Deel 1. Handelingen van de Minister van LNV
Algemene handelingen
Nationaal
1
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende (aspecten
van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
2
Handeling: Het leveren van bijdragen aan de totstandkoming van het nationale beleid
van andere Ministers, voorzover dit (mede) betrekking heeft op (aspecten van) het
landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
3
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet-
en regelgeving betreffende (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Het gaat hierbij om wet- en regelgeving die niet valt onder specifieke
handelingen als geformuleerd in volgende hoofdstukken.
Waardering: B 1
4
Handeling: Het instellen van commissies voor advisering over het beleid, de uitvoering
daarvan en wet- en regelgeving ten aanzien van (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling betreft de commissies die niet reeds in andere handelingen
zijn benoemd.
Waardering: B 4
5
Handeling: Het benoemen van leden van adviescommissies ten aanzien van (aspecten van)
het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling gaat ook over plaatsvervangende leden, secretaris en adjunct-secretaris.
Waardering: V, 2 jaar
6
Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op het gebied van (aspecten
van) het landbouwstructuurbeleid waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat bij
het Ministerie berust
Periode: 1945–
Waardering: B 1
7
Handeling: Het deelnemen aan advies- en overlegcommissies op het gebied van (aspecten
van) het landbouwstructuurbeleid waarvan het voorzitterschap en/of secretariaat niet
bij het Ministerie berust
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
8
Handeling: Het deelnemen aan (het bestuur van) niet als overheidsorgaan aan te merken
instellingen op een deelgebied van het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
9
Handeling: Het verlenen van subsidies aan instellingen die een adviserende of uitvoerende
taak hebben op het terrein of een deelterrein van het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
547
Handeling: Het voeren van overleg met belangenorganisaties
Periode: 1945–
Waardering: B 1
10
Handeling: Het voorbereiden van overleg met en informeren van (leden van) de Staten-Generaal
over (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
11
Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek incidenteel
informeren van leden of commissies uit de kamers der Staten-Generaal ter zake van
(aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 3
12
Handeling: Het verstrekken van inlichtingen aan (de Commissie van de Verzoekschriften
van) de Staten-Generaal naar aanleiding van klachten van burgers betreffende (aspecten
van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 3
13
Handeling: Het informeren van de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten
over de uitvoering of de gevolgen van het beleid betreffende (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 3
14
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende
het beleidsterrein
Periode: 1945–
Waardering: V, 10 jaar
15
Handeling: Het voeren van verweer in beroepschriftenprocedures voor administratiefrechtelijke
organen
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar
16
Handeling: Het voeren van verweer in strafrechtelijke of civielrechtelijke procedures
ter zake van (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 5 jaar
17
Handeling: Het informeren van belanghebbenden over beleidsontwikkelingen, subsidiemogelijkheden
en overheidsfaciliteiten betreffende (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Waardering: B 5 voor 1 exemplaar van het voorlichtingsmateriaal
V, 2 jaar overige neerslag
18
Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen
betreffende (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
19
Handeling: Het vaststellen van opdrachten en van de resultaten van (wetenschappelijke)
studies met het oog op de beleidsontwikkeling betreffende (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1
20
Handeling: Het (mede) voorbereiden en begeleiden van (wetenschappelijke) studies betreffende
(aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
21
Handeling: Het verlenen van subsidies voor onderzoeksprojecten op het terrein of een
deelterrein van het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
Internationaal
22
Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van beleidsvoorbereiding
of -evaluatie, dan wel ten behoeve van intern (wetenschappelijk) onderzoek op het
gebied van (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
23
Handeling: Het machtigen van personen tot het nemen van beslissingen en het ondertekenen
van stukken namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) voor
wat betreft aangelegenheden in relatie tot het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1945–
Product: machtigings- en mandaatbesluiten
Waardering: B 5
24
Handeling: Het mede voorbereiden van het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale
regelingen betreffende (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid en het presenteren
van Nederlandse standpunten in intergouvernementele organisaties, uitgezonderd de
EU
Periode: 1945–
Opmerking: Het betreft o.a. de Benelux, de VN, de FAO, de WHO.
Waardering: B 1
25
Handeling: Het voorbereiden van bijdragen aan expertgroepen van de Europese Commissie
inzake (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde
bijdrage.
Waardering: B 1
26
Handeling: Het opstellen van concept-informatiefiches over voorstellen, mededelingen
en Groenboeken van de Europese Commissie ter zake van (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Product: concept-fiches
Opmerking: De interdepartementale WBNC stelt de informatiefiches vast (deze handeling
is opgenomen in het concept-RIO ‘Gedane Buitenlandse Zaken’).
Waardering: B 1
27
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van Raadswerkgroepen met betrekking
tot (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.
De handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies;
bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
28
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc groepen Raden/Attachés met
betrekking tot (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg worden
gevoerd met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.De
handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot instructies;
bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
29
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van het Coreper met betrekking tot (aspecten
van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.De
instructies voor de Nederlandse vertegenwoordiger in het Coreper (de PV) worden vastgesteld
in interdepartementaal overleg onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.De
handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies;
bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten.Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
30
Handeling: Het voorbereiden van vergaderingen van ad hoc High Level-groepen met betrekking
tot (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.De
handeling leidt bij het eerstverantwoordelijke Ministerie met name tot concept-instructies;
bij de overige betrokken Ministeries tot departementale standpunten. Hieronder valt
expliciet ook het opstellen van verslagen over de geleverde bijdrage
Waardering: B 1
31
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake agendapunten van Raadsvergaderingen
met betrekking tot (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Nationale standpunten en onderhandelingsposities inzake agendapunten van
Raadsvergaderingen komen tot stand in de Coördinatiecommissie voor Europese Integratie-
en Associatieproblemen (CoCo).Hieronder valt expliciet ook het opstellen van verslagen
over de geleverde bijdrage.
Waardering: B 1
32
Handeling: Het opstellen van departementale standpunten inzake algemene en op langere
termijn spelende zaken van EU-belang inzake (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: Overleg hierover in de Coördinatiecommissie op Hoog Ambtelijk Niveau (CoCoHan)
leidt tot algemene rapporten aan de betrokken Ministers.
Waardering: B 1
33
Handeling: Het rapporteren over de implementatie van Europese (of internationale)
regels in bestaande of nieuwe wet- en regelgeving op nationaal niveau op het gebied
van het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Waardering: B 3
34
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten inzake door de Europese Commissie
voorgestelde uitvoeringsbepalingen met betrekking tot (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid,
die besproken worden in een raadgevend comité, een beheerscomité of een reglementeringscomité
Periode: 1958–
Opmerking: Als onderdeel van de departementale standpuntbepaling kan overleg gevoerd
worden met maatschappelijke groeperingen, zoals het georganiseerde bedrijfsleven.Wanneer
meerdere departementen betrokken zijn leidt het eerstverantwoordelijke Ministerie
het coördinatieoverleg.Onder deze handeling valt ook het opstellen van instructies
voor de Nederlandse vertegenwoordiging in de comités, alsook het opstellen van verslagen
van vergaderingen van deze comités.
Waardering: B 1
35
Handeling: Het opstellen en wijzigen van standpunten over door de Europese Commissie
voorgenomen besluiten, maatregelen en onderhandelingen met derde landen ter zake van
(aspecten van) het landbouwstructuurbeleid, voorzover deze niet zijn vastgelegd in
Raadsbesluiten en worden besproken in commissies en werkgroepen
Periode: 1958–
Opmerking: Hieronder valt ook het opstellen van verslagen van vergaderingen van de
commissies en werkgroepen.
Waardering: B 1
36
Handeling: Het geven van aanwijzingen aan uitvoeringsorganen over de toepassing van
internationale verdragen of verordeningen inzake (aspecten van) het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Product: circulaires
Waardering: B 5
37
Handeling: Het voordragen van personen voor benoeming in een raadgevend comité, beheerscomité
of reglementeringscomité inzake het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: De Raad benoemt de leden van de comités.
