Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007

Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 22-03-2013 en zichtdatum 22-03-2013.
Geldend van 15-11-2007 t/m heden

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 november 2007, nr. LMV 2007.107536, houdende nadere regels inzake projectsaldering van luchtkwaliteit (Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 5.16, vijfde lid, laatste volzin, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

§ 1. Algemene bepaling

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: Wet milieubeheer;

  • b. uitoefening van een bevoegdheid met projectsaldering: uitoefening van een of meer bevoegdheden of toepassing van een of meer wettelijk voorschriften als bedoeld in artikel 5.16, tweede lid, van de wet, met toepassing van het eerste lid, aanhef en onder b, sub 2, van dat artikel;

  • c. plangebied: gebied waar de uitoefening van een bevoegdheid met toepassing van projectsaldering betrekking op heeft;

  • d. salderingsgebied: gebied of gebieden waarbinnen zich effecten voor de luchtkwaliteit voordoen als gevolg van de uitoefening van een bevoegdheid met toepassing van projectsaldering.

§ 2. Bepalingen met betrekking tot uitoefening van een bevoegdheid met projectsaldering

Artikel 2

In geval van uitoefening van een bevoegdheid met projectsaldering bevat het betrokken besluit ten minste:

  • a. een beschrijving van de met de betreffende uitoefening beoogde ontwikkeling of activiteit,

  • b. een omschrijving van het plangebied en het salderingsgebied,

  • c. een topografische kaart waarop de onder b genoemde gebieden zijn weergegeven,

  • d. een beschrijving van de toename of vermindering van de concentratie van een stof in het salderingsgebied, alsmede een beschrijving van de autonome situatie die daarbij als uitgangspunt is genomen,

  • e. een beschrijving van de maatregelen als bedoeld in artikel 5.16, eerste lid, aanhef en onder b, sub 2 en hun effect op de concentratie van de betreffende stof, daaronder mede begrepen eventuele maatregelen in het plangebied, en

  • f. het tijdstip waarop, of de termijn waarbinnen, de onder e bedoelde maatregelen worden uitgevoerd.

Artikel 3

In geval van uitoefening van een bevoegdheid met projectsaldering bevat de motivering van het betrokken besluit in elk geval overwegingen met betrekking tot:

  • a. in aanmerking genomen mogelijkheden tot het voorkomen of beperken van de toename van de concentratie van een stof in het plangebied,

  • b. de geografische of functionele samenhang tussen het plangebied en het salderingsgebied,

  • c. kwalitatief omschreven gevolgen van zowel de toename als de vermindering van de concentratie van een stof,

  • d. de manier waarop bij de vaststelling van de maatregelen rekening is gehouden met het aantal mensen dat wordt blootgesteld aan een toename of vermindering van de concentratie van een stof,

  • e. het tijdstip waarop, of de termijn waarbinnen, de maatregelen, bedoeld in artikel 2, onderdeel e, worden uitgevoerd, en

  • f. de waarborgen die getroffen worden, opdat de maatregelen, bedoeld in artikel 2, onderdeel e, daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 november 2007

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer