van conceptadviezen.
1 De dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) is als taakorganisatie belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving terzake van vertrek en uitzetting. De dienst bevordert, organiseert en realiseert het daadwerkelijk vertrek uit Nederland van vreemdelingen zonder verblijfsrecht. Bij het uitvoeren van deze taak staat het stimuleren van het zelfstandig vertrek voorop. Desnoods realiseert de dienst het gedwongen vertrek van de vreemdeling uit Nederland. De dienst voert zijn taak uit in samenwerking met andere ketenpartners van de overheid die een taak hebben in het vertrekproces. Taken die wettelijk zijn voorbehouden aan ambtenaren belast met het toezicht of de grensbewaking, worden niet verricht door de dienst. Het projectbureau van het project Terugkeer is bij de dienst ondergebracht.
2 De dienst bestaat uit:
a. de directie Staf;
b. de directie Voorbereiden Vertrek;
c. de directie Bewaring;
d. de directie Operationele Ondersteuning.
1 Het secretariaat van de Adviescommissie voor vreemdelingenzaken (secretariaat ACVZ) is belast met de ambtelijke ondersteuning van die commissie.
2 Het secretariaat bestaat uit:
a. het procescluster Advisering;
b. het procescluster Informatie en Documentatie;
c. het procescluster Bedrijfsvoering.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
1 Onverminderd artikel 3 is de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving integraal verantwoordelijk voor de beleids- en bedrijfsvoering van de binnen het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ondergebrachte dienstonderdelen.
2 De directeur-generaal is daarnaast beheersverantwoordelijk voor het openbaar ministerie.
3 De directeur-generaal wordt hierbij secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de stafondersteuning.
1 De directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding (DRC) is belast met het ontwikkelen van visie, beleid en samenwerkingsvormen op het terrein van de rechtshandhaving, de criminaliteitsbestrijding en het waarborgen van de veiligheid.
2 de directie bestaat uit:
a. de afdeling Strategische Beleidsontwikkeling;
b. de afdeling Georganiseerde Criminaliteit;
c. de afdeling Fraude en Ordening;
d. de afdeling Criminaliteit en Veiligheid.
1 De directie Rechtsbestel (DRb) is belast met de instandhouding en ontwikkeling van het rechtsbestel, in het bijzonder met betrekking tot de toegang tot het recht, de organisatie en de kwaliteit van het rechtsbestel. Hieronder wordt in ieder geval begrepen het stelsel van de rechterlijke organisatie, alsmede de volgende beleidsterreinen: rechtsbijstand, juridische vrije beroepen, alternatieve geschillenbeslechting (ADR), schuldsanering natuurlijke personen en tolken en vertalers.
2 De directie is voorts belast met het beheer van de Hoge Raad, de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en het bureau van het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen.
a. de afdeling Strafrechtelijk Bestel & Arbeidsvoorwaarden;
b. de afdeling Rechtspraak & Geschiloplossing;
c. de afdeling Toegang Rechtsbestel.
1 De directie Instrumentatie Rechtspleging en Rechtshandhaving (DIRR) is belast met de instrumentatie van de overige directies binnen het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving en de taakorganisaties op dit terrein. Onder deze instrumentatie wordt begrepen:
a. de ontwikkeling van het informatievoorzieningbeleid voor de verschillende ketens op het terrein van de rechtspleging en rechtshandhaving, in het bijzonder de strafrechtsketen,
b. het stellen van financiële kaders, en
c. instrumentontwikkeling.
2 Tevens fungeert de directie als centrale voorziening ten behoeve van de registratie van justitiële en strafvorderlijke gegevens en de verstrekking daarvan aan daartoe bevoegde personen en instanties.
3 De directie is voorts belast met het beheer van het College bescherming persoonsgegevens en de Commissie gelijke behandeling.)
4 De directie bestaat uit:
a. de afdeling Begrotingscoördinatie en Interne Bedrijfsvoering;
b. de afdeling Financiële Advisering en Control;
c. de afdeling Keteninformatievoorziening;
d. het Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandhaving;
e. de Justitiële Informatiedienst (JustID);
f. het Financial Intelligence Unit netwerk (FIU.NET);
g. het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT);
h. het Platform Interceptie & Decriptie & Signaalanalyse (PIDS);
1 De directie Juridische en Operationele Aangelegenheden (DJOA) is belast met de voorbereiding van beslissingen in individuele gevallen op het terrein van rechtspleging en rechtshandhaving met toepassing van bestaande regels en beleidskaders. De beslissingen hebben betrekking op bestuurlijk-juridische zaken, operationele zaken, rechtshulpverzoeken of incidenten. De directie levert op deze terreinen ook bijdragen aan beleidsvoorstellen.
