Wet markttoezicht registerloodsen

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-04-2013 en zichtdatum 01-04-2013.
Geldend van 01-04-2013 t/m heden

Wet van 20 december 2007 tot wijziging van de Loodsenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van markttoezicht op het aanbod van dienstverlening door registerloodsen en een herziening van de loodsgeldtariefstructuur (Wet markttoezicht registerloodsen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de invoering van markttoezicht op het aanbod van dienstverlening door registerloodsen en een herziening van de loodsgeldtariefstructuur noodzakelijk is de Loodsenwet en enige andere wetten te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel IV

De ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie stelt binnen een maand na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C en E, van deze wet de uit de desbetreffende artikelonderdelen voortvloeiende verordeningen vast. Artikel 16, tweede en derde lid, van de Loodsenwet is niet van toepassing.

Artikel V

De ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie stelt binnen twee maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F, van deze wet het in artikel 27b van de Loodsenwet bedoelde toerekeningssysteem vast.

Artikel VI

De Autoriteit Consument en Markt stelt binnen een maand na het tijdstip waarop voor de eerste maal goedkeuring is verleend aan het toerekeningssysteem, bedoeld in artikel 27b van de Loodsenwet, voor de eerste maal besluiten als bedoeld in artikel 27e, eerste lid, van de Loodsenwet vast.

Artikel VII

  • 2 De voor het jaar 2003 geldende hoogte wordt vastgesteld bij regeling van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat. De algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie doet Onze Minister een voorstel voor deze regeling. Alvorens op dit voorstel te beslissen hoort Onze Minister de Autoriteit Consument en Markt.

Artikel VIII

De algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie stelt voor de eerste maal de verantwoordingen, bedoeld in artikel 27j van de Loodsenwet, op over het kalenderjaar waarvoor de tarieven voor de eerste maal overeenkomstig de artikelen 27c tot en met 27f van de Loodsenwet zijn vastgesteld.

Artikel IX

De algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie stelt binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F, van deze wet voor de eerste maal een vergelijkend onderzoek als bedoeld in artikel 27k van de Loodsenwet op.

Artikel X

De op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen B, D en E, en II van deze wet geldende loodsgeldtarieven en loodsvergoedingen, vastgesteld krachtens de artikelen 14a, 15 en 15a van de Scheepvaartverkeerswet, en de vergoedingen vastgesteld krachtens de artikelen 13, derde lid, en 21, tweede lid, van de Loodsenwet, zoals deze artikelen luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I, onderdelen B, D en F, van deze wet, blijven van kracht tot het tijdstip waarop het besluit waarbij het desbetreffende tarief voor eerste maal met toepassing van de artikelen 27c tot en met 27g van de Loodsenwet is vastgesteld.

Artikel XI

De hoofdstukken I tot en met VI en VIII tot en met X en de artikelen II en III van de Loodsenwet, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel K, van deze wet, blijven van kracht ten aanzien van:

  • a. voor dat tijdstip ingediende aanvragen om enig besluit op grond van deze hoofdstukken en artikelen;

  • b. de mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen tegen enig besluit op grond van deze hoofdstukken of artikelen dat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet nog niet onherroepelijk is;

  • c. de behandeling van het bezwaar of het beroep gericht tegen enig besluit op grond van deze hoofdstukken of artikelen dat voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt, onderscheidenlijk ingesteld;

  • d. de behandeling van het bezwaar of het beroep dat op of na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet is gemaakt, onderscheidenlijk ingesteld en dat is gericht tegen enig besluit op grond van deze hoofdstukken of artikelen waartegen voor dat tijdstip eveneens bezwaar is gemaakt, onderscheidenlijk beroep is ingesteld.

Artikel XII

Artikel 15ba, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet vindt voor de eerste maal toepassing ten aanzien van het eerstvolgende besluit van de algemene raad van de Nederlandse loodsencorporatie tot wijziging van het Financieel besluit Loodswezen.

Artikel XIII

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vijf jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel XIV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 20 december 2007

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Uitgegeven de zevenentwintigste december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin