2.2.1. Aanwijzing en voorwaarden bij uit een andere EU-lidstaat tewerkgestelde werknemers
[Regeling vervallen per 28-10-2015]
Deze aanwijzing betreft tijdelijke tewerkstellingen vanuit een andere EU-lidstaat.
De aanwijzing sluit aan bij de bepalingen van richtlijn 98/49/EG betreffende de bescherming van rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen
die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen. Deze aanwijzing komt neer op een fiscale
erkenning door Nederland van alle regelingen voor aanvullend pensioen in de EU in
geval van een tewerkstelling in Nederland. De fiscale erkenning houdt in dat Nederland
vrijstelling van pensioenaanspraken en aftrek van pensioenpremies verleent in dezelfde
mate en tot hetzelfde bedrag als hetgeen de fiscale wetgeving in de lidstaat van uitzending
voorschrijft. Nederland accepteert hiermee een tijdelijke inbreuk op de fiscale autonomie
bij tewerkstellingen en handhaaft hiermee, in overeenstemming met Europese regelgeving,
zo veel mogelijk de gelijkheid tussen uitgezonden en niet-uitgezonden werknemers uit
de uitzendstaat. Hiervoor wijkt tijdelijk en binnen zekere grenzen het gebruikelijke
uitgangspunt van gelijkheid van behandeling van alle werknemers op het grondgebied
van de werkstaat (territorialiteitsbeginsel). De begrenzing van de fiscale behandeling
tot wat in de andere lidstaat fiscaal is toegestaan houdt hiermee rechtstreeks verband.
Deze begrenzing strekt ertoe tegen te gaan dat de werknemer gedurende de detachering
in Nederland een hogere aftrek of vrijstelling van pensioenpremies of -aanspraken
krijgt dan in de lidstaat van uitzending.
De fiscale erkenning heeft als achtergrond de bevordering van een zo veel mogelijk
ongewijzigde opbouw van het aanvullende pensioen van mobiele werknemers alsmede het
voorkomen van complicaties in de uitvoering ten gevolge van het stellen van aanvullende
voorwaarden en het verminderen van administratieve lasten voor werkgever en werknemer.
Deze aanwijzing vindt plaats op grond van artikel 19d, onderdeel c, van de Wet LB.
Voor deze aanwijzing gelden de voorwaarden die zijn opgenomen in bijlage I. Een van de voorwaarden voor de aanwijzing als fiscaal erkende pensioenregeling is
dat de regeling wordt uitgevoerd door een pensioenverzekeraar in de zin van artikel 19a, eerste lid, onderdeel c of onderdeel f, van de Wet LB. Voor de toepassing van deze aanwijzing versta ik met toepassing van artikel 63 van de AWR onder pensioenverzekeraar ook de werkgever die op grond van de wetgeving van de andere
lidstaat bevoegd is zelf als pensioenuitvoerder van een collectieve regeling op te
treden. Zie voorwaarde d van bijlage 1. Deze uitbreiding betreft met name de pensioentoezeggende onderneming die de pensioenverplichting
opneemt op de balans. Dit noemt men wel het systeem van boekreserves. Een voorbeeld
van de toepassing van het boekreservesysteem is te vinden bij de Duitse Direktzusage-pensioenen.
In dat systeem is de werkgever zelf de pensioenuitvoerder.
De aanwijzing betreft werknemers die tijdelijk vanuit een andere EU-lidstaat in Nederland
worden tewerkgesteld. In de meeste gevallen zal tevens sprake zijn van een detachering.
De werknemer blijft dan onderworpen aan de sociale-verzekeringswetgeving van de lidstaat
van oorsprong krachtens de artikelen 14, eerste lid, en 17 van Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 (PbEG L 149). Deze verordening
betreft de toepassing van de sociale-zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun
gezinnen die zich binnen de gemeenschap verplaatsen. Omwille van de eenvoud in de
uitvoering geldt de aanwijzing ook voor werknemers die worden tewerkgesteld vanuit
een andere EU-lidstaat zonder dat sprake is van een formele detachering in de zin
van Verordening (EEG) nr. 1408/71.
Wellicht ten overvloede merk ik op dat het bij de toepassing van dit besluit moet
gaan om reële tewerkstellingen. De Belastingdienst zal misbruik en oneigenlijk gebruik
van de aanwijzing van de buitenlandse pensioenregeling bestrijden. Voorbeeld: een
werknemer is eerst in Nederland in dienst bij een Nederlandse concernmaatschappij.
Hij treedt vervolgens in dienst van een buitenlandse concernmaatschappij en wordt
direct ‘teruggedetacheerd’ naar de Nederlandse concernmaatschappij. Het doel is om
de Nederlandse fiscale begrenzingen aan pensioenregelingen voor 5 jaar te omzeilen
met een ruimere pensioenregeling uit een andere lidstaat. Indien partijen de realiteitswaarde
van een dergelijke constructie niet aannemelijk kunnen maken, is dit besluit niet
van toepassing. De Belastingdienst zal de pensioenaanspraak in dat geval aanmerken
als belast loon.
Mandaatverlening van de aanwijsbevoegdheid
Ik mandateer hierbij (met de bevoegdheid van ondermandaat) aan de voorzitter de bevoegdheid
om pensioenregelingen van vanuit een andere EU-lidstaat inkomende werknemers aan te
wijzen als pensioenregeling in de zin van de Wet LB. Bij een dergelijke aanwijzing gelden de voorwaarden en bijzonderheden die zijn vermeld
in bijlage I van dit besluit.