Sanctieregeling Iran 2007

[Regeling vervallen per 19-11-2010.]
Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 07-09-2010 en zichtdatum 07-09-2010.
Geldend van 07-09-2010 t/m 18-11-2010

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 17 oktober 2007, nr. DJZ/BR/0916-07, betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (Sanctieregeling Iran 2007)

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister en de staatssecretaris van Financiën en de staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van de Europese Unie van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (Pb EG L 103);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 27 februari 2007 betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (Pb EG L 61);

Gelet op Gemeenschappelijk Standpunt 2006/795/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2006 betreffende beperkende maatregelen tegen de Democratische Volksrepubliek Korea (Pb EG L 322);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • 1 Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, 5, eerste en tweede lid, 7 en 13, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van de Europese Unie van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (Pb EG L 103).

Artikel 1a

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • 1 Het is verboden om de volgende voorwerpen, materialen, uitrusting, goederen en technologie aan te kopen van bedrijven, entiteiten of personen in Iran of van niet in Iran gevestigde bedrijven of entititeiten die in Iraanse handen zijn of onder Iraanse zeggenschap staan:

    • a. wapens en aanverwant materieel van enigerlei aard, waaronder begrepen wapens en munitie, militaire voertuigen en uitrusting, paramilitaire uitrusting en reserveonderdelen voor dergelijke wapens en aanverwant materieel, alsmede uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt;

    • b. andere dan de in bijlage I en bijlage I bis van Verordening (EG) nr. 423/2007 van de Raad van de Europese Unie van 19 april 2007 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (Pb EU L 103), genoemde goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van de Europese Unie van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik, met uitzondering van categorie 5 - deel 1 en categorie 5 - deel 2 in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 1b

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • 1 Het is verboden om:

    • a. een financiële lening of krediet te verstrekken aan ondernemingen in Iran die actief zijn in de sectoren van de aardolie- en aardgasindustrie van Iran die betrekking hebben op raffinage, vloeibaar aardgas, exploratie en productie, of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sectoren actief zijn;

    • b. een deelneming te verwerven of uit te breiden in ondernemingen, bedoeld in onderdeel a, alsook dergelijke ondernemingen volledig te verwerven en aandelen en effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen te verwerven;

    • c. een joint venture op te richten met ondernemingen in Iran die actief zijn in de sectoren, bedoeld in onderdeel a, en met dochterondernemingen of filialen onder hun zeggenschap.

  • 2 Het in het eerste lid, onderdeel a, neergelegde verbod is niet van toepassing op de uitvoering van verplichtingen die voortvloeien uit contracten of verdragen die voor 26 juli 2010 zijn gesloten.

  • 3 Het in het eerste lid, onderdeel b, neergelegde verbod is niet van toepassing op de uitbreiding van een deelneming uit hoofde van een verplichting die voortvloeit uit een voor 26 juli 2010 gesloten verdrag.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

Het is verboden om militaire goederen, alsmede militaire technologie, aangewezen in de bijlage bij het In- en uitvoerbesluit strategische goederen, dan wel onderdelen daarvan, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan dan wel te exporteren naar entiteiten of personen in Iran, of voor gebruik in Iran, ongeacht het land van herkomst.

Artikel 2a

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • 1 Het is verboden om gespecialiseerde vorming of opleiding die kan bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Iran en aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens te verstrekken aan Iraanse onderdanen, die niet beschikken over een met het oog op deze verstrekking door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verleende ontheffing of in afwijking van de aan deze ontheffing verleende beperkingen. Het verbod, bedoeld in de eerste volzin, strekt zich niet uit tot bacheloropleidingen, bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

  • 2 Een ontheffing wordt geweigerd, indien de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het risico dat het aanbieden van de bedoelde vorming of opleiding aan de Iraanse onderdaan voor wie de ontheffing is bestemd, zal bijdragen aan proliferatiegevoelige activiteiten van Iran of aan de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens in Iran, onaanvaardbaar groot acht.

  • 3 Een ontheffing op grond van het eerste lid kan onder beperkingen worden verleend.

  • 4 In de bij deze regeling behorende bijlage wordt bepaald op welke gebieden van onderwijs en onderzoek het verbod, bedoeld in het eerste lid, in elk geval betrekking heeft.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • 1 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, eerste lid bis, vierde en vijfde lid, artike 5, derde lid, wat betreft transacties, bedoeld in artikel 5, tweede lid onder a, en artikel 6 jo artikel 5, eerste lid onder a, van Verordening (EG) nr. 423/2007 is de minister van Economische Zaken.

  • 2 De bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 5, derde lid, wat betreft transacties, bedoeld in artikel 5, tweede lid onder b en c, in artikel 6 jo artikel 5, eerste lid, onder b en c, en in de artikelen 8, 9, en 10, eerste en tweede lid, van Verordening (EG) nr. 423/2007 is de Minister van Financiën.

  • 3 De bevoegde autoriteiten, bedoeld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 423/2007 zijn, elk voor het gebied waartoe hun competentie zich op grond van het eerste en het tweede lid uitstrekt:

    • de Minister van Economische Zaken;

    • de Minister van Financiën.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

[Red: Wijzigt de Sanctieregeling Noord-Korea 2007.]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

Deze regeling wordt aangehaald als: Sanctieregeling Iran 2007.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Buitenlandse Zaken,

M.J.M. Verhagen

Bijlage bij artikel 2a

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

Natuurwetenschappen

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • Chemie, specifiek gericht op de ontwikkeling van vaste en vloeibare raketbrandstoffen;

  • Materiaalkunde, specifiek gericht op de ontwikkeling en behandeling van corrosiebestendig staal en metaallegeringen met aluminium (metallurgie) en de ontwikkeling en fabricage van composietmaterialen (composiettechniek);

  • Natuurkunde, specifiek betrekking hebbend op (tweefasen-)stromingsleer in relatie tot de ontwikkeling van raketmotoren en kokend water reactoren;

  • Natuurkunde, specifiek gericht op lasertechnologie zoals toegepast in nucleaire technologie, m.n. laserverrijking.

Techniek

[Regeling vervallen per 19-11-2010]

  • Werktuigbouwkunde, specifiek gericht op de ontwikkeling en productie van (onderdelen van) gasturbines en raketmotoren;

  • Luchtvaart- ruimtevaarttechniek, waarbij alle technieken toepasbaar in raketsystemen relevant zijn;

  • Productietechnologie, specifiek gericht op technologie relevant voor het ontwerpen en inrichten van productieprocessen voor raketsystemen;

  • Metaalbewerking, betrekking hebbend op CNC-machines met 3 of meer assen, specifiek betrekking hebbend op de productie van onderdelen bruikbaar in het (uranium) verrijkingsproces of raketsystemen;

  • Vacuümtechnologie, specifiek gericht op het ontwerpen en fabriceren van apparatuur voor het bereiken van vacuümtoestand voor zover specifiek toepasbaar in het (uranium)verrijkingsproces of raketsystemen.