-
a. de gewasbeschermingsmiddelenrichtlijn: Richtlijn nr. 91/414/EEG van de Raad van de
Europese Unie van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen
(PB L 230);
-
b. de biocidenrichtlijn: Richtlijn nr. 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad
van de Europese Unie van 16 februari 1998 betreffende het op de markt brengen van
biociden (PB L 123) en daarop aangebrachte wijzigingen en aanvullingen;
-
c. de wet: de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stb. 2007, 125);
-
d. het besluit: het Besluit houdende nadere regels omtrent gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stb. 2007, 334);
-
e. de regeling: De Regeling houdende nadere regels omtrent gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stcrt. 2007, nr. 188);
-
f. een gewasbeschermingsmiddel: een middel als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet;
-
g. een biocide: een middel als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de wet;
-
h. het Ctgb: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden
als bedoeld in artikel 3 van de wet;
-
i. een week: de werkdagen die vallen onder een weeknummer (de zaterdagen, zondagen en
feestdagen van die week niet meegerekend);
-
j. schriftelijk: correspondentie over de toelatingsprocedure en besluiten in dat kader
per brief, over de post verzonden, tenzij anders is vermeld;
-
k. data-eigenaar: degene die gegevens van dierproefstudies, als bedoeld in hoofdstuk 8 van dit besluit, heeft overgelegd;
-
l. partijen: degene die een dierproefstudie, als bedoeld in hoofdstuk 8 van dit besluit, in het kader van een (voorgenomen) aanvraag heeft geïnitieerd of
reeds aan het Ctgb heeft overgelegd en degene die in het kader van een (voorgenomen)
aanvraag toegang tot die dierproefstudie behoeft;
-
m. dierproef: proef op gewervelde dieren, als bedoeld in hoofdstuk 8 van dit besluit;
-
n. brugstudie: een studie waaruit blijkt dat een dierproefstudie, als bedoeld in hoofdstuk 8 van dit besluit, voor een aanvraag bruikbaar is;
-
o. commissie van deskundigen: de commissie die door het Ctgb is ingesteld om het Ctgb
te adviseren omtrent de vaststelling van de vergoeding die de aanvrager dient te betalen
voor het verkrijgen van toegang tot de dierproefgegevens;
-
p. toegang: verwijsrecht;
-
q. toetsingskader: bij en krachtens de wet vastgestelde toelatingsvoorwaarden, normen en beoordelings- en rekenmethoden om bij
een beoordeling van een aanvraag tot toelating van een gewasbeschermingsmiddelen of
biocide te hanteren;
-
r. beoordelings- en rekenmethode: het door de betrokken Minister(s) op grond van de wet bij apart besluit aangereikt wetenschappelijk technisch instrumentarium voor de beoordeling
van een aanvraag tot toelating van een gewasbeschermingsmiddel of biocide;
-
s. overgangstermijn: een door het Ctgb vastgestelde periode gedurende welke een nieuwe
beoordelings- en rekenmethode niet gebruikt wordt bij de beoordeling van een in behandeling
genomen aanvraag tot toelating van een gewasbeschermingsmiddel of biocide;
-
t. opgebruiktermijn: de door het Ctgb vastgestelde periode waarin het is toegestaan een
niet meer voor bepaalde toepassingen te gebruiken of niet meer toegelaten gewasbeschermingsmiddel
of biocide in afwijking van artikel 20 in voorraad te houden, voorhanden te hebben of te gebruiken;
-
u. afleveringstermijn: de door het Ctgb vastgestelde periode waarin het is toegestaan
een niet meer voor bepaalde toepassingen te gebruiken of niet meer toegelaten gewasbeschermingsmiddel
of biocide in afwijking van artikel 20 op de markt te brengen;
-
v. belanghebbende: degene, als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht, wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.