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
38
Handeling: Het voordragen aan de Europese Commissie van deskundigen belast met de
controle op de naleving van de bepalingen van communautaire besluiten betreffende
het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Opmerking: richtlijnen
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
39
Handeling: Het aanwijzen van regeringsvertegenwoordigers in commissies of werkgroepen
van de Europese Unie inzake het landbouwstructuurbeleid
Periode: 1958–
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
40
Handeling: Het opstellen van een plan ter implementatie van een door de Raad vast
te stellen besluit op het gebied van het landbouwstructuurbeleid
Grondslag: Aanwijzing voor regelgeving (Stcrt. 1992, 230), nr. 334
Periode: 1993–
Product: Implementatieplan
Opmerking: Het betreft hier plannen ter implementatie van richtlijnen en verordeningen
die onderworpen zijn aan de samenwerkingsprocedure of de medebeslissingsprocedure
(co-decisie) van Raad en Europees Parlement. Het implementatieplan moet binnen een
maand nadat de Raad het gemeenschappelijk standpunt heeft vastgesteld voorgelegd worden
aan de Werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen.
Waardering: B 5
Financiering Landbouwstructuurbeleid
Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw (SBF)
41
Handeling: Het instellen van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
Periode: 1951–
Opmerking: Bij opheffing van het fonds beslist de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, in overeenstemming met de Minister van Financiën, de bestemming
van het liquidatiesaldo. Na opheffing blijven de boeken en bescheiden van de stichting
berusten onder de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Waardering: B 4
42
Handeling: Het goedkeuren van een besluit van het bestuur van het Borgstellingsfonds
tot wijziging van de statuten van het fonds of tot opheffing van het fonds
Grondslag: statuten Borgstellingsfonds, art. 15
Periode: 1951–
Waardering: V, 2 jaar
43
Handeling: Het benoemen van bestuursleden van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
alsmede van de secretaris en (vanaf 1990) de secretaris-penningmeester
Grondslag: Statuten Borgstellingsfonds, art. 5
Periode: 1951–
Opmerking: De Minister van Financiën benoemde (tot 1989) de penningmeester, terwijl
de voorzitter werd benoemd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV). Benoeming van de secretaris en de secretaris-penningmeester (adviserend) geschiedt
door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
44
Handeling: Het beheren van de gelden van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1989–
Opmerking: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Waardering: V, 20 jaar
45
Handeling: Het ambtelijk begeleiden van het bestuur van het Borgstellingsfonds voor
de Landbouw
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1951–
Product: o.a. rapporten
Opmerking: Het betreft , afgezien van de secretariaatsvoering, met name het begeleiden
en rapporteren in het kader van de financiële aspecten, o.a. door de afdeling Kredietzaken
en taakopvolgers, maar ook de meer beleidsmatige inbreng vanuit andere organisatieonderdelen.
Waardering: V, 10 jaar
46
Handeling: Het goedkeuren van de jaarrekening en verantwoording van het Borgstellingsfonds
voor de Landbouw
Bron: statuten Borgstellingsfonds, art. 13.2
Grondslag: 1951–
Waardering: V, 7 jaar na goedkeuring
52
Handeling: Het beslissen over aanvragen tot borgstelling voor rente en aflossing van
aan landbouwbedrijven verstrekte kredieten ter verbetering of overname
Grondslag: Vaststelling Besluit Borgstellingsfonds voor de Landbouw, art. 2 en art.
10
Periode: 1951–
Opmerking: Alleen in bijzondere gevallen beslist het bestuur van het fonds.
Waardering: V, 20 jaar
55
Handeling: Het herzien van een bestuursbesluit van het Borgstellingsfonds voor de
Landbouw
Periode: 1980–
Opmerking: statuten Borgstellingsfonds, art. 9, 2
Waardering: V, 5 jaar
56
Handeling: Het vaststellen van de financiële bijdrage aan het Borgstellingsfonds voor
de Landbouw
Grondslag: begrotingen
Periode: 1951–
Waardering: V, 7 jaar
Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (O&S-fonds)
58
Handeling: Het instellen van het O&S-fonds voor de Landbouw
Periode: 1963–
Waardering: B 4
59
Handeling: Het benoemen van bestuursleden van het O&S-fonds, alsmede van de secretaris
Bron: statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 2 jaar
61
Handeling: Het vernietigen van een besluit van het bestuur van het O&S-fonds en het
eventueel zelf nemen van een besluit betreffende de zaak in kwestie
Grondslag: statuten O&S-fonds, art. 6.2a
Periode: 1963–
Waardering: B 5
62
Handeling: Het besluiten tot wijziging van de statuten van het O&S-fonds
Grondslag: statuten O&S-fonds, art.10.2
Periode: 1963–
Waardering: B 4
63
Handeling: Het vaststellen van de financiële bijdrage aan het O&S-fonds
Grondslag: Begrotingen
Periode: 1963–
Waardering: V, 8 jaar
68
Handeling: Het goedkeuren van (kader)besluiten van het O&S-fonds
Bron: Toelichting bij Kaderbesluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden;
e.a.
Periode: 1963–
Waardering: B 5
74
Handeling: Het vaststellen van formulieren voor bijdrageregelingen van het O&S-fonds
Grondslag: Bijdrageregelingen, bijv. Besluit structuurverbetering landbouwbedrijven,
art. 16; Besluit stimulering duurzame landbouwbedrijven, art. 14. 2
Periode: 1963–
Waardering: V, 2 jaar
Algemene handelingen en Kaderwet LNV-subsidies
75
Handeling: Het periodiek vaststellen van het referentie-inkomen in het kader van het
verlenen van subsidies
Grondslag: o.a. Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 6.5,2
Periode: 1963–
Waardering: V, 15 jaar
76
Handeling: Het vaststellen van subsidieplafonds voor subsidieregelingen die betrekking
hebben op landbouwstructurele maatregelen, alsmede van perioden gedurende welke een
subsidie kan worden aangevraagd
Grondslag: Kaderwet LNV-subsidies, art. 4.4; Investeringsregeling markt en concurrentiekracht,
art. 1.3, art. 7.1, art. 12.1
Periode: 1963–
Product: Bijv. Wijziging investeringslijst en subsidieplafond Stimuleringskader (Stcrt.
1997, 229); besluiten betreffende openstelling/sluiting van een aanvraagperiode
Opmerking: Deze handeling is niet van toepassing wanneer de Minister van Financiën
heeft ingestemd met het achterwege laten van een subsidieplafond. Hieronder vallen
ook de besluiten om een regeling op enig moment voor gesloten te verklaren.
Waardering: B 5
77
Handeling: Het vaststellen van formulieren voor subsidieregelingen
Grondslag: Vele regelingen, bijv. Investeringsregeling markt en concurrentiekracht,
art. 7.2-1
Periode: 1945–
Waardering: V, 2 jaar
Fiscale aspecten van herstructurering in land- en tuinbouw
78
Handeling: Het in het kader van vrijstelling van overdrachtsbelasting beoordelen van
de voorwaarde van verbetering van de landbouwstructuur
Bron: Wet op belastingen van rechtsverkeer, art. 15.1q
Periode: 1970–
Product: Verklaring verbetering van de landbouwstructuur (in geval van een positieve
beoordeling)
Waardering: V, 7 jaar
Europese Structuurfondsen
82
Handeling: Het voordragen of benoemen van nationale vertegenwoordigers in (raadgevende)
comités van het EOGFL en het EFRO die een rol spelen in het Europese landbouwstructuurbeleid
Bron: Beschikking van de Raad van 4 december 1962 betreffende de coördinatie van het
structuurbeleid in de landbouw, art. 1.3; Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 12; Verordening
(EEG) nr. 4253/88, artt. 27 en 29; e.a.
Periode: 1964–
Opmerking: Het betreft met name de volgende comités:Comité van het Europees Oriëntatie-
en Garantiefonds voor de Landbouw (Comité van het Fonds, 1964–1988); Comité van het
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (Comité van het Fonds, 1975–1988); Permanent
Comité voor de Landbouwstructuur (1962-1988); Comité landbouwstructuur en plattelandsontwikkeling
(vanaf 1988); Comité voor de ontwikkeling en omschakeling van de regio’s (vanaf 1988)
Waardering: V, 2 jaar
83
Handeling: Het aanwijzen van organen die belast zijn met het aanvragen, beheren en
uitbetalen van Structuurfondsgelden ter aanwending voor landbouwstructurele maatregelen
Grondslag: Verordening nr. 17/64/EEG, art. 22.1; Verordening (EEG) nr. 729/70, art.
4.1; Verordening (EEG) nr. 724/75, art. 8.4; Verordening (EG) 1258/1999, art. 4.1 en 6; e.a.
Periode: 1964–
Opmerking: Onder deze handeling valt ook het informeren van de Europese Commissie
met betrekking tot de administratieve en boekhoudkundige voorschriften voor de betalingen.
Waardering: B 4
84
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van betalingsaanvragen in het kader
van cofinanciering door het EOGFL-O van landbouwstructurele maatregelen
Grondslag: Verordening nr. 17/64/EEG, art. 20; e.a.
Periode: 1964–
Opmerking: Deze handeling (uitgevoerd door de betaalorganen) vindt in de regel achteraf
plaats.
Waardering: V, 10 jaar
85
Handeling: Het bij de Europese Commissie aanvragen van overboeking van verzoeken om
cofinanciering door de Structuurfondsen van Nederlandse projecten in het kader van
het landbouwstructuurbeleid
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 21; e.a.
Periode: 1977–1989
Opmerking: Overboeking van een project kan gebeuren wanneer de beschikbare subsidiemiddelen
voor het lopende jaar tekort schieten; dit is slechts eenmaal mogelijk.
Waardering: V, 10 jaar
86
Handeling: Het opstellen van stukken voor de financiële verantwoording, aan de Europese
Commissie, van de uitgaven van de Structuurfondsgelden
Grondslag: Verordening nr. 17/64/EEG, art. 22.2; Verordening (EEG) nr. 729/70, art.
4.1; e.a.
Periode: 1964–
Product: Voortgangs- en eindrapporten, rekeningen
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) doet deze stukken
aan de Europese Commissie toekomen. Hierbij kunnen ook rapporten van de bevoegde controlediensten
worden gevoegd. Op grond van Verordening (EG) nr. 1258/1999 wordt, in geval van erkenning
van meer dan één betaalorgaan, een ‘coördinerende instantie’ aangewezen, die ermee
is belast de ter beschikking van de Commissie te stellen gegevens te centraliseren
en die te verstrekken.
Waardering: V, 7 jaar
87
Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de te
verwachten uitgaven van Structuurfondsgelden
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 729/70, art. 5.1; e.a.
Periode: 1970–
Product: Staten betreffende de kaspositie, ramingen van de financiële behoeften
Opmerking: Op grond van de ingeleverde stukken kan de Europese Commissie voorschotten
toekennen.
Waardering: V, 10 jaar
88
Handeling: Het opstellen van stukken voor de Europese Commissie betreffende de nationale
handhavings- en controlemaatregelen ter zake van de uitgaven van de Structuurfondsgelden
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 729/70, artt. 8 en 9; Verordening (EG) 1258/1999, art. 8.1; e.a.
Periode: 1970–
Opmerking: Deze stukken kunnen onder andere betrekking hebben op de regelmatigheid
van de uitvoering van regelingen, terugvorderingen en administratieve en gerechtelijke
procedures.
Waardering: V 10 jaar
89
Handeling: Het bijdragen aan de evaluatie in Europees verband van acties van de Gemeenschap
op het gebied van het landbouwstructuurbeleid
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 4253/88, art. 26
Periode: 1988–
Waardering: B 2
90
Handeling: Het vaststellen van specifieke programma’s voor de ontwikkeling of rationalisering
van ondernemingen op het gebied van de voortbrenging van landbouwproducten, waarbinnen
projecten mede door de EU gesubsidieerd kunnen worden
Bron: Begrotingen
Periode: 1964–1977
Opmerking: Het formuleren en wijzigen van prioriteiten of criteria voor steunverlening
maakt deel uit van deze handeling.
Waardering: B 5
91
Handeling: Het, met het oog op bijstandsverlening door het EOGFL-O, bij de Europese
Commissie indienen van verzoeken om subsidie voor (individuele) Nederlandse projecten
in het kader van specifieke programma’s voor de ontwikkeling of rationalisering van
ondernemingen op het gebied van de voortbrenging van landbouwproducten
Grondslag: Verordening 17/64/EEG, art. 20. 2
Periode: 1964–1979
Waardering: V, 10 jaar
92
Handeling: Het, met het oog op cofinanciering door het EOGFL-O, bij de Europese Commissie
indienen van verzoeken om bijstand aan nationale landbouwstructurele steunmaatregelen
Bron: Verordening (EEG) 729/70; e.a.
Periode: 1970–
Waardering: B 5
93
Handeling: Het, met het oog op bijstandsverlening door het EFRO, bij de Europese Commissie
indienen van programma’s voor regionale ontwikkeling
Grondslag: Verordening 17/64/EEG, art. 20, 2
Periode: 1975–1988
Opmerking: Deze voor het EFRO specifieke handeling werd voortgezet als algemenere
handeling voor verkrijging van bijstand in het kader van de prioritaire doelstellingen
1 en 5a en 5b.
Waardering: B 5
94
Handeling: Het, met het oog op cofinanciering door het EFRO, bij de Europese Commissie
indienen van verzoeken om bijstand aan nationale programma’s van communautair belang
Bron: Verordening (EEG) nr. 1787/84, art. 11
Periode: 1985–
Opmerking: Het betreft hier derhalve cofinanciering van nationale steunmaatregelen.
Waardering: B 5
95
Handeling: Het, met het oog op bijstandsverlening door het EFRO, bijdragen aan de
totstandkoming van communautaire programma’s
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1787/84, art. 10
Periode: 1985–
Waardering: B 5
96
Handeling: Het opstellen van stukken die de Europese Commissie gebruikt om te kunnen
beoordelen of een plattelandszone als doelstelling 5b-gebied kan worden aangemerkt
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 4253/88, art. 4.3
Periode: 1988–
Waardering: V, 10 jaar
97
Handeling: Het, in het kader van verkrijging van bijstand van het EOGFL-O en het EFRO,
bij de Europese Commissie indienen van plannen voor regionale ontwikkeling of voor
plattelandsontwikkeling
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2052/88, art. 8.4, en art. 11.3
Periode: 1988–
Opmerking: Het opstellen van dergelijke plannen (feitelijk steunaanvragen, waarin
acties worden voorgesteld) gebeurt door instanties die daartoe op nationaal, regionaal,
plaatselijk of ander niveau zijn aangewezen.Eventueel kunnen ook buiten genoemde plannen
vallende acties met een bijzonder belang voor de Gemeenschap voor steunaanvraag in
aanmerking komen.
Waardering: B 5
98
Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van een communautair bestek op basis
van ingediende plannen voor regionale ontwikkeling of voor plattelandsontwikkeling
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2052/88, art. 8.5; e.a.
Periode: 1988–
Waardering: V, 10 jaar
99
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van operationele programma’s in
het kader van het landbouwstructuurbeleid
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2052/88, art. 8.4; e.a.
Periode: 1988–
Opmerking: Het gaat hierbij feitelijk om aanvragen voor steun voor dergelijke programma’s.
Waardering: B 5
100
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van enkelvoudige programmeringsdocumenten
in het kader van het landbouwstructuurbeleid
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2052/88, art. 8.4; Verordening (EG) nr. 3669/93,
art. 10bis; e.a.
Periode: 1988–
Opmerking: Deze handeling is van toepassing wanneer een plan voor regionale ontwikkeling
of voor plattelandsontwikkeling tegelijk met een (bijstandsaanvraag voor een) operationeel
programma wordt ingediend.
Waardering: B 5
101
Handeling: Het vaststellen van programmacomplementen in het kader van bijstandsverlening
door het EOGFL-O en het EFRO
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1260/1999, art. 15.6
Periode: 1999–
Waardering: B 5
102
Handeling: Het aanwijzen van een beheersautoriteit voor het beheer van een bijstandspakket
van het EOGFL-O of het EFRO
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1260/1999, art.34
Periode: 1999
Waardering: B 4 + 5
103
Handeling: Het instellen van toezichtcomités voor elk communautair bestek, enkelvoudig
programmeringsdocument en operationeel programma
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1260/1999, art. 35.1
Periode: 1999–
Opmerking: De toezichtcomités vallen onder de bevoegdheid en de jurisdictie van de
staat.
Waardering: V, 7 jaar
104
Handeling: Het benoemen van nationale vertegenwoordigers als leden van toezichtcomités
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1260/1999, art. 35.1
Periode: 1999–
Opmerking: De toezichtcomités vallen onder de bevoegdheid en de jurisdictie van de
staat. Naast de nationale vertegenwoordigers hebben ook vertegenwoordigers van de
andere partners in een programma zitting in een dergelijk comité.
Waardering: V, 2 jaar
Sectoroverstijgende onderwerpen
Onderzoek
112
Handeling: Het benoemen van bestuursleden, leden, adviserende leden en een secretaris
van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Instellingsbeschikking Nationale Raad voor het Landbouwkundig Onderzoek,
art. 5. 2; Regeling Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art. 6
Periode: 1986–
Opmerking: De benoeming geldt voor vijf jaar. De Ministers van VROM en OC&W benoemen
er ieder één.
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
113
Handeling: Het verstrekken van financiële middelen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering
van de werkzaamheden van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Regeling Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art. 12
Periode: 1994–
Opmerking: In de instellingsbeschikking is geen artikel opgenomen over financiering
van de
NRLO.
Waardering: V, 7 jaar
114
Handeling: Het regelen van de inzet van personeel voor de uitvoering van de werkzaamheden
van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Regeling Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art. 12
Periode: 1994–
Opmerking: In de instellingsbeschikking is geen artikel opgenomen over personele middelen.
Waardering: V, 2 jaar
115
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen of wijzigen van het beleid op het gebied
van landbouwkundig onderzoek
Bron: begrotingen, o.a. Rijksbegroting 1986–1987, nr. 2, blz. 5; HdTK 1987-1988, 19307
5-6-111, blz. 870923
Periode: 1945–
Product: O.a. Ontwikkelingsplan Landbouwkundig Onderzoek 1986–1990; Ontwikkelingsplan
voor de instituten en proefstations van het Ministerie van Landbouw, 1987–1990.
Opmerking: Hieronder zijn ook begrepen: het afstemmen van het departementale onderzoeksbeleid
met het beleid van andere instellingen en organisaties van landbouwkundig onderzoek
en het inbrengen van het departementale onderzoeksbeleid in nationale en internationale
organen voor onderzoeksbeleid.
Waardering: B 1
116
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van de organisatie van (het beleid inzake)
landbouwkundig onderzoek
Periode: 1945–
Opmerking: Het gaat hier om het bewaken van de kwaliteit en vernieuwing van departementale
landbouwkundig onderzoek, en het integreren en coördineren van het departementale
beleid en het daarop betrekking hebbende beheersbeleid.
Waardering: B 4
117
Handeling: Het verlenen van financiële bijdragen aan landbouwkundig onderzoek
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling alleen gebruiken als er geen specifieke regeling aan ten
grondslag ligt. Het gaat om onderzoek dat ten dienste kan komen aan één of meer agrarische
sectoren, zowel praktijk- als toepassingsgericht onderzoek.
Waardering: V, 7 jaar
118
Handeling: Het (mede)oprichten en instellen van organisaties, raden en commissies
voor landbouwkundig onderzoek
Periode: 1945–
Product: O.a. KB tot regeling van de dienst der rijkslandbouwproefstations (Stb. 1926,
109; Stb. 1930, 401; Stb. 1979, 494; Instellingsbeschikking Nationale Raad voor Landbouwkundig
Onderzoek (Stcrt 1986, 208); Instelling Programmacommissie Biotechnologie (Stcrt.
1981, 178)
Waardering: B 4
119
Handeling: Het verstrekken van financiële bijdragen aan organisaties die toepassingsgericht
en toegepast landbouwkundig onderzoek uitvoeren
Bron: Begrotingen
Grondslag: O.a. Regeling subsidie Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art.
2; Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 3
Periode: 1945–
Opmerking: Bij de oprichting van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO)
zijn door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) vermogensbestanddelen
beschikbaar gesteld
Waardering: V, 7 jaar
120
Handeling: Het verstrekken van programma-indicaties en onderzoeksopdrachten aan organisaties
die toepassingsgericht en toegepast landbouwkundig onderzoek uitvoeren
Bron: Begrotingen
Grondslag: o.a. Regeling subsidie Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art.
4
Periode: 1945–
Opmerking: De Minister doet o.a. aan de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek
(DLO) programma-indicaties toekomen, die deze indicaties op hoofdlijnen uitwerkt tot
globale programmavoorstellen.
Waardering: B 5
121
Handeling: Het laten opstellen van programmavoorstellen voor fundamenteel en toegepast
landbouwkundig onderzoek
Grondslag: Regeling subsidie Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 4.2
Periode: 1945–1999
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5
122
Handeling: Het vaststellen van programma’s voor fundamenteel en toegepast landbouwkundig
onderzoek
Grondslag: Regeling subsidie Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 4.8
Periode: 1945–
Opmerking: O.a. de door DLO opgestelde programma’s.
Waardering: B 5
123
Handeling: Het laten verrichten van strategisch en toepassingsgericht landbouwkundig
onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2.2a
Periode: 1945–1999
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5 voor opdracht, tussenrapporten, eindrapporten en publicaties
V, 10 jaar overige neerslag
124
Handeling: Het evalueren van de opzet en de uitkomst van uitgevoerde programma’s voor
fundamenteel en toegepast landbouwkundig onderzoek
Grondslag: o.a. Regeling subsidie Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art.
18
Periode: 1945–
Opmerking: O.a. de door de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO)uitgevoerde
programma’s.
Waardering: B 2
125
Handeling: Het toegankelijk maken en overdragen van onderzoeksresultaten van strategisch
en toepassingsgericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2.2b
Periode: 1945–1999
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie. Het toegankelijk maken en overdragen van onderzoek
gebeurt onder andere door middel van informatieverstrekking en advisering alsmede
het begeleiden en ondersteunen van derden bij toepassing van resultaten van dat onderzoek.
Waardering: B 5
127
Handeling: Het samenwerken met andere kennisinstellingen (nationaal en internationaal)
op gebied van strategisch en toepassingsgericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2.2c
Periode: 1945–1999
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5
129
Handeling: Het beschikbaarstellen van vermogensbestanddelen aan de Stichting Dienst
Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 3.1c
Periode: 1999–
Waardering: V, 7 jaar
131
Handeling: Het goedkeuren van het bestuurs- en beheerreglement van de Stichting Dienst
Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 7A. 2
Periode: 1999–
Waardering: V 10 jaar (na intrekking)
136
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de andere leden van de Raad van Toezicht
van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 8.3a
Periode: 1999–
Opmerking: De benoeming geschiedt voor een periode van ten hoogste vier jaren. De
leden van de Raad van Toezicht zijn terstond doch slechts eenmaal hernoembaar
Waardering: V 5 jaar na einde betrekking
137
Handeling: Het vaststellen van een toelage voor de voorzitter en de andere leden van
de Raad van Toezicht van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 8.3b
Periode: 1999–
Waardering: V, 7 jaar
139
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en goedkeuren van de statuten van de Stichting
Dienst Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 11.1
Periode: 1999–
Opmerking: Het besluit van de Raad van Toezicht tot statutenwijziging is onderworpen
aan de voorafgaande goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Waardering: B 4
140
Handeling: Het (voorbereiden van het) instellen van de Stichting Dienst Landbouwkundig
Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 12.1
Periode: 1987–
Produkt: O.a. haalbaarheidsvoorstellen, rapporten, notulen werkgroepen
Opmerking: Dit betreft tevens de verzelfstandigingsoperatie ca. 1990. De Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Raad van Toezicht van de Stichting
Dienst Landbouwkundig Onderzoek zijn ieder afzonderlijk bevoegd de stichting te ontbinden.
Na ontbinding van de stichting blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting
gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen persoon.
Waardering: B 4
141
Handeling: Het vaststellen van de bevoegdheden van de leidinggevenden van een proefstation
Grondslag: Besluit tot regeling van de Dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
10 en 11
Periode: 1945–1979
Waardering: V 5 jaar na vaststelling
142
Handeling: Het benoemen van leidinggevenden en het aanwijzen van ambtenaren van een
proefstation
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
11, 16,17 en 50; Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 4.2-4
Periode: 1945–1998
Waardering: V, 2 jaar
143
Handeling: Het machtigen van de leidinggevenden van proefstations voor landbouwkundig
onderzoek en van het Bodemkundig Instituut tot het benoemen, schorsen en ontslaan
van de rijkswerklieden
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
18, 22 en 49
Periode: 1945–1979
Waardering: V, 5 jaar
144
Handeling: Het verlenen van toestemming aan de leidinggevenden en de ambtenaren van
proefstations voor landbouwkundig onderzoek tot het bekleden van een ander ambt en
het uitoefenen van een ander beroep
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
19
Periode: 1945–1979
Waardering: V, 5 jaar
145
Handeling: Het opstellen van de instructies voor de hoofddirecteur, de directeuren,
de wetenschappelijke ambtenaren en de rekenplichtige ambtenaren van de proefstations
voor landbouwkundig onderzoek en voor de directeur en de wetenschappelijke ambtenaren
van het Bodemkundig Instituut
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
20 en 23
Periode: 1945–1979
Opmerking: De hoofddirecteur is bij de wijziging van 1930 toegevoegd
Waardering: B 4
147
Handeling: Het voordragen van een voorzitter, leden en een secretaris van de commissie
van advies voor de proefstations van landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut,
alsmede van haar subcommissies
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
24, 26, 27, 28, 29, 30
Periode: 1945–1979
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voerde overleg met
landbouworganisaties en andere lichamen omtrent de samenstelling van de commissie
van advies. De commissie was verdeeld in twee subcommissies. Om de twee jaar trad
een deel van de leden van de subcommissies af. De commissie van advies had een secretaris.
Deze werd benoemd voor een periode van 6 jaar.
Waardering: V, 2 jaar
148
Handeling: Het bepalen van de hoogte van het bedrag voor de vergoeding van werkzaamheden
en de bureaukosten van de secretaris van de commissie van advies voor de proefstations
van landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
31
Periode: 1945–1979
Opmerking: De commissie werd hierover gehoord.
Waardering: V, 7 jaar
150
Handeling: Het goedkeuren van het huishoudelijk reglement van een proefstation
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
14 en 50
Periode: 1945–1979
Waardering: V, 5 jaar
151
Handeling: Het goedkeuren van besluiten van het bestuur van een proefstation
Grondslag: o.a. Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, artt. 8,17 en
19
Periode: 1979–
Opmerking: Het betreft besluiten zoals de ontbinding van de stichting; wijzigen van
statuten; het sluiten van bepaalde overeenkomsten; het vestigen en beëindigen van
zakelijke rechten; het aangaan van geldleningen en daden.
Waardering: B 5
152
Handeling: Het bepalen van het gebied, waarop de onderzoeken van elk van de afdelingen
van de commissie van advies voor de proefstations van landbouwkundig onderzoek en
het Bodemkundig Instituut zich zullen bewegen
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
40
Periode: 1945–1979
Waardering: B 5
154
Handeling: Het geven van voorschriften voor het opmaken van de werkplannen van de
proefstations voor landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
43
Periode: 1945–1979
Opmerking: Werkplannen moesten gericht zijn op vragen die zich voordeden in verband
met de praktijk van de akker- en weidebouw, de zuivelbereiding en de veevoeding.
Waardering: B 5 werkplannen
V, 10 jaar voorschriften
155
Handeling: Het vaststellen van een vergoeding voor onderzoeken en proefnemingen die
plaatsvinden op aanvraag van bijzondere instellingen of personen
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.45
en 56
Periode: 1945–1979
Opmerking: Ook de wijze van invordering en verantwoording van deze vergoeding werd
geregeld door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Waardering: V, 7 jaar
156
Handeling: Het vaststellen van de methoden van het controle-onderzoek
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
54
Periode: 1945–1979
Opmerking: De vastgestelde methoden waren bij de betrokken proefstations voor het
controle-onderzoek aanwezig tegen een door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
te bepalen prijs. Wijzigingen en aankondigingen werden in de Staatscourant aangekondigd.
Waardering: B 5
157
Handeling: Het vaststellen van een reglement met betrekking tot de uitvoering van
onderzoeken door een proefstation voor controle-onderzoek
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
55
Periode: 1945–1979
Waardering: B 5
158
Handeling: Het houden van toezicht op de proefstations en het Bodemkundig Instituut
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
57
Periode: 1945–1979
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de Directeur-Generaal van de Landbouw
Waardering: B 2
160
Handeling: Het verrichten van wetenschappelijk, op de praktijk gericht landbouwkundig
onderzoek en het leiden en uitvoeren van landbouwkundige proefnemingen
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
4; Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 3.2a
Periode: 1945–1979
Waardering: B 5
162
Handeling: Het publiceren en anderzins uitdragen van de verkregen inzichten en resultaten
van het wetenschappelijk, op de praktijk gericht landbouwkundig onderzoek en landbouwkundige
proefnemingen
Grondslag: o.a. Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 3.2b
Periode: 1945–1979
Waardering: B 2
163
Handeling: Het functioneel begeleiden van de regionale voorlichting ten behoeve van
het wetenschappelijk, op de praktijk gericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: o.a. Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 3.2c
Periode: 1945–1979
Waardering: V, 5 jaar
164
Handeling: Het toetsen van landbouwkundige kennis onder uiteenlopende geografische
omstandigheden in bedrijfsverband
Bron: Ontwikkelingsplan voor de instituten en proefstations van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, 1987-1990, blz. 17
Periode: 1945–1979
Waardering: V, 5 jaar
165
Handeling: Het verlenen van financiële bijdragen aan proefstations en regionale onderzoekscentra
(ROC’s)
Bron: Begrotingen
Grondslag: o.a. Regeling Subsidievoorwaarden regionale onderzoekscentra, art. 2
Periode: 1979–1999
Opmerking: Het jaarlijks exploitatietekort werd voor 50% door de overheid en voor
50% door het bedrijfsleven gedekt. Met de Regeling Subsidievoorwaarden regionale onderzoekscentra
(Stcrt. 1990, 110) werd beoogd uniformiteit en duidelijkheid te scheppen omtrent de
voorwaarden waaronder deze bijdragen konden worden verleend. De regeling beoogde in
beginsel geen aanzienlijke wijzigingen.
Waardering: V, 7 jaar
167
Handeling: Het goedkeuren van de bestemming van het batig liquidatiesaldo bij beëindiging
van een proefstation of regionaal onderzoekscentrum
Grondslag: o.a. Regeling Subsidievoorwaarden regionale onderzoekscentra, art. 19;
Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 19.2
Periode: 1990–
Waardering: V, 7 jaar
168
Handeling: Het instellen van programmacommissies in het kader van het innovatiegerichte
onderzoeksprogramma (IOP) op agrarisch gebied
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelde de Programmacommissie
voor Biotechnologie in (behandeld in een specifiek contextrapport) en (samen met Economische
Zaken) de Programmacommissie IOP-Koolhydraten.
Waardering: B 4
169
Handeling: Het benoemen van leden van programmacommissies in het kader van het innovatiegerichte
onderzoeksprogramma (IOP) op agrarisch gebied
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–
Waardering: V, 2 jaar
172
Handeling: Het (mede) subsidiëren van innovatiegerichte onderzoeksprogramma’s (IOP’s)
op agrarisch gebied
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–
Opmerking: Een voorbeeld is de vijfjarige subsidie voor het werkplan 1986–1991 van
de PcBL. Programma’s voor koolhydratenchemie en de industriële eiwitten worden samen
met EZ gefinancierd. Projecten binnen zo’n programma kunnen o.m. betrekking hebben
op de plantaardige productiesector, gewasbescherming, meststoffen en agrificatie.
De onderzoeksprogramma’s worden o.a. uitgevoerd door DLO, LUW en TNO. De Minister
heeft een inhoudelijke inbreng via de beoordelingscommissie.
Waardering: V, 15 jaar
173
Handeling: Het opstellen van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s om aanspraak
te maken op een Europese bijdrage in de kosten van onderzoek en technologische ontwikkeling
Grondslag: Besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vijfde kaderprogramma
van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische
ontwikkeling en demonstratie (1998–2002), art. 3.2; Besluit van de Raad betreffende
de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten,
en inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het vijfde
kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (1998–2002), art. 11.1
Periode: 1957–
Product: Onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s
Waardering: B 1
174
Handeling: Het uitvoeren van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s ter realisatie
van de landbouwkundige doelstellingen van de Kaderprogramma’s Onderzoek en Technologische
Ontwikkeling
Bron: EU-handboek 1997, blz. 18
Periode: 1957–
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5 voor opdracht, tussenrapporten, eindrapporten en publicaties
V, 10 jaar overige neerslag
Voorlichting
175
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen of wijzigen van het beleid op het gebied
van de landbouwvoorlichting
Periode: 1945–
Waardering: B 1
176
Handeling: Het verlenen van subsidies ten behoeve van de landbouwvoorlichting
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–2000
Opmerking: Deze handeling alleen gebruiken als er geen specifieke regeling aan ten
grondslag ligt. O.a. subsidies aan de Stichting Huishoudelijke Voorlichting ten Plattelande
(HVP), Stichting Technisch Jongerenwerk, Stichting Uitvoering Landbouwmaatregelen
(STULM).
Waardering: V, 7 jaar
177
Handeling: Het verlenen van bijdragen in programmafinanciering ten behoeve van de
landbouwvoorlichting
Bron: Begrotingen
Periode: 1997–
Waardering: V, 5 jaar
178
Handeling: Het (mede) oprichten en instellen van organisaties, raden en (advies)commissies
voor de landbouwvoorlichting
Periode: 1945–1990
Product: Bijv. Instellingsbesluit adviescommissie Landbouwvoorlichting (Stcrt. 1988,
177)
Opmerking: Met de verzelfstandiging van DLV kon deze handeling worden afgesloten.
Waardering: B 4
179
Handeling: Het benoemen van leden van raden en (advies)commissies op het gebied van
de landbouwvoorlichting
Periode: 1945–1990
Opmerking: Met de verzelfstandiging van DLV kon deze handeling worden afgesloten.
Waardering: V, 2 jaar
180
Handeling: Het geven van voorlichting, advies en begeleiding op het gebied van de
techniek, de economie, de productie en de teelt aan ondernemers in de agrarische sector
Grondslag: Wet Stichting Landbouwvoorlichting, art. 2.3
Periode: 1945–1990
Opmerking: Vanaf 1998 door zelfstandige DLV Adviesgroep NV.
Waardering: B 5 voor 1 exemplaar van het eindproduct
V, 5 jaar overige neerslag
181
Handeling: Het aanwijzen van de ambtsgebieden van rijkslandbouwconsulenten
Grondslag: KB 20-5-1914 nr. 55
Periode: 1914–1970
Product: Aanwijzingsbeschikkingen, bijv.:Stcrt. 1947, 158 en 168 en Stcrt. 1953, 158
Waardering: V, 5 jaar
185
Handeling: Het voeren van overleg met betrekking tot problemen op het gebied van de
landbouwvoorlichting in de betrokken provincies
Grondslag: o.a. Besluit instelling Provinciale Landbouwvoorlichtingsraad in Zuidholland,
art. 1; Besluit instelling Provinciale Landbouwvoorlichtingsraad in Noordholland,
art. 1
Periode: 1955–1995
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie
(LNO).
Waardering: B 5
186
Handeling: Het verlenen van subsidie aan instellingen die agrarisch-sociale voorlichting
geven
Grondslag: Subsidieregeling agrarisch-sociale voorlichting, art. 3
Periode: 1956–1997
Waardering: V, 7 jaar
187
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van (subsidie)regelingen ten behoeve van
sociaal-economische voorlichting
Bron: Begrotingen
Grondslag: EG Richtlijn betreffende de sociaal-economische voorlichting en scholing
van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, art. 5
Periode: 1963–1990
Product: Subsidieregeling ten behoeve van sociaal-economische voorlichting (geregeld
bij de brief LBZ 5876 van 10 mei 1963); subsiedieregeling economisch-sociale voorlichting
(Stcrt. 1967, 86, gewijzigd: Stcrt. 1973, 22; Stcrt. 1977, 140); Beschikking bijdrageregeling
sociaal-economische voorlichting (Stcrt. 1977, 140, gewijzigd: Stcrt. 1989, 20)
Waardering: B 5
188
Handeling: Het verlenen van financiële bijdragen aan door de Minister aangewezen en
erkende instellingen ten behoeve van sociaal-economische voorlichting
Grondslag: Subsidieregeling ten behoeve van sociaal-economische voorlichting; Subsidieregeling
economisch-sociale voorlichting 1967, art. 2; Beschikking bijdrageregeling sociaal-economische
voorlichting, art. 2; Bijdrageregeling sociaal-economische voorlichting 1988, art.2
Periode: 1963–
Opmerking: Aan de instellingen wordt onder meer subsidie verleend voor de kosten van
salarissen en apparaatkosten.
Waardering: V, 5 jaar
189
Handeling: Het rapporteren aan de Europese Commissie over nationale maatregelen betreffende
de sociaal-economische voorlichting
Grondslag: EG Richtlijn betreffende de sociaal-economische voorlichting en scholing
van de personen die in de landbouw werkzaam zijn, art.16
Periode: 1972–
Opmerking: De EC bundelt de nationale rapporten in een jaarverslag en legt deze voor
aan het Europese Parlement.
Waardering: V, 5 jaar
190
Handeling: Het aanwijzen en erkennen van instellingen ten behoeve van sociaal-economische
voorlichting
Grondslag: Beschikking bijdrageregeling sociaal-economische voorlichting, art. 2
Periode: 1977–
Waardering: B 4
191
Handeling: Het verlenen van een bijdrage aan projecten die het gebruik van milieu-
en natuurvriendelijke landbouwproductiemethoden bevorderen
Grondslag: Bijdrageregeling demonstratie- en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke
landbouwproduktiemethoden, art. 2
Periode: 1994–1999
Opmerking: De directeur LASER was belast met de uitvoering van de regeling en besliste
namens de Minister op de aanvraag.
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
192
Handeling: Het verlenen van een additionele LNV-bijdrage aan projecten die de uitvoering
van nationale beleidsspeerpunten ondersteunen
Grondslag: Bijdrageregeling demonstratie- en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke
landbouwproduktiemethoden, art. 7.1
Periode: 1994–1999
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
193
Handeling: Het vaststellen van het bedrag dat aan de additionele LNV-bijdragen ten
behoeve van de bevordering van milieu- en natuurvriendelijke landbouwproductiemethoden
wordt besteed
Grondslag: Bijdrageregeling demonstratie- en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke
landbouwproduktiemethoden, art. 7.2b
Periode: 1994–1999
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
Aanpassing van de landbouwstructuur: modernisering, bedrijfsbeëindiging en samenwerking
194
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende de
modernisering van de landbouwbedrijven
Periode: 1945–
Waardering: B 1-2
195
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de modernisering
van de landbouwbedrijven
Periode: 1945–
Product: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht (Stcrt. 1997, 131)
Waardering: B 5
201
Handeling: Het per kalenderjaar of per aanvraagperiode bepalen welke investeringskosten
niet subsidiabel zijn in het kader van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 6.2-2
Periode: 1997–
Waardering: V, 15 jaar
202
Handeling: Het per kalenderjaar of per aanvraagperiode vaststellen van een afwijkend
subsidiepercentage voor bepaalde categorieën investeringsprojecten in het kader van
de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 6.8-2
Periode: 1997–
Waardering: V, 15 jaar
203
Handeling: Het per kalenderjaar of per aanvraagperiode vaststellen van de categorieën
investeringsprojecten waartoe subsidieverlening in het kader van de Investeringsregeling
markt en concurrentiekracht wordt beperkt
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 7.1- 2
Periode: 1997–
Product: Besluit Vaststelling investeringslijst markt en concurrentiekracht (Stcrt.
1998, 40)
Waardering: V, 15 jaar
204
Handeling: Het instellen van Beoordelingscommissies investeringsprojecten
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 7.4-1
Periode: 1997–
Waardering: B 4
205
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van de Beoordelingscommissies
investeringsprojectenGrondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht,
art. 7.4-3
Periode: 1997–
Product: besluit Benoemingen Beoordelingscommissie investeringsprojecten (Stcrt. 1997,
238) Opmerking: Het secretariaat wordt gevoerd door LNV-ambtenaren.
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
207
Handeling: Het goedkeuren van wijzigingen in voor de uitvoering van investeringsprojecten
opgestelde projectplannen
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 8.1-3
Periode: 1997–
Waardering: V, 10 jaar
208
Handeling: Het verlenen van een bijdrage in het kader van de Investeringsregeling
markt en concurrentiekracht
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht
Periode: 1997–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
209
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende bedrijfsbeëindiging
Periode: 1963–
Waardering: B 1 en 2
210
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende bedrijfsbeëindiging
Periode: 1945–
Waardering: B 5
213
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende de
stimulering van samenwerkingsverbanden tussen landbouwbedrijven
Periode: 1945–
Waardering: B 1 en 2
214
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de stimulering
van samenwerkingsverbanden tussen landbouwbedrijven
Periode: 1945–
Waardering: B 5
Sociaal beleid
217
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
de bedrijfsverzorgingsverenigingen
Periode: 1965–1995
Waardering: B 1 en 2
223
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende directe
en indirecte inkomensondersteuning voor landbouwers
Periode: 1970–
Waardering: B 1 en 2
224
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende inkomensondersteuning
voor landbouwers bij omscholing
Periode: 1965–
Product: Bijdrageregeling bij omscholing samengaand met beroepsovergang uit de landbouw
(Stcrt. 1970, 125); Bijdrageregeling voor oudere agrarische medewerkers (Stcrt. 1970,
125); Regeling stimulering combinatiebanen (Stcrt. 1986, 158); Vergoedingsregeling
voor uittreding van werknemers in de landbouw (Stcrt. 1988, 114); Beschikking tijdelijke
inkomenssteun in de akkerbouw (Stcrt. 1990, 147)
Waardering: B 5
226
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende inkomensondersteuning
voor landbouwers in het kader van uittreding en afvloeiing
Periode: 1970–
Product: Bijdrageregeling voor oudere agrarische medewerkers (Stcrt. 1970, 125); Vergoedingsregeling
voor uittreding van werknemers in de landbouw (Stcrt. 1988, 114)
Waardering: B 5
228
Handeling: Het opstellen van een programma met maatregelen ter bevordering van de
werkgelegenheid en de geografische beroepsmobiliteit van landbouwers om aanspraak
te maken op een bijdrage uit het ESF
Grondslag: Besluit van de Raad betreffende de bijstand van het ESF ten gunste van
personen die de landbouw verlaten om een beroep buiten de landbouw te gaan uitoefenen,
artt 1.1 en 2
Periode: 1972–
Waardering: B 5
229
Handeling: Het opstellen van een programma met maatregelen ter bevordering van de
vervroegde uittreding van landbouwers om aanspraak te maken op een bijdrage uit het
EOGFL
Grondslag: Verordening van de Raad tot instelling van een communautaire steunregeling
voor vervroegde uittreding in de landbouwsector, artt. 1.2 en 4
Periode: 1992–
Waardering: B 5
230
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende ondersteuning
voor Landelijke stichtingen in het kader van de vorming van combinatiebanen voor landbouwers
Periode: 1986–1987
Product: Regeling stimulering combinatiebanen (Stcrt. 1986, 158)
Waardering: B 5
231
Handeling: Het verlenen van een (aanvullende) bijdrage aan Landelijke stichtingen
als tegemoetkoming in de kosten van het formeren van combinatiebanen voor landbouwers
Grondslag: Regeling stimulering combinatiebanen, artt. 2.5 en 10
Periode: 1986–1987
Opmerking: Onderdeel van het verlenen van een bijdrage is het toetsen van de statuten
van de Landelijke en de Gewestelijke stichtingen.
Waardering: V, 10 jaar
235
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende directe
inkomensondersteuning voor agrariërs
Periode: 1989–
Product: Beschikking tijdelijke inkomenssteun in de akkerbouw (Stcrt. 1990, 147)
Waardering: B 5
236
Handeling: Het opstellen van het Programma Inkomenssteun in de Landbouw
Grondslag: Beschikking tijdelijke inkomenssteun in de akkerbouw, art. 2; Verordening
(EEG) nr. 768/89, artt.2, 3.1 en 2a-2 e
Periode: 1989–1990
Waardering: B 5
237
Handeling: Het verlenen van tijdelijke inkomenssteun aan akkerbouwers
Grondslag: Beschikking tijdelijke inkomenssteun in de akkerbouw, artt. 2 en 8.1
Periode: 1990–
Opmerking: Namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) uitgevoerd
door de directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie
Waardering: V, 15 jaar
238
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende de
verbetering van de arbeidsomstandigheden in de landbouwsector
Periode: 1978–
Waardering: B 1 en 2
242
Handeling: Het aangaan van het Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Bron: Evaluatieonderzoek Arbo-convenant Agrarische Sectoren 1994–1999, blz. 1
Periode: 1994–1994
Product: Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Opmerking: Het convenant werd met de sociale partners in de agrarische sector aangegaan
Waardering: B 5
243
Handeling: Het verlenen van een financiële bijdrage aan de tenuitvoerlegging van projecten
ter verbetering van de arbeidsomstandigheden in de agrarische sector
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, artt.3 en 29.1
Periode: 1994–1999
Opmerking: Ook de sociale partners deden hieraan mee
Waardering: V, 10 jaar
244
Handeling: Het uitvoeren van projecten ten behoeve van de uitvoering van het Arbo-convenant
Agrarische Sectoren
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 3.1
Periode: 1994–1999
Opmerking: De sociale partners leverden hieraan ook een bijdrage
Waardering: V, 10 jaar na afloop project
245
Handeling: Het verlenen van een financiële bijdrage aan organisaties die agrarische
arbo-projecten willen uitvoeren
Grondslag: Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten, artt. 2, 12.1 en 15.1
Periode: 1995–1998
Opmerking: Het stellen van nadere voorschriften aan het besluit tot verlening van
een bijdrage is een activiteit die de Minister in het kader van het verlenen van een
bijdrage kan uitvoeren.
Waardering: V, 15 jaar
246
Handeling: Het instellen van de Werkgroep Arbo-projecten
Bron: Evaluatieonderzoek Arbo-convenant Agrarische Sectoren 1994–1999, blz. 13-15
Periode: 1995–1995
Waardering: B 4
248
Handeling: Het bekend maken van het budget, de aanvraagtermijnen en de categorieën
arbo-projecten die in aanmerking komen voor een hoger subsidiepercentage
Grondslag: Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten, artt. 9.5, 10.1-2; Wijziging
Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten, art. I
Periode: 1995–1997
Opmerking: Het budget, de aanvraagtermijnen en de categorieën arbo-projecten worden
jaarlijks bekend gemaakt in de Staatscourant
Waardering: V, 10 jaar na afloop project
249
Handeling: Het goedkeuren van wijzigingen in voor de uitvoering van arbo-projecten
opgestelde projectplannen
Grondslag: Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten, art. 13.2
Periode: 1995–1997
Waardering: V, 15 jaar
250
Handeling: Het vaststellen van aanvraagformulieren voor de Tijdelijke Bijdrageregeling
Arbo-projecten
Grondslag: Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten, art. 11.2
Periode: 1995–1997
Opmerking: Namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit door de directeur
Dienst Uitvoering Regelingen.
Waardering: V, 10 jaar
251
Handeling: Het instellen van de Stuurgroep Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 26.1
Periode: 1994–1994
Opmerking: Ook de sociale partners zijn bij de instelling van deze stuurgroep betrokken
Waardering: B 4
Regiobeleid en plattelandsontwikkeling
256
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het nationaal regiobeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1 en 2
257
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende het
nationaal regiobeleid
Periode: 1945–
Product: Besluit organisatie Integraal Structuurplan Noorden des Lands (Stcrt. 1973,
34); Besluit uitkeringen Integraal Structuurplan Noorden des Lands 1993/94 (Stb. 1993,
174); Besluit uitkeringen Integraal Structuurplan Noorden des Lands 1995/99 (Stb.
1994, 891)
Waardering: B 1
258
Handeling: Het nemen van op de noordelijke provincies gerichte stimuleringsmaatregelen
ter verbetering van de landbouwkundige structuur
Bron: Nota Ontwikkeling van het Noorden des Lands. 1967-1968, blz. 2 en 17
Periode: 1968–
Opmerking: De Ministers van VROM, EZ en V&W nemen maatregelen op andere terreinen,
zoals infrastructuur en sociaal-economische structuur
Waardering: B 5
260
Handeling: Het vanuit het perspectief van de landbouwstructuur voordragen van leden
voor de Stuurgroep Integraal Structuurplan Noorden des Lands
Grondslag: Besluit Organisatie Integraal Structuurplan Noorden des Lands, art. 1.5d
Periode: 1973–2000
Opmerking: Andere Ministers (BZ, VWS, Financiën, OC&W, SZW, V&W, VROM, EZ) dragen
leden voor die kennis en inbreng leveren voor aspecten van andere beleidsterreinen.
