Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 3 juli 2006, FM 2006-1545 M,
Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Algemeen en Internationaal;
Gelet op
– artikel 1a, eerste lid, onderdeel e, en tweede lid, van de Wet Nationale ombudsman;
– artikel 1a, eerste lid, onderdeel d, en tweede lid, van de Wet openbaarheid van bestuur;
– de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
– de Kieswet;
– artikel 39, eerste lid, van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002;
– de artikelen 1, tweede lid, 5, tweede lid, 7, tweede lid, 16, tweede lid, 27, eerste lid, onderdeel i, en vijfde lid, en 46, van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur;
– de artikelen 18, eerste lid, 35, eerste lid, en 42, eerste lid, van de Mededingingswet;
– de artikelen 8, eerste lid, 10, tweede lid, 12, 14, 15, eerste lid en tweede lid, 16, 17, eerste en vierde lid, 18 vierde lid, onderdeel c, 19, tweede en vierde lid, 20, eerste lid, en 27, van de Handelsregisterwet 1996;
– artikel 2, van de Kaderwet verstrekking financiële middelen EZ;
– artikel 15.12, eerste lid, van de Wet milieubeheer;
– artikel 3, van de Kaderwet verstrekking EZ subsidies;
– de artikelen 11 en 34a, van de Wet op de loonbelasting 1964;
– de artikelen 4, 7, 33 en 34, van de Wet op de loonbelasting 1964;
– de artikelen 2, eerste lid, en 3, van de Sanctiewet 1977;
– de artikelen 2.5, 2.6, 3.11, 3.83, 3.126, 3.127, 4.25, 5.7, 5.22, 5.23, 6.25, 7.6, 10.8 en 10.9, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
– artikel 32, aanhef en onder a en c, en op artikel 34, eerste lid, van de Comptabiliteitswet;
– artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 7°, en onderdeel b, onder 9°, en artikel 6, onderdeel d, onder 9°, van de Wet identificatie bij dienstverlening;
– artikel 1, eerste lid, onderdeel a, onder 10°, en artikel 9, tweede lid, onderdeel g, van de Wet melding ongebruikelijke transacties;
– de artikelen 3, tweede lid, onder f, 4, tweede lid, 5, tweede lid, en 8, tweede lid, van de Wet documentatie vennootschappen;
– artikel 391 lid 4 en 5 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
– artikel 631, derde lid, onderdeel c en d, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
– de artikelen 1, onder e, 3, 5, tweede lid, 6, derde lid, 7, tweede lid, 9, derde lid, 13, eerste en vierde lid, 14, onder e, 16, eerste lid, onder c, 17, 18, eerste tot en met derde lid, 19 en 25, eerste lid, van de Wet politieregisters;
– artikel 7, derde lid, van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen;
– artikel 10 van Richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de
Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod en artikel 391 lid 5 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
– de artikelen 34, vijfde lid, 36, tweede lid, 40, eerste lid, 44, 49, 50, tweede lid, 53, eerste lid, 54, vierde en vijfde lid, 56, eerste lid, 75, eerste en vierde lid, onderdeel c, en 76, eerste lid, van de Flora- en faunawet;
– artikel 66a, derde lid, van de Algemene nabestaandenwet;
– artikel 2, achtste lid, 2b, vijfde lid, 2c, tweede lid, artikel 9a, vierde lid, artikel 9d, artikel 28 en artikel 32, negende lid, van de Pensioen- en spaarfondsenwet;
– artikel 59, derde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
– artikel 12c, vijfde lid, van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen;
– artikel 13, derde lid, van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
2000;
– artikel 13, vijfde lid, artikel 73, zevende lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
– artikel 7 van de Invoeringswet Wet werk en bijstand;
– artikel 31a, vijfde lid, van de Wet op de ondernemingsraden;
– de artikelen 11, derde en vierde lid, 20, 22, vijfde lid, 32, tweede en derde lid, 34, derde lid, en 89, vijfde lid, van de Zorgverzekeringswet;
– artikel 8.44, van de Wet Milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 13 juli 2006, no. W06.06.0266/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 1 november 2006, FM 2006-02506
M;
Hebben goedgevonden en verstaan: