1 In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aangewezen oppervlaktewaterlichaam: oppervlaktewaterlichaam dat op grond van artikel 1.7, eerste lid, onderdeel b, is aangewezen;
ADR: de op 30 september 1957 te Genève totstandgekomen Europese Overeenkomst betreffende
het internationale vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (Trb. 1959, 171);
afleverinstallatie: geheel van de al dan niet onder de grond liggende tank of tanks met daaraan gekoppelde
leidingen, appendages, één of meer afleverzuilen, voorzover aanwezig, een kassa en,
voorzover aanwezig, één of meer betaalautomaten;
andere hernieuwbare brandstoffen: andere hernieuwbare brandstoffen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel
c, van richtlijn 2003/30/EG;
autodemontagebedrijf: inrichting voor het demonteren van autowrakken;
autowrak: voertuig dat een afvalstof is in de zin van artikel 1.1, eerste lid, van de wet;
autowrakkenrichtlijn: richtlijn nr. 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie
van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEG L 269);
bedrijfsduurcorrectie: correctie als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, zijnde
de logaritmische verhouding tussen de tijdsduur dat de geluidsbron gedurende de beoordelingstijd
in werking is, en de duur van die beoordelingsperiode;
bedrijventerrein: cluster aaneengesloten percelen met overwegend bedrijfsbestemmingen, binnen een
in een bestemmingsplan als bedrijventerrein aangewezen gebied, daaronder niet begrepen
een gezoneerd industrieterrein;
beheerder: beheerder als bedoeld in artikel 1.1 van de Waterwet;
beperkt kwetsbaar object: beperkt kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bijkomend gevaar: een gevaar naast de grootste gevaarseigenschap als bedoeld in het ADR;
biobrandstof: biobrandstof als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 2003/30/EG, waaronder in elk geval de biobrandstoffen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van
richtlijn 2003/30/EG, worden verstaan;
bodembedreigende activiteit: bedrijfsmatige activiteit als bedoeld in paragraaf 3.1 van deel A 3 van de NRB;
bodembedreigende stof: stof die de bodem kan verontreinigen als bedoeld in paragraaf 3.1 van deel A3 van
de NRB;
bodembeschermende maatregel: op de gebezigde stoffen en gebruikte bodembeschermende voorziening toegesneden beheermaatregel
gericht op reparatie, schoonmaak, onderhoud, actie bij incidenten, bedrijfsinterne
controle, inspectie of toezicht, ter voorkoming van immissies in de bodem of herstel
van de effecten van zulke immissies op de bodemkwaliteit, waarvan de uitvoering is
gewaarborgd;
bodembeschermende voorziening: een vloeistofkerende voorziening, een vloeistofdichte vloer of verharding of een
andere doelmatige fysieke voorziening, ter voorkoming van immissies in de bodem;
bovengrondse opslagtank: opslagtank die geheel boven de bodem is gelegen;
brandcompartiment: brandcompartiment als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Bouwbesluit 2003;
BTEX: benzeen, tolueen, ethylbenzeen en xyleen;
bunkerstation: drijvend bouwsel dat wegens zijn bestemming in de regel niet wordt verplaatst en
dat bestemd of in gebruik is voor de opslag of levering van brandstof voor voortstuwing
van schepen;
consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;
CMR-stof: stof of preparaat die volgens bijlage I bij Richtlijn nr. 67/548/EEG geclassificeerd is als Kankerverwekkend categorie 1 of 2 of als Mutageen categorie
1 of 2 of als «Voor de voortplanting giftig» categorie 1 of 2;
dierlijke bijproducten: bijproducten als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, van Verordening nr. 1774/2002
van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften
inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;
doelmatig beheer van afvalwater: zodanig beheer van afvalwater dat daarbij rekening wordt gehouden met de voorkeursvolgorde
aangegeven in artikel 10.29a van de wet;
equivalent geluidsniveau: equivalent geluidsniveau als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
etmaalwaarde: de hoogste van de volgende drie waarden:
