Uitvoeringsbesluit EG-verordening PRTR en PRTR-protocol

Geraadpleegd op 03-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-03-2008 en zichtdatum 15-03-2008.
Geldend van 15-03-2008 t/m 30-06-2009

Besluit van 18 januari 2008, houdende regels ter uitvoering van verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PbEU L 33) en van het op 21 mei 2003 te Kiev tot stand gekomen Protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen, met Bijlagen (Trb. 2003, 153; Trb. 2007, 95) (Uitvoeringsbesluit EG-verordening PRTR en PRTR-protocol)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 13 november 2007, nr. DJZ2007111188, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PbEU L 33) en de artikelen 12.4, tweede lid, 12.5, eerste lid, 12.10, tweede lid, 12.29 en 18.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer;

De Raad van State gehoord (advies van 20 december 2007, nr. W08.07.0422/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 januari 2008, nr. DJZ2008003740, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

meet- en registratiesysteem: de voor de gegevensinzameling gebruikte methodiek, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, van de EG-verordening PRTR;

wet: Wet milieubeheer.

Artikel 2

  • 2 Het meet- en registratiesysteem wordt zodanig ingericht dat hiermee:

    • a. volledige, consistente en geloofwaardige gegevens als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de EG-verordening PRTR kunnen worden gegenereerd,

    • b. kan worden voldaan aan de in artikel 5, derde lid, van de EG-verordening PRTR opgenomen eisen en

    • c. voor zover degene die de inrichting drijft, met betrekking tot een verslagjaar ingevolge artikel 5, eerste lid, van de EG-verordening PRTR rapportageplichtig is: kan worden voldaan aan de in artikel 5, eerste, tweede en vierde lid, van die verordening opgenomen eisen.

  • 3 Artikel 5, vijfde lid, van de EG-verordening PRTR is van toepassing op degenen die een inrichting drijven, waarop ingevolge artikel 12.19 van de wettitel 12.3 van de wet van toepassing is, ongeacht of de betrokken persoon ingevolge artikel 5, eerste lid, van die verordening rapportageplichtig is.

Artikel 3

  • 1 In een verzoek om geheimhouding als bedoeld in artikel 12.24, derde lid, van de wet wordt, voor zover dat verzoek de naam van een verontreinigende stof betreft, tevens de naam aangegeven van de groep verontreinigende stoffen waartoe de geheim te houden verontreinigende stof behoort.

  • 2 In een mededeling als bedoeld in artikel 12.24, vierde lid, aanhef en onder a, van de wet wordt, voor zover die mededeling de naam van een verontreinigende stof betreft, tevens de naam aangegeven van de groep verontreinigende stoffen waartoe de geheimgehouden verontreinigende stof behoort.

  • 3 Indien een op grond van artikel 12.21 van de wet bevoegde instantie een mededeling als bedoeld in het tweede lid heeft gedaan, wordt in het PRTR de naam van de betrokken groep verontreinigende stoffen aangegeven.

  • 4 De aanduiding van de naam van een groep verontreinigende stoffen, bedoeld in het eerste tot en met derde lid, geschiedt met inachtneming van daaromtrent bij ministeriële regeling te stellen regels.

Artikel 4

De aanduiding van de grond waarop tot geheimhouding is besloten in:

bevat naast de toegepaste in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur opgenomen uitzonderingsgrond, tevens een samenvatting van de motivering van het besluit waarbij tot geheimhouding is besloten.

Artikel 5

Bij ministeriële regeling kan een model worden vastgesteld voor het opstellen van een PRTR-verslag.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit EG-verordening PRTR en PRTR-protocol.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 januari 2008

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

,

J. M. Cramer

Uitgegeven de vijfde februari 2008

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin