Tijdelijk besluit brugbanen herbeoordeelden

[Regeling vervallen per 01-01-2009.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2011 en zichtdatum 01-09-2012.
Geldend van 29-02-2008 t/m 31-12-2008

Besluit van 25 februari 2008, houdende tijdelijke regels teneinde door middel van een subsidie brugbanen voor herbeoordeelde arbeidsgeschikten mogelijk te maken (Tijdelijk besluit brugbanen herbeoordeelden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 november 2007, nr. SV/R&S/07/36624;

Gelet op artikel 89 van de Grondwet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 december 2007, no. W12.07.0425/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 februari 2008, nr. SV/R&S/08/5070;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Loonkostensubsidie herbeoordeelden

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Het UWV kan op aanvraag aan de werkgever die met een herbeoordeelde, die een indicatiebeschikking heeft als bedoeld in het derde lid, een dienstbetrekking, niet zijnde een dienstbetrekking als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening, aangaat of is aangegaan na de inwerkingtreding van dit besluit, subsidie voor loonkosten verlenen indien de dienstbetrekking een duur van ten minste twaalf maanden heeft.

  • 2 Indien de dienstbetrekking, bedoeld in het eerste lid, een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek betreft, verstrekt het UWV slechts subsidie indien de derde, in wiens opdracht de herbeoordeelde ter beschikking wordt gesteld om arbeid te verrichten, zich jegens de werkgever verplicht de herbeoordeelde tenminste twaalf maanden arbeid te laten verrichten.

  • 3 Het UWV kan van de herbeoordeelde vaststellen dat hij in aanmerking komt voor toepassing van het eerste lid, indien het UWV van oordeel is dat met het oog op de inschakeling in de arbeid geen andere voorziening of instrument meer geschikt is. De vaststelling, bedoeld in de eerste zin, geschiedt bij indicatiebeschikking.

  • 4 Het UWV verstrekt de subsidie slechts:

    • a. indien naar het oordeel van het UWV reële behoefte bestaat aan de arbeid die op grond van de dienstbetrekking, bedoeld in het eerste lid, zal worden verricht en die arbeid geen additionele arbeid betreft;

    • b. indien er naar het oordeel van het UWV een reëel uitzicht is op continuering van de dienstbetrekking voor ten minste zes maanden na afloop van de periode waarover de loonkostensubsidie wordt verstrekt, dan wel op een op die dienstbetrekking aansluitende dienstbetrekking van dezelfde of grotere omvang voor ten minste zes maanden; en

    • c. indien ten behoeve van de herbeoordeelde in de vijf jaar voorafgaand aan de indicatiebeschikking, bedoeld in het derde lid, niet eerder loonkostensubsidie op grond van dit besluit is verstrekt en hij in die periode niet eerder werkzaamheden op een proefplaats als bedoeld in artikel 65g van de WAO, artikel 67e van de WAZ, artikel 59h van de WAJONG of artikel 76a van de WW heeft verricht.

  • 5 Onder additionele arbeid als bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, wordt verstaan primair op de arbeidsinschakeling gerichte arbeid of het naast of in aanvulling op reguliere arbeid verrichten van werkzaamheden die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt.

  • 7 De subsidie kan voor maximaal twaalf maanden worden verstrekt.

  • 8 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot dit artikel, welke regels in ieder geval betrekking kunnen hebben op:

    • a. nadere subsidievoorwaarden;

    • b. het tijdstip waarop de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, moet zijn ingediend; en

    • c. een subsidieplafond.

Artikel 3. Financiering

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 4 In afwijking van het eerste, tweede en derde lid, worden met betrekking tot de toepassing van artikel 108 van de Wfsv de kosten van de subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, voor zover die wordt verstrekt aan de werkgever van de herbeoordeelde die direct voorafgaand aan de dienstbetrekking recht had op een uitkering die ten laste kwam van het Uitvoeringsfonds voor de overheid en geen recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de WAO, WAZ of WAJONG, aangemerkt als kosten die rechtstreeks verband houden met de uitvoering van artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Wet SUWI.

Artikel 4. Samenloop loonkostensubsidie met ziekengeld

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

  • 1 Indien de herbeoordeelde, bedoeld in artikel 2, ziekengeld ontvangt op grond van de Ziektewet wordt het, naar werkdagen herleide, aan de werkgever verstrekte subsidiebedrag, bedoeld in artikel 2, verminderd met dit ziekengeld.

Artikel 5. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 6. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2009]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk besluit brugbanen herbeoordeelden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 februari 2008

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de achtentwintigste februari 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin