Verordening PT algemene bepalingen 2007

[Regeling vervallen per 14-03-2010.]
Geraadpleegd op 17-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2015.
Geldend van 31-12-2008 t/m 13-03-2010

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d. 3 juli 2007, houdende de vaststelling van algemene bepalingen die gelden ten aanzien van het productschap (Verordening PT algemene bepalingen 2007)

Het Bestuur van het Productschap,

gelet op de artikelen 77, 83, 93, 95, 104, 106, 126, 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

gelet op hoofdstuk 4, 6, 7 en 10 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 12 tot en met 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord:

de Commissie voor hovenierswerkzaamheden, d.d. 11 april 2007,

de Commissie voor boomkwekerijproducten, d.d. 9 mei 2007,

de Commissie voor bloemkwekerijproducten, d.d. 16 mei 2007,

de Commissie voor energie d.d. 31 mei 2007,

de Commissie voor groenten en fruit, d.d. 19 juni 2007,

de Sociaal-Economische Commissie, d.d. 21 juni 2007, en

de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 26 juni 2007

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 1:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 2 In de verordeningen van het Productschap Tuinbouw wordt verstaan onder.

    a.

    productschap:

    het Productschap Tuinbouw;

    b.

    bestuur:

    het bestuur van het productschap;

    c.

    dagelijks bestuur:

    uit het midden van het bestuur samengesteld bestuur als bedoeld in artikel 84 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

    d.

    de voorzitter:

    de voorzitter van het productschap;

    e.

    secretaris:

    de secretaris van het productschap;

    f.

    functionaris:

    eenieder werkzaam bij het productschap

    g.

    onderneming:

    onderneming waarvoor het productschap is ingesteld;

    h.

    de ondernemer:

    de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld, veilingen, telersverenigingen en afzetorganisaties;

    i.

    de wet:

    de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Hoofdstuk 2. Registratie en administratie van ondernemingen

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 2:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De ondernemer is verplicht binnen 30 dagen na de aanvang van de onderneming hiervan schriftelijke mededeling te doen bij het productschap.

  • 2 Nadat de ondernemer de verzochte registratiegegevens aan het productschap heeft verstrekt, stuurt het productschap de ondernemer een bericht van registratie en een registratienummer.

  • 3 De ondernemer is verplicht binnen 30 dagen na wijziging van de gegevens als bedoeld in het voorgaande lid, dan wel na beëindiging van de onderneming, hiervan schriftelijke mededeling te doen bij het productschap.

  • 4 Het productschap houdt in beheer een register van ondernemingen.

  • 5 Het bestuur van het productschap is bevoegd bij besluit nadere voorschriften vast te stellen ter uitvoering van het bepaalde in de voorgaande leden.

Artikel 2:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 Iedere natuurlijke persoon en elke rechtspersoon, die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld is verplicht:

    • a. de door of vanwege het productschap met betrekking tot het voeren van een administratie gegeven voorschriften en aanwijzingen na te komen en deze administratie volledig en naar waarheid bij te houden en te bewaren.

    • b. de vragen, welke hem door of vanwege het productschap betreffende de administratie van en de werkzaamheden in zijn onderneming worden gesteld, prompt, volledig en naar waarheid te beantwoorden, zomede op eerste vordering de door of vanwege het productschap verlangde boeken, papieren en/of andere bescheiden tegen ontvangstbewijs in te leveren of in te zenden.

    • c. . indien hij mondeling of schriftelijk - al dan niet op door of vanwege het productschap of enige andere instantie of instelling verstrekte formulieren of soortgelijke bescheiden, gegevens, inlichtingen, opgaven of andere mededelingen, waaruit voor hemzelf of voor een ander enig recht of enig voordeel ontstaat of voortvloeit, dan wel zou kunnen ontstaan of voortvloeien, aan het productschap of aan enig(e) door of vanwege het productschap aangewezen instantie, instelling of persoon verstrekt, zulks prompt, volledig en naar waarheid te doen.

    • d. de schriftelijke kennisgevingen, hem door of vanwege het productschap toegezonden, blijkens welke hem enig recht of enige bevoegdheid wordt toegekend, ter plaatse waar het bedrijf wordt uitgeoefend te bewaren.

    • e. op eerste vordering van functionarissen behorende tot de door het bestuur aangewezen toezichthouder, die in het bezit zijn van een door de voorzitter of secretaris afgegeven legitimatiebewijs en zich desgevraagd hebben gelegitimeerd, toe te laten dat deze personen inzage nemen van de in de onderneming aanwezige boeken, papieren en/of andere bescheiden, zomede dat zij de in de onderneming aanwezige voorraden, alsmede de bedrijfsmiddelen bezichtigen en opnemen, hen daartoe de vrije gelegenheid te geven en hen daarbij desgevraagd behulpzaam te zijn.

  • 2 De in het eerste lid gestelde regelen binden mede alle andere dan de aldaar bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, die ondernemingen drijven, waarvoor het productschap is ingesteld, voor zover deze handelingen verrichten, welke bedrijfsmatig plegen te worden verricht in de ondernemingen, waarvoor het productschap is ingesteld.

  • 3 De in het eerste lid onder a bedoelde administratie wordt gedurende 8 jaar bewaard, zover deze administratie betrekking heeft op gegevens die van belang zijn voor het bepalen van enige door het productschap op te leggen heffing.

  • 4 Wanneer de voorzitter of de secretaris zulks nodig acht en voor zover van belang voor de bepaling van de heffing, dient een ondernemer, die op grond van een heffingsverordening als bedoeld in artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie heffingsplichtig is, een accountantsverklaring in, waaruit blijkt:

    • a. de totale in het betreffende kalenderjaar geproduceerde, be- of verwerkte, verhandelde, geleverde of afgenomen hoeveelheden product;

    • b. de herkomst of bestemming van de onder a bedoelde hoeveelheden naar categorie bedrijven.

  • 5 De in het eerste lid bedoelde gegevens, zullen - voor zover deze bij of krachtens de wet niet slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het productschap - niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het productschap en de met financiële controle op het productschap belaste accountant en diens personeel alsmede de door het bestuur aangewezen toezichthouder, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle dan wel het toezicht noodzakelijk is.

  • 6 Indien de in het vierde lid bedoelde accountantsverklaring niet afkomstig is van een registeraccountant (RA) of accountant-administratieconsulent (AA), kan de Interne accountantsdienst van het productschap controles uitvoeren. De kosten hiervan kunnen aan de ondernemer in rekening worden gebracht.

  • 7 Bekendmaking van gegevens, als bedoeld in het vierde lid, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming de gegevens betrekking hebben.

Artikel 2:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens het tweede hoofdstuk van de verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld.

  • 2 Het bevoegde tuchtgerecht is het Tuchtgerecht Akkerbouwproductschappen.

Hoofdstuk 3. Heffing en invordering

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

§ 1. Heffing en invordering

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 3:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a.

ambtshalve schatting:

nota op basis van door het productschap geraamde omvang van de grondslag die voor de onderneming ingevolge heffingsverordeningen van toepassing is;

b.

aangifteformulier:

door het productschap opgesteld voor het verkrijgen van gegevens die nodig zijn om de omvang van de grondslag voor de verschillende heffingsverordeningen te bepalen;

c.

boekencontrole:

controle van de in de onderneming of bij diens accountant aanwezige boeken en/of bescheiden, zomede dat zij de in de onderneming aanwezige voorraden, alsmede bedrijfsmiddelen, bezichtigen en opnemen en zij daartoe de vrije gelegenheid geven noodzakelijk voor de vaststelling van een juiste en volledige omvang van die grondslagen die leiden tot, de over de te controleren periode, op te leggen heffingen.

Artikel 3:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De ondernemer is jaarlijks aan het productschap een heffing verschuldigd.

Artikel 3:4

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 Aan de onderneming wordt een aangifteformulier toegezonden.

  • 2 Het aangifteformulier dient binnen 30 dagen ingevuld met de juiste gegevens en ondertekend aan het productschap te worden geretourneerd.

  • 3 De verstrekte gegevens worden door het productschap gecontroleerd op correcte invulling.

  • 4 De gegevens worden vervolgens verwerkt in het heffingenbestand.

  • 5 Hierna wordt de berekening van de heffing opgestart.

  • 6 Het opmaken van de nota vindt vervolgens plaats.

  • 7 Indien niet is voldaan aan het gestelde onder het tweede lid, wordt een herinneringsbrief toegezonden.

  • 8 Binnen 14 dagen dienen dan alsnog de gevraagde gegevens te zijn verstrekt.

  • 9 Indien de gegevens als bedoeld in het tweede lid dan wel het achtste lid, niet, niet tijdig, of niet volledig zijn verstrekt, dan:

    • a. wordt voor het bepalen van de hoogte van de heffing, de gegevens van het daaraan voorafgaande jaar als uitgangspunt genomen, verhoogd of verlaagd met het trendmatig percentage geldig voor de desbetreffende sector. Bij het ontbreken van gegevens van het voorafgaande jaar worden andere beschikbare gegevens zoals arealen, veilinggegevens, gegevens van de Kamer van Koophandel, internet, etc. gebruikt om toch tot een reële schatting met bijbehorend trendmatig percentage te komen.

      Indien op bovenstaande wijze géén reële schatting gemaakt kan worden, zal een afgewogen gemiddelde schatting in de desbetreffende sector worden gehanteerd, en

    • b. wordt de heffing verhoogd met € 40,- administratiekosten.

  • 10 Wordt de ambtshalve schatting, met medewerking van de heffingsplichtige, alsnog omgezet in een normale aangifte, dan blijft de € 40,- administratiekosten verschuldigd.

Artikel 3:5

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

In afwijking van het bepaalde in het voorgaande artikel kan de heffingsplichtge een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld.

De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens de van toepassing zijnde heffingsverordening verschuldigde heffing.

Artikel 3:6

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De heffingsnota bevat ten minste:

  • a. de naam van de onderneming;

  • b. het adres van de onderneming

  • c. een specificatie of toelichting omtrent de wijze waarop de heffing is berekend;

  • d. het totaal van de heffing, en

  • e. een dagtekening.

Artikel 3:7

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 Het productschap is gerechtigd ten behoeve van een richtige heffing een boekencontrole uit te voeren.

  • 2 Deze boekencontrole wordt uitgevoerd door een functionaris van het productschap, die in het bezit is van een schriftelijke machtiging van de voorzitter

  • 3 Indien bij de boekencontrole blijkt dat een onjuiste opgave is gedaan als bedoeld in artikel 3:4, tweede lid, wordt ingeval een navordering verhoogd met maximaal 10%.

  • 4 Indien er bij een boekencontrole sprake is van een opgelegde ambtshalve schatting als bedoeld in artikel 3:4, negende lid, wordt de na de boekencontrole opgestelde nota met 10% verhoogd.

  • 5 De termijn waarover de boekencontrole zich uitstrekt is maximaal acht jaar, waarbij niet meer dan de vijf meest recente aangiftejaren worden gecontroleerd

Artikel 3:8

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De betaling geschiedt binnen 30 dagen na dagtekening van de nota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is de nota is terstond invorderbaar zodra:

    • a. het faillissement van de heffingsplichtige is aangevraagd;

    • b. degene die de onderneming drijft de onderneming beëindigt, of van het voornemen daartoe blijkt, of

    • c. degene die de onderneming drijft zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 3:9

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De heffingsplichtige, die niet of niet geheel binnen de in artikel 3:8 bedoelde termijn heeft betaald, worden de daaruit voortvloeiende extra kosten van € 22,50 in rekening gebracht, alsmede de wettelijke interest over het niet betaalde bedrag, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling diende te zijn verricht, ingevolge de aanmaning als bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de wet.

Artikel 3:10

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De invorderingskosten voortvloeiend uit het niet betalen binnen de termijn als bedoeld in artikel 3:8 en 3:9. zijn voor rekening en risico van de ondernemer.

Artikel 3:11

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De voorzitter is belast met de oplegging en inning van de heffing en de daarmee samenhangende kosten als bedoeld in de artikelen 3:8 tot en met 3:10.

Hoofdstuk 4. Factuurmelding

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 4:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Iedere ondernemer is verplicht de voor de afnemer bestemde facturen op de dag van uitvoer, onderscheidenlijk het brengen buiten het verzendgebied, aan het productschap toe te zenden.

Artikel 4:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

In afwijking van het bepaalde in artikel 4:1 zendt iedere ondernemer die bloemkwekerijproducten verhandelt de facturen aan het Hoofd bedrijfschap Agrarische Groothandel/bloemen en planten.

Artikel 4:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De ondernemer die bloemkwekerijproducten uitvoert of buiten het verzendgebied brengt, is verplicht om, zodra de buitenlandse afnemer een zending bloemkwekerijproducten heeft betaald, het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel/Bloem en Planten van deze betaling in kennis te stellen.

Artikel 4:4

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Het bestuur van het productschap kan, bij besluit, omtrent de uitvoering van het bepaalde in dit hoofdstuk nadere voorschriften stellen.

Hoofdstuk 5. Werkwijze (dagelijks) bestuur, (sector)commissies, overige commissies en werkverbanden

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 5:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De artikelen 26 en 27 van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op het (dagelijks) bestuur, de artikel 88/88a-commissies, overige commissies en werkverbanden, behoudens het bepaalde in artikel 90 van de wet.

