U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 02-01-2010 en zichtdatum 05-10-2010. Geldend van 02-01-2010 t/m 04-10-2010
Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2007, nr. WJZ/2007/50507, houdende nadere voorschriften voor de inrichting van de jaarverslaggeving van door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dan wel de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit bekostigde onderwijsinstellingen (Regeling jaarverslaggeving onderwijs)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op:
– artikel 2, vierde lid en artikel 4, van het Besluit informatievoorziening WPO/WEC,
– artikel 18, vijfde lid, van het Bekostigingsbesluit W.V.O.,
– artikel 2.5.3, tweede lid, artikel 2.5.4, tweede lid. en artikel 2.5.10 van de Wet educatie en beroepsonderwijs en de artikelen 5.2.1 en 5.2.2 van het Uitvoeringsbesluit WEB
– artikel 2.14 van de Wet op het Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. onderwijsinstelling: een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitzondering van de scholen, bedoeld in titel II, afdeling II van die wet, een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, een kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
b. bevoegd gezag: het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, het bestuur van een rechtspersoon die een centrale dienst in stand houdt als bedoeld in artikel 68 van de Wet op het primair onderwijs, het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, het bestuur van de rechtspersoon die een regionaal expertisecentrum in stand houdt als bedoeld in artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, het bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs onderscheidenlijk artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs dan wel het instellingsbestuur, bedoeld in artikel 1.1, onder j, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
c. jaarverslaggeving : het geheel van verslaggevingsdocumenten bestaande uit de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, bedoeld in artikel 392 van Titel 9 Boek 2 BW;
d. jaarrekening: de jaarrekening, bedoeld in artikel 361 van Titel 9, Boek 2, van het Burgerlijk Wetboek;
e. jaarverslag: het verslag waarmee het bevoegd gezag van een onderwijsinstelling interne en externe belanghebbenden informeert over het gevoerde beleid en de gang van zaken bij de instelling, de uitkomsten van het gevoerde beleid in het jaar waarover verslag wordt gedaan alsmede de aanwending van middelen in dat jaar en verantwoording aflegt overeenkomstig de gestelde wettelijke eisen;
f. richtlijnen: de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, zoals vastgesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving;
g. BAPO: de regeling ‘Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen’ zoals opgenomen in de geldende CAO’s voor PO en VO.
Stcrt. 2010, 15341, datum inwerkingtreding 05-10-2010, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot 01-01-2010.
De onderdelen h en i zij nieuw toegevoegd.
a. onderwijsinstelling: een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, een bekostigde school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een bekostigd regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de Wet op de expertisecentra, een school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs met uitzondering van de scholen, bedoeld in titel II, afdeling II van die wet, een bekostigde instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, een bekostigd kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
g. BAPO: de regeling ‘Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen’ zoals opgenomen in de geldende CAO’s voor het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie;
h. SOP: de ‘Seniorenregeling onderwijspersoneel’ zoals opgenomen in de geldende CAO voor het hoger beroepsonderwijs;
i. periodelasten: lasten die in aanmerking worden genomen in de periode waarover deze lasten zijn verschuldigd.
Op de jaarverslaggeving is Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de afdelingen 1, 11 en 12, een en ander voor zover in deze regeling niet anders is bepaald.
In afwijking van of in aanvulling op Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:
a. wordt de jaarverslaggeving ingericht overeenkomstig de richtlijnen, in het bijzonder de hoofdstukken 400, 640 en 660 behoudens het bepaalde in artikel 3a ten aanzien van het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschappen in het primair en het voortgezet onderwijs;
b. wordt de jaarverslaggeving gepubliceerd in de Nederlandse taal en in de in Nederland wettige valuta;
c. is het verslagjaar gelijk aan een kalenderjaar;
d. zijn de verplichtingen, bedoeld in artikel 383 c van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, uitsluitend van toepassing op de jaarverslaggeving van een onderwijsinstelling voor zover het een lid van het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling betreft dan wel een lid van het college van bestuur of de centrale directie als het gaat om een instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
e. wordt aan het jaarverslag een verslag toegevoegd van de raad van toezicht of een vergelijkbare interne toezichthouder, waarin deze verantwoording aflegt over zijn handelen en van de resultaten die dat handelen heeft opgeleverd tenzij de onderwijsinstelling geen interne toezichthouder kent;
f. worden de balans en de staat van baten en lasten, het kasstroomoverzicht en de toelichting opgesteld overeenkomstig de modellen in de bijlagen bij hoofdstuk 660 van de richtlijnenmet dien verstande dat de door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit regulier bekostigde instellingen voor onderwijs voor zover zij niet worden bekostigd op basis van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek alle van dat Ministerie ontvangen gelden naast de normatieve rijksbijdrage opnemen in het model G. Het Besluit modellen jaarrekening, samengesteld door de Raad voor de Jaarverslaggeving en opgenomen in hoofdstuk 910 van de richtlijnen is van overeenkomstige toepassing;
g. specificeren de onderwijsinstellingen, bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de door het Rijk verstrekte subsidies eveneens in een tabel overeenkomstig het model dat als bijlage bij deze regeling is gevoegd en dragen zij er zorg voor dat deze tabel is voorzien van een accountantsverklaring als bedoeld in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
h. wordt de jaarverslaggeving per instelling opgesteld als een bevoegd gezag meer dan één instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, een kenniscentrum als bedoeld in artikel 1.1.1, onder b1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs of meer dan één instelling voor hoger onderwijs als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in stand houdt;
i. blijven ten aanzien van onderwijsinstellingen voor openbaar onderwijs zonder afgescheiden vermogen die niet door een privaatrechtelijke rechtspersoon in stand worden gehouden of voor onderwijsinstellingen waarvoor anderszins geen toerekening mogelijk is van een of meer balansposten aan het belang van de instelling, de onder f bedoelde modellen wat betreft de inrichting van de balans beperkt tot die posten waar die toerekening wel mogelijk is;
j. wordt separaat aan het jaarverslag en de jaarrekening door het bevoegd gezag specifieke informatie toegevoegd in de vorm van een aanvullende set met nader te bepalen gegevens;
k. is het niet toegestaan de jaarrekening op te stellen volgens de door de International Accounting Standards Board vastgestelde en door de Europese Commissie goedgekeurde standaarden.
Afwijkingen van en aanvullingen op Boek 2 Burgerlijk Wetboek
g. specificeren de onderwijsinstellingen, bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de door het Rijk verstrekte subsidies eveneens in een tabel overeenkomstig het model dat als bijlage 1 bij deze regeling is gevoegd en dragen zij er zorg voor dat deze tabel is voorzien van een accountantsverklaring als bedoeld in Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
In afwijking van hoofdstuk 271 van de richtlijnen worden voor de verslagjaren 2008 en 2009 voor toekomstige verplichtingen op basis van de BAPO door het bevoegd gezag de volgende uitgangspunten gehanteerd:
a. een voorziening in verband met de BAPO wordt uitsluitend in de balans of in de staat van baten en lasten opgenomen als dat ook in voorgaand verslagjaar is gebeurd; de berekening en de verwerking van die voorziening zijn niet anders dan in voorgaand verslagjaar,
b. het bevoegd gezag neemt in een afzonderlijke toelichting bij de jaarrekening, aan de hand van het berekeningsmodel in de bijlage 1 bij deze regeling, een berekening op met de volgende gegevens:
1. de waardering van de toekomstige lasten die voortvloeien uit de BAPO;
2. de waardering van de toekomstige baten in verband met de BAPO zoals opgenomen in de lumpsumbekostiging;
3. de hoogte van de BAPO-verplichtingen, gevormd door de lasten bedoeld onder b.1 te salderen met de baten bedoeld onder b.2.;
4. de wijze waarop het bevoegd gezag de toekomstige BAPO-lasten denkt te kunnen opvangen;
5. het bevoegd gezag neemt de uitkomsten van de berekeningen op de in bijlage 2 voorgeschreven wijze en stuurt deze samen met de jaarrekening in.
Afwijking en aanvulling richtlijnen
1 In afwijking van hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen van de richtlijnen worden voor de verslagjaren 2008 en 2009 voor toekomstige verplichtingen op basis van de BAPO door het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap in het primair en het voortgezet onderwijs de volgende uitgangspunten gehanteerd:
a. een voorziening in verband met de BAPO wordt uitsluitend in de balans of in de staat van baten en lasten opgenomen als dat ook in de vorige jaarrekening is gebeurd; de berekening en de verwerking van die voorziening zijn niet anders dan in de vorige jaarrekening;
b. het bevoegd gezag neemt in een afzonderlijke toelichting bij de jaarrekening, aan de hand van het berekeningsmodel in bijlage 2 bij deze regeling, een berekening op met de volgende gegevens:
3. de hoogte van de BAPO-verplichtingen, gevormd door de lasten, bedoeld onder 1, te salderen met de baten, bedoeld onder 2; en
4. de wijze waarop het bevoegd gezag de toekomstige BAPO-lasten denkt te kunnen opvangen.
De uitkomsten van de berekeningen stuurt het bevoegd gezag samen met de jaarrekening in op de in bijlage 3 voorgeschreven wijze.
2 In aanvulling op hoofdstuk 271 Personeelsbeloningen van de richtlijnen worden vanaf het verslagjaar 2010 de lasten op basis van de BAPO en de SOP overeenkomstig paragraaf 2, alinea 204, van dat hoofdstuk in de staat van baten en lasten verantwoord als periodelasten.
3 Met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de mogelijkheid tot het vormen van een voorziening met het oog op toekomstige BAPO- en SOP-lasten. Niet bestede voorzieningen die tot en met het verslagjaar 2009 door schoolbesturen en onderwijsinstellingen zijn gevormd ter financiering van toekomstige BAPO- en SOP-lasten vallen in het verslagjaar 2010 volledig vrij ten gunste van het eigen vermogen.
1 Het bevoegd gezag levert de jaarverslaggeving zowel in schriftelijke als elektronische vorm aan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs.
2 De aanlevering van gegevens uit de jaarrekening en de gegevens, bedoeld in artikel 3, onder j, geschiedt met gebruikmaking van een daartoe ingericht instrument dan wel met gebruikmaking van instrumenten die op overeenkomstige wijze gegevens genereren.
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. de Regeling jaarverslag primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs;
b. de Regeling Jaarverslag scholen voor voortgezet onderwijs met ingang van het verslagjaar 2002;
c. de Regeling Financieel Jaarverslag voor instellingen/organen in de bve-sector met ingang van het verslagjaar 2002;
d. de Richtlijn jaarverslaggeving hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2008.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling jaarverslaggeving onderwijs.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst en bekendgemaakt op de internetsite van de Centrale Financiën Instellingen, agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Minister
R.H.A. Plasterk
De FSR voor verslagjaar: ………
van de instelling: …………..
Subsidie-
verstrekker en eventueel uitvoerder
Omschrij-
ving
Subsidie ID
Project
Subsidie
Looptijd subsidie
Bestedingen project (OHW)
Voor-
schot
Status
(afkorting) naam organisatie(s)
Naam subsidie
Projectnummer subsidie-gever of kenmerk be-schikking met datum
Project-budget
(€)
(maximale) subsidie
begin
einde
stand
1-1-jaar
mutaties
31-12-jaar
lopend / vts (= vast te stellen)
Totaal
1. Maak een overzicht van de personeelsopbouw in 2008 respectievelijk 2009 in de leeftijd van 47 t/m 64 jaar, gesplitst in directie, onderwijsondersteunend personeel en onderwijsgevend personeel.
2. Bepaal de verwachte BAPO-deelname in een percentage: Welk percentage van het aantal FTE zal gebruik maken van de BAPO-regeling?
3. Bepaal het gemiddelde aantal BAPO-uren per leeftijdscategorie: Hoeveel uren BAPO neemt elk personeelslid dat gebruik maakt van de BAPO-regeling? Maximaal is dit 170, respectievelijk 340 uur, tenzij gebruik wordt gemaakt van flexibele BAPO, waarbij de totale aanspraak wel op hetzelfde maximum uitkomt.
4. Bepaal de blijfkans, het verwachte moment van uittreden en de daarbij behorende totale BAPO-aanspraken.
5. Bepaal per leeftijdscategorie de deelname, uitgedrukt in FTE’s, die met het BAPO-gebruik is gemoeid. Voor de leeftijdscategorieën van 52 jaar en ouder moeten alleen de nog resterende aanspraken worden opgenomen.
6. Bepaal de omvang van de BAPO-aanspraken. Voor de verslagjaren 2008 en 2009 is dat als volgt:
Voor 47 jaar: 10% van het berekende bij 5.
Voor 48 jaar: 30% van het berekende bij 5.
Voor 49 jaar: 50% van het berekende bij 5.
Voor 50 jaar: 70% van het berekende bij 5.
Voor 51 jaar: 90% van het berekende bij 5.
Voor 52 t/m 64 jaar: 100% van het berekende bij 5.
7. Vermenigvuldig de uitkomsten van 6 met de gemiddelde jaarlijkse salariskosten, die voor rekening zijn van de werkgever.
8. Bereken de (contante) waarde van de BAPO-aanspraken van de uitkomsten van 7.
9. Bereken de (contante) waarde van de BAPO-inkomsten (2% van het personele deel van de lumpsumbekostiging).
10. Bereken de hoogte van de BAPO-verplichtingen door de berekende (contante) waarde van de lasten (8) te salderen met de baten (9).
Stcrt. 2010, 15341, datum inwerkingtreding 05-10-2010, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot 01-01-2010.
Bijlage is vernummerd tot bijlage 1.
Het bevoegd gezag neemt de overeenkomstig bijlage 1 uitgevoerde berekeningen met behulp van een Excel spreadsheet op in een overzicht waarbij de volgende indeling wordt gehanteerd:
Bevoegd gezagnummer:
Naam bevoegd gezag:
Plaats bevoegd gezag:
Kalenderjaar:
Onderwijssector:
(in te vullen door de DUO)
BAPO aanspraken PO (a)
BAPO aanspraken VO (b)
BAPO
aanspraken
(a+b)=C
BAPO inkomsten PO (d)
BAPO inkomsten VO (e)
inkomsten
(d+e)=F
Saldo
BAPO verplichtingen
(C-F)=G
Berekening BAPO conform berekening 2007?
Ja/Nee
Zo nee, reden?
Op welke wijze denkt het bevoegd gezag de toekomstige BAPO-verplichtingen te kunnen opvangen?
Bijlage 1 is vernummerd tot bijlage 2.
Bijlage 2 is vernummerd tot bijlage 3.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling jaarverslaggeving onderwijs", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.