-
a. de waarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) tussen 07.00 en 19.00 uur (dag);
-
b. de met 5 dB(A) verhoogde waarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) tussen 19.00 en 23.00 uur (avond);
-
c. de met 10 dB(A) verhoogde waarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr, LT) tussen 23.00 en 07.00 uur (nacht);
gasdrukmeet- en regelstation categorie A: gasdrukmeet- en regelstation met:
-
– een ontwerpcapaciteit die kleiner of gelijk aan 650 normaal kubieke meter per uur
is met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk die kleiner of gelijk aan
0,1 bar is;
-
– een ontwerpcapaciteit die kleiner of gelijk aan 10 normaal kubieke meter per uur is
met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk die kleiner of gelijk aan 16
bar is;
gasdrukmeet- en regelstation categorie B: gasdrukmeet- en regelstation met een ontwerpcapaciteit die kleiner of gelijk aan
6000 normaal kubieke meter per uur is met een maximale operationele inlaatzijdige
werkdruk die kleiner of gelijk aan 16 bar is, niet zijnde een gasdrukmeet- en regelstation
categorie A;
gasdrukmeet- en regelstation categorie C: gasdrukmeet- en regelstation met een maximale operationele inlaatzijdige werkdruk
die kleiner of gelijk aan 100 bar is, niet zijnde een gasdrukmeet- en regelstation
categorie A of gasdrukmeet- en regelstation categorie B;
gasfles: een verplaatsbare drukhouder met een waterinhoud van niet meer dan 150 liter;
geluidsgevoelige ruimte: geluidsgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
geluidsniveau: geluidsniveau in dB(A) als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
geurgevoelig object: geurgevoelig object als bedoeld in artikel 1 van de Wet geurhinder en veehouderij;
gevaarlijke stoffen: stoffen en voorwerpen, waarvan het vervoer volgens het ADR is verboden of slechts
onder daarin opgenomen voorwaarden is toegestaan, dan wel stoffen, materialen en voorwerpen
aangeduid in de International Maritime Dangerous Goods Code;
gevel: gevel als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 1b, vijfde lid, van de Wet geluidhinder;
gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die
gebouwen behorende bij de betreffende inrichting;
gevoelige objecten: gevoelige gebouwen en gevoelige terreinen;
gevoelige terreinen: terreinen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als geluidsgevoelige terreinen, met uitzondering van die terreinen
behorende bij de betreffende inrichting;
gezoneerd industrieterrein: industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder;
inerte goederen: goederen die geen bodembedreigende stoffen, gevaarlijke stoffen of CMR-stoffen zijn;
ISO: door de Internationale Organisatie voor Standaardisatie uitgegeven norm;
jachthaven: inrichting voor het bieden van gelegenheid tot het afmeren van pleziervaartuigen;
koelinstallatie: een combinatie van met koudemiddel gevulde onderdelen die met elkaar zijn verbonden
en die tezamen een gesloten koudemiddelcircuit vormen waarin het koudemiddel circuleert
met het doel warmte op te nemen of af te staan;
kunststeen: blokken van korrels of brokken van natuursteen met bindmiddel;
kwetsbaar object: kwetsbaar object als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
Lden: de geluidsbelastingsindicator zoals opgenomen in artikel 3, onder f, van richtlijn
nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni
2002, inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai;
Lnight: de geluidsbelastingsindicator zoals opgenomen in artikel 3, onder i, van richtlijn
nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni
2002, inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai;
landbouwinrichting: inrichting als bedoeld in artikel 2 van het Besluit landbouw milieubeheer;
langtijdgemiddeld beoordelingsniveau: (LAr,LT) het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid,
gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de Handleiding
meten en rekenen industrielawaai;
lassen van textiel: het door middel van warmteopwekking of warmtetoevoer aaneenhechten van textiel;
