Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten

Geraadpleegd op 26-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-06-2008 en zichtdatum 18-07-2008.
Geldend van 12-06-2008 t/m 17-07-2008

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 december 2007, nr. TRCJZ/2007/3828, houdende tijdelijke maatregelen bij het weren, de preventie en de bestrijding van dierziekten (Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L 10);

– beschikking 2005/734/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L 274);

– beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van maatregelen ter preventie van de verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);

richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327);

verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (PbEU L 283);

– artikel 10, eerste lid, van richtlijn 90/425 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEU L 224);

– de artikelen 10, 17, 18, 19, 29, 30, eerste en derde lid, 31, 32, 100, 107 en 114 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

– de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. dierentuin: dierentuin als bedoeld in artikel 2, tweede alinea, van beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van maatregelen ter preventie van de verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);

  • b. evenhoevigen: herkauwers en varkens;

  • c. gevogelte: pluimvee, alsmede andere gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de eendvogels ( Anseriformes), tot de families van de struisvogels ( Struthionidae), emoes ( Dromaiidae) en nandoes ( Rheidae) en de familie van de duiven ( Columbidae);

  • d. hobbypluimvee: gevogelte als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop;

  • e. richtlijn 2000/75/EG: richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327);

  • f. richtlijn 2005/94/EG: Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEG L10);

  • g. verordening (EG) nr. 1266/2007: verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue;

  • h. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

  • i. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;

  • j. Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • k. DR: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • l. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 135, datum inwerkingtreding 18-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-05-2008.

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. dierentuin: dierentuin als bedoeld in artikel 2, tweede alinea, van beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van maatregelen ter preventie van de verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);

  • b. evenhoevigen: herkauwers en varkens;

  • c. gevogelte: pluimvee, alsmede andere gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de eendvogels ( Anseriformes), tot de families van de struisvogels ( Struthionidae), emoes ( Dromaiidae) en nandoes ( Rheidae) en de familie van de duiven ( Columbidae);

  • d. hobbypluimvee: gevogelte als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop;

  • e. richtlijn 2000/75/EG: richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327);

  • f. richtlijn 2005/94/EG: Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEG L10);

  • g. verordening (EG) nr. 1266/2007: verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue;

  • h. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

  • i. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;

  • j. Minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • k. DR: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • l. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • m. derde land: land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lidstaat.

§ 2. Aviaire Influenza

Artikel 2.1

  • 1 Het is verboden bedrijfsmatig gevogelte te houden.

  • 2 Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien wordt voldaan aan artikel 2.2.

Artikel 2.2

  • 1 De houder van bedrijfsmatig gehouden gevogelte draagt ervoor zorg dat:

    • a. voedsel en water aan het gevogelte wordt verstrekt in een ruimte die ten minste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt, en

    • b. het gevogelte geen water krijgt dat afkomstig is van oppervlaktewateren waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water behandeld is om eventueel aanwezig virus te inactiveren.

  • 2 De houder die zowel bedrijfsmatig gehouden gevogelte als niet-bedrijfsmatig gehouden eenden of ganzen houdt, neemt passende maatregelen om te voorkomen dat zijn eenden of ganzen in contact komen met het bedrijfsmatig gehouden gevogelte.

Artikel 2.5

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op het tijdelijk op één plaats verzamelen ten behoeve van wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen of andere tijdelijke verzamelingen, anders dan markten waar gevogelte worden verhandeld, indien:

    • a. degene, die voornemens is gevogelte van verschillende plaatsen tijdelijk op één plaats te verzamelen de VWA van dit voornemen ten minste 8 dagen van tevoren kennis heeft gegeven;

    • b. het gevogelte dat tijdelijk worden verzameld afkomstig is van plaatsen binnen Nederland;

    • c. het gevogelte, alvorens dit wordt toegelaten bij de plaats van aanvoer, op de kosten van degene, die voornemens is gevogelte van verschillende plaatsten tijdelijk op één plaats te verzamelen, wordt onderzocht door één of meer dierenartsen, en

    • d. voor zover het een tentoonstelling of keuring betreft, slechts gevogelte wordt toegelaten dat vergezeld gaat van een op deze vogels betrekking hebbende, volledig ingevulde en ondertekende verklaring van enting tegen Newcastle Disease zoals bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.

Artikel 2.6

  • 1 Een vervoermiddel dat kennelijk is gebruikt voor het vervoeren van gevogelte of broedeieren in derde landen, alsmede in lidstaten van de Europese Unie waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire Influenza is bevestigd, en vanuit deze derde landen of lidstaten, anders dan in doorvoer leeg in Nederland wordt gebracht, wordt gereinigd en ontsmet op een reinigings- en ontsmettingsplaats voor vervoermiddelen die is geregistreerd overeenkomstig artikel 78 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. De vervoerder overlegt binnen 24 uur na binnenkomst in Nederland aan de VWA een bewijs van de reiniging en ontsmetting.

  • 2 Voor de werking van dit artikel wordt onder een uitbraak van hoogpathogene aviaire Influenza in een lidstaat niet verstaan een uitbraak in een circus, een dierentuin, een vogelwinkel, een wildpark, een omheind terrein waar gevogelte voor wetenschappelijke doeleinden of met het oog op de bescherming van zeldzame pluimveerassen wordt gehouden, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 2005/94/EG.

  • 3 Het bewijs van de laatste reiniging en ontsmetting, bedoeld in het eerste lid, dient in ieder geval een datum, tijdstip van reiniging en ontsmetting en kenteken van het gereinigde vervoermiddel te bevatten en is ten allen tijde in het vervoermiddel aanwezig.

  • 5 In afwijking van het eerste lid, is het toegestaan vervoermiddelen te reinigen en te ontsmetten op andere plaatsen dan die, bedoeld in het eerste lid, indien deze plaatsen zodanig zijn ingericht en uitgerust dat de reiniging en ontsmetting met het oog op de wering van aviaire Influenza op adequate wijze plaatsvinden.

Artikel 2.7

  • 1 Het is verboden een vervoermiddel als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, dat in een derde land is gebruik om gevogelte of broedeieren te vervoeren, alsmede in lidstaten van de Europese Unie waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire Influenza is bevestigd, vanuit deze derde landen en lidstaten, anders dan in doorvoer, leeg in Nederland te brengen.

  • 2 Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2.6.

Artikel 2.9

Deze paragraaf is niet van toepassing op gevogelte, gehouden in dierentuinen.

§ 3. Bluetongue

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 135, datum inwerkingtreding 18-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-05-2008.

Artikel 3.1

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt geheel Nederland aangemerkt als beperkingsgebied.

Artikel 3.2

Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in:

Artikel 3.3

De VWA is de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 8, derde lid, vierde lid, onderdeel c, en vijfde lid van verordening (EG) nr. 1266/2007.

Artikel 3.4

  • 1 Het is verboden herkauwers te verplaatsen.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien de te verplaatsen dieren op de dag van vervoer geen klinische tekenen van bluetongue vertonen.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing op een verplaatsing vanuit een beschermingsgebied, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2000/75/EG naar een toezichtsgebied, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2000/75/EG, mits voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007.

Artikel 3.6

  • 1 De doorvoer van herkauwers is verboden.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing, indien is voldaan aan de voorwaarden, genoemd in artikel 9, eerste lid, onderdelen a, b of c.

Artikel 3.7

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ingeval een herkauwer verschijnselen vertoont van bluetongue of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een herkauwer in de gelegenheid is geweest om te worden besmet met of drager is van bluetongue, wordt aan de houder van het dier vrijstelling verleend van de verplichting tot kennisgeving, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de wet, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan het tweede lid.

  • 2 De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt een dierenarts in kennis van de verschijnselen van bluetongue bij een herkauwer.

  • 3 De dierenarts, bedoeld in het tweede lid, verricht de kennisgeving, bedoeld in artikel 100 van de wet, aan de VWA.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 135, datum inwerkingtreding 18-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-05-2008.