2 De directie voert de regie en coördineert de inzet van alle betrokken dienstonderdelen en taakorganisaties bij de afdoening van incidenten waaraan politiek-bestuurlijke aspecten zijn verbonden. De directie ontwikkelt en onderhoudt daartoe de benodigde expertise, een incidentenstrategie en organiseert de voorbereiding van Justitie aan crisisbeheersing in het kader van het nationaal handboek crisisbeheersing.
3 De directie fungeert als het juridisch expertisecentrum van het directoraat-generaal. De directie bewaakt de juridische kwaliteit van de diverse producten van het directoraat-generaal en beperkt de juridische risico’s.
4 De directie is belast met de voorbereiding en uitvoering van beslissingen van de minister aangaande internationale rechtshulp in strafzaken.
5 De directie is voorts belast met de beantwoording van brieven van burgers alsmede de coördinatie van de beantwoording van Kamervragen en andere parlementaire zaken.
6 De directie bestaat uit:
a. de afdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;
b. de afdeling Operationele Zaken en Incidentenmanagement;
c. de afdeling Internationale Rechtshulp in strafzaken.
1 Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) staat, met het oog op de waarheidsvinding op het terrein van de forensische wetenschap ten dienste van het openbaar ministerie, de politie, overige personen en instanties die zijn belast met de opsporing van strafbare feiten, de zittende magistratuur en het Ministerie van Justitie. Indien de bijzondere deskundigheid van het NFI of gronden aan het algemeen belang daartoe aanleiding geven, kan worden besloten dat het NFI ook diensten verricht in het kader van de ondersteuning bij de daadwerkelijke handhaving van de (inter)nationale rechtsorde of de hulpverleningstaak van de politie dan wel ten behoeve van enig andere zaak.
2 De kerntaken van het NFI zijn:
a. het verrichten van forensisch zaakonderzoek op overwegend technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk gebied en het ter zake uitbrengen van een verslag;
b. het ontwikkelen en implementeren van nieuwe onderzoeksmethoden en technieken zowel ten behoeve van het NFI als politie en justitie;
c. het zijn van (inter)nationaal kennis- en expertisecentrum.
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) heeft tot taak het openbaar Ministerie en de Minister te ondersteunen bij hun werkzaamheden ten behoeve van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke en administratieve sancties alsmede met betrekking tot het beheer en de verwerking van gegevens dienaangaande. Het CJIB heeft tevens tot taak door de Minister aangewezen andere werkzaamheden te verrichten ter ondersteuning van het Rijk bij de uitvoering zijn taken.
De projectdirectie Veiligheid begint bij Voorkomen (PDVbbV) is belast met de coördinatie van de uitvoering van het project ‘Veiligheid begint bij Voorkomen’ in het kader van pijler 5 van het Coalitieakkoord van 7 februari 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 30 891, nr. 4, blz. 8) en het beleidsprogramma ‘Samen werken, samen leven’ (Kamerstukken II 2006/2007, 31 070, nr. 1).
1 Onverminderd artikel 3 is de directeur-generaal Preventie, Jeugd en Sancties integraal verantwoordelijk voor de tot de verantwoordelijkheid van de minister behorende beleids- en bedrijfsvoering van de binnen het directoraat-generaal Preventie, Jeugd en Sancties ondergebrachte dienstonderdelen.
2 De directeur-generaal wordt hierbij secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de stafondersteuning.
3 Bij de directeur-generaal zijn de volgende programma’s ondergebracht:
a. het programma Vernieuwing Forensische Zorg;
b. het programma Modernisering Gevangeniswezen.
1 De directie Sanctie- en Preventiebeleid (DSP) is belast met de advisering aan de departementsleiding over en de coördinatie, ontwikkeling en evaluatie van beleid dat gericht is op het bevorderen van de veiligheid van de maatschappij door:
a. de consequente en effectieve tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende straffen en maatregelen bij volwassenen;
b. de vermindering van de recidive door gedragsinterventies en goede aansluiting op maatschappelijke opvang;
c. het aanbieden van dienstverlening aan slachtoffers van criminaliteit;
d. het voorkomen van criminaliteit door inzet van preventieve maatregelen met het oog op een veilige en rechtvaardige samenleving.
2 Tevens is de directie belast met de advisering aan de departementsleiding over en de ontwikkeling, coördinatie en evaluatie van beleid dat gericht is op het reguleren en beheersen van kansspelen met bijzondere aandacht voor het beschermen van de consument, het tegengaan van gokverslaving en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit.
3 De directie heeft op haar terrein een coördinerende taak in de besturing en beleidsvoering van de baten-lastendienst Dienst JUSTIS en de dienst Justitiële Inrichtingen, voorzover het haar beleidsterrein betreft.
4 De directie is beleidsmatig en budgettair verantwoordelijk voor de door de directie gesubsidieerde organisaties en instellingen en stuurt deze aan.
5 De directie wordt ondersteund door een staf en bestaat uit:
a. de afdeling Sanctie- en Reclasseringsbeleid;
b. de afdeling Preventie- en Slachtofferbeleid;
c. het programma Sluitende aanpak nazorg;
d. het programma Justitiële Voorwaarden;
e. het programma Aanpak geweld in het (semi-)publieke domein;
f. het tijdelijke programma Kansspelen;
g. het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (secretariaat SGM);
h. het secretariaat van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (secretariaat RSJ);
i. het bureau van het College van toezicht op de kansspelen (bureau CvtK).
6 De in het vijfde lid onder g, h en i, genoemde dienstonderdelen zijn belast met de bedrijfsvoering en ondersteuning van de in die onderdelen genoemde zelfstandige bestuursorganen.
1 De directie Justitieel Jeugdbeleid (DJJ) is belast met de advisering aan de departementsleiding en aan de Minister voor Jeugd en Gezin over en de coördinatie, ontwikkeling en evaluatie van beleid dat zich richt op:
a. de bescherming van minderjarigen;
b. het voorkomen en aanpakken van bedreigende situaties voor kinderen en gezinnen;
c. het met justitiële instrumenten voorkomen en aanpakken van jeugdcriminaliteit;
d. de bevordering van een samenhangende strafrechtelijke en pedagogische aanpak van de jeugdige nadat deze zich schuldig heeft gemaakt aan strafwaardig gedrag.
2 De directie heeft een adviserende taak in de besturing en beleidsvoering van de raad voor de kinderbescherming en de dienst Justitiële Inrichtingen, voorzover het haar beleidsterrein betreft.
3 De directie is beleidsmatig en budgettair verantwoordelijk voor de door de directie gesubsidieerde organisaties en instellingen en stuurt deze aan. Daarnaast onderhoudt de directie de besturingsrelatie omtrent de doeluitkeringen aan de provincies en grootstedelijke regio’s ten aanzien van de jeugdbescherming en jeugdreclassering.
4 De directie heeft verder tot taak het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen beheersmatig en financieel aan te sturen.
a. de afdeling Jeugdbescherming;
b. de afdeling Jeugdsancties en -preventie;
c. het programma Aanpak jeugdcriminaliteit.
1 De directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken (CBJ) is belast met een integrale controltaak en advisering daarover aan de directeur-generaal Preventie, Jeugd en Sancties en de directeuren Sanctie- en Preventiebeleid en Justitieel Jeugdbeleid. De controltaak omvat in ieder geval de financiële en beleidsmatige control ten aanzien van de taakorganisaties, rechtspersonen met een wettelijke taak, zelfstandige bestuursorganen en gesubsidieerde organisaties en instellingen op het terrein van DGPJS.
2 Daarnaast is de directie belast met het gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over bedrijfsvoerings- en juridische vraagstukken, het ondersteunen bij en voeren van juridische procedures en de verzorging van de interne bedrijfsvoering.
3 De uitvoering van de werkzaamheden van de Centrale autoriteit interlandelijke adoptie, de Centrale autoriteit internationale kinderbescherming en de Centrale autoriteit internationale kinderontvoering is binnen de directie belegd bij de in het vierde lid, onder c, genoemde afdeling.
a. de afdeling Control;
b. de afdeling Bedrijfsvoering;
c. de afdeling Juridische en Internationale Zaken.
De baten-lastendienst Dienst JUSTIS is belast met het namens de minister nemen van besluiten en verwerken van informatie ter bevordering van een betrouwbare, veilige en rechtvaardige samenleving in sectoren met kwetsbare belangen.
De dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is belast met het leveren van een bijdrage aan de veiligheid van de samenleving door tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en door de aan de zorg van het Ministerie van Justitie toevertrouwde personen de kans te bieden een maatschappelijk aanvaardbaar bestaan op te bouwen.
De raad voor de kinderbescherming (RvdK) is belast met het waarborgen van het fundamentele recht van het kind op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en uitgroei naar volwassenheid. De raad voert de volgende taken uit: beschermingszaken, scheiding en omgang, adoptie en strafzaken.
Het bureau van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie is belast met de bedrijfsvoering en de ondersteuning van de Erkenningscommissie Gedragsinterventies Justitie.
1 Onverminderd artikel 3 is de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding integraal verantwoordelijk voor de beleids- en bedrijfsvoering van de rechtstreeks onder hem ressorterende dienstonderdelen.
2 De NCTb legt inhoudelijk direct verantwoording af aan de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
3 De NCTb wordt hierbij secretarieel, organisatorisch en administratief ondersteund door de Staf NCTb.
1 Het bureau Algemene Zaken is belast met de ondersteuning van de NCTb in de dagelijkse aansturing van de Staf NCTb en de ondersteuning van de Staf NCTb in primaire processen.
2 Het bureau coördineert en beheert de inzet van de voor terrorismebestrijding beschikbare middelen, bereidt beslissingen over de aanwending van die middelen voor, brengt hierover advies uit aan de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en waarborgt de informatievoorziening over de inzet van deze middelen.
3 Het bureau adviseert de NCTb over beleidsvoorstellen waaraan financiële of uitvoeringsconsequenties zijn verbonden.
4 Het bureau behandelt juridische vraagstukken, met name op het gebied van de toepassing van wetgeving.
De afdeling Communicatie en voorlichting is belast met de invulling van de communicatiefilosofie, -concepten en -strategie per fase van terrorismebestrijding alsmede met het maken van draaiboeken en protocollen op het terrein van communicatie per fase ten tijde van crisis.
1 De directie Beleid en Strategie (DBS) zorgt voor de ontwikkeling van een helder en eenduidig beleid op het vlak van terrorismebestrijding, daaronder begrepen strategische en internationale beleidsontwikkeling.
2 De directie integreert bestaande beleidsactiviteiten van de diverse actoren, regisseert de beleidsmatige inbreng van andere betrokkenen binnen de Ministeries van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en draagt zorg voor de noodzakelijke onderzoeksprogrammering.
De directie Regie (DR) is belast met:
a. het regisseren van de samenwerking van de verschillende partijen op het specifieke terrein van terrorismebestrijding via structurele (procesgerichte) en incidentele (actiegerichte) regie;
b. het realiseren van een hogere samenwerkingsgraad tussen die partijen.
1 De directie Kennis & Analyse (DKA) vormt het centrale punt in de integratie van inlichtingen en informatie tot concrete analyses en een helder actueel dreigingsbeeld inzake terrorisme.
2 De directie functioneert als het expertise- en informatiecentrum waarin alle andere partners op dit vlak participeren en hun informatie aanleveren. Verder vindt hier de waardering plaats van alle informatie uit bronnen op hoog en laag niveau binnen zeer diverse kringen, waarvoor het noodzakelijk is om informatiestromen te organiseren en te onderhouden.
1 De directie Beveiliging Burgerluchtvaart (DBB) is belast met de beveiliging van de burgerluchtvaart tegen terrorisme.
2 De directie heeft de volgende hoofdtaken:
a. het in nationaal en internationaal verband opstellen van het beleid op het gebied van de beveiliging van de burgerluchtvaart;
b. het opstellen van regels en het geven van aanwijzingen aan de Koninklijke Marechaussee en de luchtvaartsector op basis van de Luchtvaartwet en de Politiewet 1993;
c. het aansturen van de Koninklijke Marechaussee, voorzover deze onder het gezag van de Minister van Justitie is belast met het toezicht op de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen door de luchtvaartsector;
d. het opstellen en actualiseren van het nationaal beveiligingsplan voor de burgerluchtvaart;
e. het uitvoeren van risicoanalyses op basis waarvan eventuele aanvullende beveiligingsmaatregelen worden genomen;
f. het goedkeuren van beveiligingsplannen van zowel de luchthavens als de luchtvaartmaatschappijen;
g. het onderzoeken van nieuwe beveiligingsconcepten, beveiligingsprocessen en beveiligingsapparatuur;
h. het certificeren van opleidingsorganisaties;
i. het deelnemen aan internationale beveiligingsaudits op luchthavens.
1 De Inspectie Beveiliging Burgerluchtvaart (IBBLV) is belast met:
a. het toezicht op de inrichting van de keten van de beveiliging van de burgerluchtvaart;
b. het toezicht op de kwaliteit van de beveiliging van de burgerluchtvaart, daaronder begrepen het toezicht op de taakuitoefening door de directie Beveiliging Burgerluchtvaart,en door de Commandant van de Koninklijke marechaussee, bedoeld in artikel 37t van de Luchtvaartwet.
2 De Inspectie adviseert de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding ten behoeve van borging van een aanvaardbaar niveau van beveiliging van de burgerluchtvaart.
De Eenheid Bewaking en Beveiliging (EBB) is belast met het onderhouden, uitvoeren en vernieuwen van een gezaghebbend, robuust en transparant nationaal stelsel van bewaken en beveiligen.
Bij de hoofden van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen liggen voor het daarbij werkzame personeel ter inzage:
a. een exemplaar van deze regeling;
b. het organisatie- en formatierapport van het betreffende dienstonderdeel.
1 Een voornemen tot aanpassing van de organisatie zoals deze is weergegeven in deze regeling, wordt genomen door de secretaris generaal, gehoord de bestuursraad.
2 De directeur Personeel en Organisatie adviseert de secretaris generaal alvorens een beslissing omtrent instemming wordt genomen.
1 Elk van de in artikel 2 genoemde dienstonderdelen ontwerpt en onderhoudt een organisatierapport en een formatierapport en, voorzover van toepassing, een taakbesluit en een baten-lastendienstregeling.
2 Voorzover een document als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een dienstonderdeel, genoemd in artikel 2, onder a en e, is de secretaris-generaal bevoegd het document namens de minister vast te stellen.
3 Voorzover een document als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een dienstonderdeel, genoemd in artikel 2, onder b, c en d, is de directeur-generaal onder wie het dienstonderdeel ressorteert, bevoegd het document namens de minister vast te stellen.
4 De secretaris-generaal respectievelijk de directeur-generaal kan de in het tweede respectievelijk derde lid bedoelde bevoegdheid mandateren aan een onder hem ressorterende ambtenaar.
5 Alvorens een document als bedoeld in het eerste lid, kan worden vastgesteld, behoeft dit de instemming van de bestuursraad. De directeur Personeel en Organisatie adviseert de bestuursraad alvorens een beslissing omtrent instemming wordt genomen.
6 Het eerste lid is op de in artikel 2, onder b en c, genoemde dienstonderdelen eerst van toepassing met ingang van 1 juli 2007.
1 De directeur Personeel en Organisatie is belast met het beheer van deze regeling.
2 De secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding zijn verantwoordelijk voor een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de directeur Personeel en Organisatie van de gegevens die een goed beheer van deze regeling mogelijk maken.
Na inwerkingtreding van deze regeling berust het Taak- en bevoegdheidsbesluit pSG Justitie op de artikelen 3, tweede lid, tweede volzin, en 4, tweede lid, van deze regeling.
De Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2005 wordt ingetrokken.
1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
2 De artikelen 1 en 7 werken terug tot en met 22 februari 2007.
3 Artikel 2, onderdeel b, met uitzondering van subonderdeel 4°, en onderdeel c, hoofdstuk III, met uitzondering van artikel 22, en hoofdstuk IV werken terug tot en met 1 oktober 2006, met dien verstande dat:
a. tot en met 21 februari 2007 wordt gelezen in plaats van:
1°. ‘Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken’: Wetgeving, Internationale aangelegenheden, Integratie en Vreemdelingenzaken;
2°. ‘WIAV’: WIIV;
b. als dienstonderdeel van het directoraat-generaal Wetgeving, Internationale aangelegenheden, Integratie en Vreemdelingenzaken tevens wordt aangemerkt:
1°. van 1 oktober 2006 tot en met 31 december 2006: de directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden (DCIM);
2°. van 1 januari 2007 tot en met 21 februari 2007: de directie Inburgering en Integratie (DI&I).
4 De artikelen 2, onderdeel b, subonderdeel 4°, en 22 werken terug tot en met 1 augustus 2007.
Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Minister
E.M.H. Hirsch Ballin
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Organisatieregeling Ministerie van Justitie 2007", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.