lekbak: een voorziening waarvan de bodembeschermende werking door de daarop afgestemde bodembeschermende
maatregelen is gewaarborgd, en die zich rondom of onder een bodembedreigende activiteit
bevindt en in staat is de bij normale bedrijfsvoering gemorste of wegspattende vloeistoffen
op te vangen;
lozen: het brengen van:
-
1°. afvalwater of andere afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in een
oppervlaktewaterlichaam;
-
2°. afvalwater of overige vloeistoffen op of in de bodem;
-
3°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar hemelwaterstelsel;
-
4°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar ontwateringstelsel;
-
5°. afvalwater of andere afvalstoffen in een openbaar vuilwaterriool;
-
6°. afvalwater of andere afvalstoffen in een andere voorziening voor de inzameling en
het transport van afvalwater, of
-
7°. afvalwater of andere afvalstoffen met behulp van een werk niet zijnde een voorziening
voor de inzameling en het transport van afvalwater op een zuiveringtechnisch werk;
LQ: Limited Quantities, gelimiteerde hoeveelheden als bedoeld in het ADR;
massastroom: massa van een bepaalde stof of stoffen die per tijdseenheid wordt geëmitteerd, uitgedrukt
in massa per uur;
maximaal geluidsniveau: (LAmax) maximaal geluidsniveau gemeten in de meterstand «F» of «fast», als vastgesteld en
beoordeeld overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai;
meststoffengroep: aanduiding van de gevaarscategorie van vaste minerale anorganische meststoffen overeenkomstig
de indeling van PGS 7;
natte koeltoren: installatie gebruikt voor het afvoeren van overtollige warmte uit productieprocessen
en gebouwen door middel van het vernevelen van water;
natuursteen: uit de natuur gewonnen blokken en platen van steen;
NEN: door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm;
NeR: door InfoMil uitgegeven Nederlandse Emissie Richtlijnen lucht;
niet aangewezen oppervlaktewaterlichaam: oppervlaktewaterlichaam dat geen aangewezen oppervlaktewaterlichaam is;
noodsignalen: noodsignalen die onder de klasse 1.3 of klasse 1.4 van het ADR vallen;
normaal kubieke meter: afgashoeveelheid bij 273,15 Kelvin en 101,3 kilo Pascal en betrokken op droge lucht;
NRB: door InfoMil uitgegeven Nederlandse richtlijn bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten;
odour unit: Europese eenheid voor geurconcentratie volgens NEN-EN-13725;
opslagtank: een opslagvoorziening voor gas met een inhoud van ten minste 150 liter of een opslagvoorziening
voor vloeistof met een inhoud van ten minste 300 liter, uitgezonderd een intermediate
bulk container die voldoet aan hoofdstuk 6.5 van het ADR;
PER: tetrachlooretheen;
PGS: Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen;
pleziervaartuig: schip bestemd of gebruikt voor sport of vrijetijdsbesteding;
praktijkruimte: ruimte voor chemisch, natuurkundig of medisch onderwijs waarop de Wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek van toepassing is;
propaan: product, hoofdzakelijk bestaande uit propaan en propeen, met geringe hoeveelheden
ethaan, butanen en butenen, voor zover de dampspanning bij 343 Kelvin (70 graden Celsius)
ten hoogste 3100 kilopascal (31 bar) bedraagt;
propeen: zeer licht ontvlambaar tot vloeistof verdicht gas met UN-nummer 1077;
pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: pyrotechnische artikelen voor theatergebruik als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;
richtlijn 2003/30/EG: richtlijn nr. 2003/30/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 8 mei 2003 (PbEU L
123) ter bevordering van het gebruik van biobrandstoffen of andere hernieuwbare brandstoffen
in het vervoer;
rookzwak kruit: kruit dat onder de klasse 1.3 van het ADR valt;
spuitbus: niet-hervulbare houder van metaal, glas of kunststof die een samengeperst, vloeibaar
gemaakt of opgelost gas bevat, al dan niet met een vloeibare, pasteuze of poedervormige
stof, en voorzien van een aftapinrichting die het mogelijk maakt, dat de inhoud wordt
uitgestoten in de vorm van een suspensie van vaste of vloeibare deeltjes in een gas,
in de vorm van schuim, pasta of poeder of in vloeibare of gasvormige toestand;
stookinstallatie: stookinstallatie als bedoeld in het Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties milieubeheer;
systeem voor dampretour Stage-II: geheel van vulpistool, slang, appendages, regelinstrumenten en overige toebehoren
waarmee de bij het afleveren van benzine aan motorvoertuigen voor het wegverkeer uit
het brandstofreservoir van het motorvoertuig verdreven dampen worden teruggevoerd
in de ondergrondse opslagtank van het tankstation;
theatervuurwerk: theatervuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;
totaal stikstof: de som van nitraat-, nitriet-, organisch en ammonium stikstof waarvan de emissiemetingen
worden uitgevoerd, bedoeld in artikel 2.3;
traditioneel schieten: door schutterijen of schuttersgilden schieten met buksen ofwel geweren vanaf een
vaste standplaats op een stilstaand doel in de buitenlucht;
verblijfsruimten: verblijfsruimten als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel e, van het Besluit geluidhinder;
verbruik van vluchtige organische stoffen: verbruik van vluchtige organische stoffen als bedoeld in het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer;
verdichten: reduceren van het volume;
verkleinen: in kleinere delen opdelen;
verpakkingsgroep: een groep, waarin bepaalde stoffen op grond van hun gevaarlijkheid tijdens het vervoer
conform het ADR zijn ingedeeld voor verpakkingsdoeleinden:
-
1°.
verpakkingsgroep I: zeer gevaarlijke stoffen;
-
2°.
verpakkingsgroep II: gevaarlijke stoffen;
-
3°.
verpakkingsgroep III: minder gevaarlijke stoffen;
vervoerseenheid met gevaarlijke stoffen: een voertuig, oplegger of aanhanger met een conform het ADR voor het vervoer van
gevaarlijke stoffen toegelaten tank, tankcontainer, tankbatterij, laadketel, laadruimte
of laadvloer waarin gevaarlijke stoffen aanwezig zijn;
verwaarloosbaar bodemrisico: een situatie als bedoeld in de NRB waarin door een goede afstemming van bodembeschermende
voorzieningen en bodembeschermende maatregelen de kans op een verandering van de bodemkwaliteit,
ten gevolge van een immissie van een stof, verwaarloosbaar is gemaakt;
vloeibare brandstof: lichte olie, halfzware olie of gasolie als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de accijns;
vloeistofdichte vloer of verharding: vloer of verharding direct op de bodem die waarborgt dat geen vloeistof aan de niet
met vloeistof belaste zijde van die vloer of verharding kan komen;
vloeistofkerende voorziening: lekbak, tankput, vloer, verharding of een andere doelmatige fysieke voorziening
die vrijgekomen stoffen keert zolang als nodig is om met de daarop afgestemde bodembeschermende
maatregelen te voorkomen dat deze stoffen in de bodem kunnen geraken;
vluchtige organische stoffen: stoffen als bedoeld in het Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer;
voertuig:
voorziening voor het beheer van afvalwater: een openbaar vuilwaterriool, openbaar hemelwaterstelsel, openbaar ontwateringstelsel,
een andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, een zuiveringtechnisch
werk of een zuiveringsvoorziening;
vuilwaterriool:
-
1°. een openbaar vuilwaterriool;
-
2°. een andere voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater,
aangesloten op een zuiveringsvoorziening, die blijkens een vergunning als bedoeld
in artikel 6.2 van de Waterwet mede voor het zuiveren van stedelijk afvalwater is bedoeld, of aangesloten op een
zuiveringtechnisch werk; of
-
3°. een werk, niet zijnde een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater,
aangesloten op een zuiveringtechnisch werk;
vuurwerk: vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;
warmtekrachtinstallatie: stookinstallatie, bestemd voor het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht waarbij
de warmte nuttig wordt aangewend;
windturbine:een apparaat voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind;
woning: een gebouw of een deel van een gebouw dat voor bewoning wordt gebruikt of daartoe
is bestemd;
zuiveringsvoorziening: werk voor het zuiveren van afvalwater, dat geen zuiveringtechnisch werk is;
zwart kruit: kruit dat onder de klasse 1.1 van het ADR valt.