1 In afwijking van bijlage III, onderdeel A, onder 7, laatste alinea’s, bij verordening (EG) nr. 1266/2007 vindt export van drachtige herkauwers naar derde landen plaats onder de volgende voorwaarden:

  • a. er wordt voldaan aan ten minste één van de voorwaarden onder 1, 2, 3, of 4 van onderdeel A van bijlage III bij verordening 1266/2007;

  • b. onverminderd verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van de Europese Unie van 25 juni 1997 betreffende de communautaire criteria voor controlepost(en) en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema (PbEG L 174) vindt het vervoer rechtstreeks plaats naar de buitengrens van de Europese Unie;

  • c. de lidstaat van doorvoer heeft voorafgaand aan het vervoer toestemming gegeven voor de doorvoer van deze dieren over het grondgebied van de betreffende lidstaat, voor zover deze doorvoer plaatsvindt over grondgebied dat vrij is van besmetting met bluetongue serotype 8, en

  • d. het land van bestemming heeft voorafgaand aan het vervoer toestemming gegeven voor het vervoer van deze dieren naar het betreffende land.

2 De toestemming, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, is niet vereist indien het desbetreffende land van bestemming niet heeft verklaard uitsluitend gevaccineerde dieren te willen ontvangen en het vervoer plaatsvindt overeenkomstig voorwaarde 3 van onderdeel A van bijlage III bij verordening 1266/2007.

Artikel 3.8

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Ingeval een herkauwer verschijnselen vertoont van bluetongue of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een herkauwer in de gelegenheid is geweest om te worden besmet met of drager is van bluetongue, wordt aan de houder van het dier vrijstelling verleend van de verplichting tot kennisgeving, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de wet, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan het tweede lid.

  • 2 De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt een dierenarts in kennis van de verschijnselen van bluetongue bij een herkauwer.

  • 3 De dierenarts, bedoeld in het tweede lid, verricht de kennisgeving, bedoeld in artikel 100 van de wet, aan de VWA.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 135, datum inwerkingtreding 18-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-05-2008.

Artikel 3.7 is vernummerd tot artikel 3.8.

§ 3.1. Vaccinatie bluetongue

Artikel 3.1.1

  • 1 Van het verbod, gesteld in artikel 2, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, wordt vrijstelling verleend voor het toepassen van het diergeneesmiddel “Bovilis BTV8” van de firma Intervet International BV te Boxmeer voor het vaccineren van herkauwers of kameelachtigen, en met het oog daarop het bereiden, het voorhanden of in voorraad hebben en het afleveren van dit middel onder de voorwaarden, gesteld in artikel 3.1.4.

  • 2 De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, wordt verleend tot 15 september 2008.

Artikel 3.1.2

Het diergeneesmiddel, bedoeld in artikel 3.1.1, wordt voor de toepassing van deze regeling aangewezen als:

Artikel 3.1.3

Van het verbod in artikel 3 van het Besluit gebruik sera en entstoffen wordt vrijstelling verleend tot 15 september 2008 voor het overeenkomstig deze regeling vaccineren van herkauwers of kameelachtigen.

Artikel 3.1.4

  • 1 De dierenarts past het middel, bedoeld in artikel 3.1.1, toe overeenkomstig de gebruiksvoorschriften en de instructies van de fabrikant van het middel.

  • 2 Indien runderen op grond van deze regeling worden gevaccineerd, draagt de houder van de runderen ervoor zorg dat zijn dieren tweemaal worden gevaccineerd, waarbij de tweede vaccinatie minimaal drie weken nadat de eerste vaccinatie is verricht, wordt uitgevoerd.

§ 3.2. Export

Terugwerkende kracht

Voor deze paragraaf is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 135, datum inwerkingtreding 18-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze paragraaf. Deze wijziging werkt terug tot en met 14-05-2008.

Export gevaccineerde dieren

Artikel 3.2.1

  • 1 De houder van gevaccineerde herkauwers die bestemd zijn voor export overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007, ondertekent terstond na de vaccinatie van deze dieren een volledig en naar waarheid ingevuld door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekt exportformulier en laat dit formulier mede ondertekenen door de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd.

  • 2 De houder vermeldt op het formulier, bedoeld in het eerste lid, tenminste de locatie waar de dieren zijn gevaccineerd en gegevens over de identificatie van de gevaccineerde herkauwers.

Artikel 3.2.2

  • 1 Export van gevaccineerde runderen overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007 vindt plaats:

    • a. vanaf de locatie waar de dieren zijn gevaccineerd rechtstreeks naar een buiten Nederland gelegen locatie, of

    • b. vanaf een exportverzamelcentrum.

