Regeling behandeling bezwaarschriften OCW

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

• b. ministerie: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

• c. commissie: commissie als bedoeld in artikel 6 van deze regeling;

• d. bezwaar: bezwaar als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

• e. bezwaarde: degene die bezwaar maakt als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht;

• f. bezwaarschrift: bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht; en

• g. CFI: agentschap Centrale Financiën Instellingen van het ministerie.

Deze regeling is van toepassing op te nemen beslissingen op bezwaarschriften op het gehele terrein van het ministerie, met uitzondering van bezwaren tegen handelingen en besluiten waarbij een ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van de Ambtenarenwet als zodanig belanghebbende is.

De organisatie van de behandeling van de bezwaarschriften berust bij CFI.

• 1 CFI draagt er zorg voor dat degenen die bezwaarde horen, vóór het horen tijdig en volledig kunnen beschikken over alle stukken die zij in verband met de uitoefening van hun taken nodig hebben.

• 2 Iedere ambtenaar van het ministerie geeft gehoor aan een oproep of een verzoek van degenen die bezwaarde horen.

• 1 Het horen geschiedt door één of meer ambtenaren van het ministerie of anderen die daartoe door of namens de minister zijn aangewezen.

• 2 De hoorzitting wordt opgenomen met geluidsapparatuur.

• 3 Het horen geschiedt in het openbaar, tenzij de minister of de commissie op verzoek van belanghebbende of om gewichtige redenen ambtshalve anders beslist.

In bijzondere gevallen kan de hoofddirecteur van CFI bepalen dat een bezwaarschrift in afwijking van artikel 5, eerste lid, aan een Commissie voor bezwaarschriften wordt voorgelegd, die tot taak heeft het horen van belanghebbenden en het adviseren van de minister over de te nemen beslissing op het bezwaar.

• 1 De commissie bestaat uit:

  • a. een voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter;

  • b. een of meer ambtelijke leden; en

  • c. een secretaris, tevens lid.

• 2 De minister benoemt de voorzitter en een of meer plaatsvervangend voorzitters.

• 3 De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitters maken geen deel uit van het ministerie en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van de minister.

• 4 De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitters voldoen aan de vereisten voor benoembaarheid tot rechtelijke ambtenaar, bedoeld in artikel 1d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

• 5 De leden, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden door de secretaris-generaal van het ministerie aangewezen.

• 6 De secretaris, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt door de hoofddirecteur van CFI aangewezen.

• 1 In een zaak die daarvoor naar het oordeel van de voorzitter van de commissie geschikt is, kan het horen ingevolge artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht en het uitbrengen van advies geschieden door de voorzitter.

• 2 Over de toepassing van de artikelen 7:3 en 7:4, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht beslist de voorzitter van de commissie.

Bezwaarschriften waarbij aan bezwaarde kenbaar is gemaakt dat hij zal worden gehoord door een commissie, worden behandeld overeenkomstig artikel 6 van deze regeling.

De Regeling adviescommissies OCW bezwaarschriften Awb wordt ingetrokken met dien verstande dat de adviescommissie als bedoeld in die regeling nog adviezen kan uitbrengen in zaken waarbij bezwaarde reeds is gehoord.

[Red: Wijzigt het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2005.]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2007, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 januari 2008.

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling behandeling bezwaarschriften OCW.