Artikel 5:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De artikelen 10 en 77 van de wet zijn ten aanzien van (dagelijks) bestuur, de artikel 88/88a-commissies, overige commissies en werkverbanden van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De beslissingsbevoegdheid ten aanzien van een aantal besluiten wordt overeenkomstig artikel 95, tweede lid van de wet overgedragen aan commissies ingesteld op grond van artikel 88a van de wet en de Sociaal Economische Commissie.

Hoofdstuk 6. Bevoegdheden voorzitter

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 6:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De voorzitter is belast met de uitvoering van verordeningen en besluiten van het (dagelijks) bestuur en oefent de daarmee verband houdende bevoegdheden uit, tenzij deze bevoegdheden uitdrukkelijk aan het (dagelijks) bestuur zijn voorbehouden en met dien verstande, dat het (dagelijks) bestuur, ingeval het zulks nodig oordeelt, een andere voorziening kan treffen.

Artikel 6:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De voorzitter is bevoegd de tekst van ontwerp-verordeningen als bedoeld in artikel 100 van de wet, vast te stellen. Het bestuur kan, ingeval het zulks nodig oordeelt, een andere voorziening treffen.

Artikel 6:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De voorzitter is bevoegd tot het nemen van beslissingen, welke betrekking hebben op, voortvloeien uit of verband houden met het dagelijks beheer als bedoeld in artikel 123, van de wet.

Artikel 6:4

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 2 De voorzitter is bevoegd de afdoening en ondertekening van namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid uitgaande stukken, alsmede verrichten van bepaalde rechtshandelingen over te laten aan één of meer functionarissen van het productschap.

Artikel 6:5

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De voorzitter oefent de krachtens artikel 11, van de In- en Uitvoerwet, en artikel 23, van de Landbouwwet aan het bestuur overgedragen bevoegdheden - andere dan verordenende - uit. Het bestuur kan ingeval het zulks nodig acht, een andere voorziening treffen.

Artikel 6:6

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De voorzitter is bevoegd te beslissen over het voeren van verweer door het productschap voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven, alsmede te beslissen op bij het productschap ingediende bezwaarschriften.

  • 2 De voorzitter kan functionarissen van het secretariaat machtigen, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uit te oefenen.

Hoofdstuk 7. Vergoedingen voorzitter

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 7:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De voorzitter geniet een maandelijkse vergoeding, welke gelijk is aan het hoogste bedrag van schaal 16, opgenomen in de bijlage III, behorende bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie (CAO-PBO), verhoogd met 16,5% en afgerond op hele euro’s en uitgaande van een voltijdse functievervulling.

  • 2 Voor het overige zijn op hem van toepassing de bepalingen zoals opgenomen in de CAO-PBO.

Artikel 7:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 Ten aanzien van de voorzitter, die één of meer ambtsperioden, als bedoeld in artikel 78, tweede lid, van de wet vervuld hebbende, niet wordt herbenoemd, is het bepaalde in bijlage XVI van de CAO-PBO van toepassing.

  • 2 Ten aanzien van de voorzitter die wordt ontslagen ingevolge het bepaalde in artikel 78, eerste lid, van de wet, is, tenzij naar het oordeel van het dagelijks bestuur van het productschap ernstige redenen zich daartegen verzetten, het bepaalde in bijlage XVI van de CAO-PBO van toepassing.

  • 3 De uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderscheidenlijk het tweede lid, zal worden berekend op basis van de som van de in artikel 7:1, eerste lid bedoelde bedragen, en overeenkomstig het bepaalde in bijlage XVI van de CAO-PBO.

Hoofdstuk 8. Vacatievergoedingen

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 8:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a.

commissies:

commissies als bedoeld in artikel 88 en 88a van de wet;

b.

overige commissies:

andere door het bestuur van het productschap ingestelde permanente commissies;

c.

werkverbanden:

door het productschap ingestelde tijdelijke commissies, stuurgroepen, werkgroepen, begeleidingscommissies, dan wel anderszins genoemd;

d.

dagdeel:

het deel van een dag waarvan het eerste aanvangt op het tijdstip van aanvang van de eerste bijgewoonde vergadering en het tweede en derde aanvangen nadat sedert dat tijdstip vijf respectievelijk tien uren zijn verstreken.

Artikel 8:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De leden van het (dagelijks) bestuur en van de commissies als bedoeld in artikel 88 en 88a, van de wet, genieten voor elke door hen bijgewoonde vergadering, in relatie tot een dagdeel, een vergoeding bestaande uit:

    a.

    een vacatiegeld:

    € 250,00

    b.

    een onkostenvergoeding:

    € 16,00

    c.

    een kilometervergoeding:

    € 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de Sociaal Economische Commissie.

  • 4 Het eerste tot en met het derde lid is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

Artikel 8:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De leden van andere commissies genieten voor elke door hen bijgewoonde vergadering, in relatie tot een dagdeel, een vergoeding bestaande uit:

a.

een vacatiegeld:

€ 136,00

b.

een onkostenvergoeding:

€ 16,00

c.

een kilometervergoeding:

€ 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

Artikel 8:4

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De leden van door het productschap ingestelde werkverbanden die diensten verrichten in het algemeen belang, dan wel werkzaamheden te velde verrichtten, genieten voor de geleverde dienst/werkzaamheid een vergoeding bestaande uit:

    a.

    een vacatiegeld:

    € 136,00

    b.

    een kilometervergoeding:

    € 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

Artikel 8:4

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De leden van door het productschap ingestelde werkverbanden die diensten verrichten in het algemeen belang, dan wel werkzaamheden te velde verrichtten, genieten voor de geleverde dienst/werkzaamheid een vergoeding bestaande uit:

    a.

    een vacatiegeld:

    € 136,00

    b.

    een kilometervergoeding:

    € 0,28 per kilometer

  • 2 Als afstand geldt de afstand heen en terug tussen de woonplaats en de plaats waarin de vergadering wordt gehouden; de afstand wordt vastgesteld door het secretariaat van het productschap op basis van de meest gebruikelijke reisroute over de weg.

  • 3 Het eerste en tweede lid is van overeenkomstige toepassing op plaatsvervangers.

Artikel 8:5

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 Bij elke afzonderlijke vergadering wordt een presentielijst uitgedeeld, die strekt tot het uitsluitend bewijs dat een lid van een commissie als bedoeld in artikel 8:2 tot en met 8:4, die vergadering daadwerkelijk heeft bijgewoond.

  • 2 Indien een lid van een van de onder artikel 8:2 tot en met 8:4 bedoelde commissies en werkverbanden in één etmaal, in welke hoedanigheid ook, meer dan één vergadering heeft bijgewoond op dezelfde locatie, wordt per vergadering de vergoeding als bedoeld genoten, maar slechts éénmaal de reiskosten.

Artikel 8:6

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Vacatiegelden en kilometervergoedingen zijn inclusief de eventueel verschuldigde omzetbelasting.

Artikel 8:7

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

De voorzitter kan ingeval artikel 8:3 tot en met 8:4 afwijken van de aldaar genoemde vergoedingen voor de aldaar bedoelden.

Artikel 8:9

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Het bedrag wordt op kwartaalbasis betaalbaar gesteld.

Hoofdstuk 10. Geheimhouding

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 10:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening dienen in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen functionarissen van het secretariaat van het productschap te worden gesteld, tenzij in deze verordening anders is bepaald.

  • 2 Deze gegevens mogen slechts worden gebezigd voor de vervulling van de taak van het productschap.

Hoofdstuk 11. Financiële relaties

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 11:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Het indienen en de wijze van het afhandelen van een projectaanvraag en een verzoek voor het verkrijgen van een exploitatiesubsidie wordt vastgelegd in een nader op te stellen regeling.

Artikel 11.2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Jaarlijks stelt het bestuur, nadat inzicht is verkregen in zowel de financiële positie van de te onderscheiden (deel)sectoren en de geformuleerde beleidsdoelstellingen, een daarmee samenhangend subsidieplafond vast.

Artikel 11:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Het indienen en de wijze van het afhandelen van financiële vergoedingen wordt vastgelegd in een nader op te stellen regeling.

Hoofdstuk 12. Toezicht

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 12:1

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Het productschap zal toezicht gaan uitoefenen op degene die een projectbijdrage dan wel exploitatiesubsidie wordt verstrekt. Een en ander zal worden vastgelegd in een nader op te stellen regeling.

Hoofdstuk 13. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Artikel 13:2

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Deze verordening treedt in werking de tweede dag na plaatsing in het Verordeningblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 13:3

[Regeling vervallen per 14-03-2010]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene bepalingen 2007.

De verordening en de toelichting zal worden gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 3 juli 2007

D. Duijzer

voorzitter

C. Kuijvenhoven

secretaris