  • 2 Ingeval van export, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, stuurt de houder van de gevaccineerde runderen het exportformulier, bedoeld in artikel 3.2.1, naar DR ten behoeve van registratie van de vaccinatie in het I&R-systeem rund, bedoeld in artikel 14, onderdeel a, van de Regeling identificatie en registratie van dieren, met dien verstande dat het formulier niet eerder wordt verstuurd dan nadat de tweede vaccinatie is verricht en niet later dan twee weken na de tweede vaccinatie.

Artikel 3.2.3

  • 1 Voor de registratie, bedoeld in artikel 3.2.2, tweede lid, is de houder van de gevaccineerde runderen aan de Minister een tarief verschuldigd van € 4,75 per exportformulier als bedoeld in artikel 3.2.1, en € 0,75 per rund.

  • 2 De hoogte van het totaal verschuldigde bedrag wordt vastgesteld door de Minister.

Artikel 3.2.4

Gevaccineerde schapen en geiten die bestemd zijn voor export overeenkomstig de voorwaarden, bedoeld in bijlage III, punt 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007 worden rechtstreeks vervoerd van het bedrijf waar deze dieren zijn gevaccineerd naar een buiten Nederland gelegen locatie.

§ 3.3. Subsidie vaccinatie bluetongue

Artikel 3.3.1

  • 1 De Minister stelt op aanvraag een subsidie vast voor de kosten die door de houder van herkauwers of kameelachtigen zijn gemaakt voor het door een dierenarts overeenkomstig deze regeling laten vaccineren van zijn dieren tegen bluetongue.

Artikel 3.3.2

  • 1 De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen ondertekent de volledige en naar waarheid ingevulde door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verstrekte vaccinatieverklaring terstond na de laatste vaccinatie op zijn bedrijf en laat deze verklaring mede ondertekenen door de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd.

  • 2 De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen vermeldt tenminste de volgende gegevens op de verklaring, bedoeld in het eerste lid:

    • a. naam, adres, woonplaats en bankrekeningnummer van de houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen;

    • b. het door de Minister toegewezen uniek bedrijfsnummer, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling identificatie en registratie van dieren;

    • c. gegevens over de locatie, waar de dieren zijn gevaccineerd;

    • d. gegevens over de dierenarts die de dieren heeft gevaccineerd;

    • e. de datum van de vaccinatie;

    • f. het aantal gevaccineerde dieren en de diersoort;

    • g. het totaal bedrag van de factuur van de dierenarts, die de dieren heeft gevaccineerd, exclusief BTW.

Artikel 3.3.3

  • 3 De aanvraag is op uiterlijk 1 november 2008 in het bezit van DR.

Artikel 3.3.4

De houder van de gevaccineerde herkauwers of kameelachtigen bewaart de factuur van de dierenarts, die betrekking heeft op de vaccinatie overeenkomstig deze regeling, gedurende drie jaren vanaf dagtekening.

Artikel 3.3.5

  • 1 De subsidie, bedoeld in artikel 3.3.1, eerste lid, bedraagt:

    • a. per gevaccineerd rund: € 4,00;

    • b. per gevaccineerd(e) schaap of geit: € 1,50;

    • c. per gevaccineerde overige herkauwer of kameelachtige: € 4,00.

  • 2 De in het eerste lid genoemde bedragen zijn exclusief BTW.

§ 5. Q-koorts

Artikel 5.1

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Artikel 5.2

Het is gedurende 90 dagen gerekend vanaf het tijdstip waarop de verdenking van besmetting met Q-koorts is ontstaan, verboden om mest te verwijderen uit een stal waar verdachte dieren zijn of worden gehouden.

Artikel 5.3

  • 1 Het is voor bezoekers van een bedrijf, waar verdachte dieren zijn of worden gehouden, gedurende 90 dagen gerekend vanaf het tijdstip waarop de verdenking van besmetting met Q-koorts is ontstaan, verboden de stal waar deze dieren zijn of worden gehouden, te betreden.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op personen voor wie het met het oog op de uitoefening van beroep of bedrijf, noodzakelijk is de stal te betreden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 december 2007

De

Minister

van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg