Beleidsregels ontheffingen liefdadigheidsacties

[Regeling vervallen per 15-10-2011.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2014.
Geldend van 15-03-2008 t/m 14-10-2011

Regeling van het Commissariaat voor de Media van 19 februari 2008 houdende beleidsregels omtrent verlening van ontheffingen publieke omroep van het bepaalde in het tweede lid van artikel 52 van de Mediawet in verband met liefdadigheidsacties (Beleidsregels ontheffingen liefdadigheidsacties)

Het Commissariaat voor de Media,

gelet op de artikelen 134 en 135 van de Mediawet;

gelet op artikel 4:81 (en 5:16) van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 1 van het ministerieel besluit van 17 februari 1988 (Stcrt. 49);

besluit:

– strekking van de regeling –

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

De beleidsregels vastgesteld in deze regeling hebben betrekking op de wettelijke voorschriften die zijn opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

– definities –

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

In deze regeling wordt verstaan onder:

– ontheffingsverzoek –

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

  • 1 De omroepinstelling stelt het Commissariaat bij de indiening van het verzoek tot ontheffing alle relevante bescheiden ter beschikking. Van overeenkomsten met derden dienen afschriften van ondertekende exemplaren te worden overgelegd.

  • 2 De omroepinstelling dient het verzoek tot ontheffing, zoals bedoeld in artikel 4, in uiterlijk twee weken voor de uitzending van het programmaonderdeel waar de ontheffing betrekking op heeft.

– ontheffing liefdadigheidsacties –

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

  • 1 Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval in de zin van artikel 52, derde lid, van de wet wordt, in geval de ontheffing wordt aangevraagd door een landelijke publieke omroepinstelling, gekeken of er sprake is van een goed doel.

  • 2 Bij de vaststelling of sprake is van een bijzonder geval wordt, in geval de ontheffing wordt aangevraagd door een lokale of regionale omroepinstelling in verband met een liefdadigheidsactie, gekeken of er sprake is van een goed doel en of de actie in beginsel een kleinschalig karakter heeft.

  • 3 Indien de instelling die zendtijd heeft verkregen naar genoegen van het Commissariaat heeft aangetoond dat sprake is van een bijzonder geval in de zin van het eerste of tweede lid worden aan de ontheffing in ieder geval de voorwaarden verbonden dat:

    • a. de ontheffing alleen geldt voor het uit te zenden programmaonderdeel in het kader van de in het eerste respectievelijk tweede lid bedoelde liefdadigheidsactie;

    • b. in het betreffende programmaonderdeel alleen de handelsnamen van bedrijven of instellingen worden getoond of vermeld die een bijdrage leveren aan de in het eerste respectievelijk tweede lid bedoelde liefdadigheidsactie;

    • c. het tonen of vermelden van de handelsnamen van de bedrijven of instellingen zoals bedoeld in onderdeel b van dit artikellid, gezien de context waarin dit gebeurt, niet op overdreven of overdadige wijze plaatsvindt of er specifieke aanprijzingen worden gedaan;

    • d. er geen producten of diensten van de bedrijven of instellingen zoals bedoeld in onderdeel b van dit artikellid zullen worden getoond of vermeld.

  • 4 De naar aanleiding van het uitgezonden programmaonderdeel gegenereerde inkomsten van de actie dienen rechtstreeks ten goede te komen a an het betreffende goede doel.

– slotbepaling –

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 maart 2008.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregels ontheffingen liefdadigheidsacties.

  • 3 Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van het Commissariaat voor de Media (www.cvdm.nl).

Commissariaat voor de Media,

I. Brakman

Voorzitter

J. van Cuilenburg

Commissaris

Bijlage Beleidsregels ontheffingen liefdadigheidsacties

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

Artikel 52 van de Mediawet:

[Regeling vervallen per 15-10-2011]

  • 1. De programma’s van instellingen die zendtijd hebben verkregen bevatten geen reclameboodschappen tenzij zulks bij deze wet uitdrukkelijk wordt toegestaan.

  • 2. De programma’s als bedoeld in het eerste lid bevatten voorts geen andere reclame-uitingen tenzij dit niet vermijdbaar is. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen een reclame-uiting in een programma niet vermijdbaar kan worden geacht, alsmede wanneer het is toegestaan dat programma’s reclame-uitingen bevatten.

  • 3. Onze Minister kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in de eerste volzin van het tweede lid. Hij kan deze bevoegdheid delegeren aan het Commissariaat voor de Media.

  • 4. Behoudens toestemming van het Commissariaat bevatten programma’s van instellingen die zendtijd hebben verkregen geen oproepen in het kader van ledenwerving, verenigingsactiviteiten of nevenactiviteiten.