Bijlage 3. behorende bij artikel 7, vierde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie
Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE)
Controleprotocol en voorbeeld assurancerapport productie hernieuwbare warmte of hernieuwbaar
gas uit biomassa
Bijlage 3 behorende bij artikel 6, vijfde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie
Dit formulier is te vinden op www.rvo.nl/sde
|
|
Dit formulier is verstrekt door en moet worden ingediend bij:
|
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
|
Postbus 10073
|
8000 GB Zwolle
|
T 088 042 42 42
|
|
Bezoekadres
|
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
|
Hanzelaan 310
|
8017 JK Zwolle.
|
Toelichting
Op grond van artikel 6, vijfde lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie overlegt
de subsidieontvanger voor hernieuwbaar gas of de subsidieontvanger voor hernieuwbare
warmte uit biomassa die een productie-installatie bedrijft met een nominaal thermisch
vermogen groter dan 3 MWth, een assurance rapport van een externe accountant over
aan de minister.
Het assurance rapport dient ter controle van de gegevens die door de producent, op
grond van art. 6, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie, na afloop
van het kalenderjaar zijn overlegd in de biomassaverklaring hernieuwbare warmte en hernieuwbaar gas.
Het assurance rapport dient te worden opgesteld conform de in dit formulier opgenomen
model, met inachtneming van het in dit formulier opgenomen onderzoeksprotocol Assurance rapport productie hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas uit biomassa.
Het assurance rapport moet samen met de door een accountant goedgekeurde biomassaverklaring
hernieuwbare warmte en hernieuwbaar gas uiterlijk vier maanden na afloop van het kalenderjaar
worden opgestuurd naar de minister. Voor iedere afzonderlijke productie-installatie
dient een assurance rapport te worden opgesteld.
Assurance rapport productie hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas uit biomassa
In artikel 6, vijfde lid, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie, is bepaald
dat de producent uiterlijk binnen vier maanden na afloop van ieder kalenderjaar aan
de minister een assurance rapport (conform NV COS richtlijn 3000) 1 overlegt inzake, onder meer, de aard en de verhouding van de in de installatie verwerkte
brandstoffen.
Dit onderzoeksprotocol beoogt in aanvulling op (het stramien voor Assurance-opdrachten
en) de nadere voorschriften Controle- en overige standaarden richtlijn 3000 (zie website
NIVRA.nl) een handreiking aan de controlerend accountant te geven met specifieke aandachtspunten
bij de inrichting van zijn onderzoek. De accountant onderzoekt de definitieve opgave
van de producent met toelichtingen op conformiteit met artikel 7h en 7i van de regeling (zie NV COS 3000 nr. 33). Dit ter onderbouwing van zijn conclusies/oordeel. Hiertoe
onderzoekt de accountant de door de producent verantwoorde definitieve uitkomsten
van de verhouding voor wat betreft de gebruikte biomassagrondstoffen, de aard en verhouding
van de in de productie-installatie verwerkte brandstoffen.
Het doel van het assurance rapport is om – met redelijke mate van zekerheid – een
oordeel te verstrekken over de juistheid van de door de producent (of zijn gemachtigde)
in de biomassaverklaring hernieuwbare warmte en hernieuwbaar gas opgegeven aard en
calorische verhouding van de gebruikte biomassa en de soort en hoeveelheid biomassagrondstoffen
die zijn ingezet voor de productie van hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas. In
het geval de opgewekte energie wordt aangemerkt als duurzame energie, waarvoor een
subsidie-beschikking is afgegeven, zal voor de subsidiabele hoeveelheid duurzaam opgewekte
energie subsidie worden verstrekt. De accountant dient derhalve rekening te houden
met een tendentie in de opgegeven verhouding.
In het assurance rapport moet verwezen worden naar het stramien voor Assurance-opdrachten
en de nadere voorschriften zoals opgenomen in de controle- en overige standaard (NV
COS richtlijn 3000), zoals vermeld op de website van het NIVRA2, en naar de aanvullende specifieke punten van aandacht zoals vermeld in het betreffende
protocol.
Assurance-werkzaamheden accountant
Ten behoeve van de controle van de biomassaverklaring onderzoekt de accountant wat
de aard en de calorische verhouding is van de gebruikte biomassa en welke biomassagrondstoffen
zijn ingezet en in welke hoeveelheid.
Reviewbeleid Ministerie van Economische Zaken
De Auditdienst van het Ministerie van Economische Zaken kan een review uitvoeren op
de uitgevoerde accountantscontrole inzake deze subsidie. De accountant, die de controle
heeft uitgevoerd, verstrekt de Auditdienst desgevraagd alle inlichtingen en bescheiden.
De eventuele extra kosten van de accountant in verband met de review zijn niet voor
rekening van het ministerie.
Onderzoekstolerantie en gewenste zekerheid
De aan de individuele regels van de rapportage toegerekende onderzoekstolerantie bedraagt
maximaal éénhonderdste deel van het verantwoorde percentage. Het onderzoek van de
accountant dient er op gericht te zijn om redelijke mate van zekerheid te verkrijgen
dat deze tolerantie niet wordt overschreden.
Minimaal uit te voeren onderzoekswerkzaamheden
-
1. Het beoordelen van de inrichting van de administratie teneinde vast te stellen dat
deze als basis kan dienen voor de opstelling van de jaaropgave. Daarbij stelt de accountant
vast dat er bij de producent een stelsel van al dan niet geautomatiseerde interne
controlemaatregelen aanwezig is, in opzet, bestaan en in werking, waaraan een redelijke
mate van zekerheid is te ontlenen dat de opgegeven verhouding geen fouten van materieel
belang bevat.
-
2. Het beoordelen van de opzet van de methode van bemonsteren door de producent (door
middel van het inwinnen van inlichtingen van de producent c.q. beoordelen van de relevante
AO-beschrijving van de producent) en het vaststellen van bestaan en werking daarvan
(door middel van deelwaarnemingen).
-
3. Het vaststellen (door middel van deelwaarnemingen) van correcte verwerking in de administratie,
van de resultaten van de bemonsteringen, waaruit de aard en calorische verhouding
van de gebruikte biomassa en de soort en hoeveelheid biomassagrondstoffen die zijn
ingezet voor de productie van hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas blijkt.
-
4. Aansluiten van de verantwoorde brandstoffen met de administratie, uitgesplitst naar
maand en soort biomassa. In het verlengde hiervan stelt de accountant vast in welke
verhouding deze brandstoffen zijn verwerkt en of deze verhouding inderdaad heeft geleid
tot de percentages opgewekte hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas zoals deze door
de producent of zijn gemachtigde zijn opgegeven. De accountant maakt hierbij gebruik
van de sluitende energie balans van de betreffende installatie, gebaseerd op voldoende
onderbouwde normen en juist en volledig vastgestelde meet- en installatiegegevens.
Indien een geëigende methode dient te worden toegepast, stelt de accountant vast of
een juiste toepassing is gegeven aan de geëigende methode.
-
5. Vaststellen dat de definitieve opgave van de producent en de daarin opgenomen verhouding
van de verwerkte brandstoffen in honderdste van procenten nauwkeurig is.
13000 assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische
financiële informatie.
2www.Nivra.nl.
3Krachtens de Comptabiliteitswet 2001 (artikelen 43, 43a) heeft de Minister – bij commanditaire
vennootschappen, vennootschappen onder firma en natuurlijke personen die een beroep
of bedrijf uitoefenen aan wie door de Staat of een derde voor rekening of risico van
de Staat rechtstreeks of middellijk een subsidie, een lening of garantie wordt verstrekt
– het recht nadere inlichtingen in te winnen n.a.v. terzake ontvangen bescheiden.
Ook zijn onze Ministers bevoegd inzage te vorderen in de controledossiers van de accountant
die de betreffende bescheiden heeft gecontroleerd om te bepalen of bij de vaststelling
kan worden gesteund op de door deze accountant uitgevoerde controle. Met betrekking
tot het verlenen van inzage in het controledossier kan de accountant zich niet beroepen
op de omstandigheid dat hij op grond van andere bij of krachtens de wet opgelegde
verplichtingen tot geheimhouding is verplicht van in dit dossier opgenomen vertrouwelijke
gegevens. Onze Ministers zijn bevoegd van stukken inzake de betreffende controle uit
de controledossiers kopieën te maken.
Toelichting op format biomassaverklaring
In de praktijk blijkt de regeling met betrekking tot biomassa complexe materie. Dit
document bevat een toelichting bij het format van de jaarlijks op te stellen opgave
en de daarbij te hanteren biomassa indeling, type installaties en de vereisten waaraan
het assurance rapport moet voldoen.
Biomassa: Zuiver, naar haar/zijn aard zuiver of niet zuiver
Op basis van de regeling is biomassa ingedeeld in zuiver en niet zuiver. Zuivere biomassa
bevat niet meer dan drie massaprocent onvermijdbare kunststoffen.
Zuivere biomassa: Een nadere indeling
Zuivere biomassa kan worden verdeeld in twee groepen: 1) Naar haar aard zuiver en
2) niet naar haar aard zuiver. Voor biogassen wordt gesproken over resp. naar zijn
aard zuiver en niet naar zijn aard zuiver. De definitie van naar haar aard zuivere
biomassa is opgenomen in artikel 1, eerste lid, onderdelen k, l en m, van de Algemene
uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie.
Niet zuivere biomassa
Niet zuivere biomassa wordt in de regeling ook wel aangeduid als mengstromen. Het
dient bemonsterd te worden (volgens BRL-K10016). Bepaald dient te worden in welke
mate het biogene gedeelte bijdraagt in de energieopwekking. Dat betekent dat het calorische
aandeel van het biogene deel dient te worden bepaald in verhouding tot de totale calorische
waarde.
Biogassen
De volgende soorten biogassen worden beschouwd als naar zijn aard zuiver: Stortgas,
rioolwaterzuiveringsgas, afvalwaterzuiveringsgas en biogas dat ontstaat door middel
van vergisting. Voor overige soorten biogas dient te worden aangetoond of het gaat
om zuiver biogas. Hiertoe dient het basismateriaal waaruit het biogas ontstaat te
worden bemonsterd.
Gebruikte biomassa
Producenten dienen tevens te rapporteren over de gebruikte soort en hoeveelheid biomassagrondstoffen,
gespecificeerd in NTA-codes. In het geval dat biogas is gebruikt, dient te worden
gerapporteerd over de soort biomassagrondstof waaruit het biogas is geproduceerd.
Voorbeeld assurance rapport productie hernieuwbare warmte of hernieuwbaar gas uit
biomassa
Naam accountantskantoor:
Aan*:
Assurance rapport
Opdracht
Ingevolge uw opdracht hebben wij de bijgevoegde, door ons gewaarmerkte biomassaverklaring hernieuwbare warmte en hernieuwbaar gas met daarin de opgave betreffende de aard en calorische verhouding van de gebruikte
biomassa en de soort en hoeveelheid biomassagrondstoffen die zijn ingezet voor de
productie van hernieuwbare energie in de installatie, bekend onder EAN-code <123456789012345678>,
met betrekking tot de periode van <datum> t/m <datum> onderzocht op juistheid en overeenstemming
met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in de artikelen 7h en 7i van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie (hierna
aangeduid als de regeling),
De opgave is opgesteld onder verantwoordelijkheid van <het bestuur van de vennootschap/de
leiding van de huishouding>. Het is onze verantwoordelijkheid om een assurance rapport
inzake deze biomassaverklaring hernieuwbare warmte en hernieuwbaar gaste verstrekken.
Werkzaamheden
Wij hebben ons onderzoek verricht in overeenstemming met het Nederlands recht, waaronder
Standaard 3000 assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling
van historische financiële informatie- en het onderzoeksprotocol dat als bijlage bij
de regeling is gepubliceerd.
Dienovereenkomstig dient het onderzoek zodanig te worden gepland en uitgevoerd dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave geen afwijkingen van
materieel belang bevat.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt
is voor onze conclusie.
Conclusie
Op grond van onze werkzaamheden concluderen wij dat de biomassaverklaring hernieuwbare warmte en hernieuwbaar gas juist weergeeft en in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen
in de artikelen 7h en 7i van de regeling de opgave van:
{Ingeval van zuivere en niet naar haar aard zuiver biomassa}
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling of het in de installatie verwerkte
materiaal als zuivere biomassa kan worden aangemerkt ten behoeve van de berekening
van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast.>
{Ingeval van niet zuivere biomassa}
<en dat de geëigende methode voor de vaststelling van het gedeelte van de in de installatie
verwerkte niet-zuivere biomassa dat biologisch afbreekbaar is, ten behoeve van de
berekening van de verhouding, op een juiste wijze is toegepast>
Overige informatie
De accountant kan hier overige informatie en uiteenzettingen opnemen die niet als
doel hebben afbreuk te doen aan zijn conclusie.
Plaats en datum:
Ondertekening:
Bijlage 7. behorende bij artikel 2, tweede lid, onder d, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie
Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE)
Model Geothermisch Onderzoek SDE+
Bijlage 7 behorende bij artikel 2, tweede lid, onder d, van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie.
Dit model is te vinden op www.rvo.nl/sde
Toelichting
Bij uw SDE+ subsidieaanvraag in de categorieën Geothermie moet u als bijlage bij het
aanvraagformulier een geologisch onderzoek toevoegen.
In dit Model Geologisch Onderzoek SDE+ staat aangegeven welke aspecten u daarin dient
te behandelen.
Het geologisch onderzoek concentreert zich uiteraard op het inschatten van de geologische
parameters. Met deze parameters en met de niet-geologische parameters (doublet, put-
en pompspecificatie) berekent u de P50 waarde. Het resultaat presenteert u eveneens
in het geologisch onderzoek.
Voor het geologisch onderzoek geldt een verplichte hoofdstukindeling. Belangrijk is
dat u telkens motiveert waarom u een bepaalde keuze gemaakt heeft. Als het onderwerp
van een bepaalde paragraaf niet relevant is voor uw situatie, dan moet u dit met een
korte motivatie noemen.
TNO faciliteert het samenstellen van het geologisch onderzoek door via www.nlog.nl
de volgende hulpmiddelen beschikbaar te stellen:
-
• Het softwarepakket ‘DoubletCalc’, waarmee op eenvoudige wijze het P50 vermogen te
berekenen is.
-
• Een handleiding/documentatie van DoubletCalc, die ingaat op het werken met DoubletCalc
maar ook op te gebruiken methodiek om het P50-vermogen te berekenen.
Een uitgebreide toelichting op de verplichte hoofdstukindeling voor de SDE+ projecten
vindt u via www.rvo.nl/sde.
Verplichte inhoudsopgave ‘Geologisch Onderzoek’
1
|
Samenvatting gepland doublet, gebruikte parameters en overschrijdingskansgrafiek
|
|
1.1
|
Gepland doublet en gebruikte parameters
|
|
1.2
|
Verwacht vermogen en overschrijdingskansgrafiek
|
|
|
zie volgende bladzijde voor verplichte onderdelen van de samenvatting
|
|
|
|
2
|
Beoogde locatie
|
|
|
|
3
|
Geologische setting
|
|
3.1
|
Lokale geologie
|
|
3.2
|
(Risico op het aantreffen van) koolwaterstoffen
|
|
|
|
4
|
Beschikbare en gebruikte putten en seismische data
|
|
4.1
|
Keuze van de referentieputten
|
|
4.2
|
Seismische gegevens
|
|
4.3
|
Coördinaatsysteem
|
|
|
|
5
|
Seismische interpretatie en dieptemodel
|
|
5.1
|
Methode beschrijving
|
|
5.2
|
Additionele gegevens
|
|
5.3
|
Well to seismic ties
|
|
5.4
|
Seismische interpretatie
|
|
5.5
|
Gridding algoritme
|
|
5.6
|
Tijd-diepte conversie
|
|
5.7
|
Dieptekaart van top/basis aquifer
|
|
5.8
|
Discussie van onzekerheid in top/basis aquiferkaart
|
|
|
|
6
|
Karakterisering en model van de aquifer
|
|
6.1
|
Stratigrafische correlatie en laterale diktevariatie van de aquifer
|
|
6.2
|
Schatting van de permeabiliteit van de aquifer
|
|
6.3
|
Resultaten en discussie over onzekerheid
|
|
|
|
7
|
Waterevaluatie
|
|
7.1
|
Temperatuur
|
|
7.2
|
Evaluatie van het formatiewater
|
|
|
|
8
|
Doublet performance
|
|
8.1
|
Doublet configuratie in de ondergrond
|
|
8.2
|
Putarchitectuur
|
|
8.3
|
Operationele instellingen
|
|
|
|
9
|
Referenties
|
|
|
|
Bijlagen
|
|
Verplichte onderdelen samenvatting ‘geologisch onderzoek’
1.1. Gepland doublet en gebruikte parameters
-
– Locatie en toepassing van het doublet.
-
– De aardwarmtevergunnning waar het doublet in geplaatst wordt.
-
– Parameters die gebruikt zijn in de berekening van het indicatieve geothermisch vermogen.
Dit dient te gebeuren door onderstaande tabellen in te vullen of een leesbare screendump
van het invoerscherm van DoubletCalc 1.4 bij te voegen (Figuur 1). Deze parameters
zijn nodig om een kansverdeling van het indicatieve geothermische vermogen te maken.
Tabel: Geologische en niet-geologische parameters (doublet, put- en pompspecificatie)
per aquifer
Aquifer laagpakketnaam of -namen
|
|
A1) Aquifereigenschappen (met spreiding)
|
Min
|
verwacht
|
max
|
dimensie
|
Permeabiliteit
|
|
|
|
mD
|
Netto/bruto percentage watervoerende pakket met spreiding
|
|
|
|
%
|
Bruto dikte watervoerende pakket met spreiding
|
|
|
|
m
|
Diepte top aquifer injectieput
|
–
|
|
–
|
m
|
Diepte top aquifer productieput
|
–
|
|
–
|
m
|
Zoutgehalte (Total Dissolved Solids)
|
|
|
|
ppm
|
A2) Aquifereigenschappen (zonder spreiding)
|
Waarde
|
|
kv/khratio van de aquifer
|
|
–
|
Gemiddelde oppervlaktetemperatuur
|
|
°C
|
Geothermische gradiënt
|
|
°C/m
|
B) Doublet- en pompspecificatie
|
|
|
Injectietemperatuur
|
|
°C
|
Afstand tussen productie- en injectieput op aquiferniveau
|
|
m
|
Pompefficiëntie
|
|
fractie
|
Afhangdiepte pomp in de productieput
|
|
m
|
Opgelegd drukverschil pomp
|
|
bar
|
C) Specificatie productie- en injectieputten
|
|
|
Buitendiameter boorgat in reservoir
|
|
inch
|
Skin
|
0 (vaste waarde)
|
–
|
Penetratiehoek in reservoir
|
|
°
|
|
|
|
Verbuizingsschema productieput;
dieptes van de segmenten in mAH en mTVD
|
|
m
|
Binnendiameter opvoerbuis per segment
|
|
inch
|
Ruwheid opvoerbuis per segment
|
|
milli-inch
|
1.2. Verwacht vermogen en overschrijdingskansgrafiek
Hier geeft u aan voor welk vermogen u aanspraak wilt maken op ondersteuning uit de
SDE+ 2014 (het P50 vermogen).
U presenteert:
-
– De resultaten van uw berekeningen in cijfers als DoubletCalc ‘output table’ of een
vergelijkbare vorm van presenteren.
-
– De overschrijdingskansgrafiek, waaruit het P50 vermogen is af te lezen, zie onderstaand
voorbeeld.
-
– Het aangevraagd vermogen.
Figuur 1: Voorbeeld van overschrijdingskansgrafiek