Waardering: V, 10 jaar
263
Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van de Integrale Structuurplannen Noorden
des Lands voorzover het de in de structuurplannen vermelde landbouwkundige maatregelen
betreft
Grondslag: Besluit Organisatie Integraal Structuurplan Noorden des Lands, art. 1.2a-2b
Periode: 1973–
Product: Integraal Structuurplan Noorden des Lands
Waardering: B 1
264
Handeling: Het opstellen van maatregelen ten behoeve van de uitvoering van de Integrale
Structuurplannen Noorden des Lands voorzover het de in de structuurplannen vermelde
landbouwkundige maatregelen betreft
Bron: Integraal Structuurplan Noorden des Lands. 1978-1979, blz. 200
Periode: 1973–1993
Waardering: B 5
269
Handeling: Het toezien op een goede aanwending van de ISP-gelden voorzover het de
gelden ten behoeve van de uitvoering van de in het structuurplan vermelde landbouwkundige
maatregelen betreft
Bron: Integraal Structuurplan Noorden des Lands. 1978-1979, blz. 200
Periode: 1973–1993
Waardering: V, 7 jaar
270
Handeling: Het opstellen van voortgangsrapportages van projecten die in het kader
van het ISP worden uitgevoerd en waarbij LNV is betrokken
Bron: Integraal Structuurplan Noorden des Lands. 1978-1979, blz. 200
Grondslag: 1973–1993
Waardering: V, 5 jaar
271
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het nationaal beleid met
betrekking tot Europees regiobeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 1 en 2
272
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van nationale regelgeving met betrekking
tot het Europees regiobeleid
Periode: 1945–
Waardering: B 5
273
Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van regionale ontwikkelingsplannen
die bij de Europese Commissie worden ingediend om aanspraak te maken op een bijdrage
uit het EFRO of om aanspraak te maken op een bijdrage om doelstelling 5b of doelstelling
1 te realiseren
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 724/75, art. 6.3; Verordening (EEG) nr. 4253/88,
art. 5.1; Verordening (EEG) nr. 2081/93, art.8.2 en 4; Verordening (EG) nr. 1260/99,
art.15.1
Periode: 1975–
Waardering: B 5
274
Handeling: Het verstrekken van gegevens over bepaalde regio’s aan de Europese Commissie
op basis waarvan de Commissie kan besluiten deze regio’s als doelstelling-5b of als
doelstelling 1-gebied aan te wijzen
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 4253/88, art. 4.3; Verordening (EG), nr. 1260/99,
artt. 3. 1-2
Periode: 1989–
Waardering: V, 12 jaar
275
Handeling: Het aanwijzen van nationale, regionale of andere instanties die de regionale
ontwikkelingsplannen ter realisatie van doelstelling 5b of doelstelling 1 uitwerken
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 4253/88, art. 5.1; Verordening (EEG) nr. 2081/93,
art. 4.1; Verordening (EG) nr. 1260/99, art. 15.1
Periode: 1989–
Opmerking: Hiertoe werden Gedeputeerde Staten en privaatrechtelijke instanties aangewezen,
die ook zorgdragen voor de uitvoering van de plannen
Waardering: V, 10 jaar
276
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende plattelandsontwikkeling
Periode: 1975
Waardering: B 1 en 2
277
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende plattelandsontwikkeling
Periode: 1975–
Product: Subsidieregeling eenmalige projecten plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer (Stcrt. 1995, 251); Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied
(Stcrt. 1997, 80)
Waardering: B 5
280
Handeling: Het beslissen op subsidieaanvragen van provincies, gemeenten of rechtspersonen
die eenmalige regionale projecten op het gebied van plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer willen uitvoeren
Grondslag: Subsidieregeling eenmalige projecten plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer, art. 10.1
Periode: 1996–1998
Opmerking: Het op verzoek van de subsidieaanvrager verlenen van voorschotten op het
ter beschikking gestelde subsidiebedrag is een van de activiteiten die in het kader
van het beslissen op een subsidieaanvraag ondernomen wordt
Waardering: V, 20 jaar
281
Handeling: Het stellen van nadere eisen aan de wijze waarop subsidieaanvragen voor
de uitvoering van eenmalige regionale projecten op het gebied van plattelandsvernieuwing
en agrarisch natuurbeheer moeten worden ingediend
Grondslag: Subsidieregeling eenmalige projecten plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer, art. 9.3
Periode: 1996–1997
Waardering: V, 7 jaar
282
Handeling: Het vaststellen van voorschriften met betrekking tot het verlenen van voorschotten
op het in de beschikking tot verlening van de subsidie vermelde maximumbedrag
Grondslag: Subsidieregeling eenmalige projecten plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer, art. 11.1
Periode: 1996–1998
Waardering: V, 7 jaar
283
Handeling: Het voorschrijven van een protocol dat de subsidieaanvrager aan zijn accountant
dient te overleggen met de bedoeling dat deze accountant zijn controlerende werkzaamheden
volgens het protocol uitvoert
Grondslag: Subsidieregeling eenmalige projecten plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer, art. 14.5
Periode: 1996–1998
Waardering: V, 10 jaar
284
Handeling: Het stellen van nadere eisen aan het verslag en de afrekening die de subsidieaanvrager
na afloop van het regionale project op het gebied van plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) dient
te overleggen
Grondslag: Subsidieregeling eenmalige projecten plattelandsvernieuwing en agrarisch
natuurbeheer, art.15.2
Periode: 1996–1998
Waardering: V, 15 jaar
285
Handeling: Het instellen van de Beoordelingscommissie vernieuwing landelijk gebied
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 9.3; Besluit Benoeming
Beoordelingscommissie vernieuwing landelijk gebied, artt. 1, 2 en 3
Periode: 1997–
Waardering: B 4
286
Handeling: Het benoemen van leden van de Beoordelingscommissie vernieuwing landelijk
gebied
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 9.3; Besluit Benoeming
Beoordelingscommissie vernieuwing landelijk gebied, artt. 1, 2 en 3
Periode: 1997–
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
288
Handeling: Het beslissen op subsidieaanvragen van natuurlijke of rechtspersonen die
uitvoering willen geven aan innovatieprojecten met een landelijke uitstraling
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, artt. 2.1 en 21.1
Periode: 1997–
Opmerking: Het op verzoek van de subsidieaanvrager verlenen van voorschotten op het
ter beschikking gestelde subsidiebedrag is een van de activiteiten die in het kader
van het beslissen op een subsidieaanvraag ondernomen wordt
Waardering: V, 7 jaar
289
Handeling: Het per kalenderjaar vaststellen van één of meer aanvraagperiode(n) waarin
subsidie voor de uitvoering van op het landelijk gebied gerichte innovatieprojecten
met een landelijke uitstraling aangevraagd kan worden
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 7.1
Periode: 1997–
Waardering: V, 5 jaar
290
Handeling: Het per kalenderjaar of per aanvraagperiode vaststellen van de categorieën
innovatieprojecten waarvoor in het desbetreffende kalenderjaar of in de desbetreffende
aanvraagperiode subsidieaanvragen kunnen worden ingediend
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 7.2
Periode: 1997–
Waardering: B 5
291
Handeling: Het vaststellen van de categorieën innovatieprojecten die met voorrang
in aanmerking komen voor subsidie in het kader van de Stimuleringsregeling vernieuwing
landelijk gebied
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 7.2
Periode: 1997–
Waardering: B 5
292
Handeling: Het goedkeuren van wijzigingen in voor de uitvoering van innovatieprojecten
opgestelde projectplannen
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 14.2a-b
Periode: 1997–
Waardering: V, 5 jaar
293
Handeling: Het stellen van nadere eisen aan het tussenverslag van de subsidieaanvrager
omtrent de voortgang van het innovatieproject
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 14.3
Periode: 1997–
Opmerking: Alleen subsidieaanvragers die een innovatieproject willen uitvoeren waarvan
de projectduur langer is dan één jaar, dienen halverwege de projectduur een tussenverslag
aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te overleggen.
Waardering: V, 5 jaar
294
Handeling: Het in samenwerking met de provincies, VROM en V&W opstellen van het Plattelandsontwikkelingsplan
Bron: Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland 2000–2006, Samenvatting. Blz. 3
Periode: 1999–
Product: Plattelandsontewikkelingsplan
Opmerking: In 1999 stelde de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een
regiegroep in die de totstandkoming van het Plattelandsontwikkelingsplan begeleidde.
Waardering: B 1
298
Handeling: Het beslissen op subsidieaanvragen van provincies, gemeenten en Ministeries
die aanspraak maken op een financiële bijdrage voor de uitvoering van projecten ten
behoeve van de realisatie van het Plattelandsontwikkelingsplan
Bron: Plattelandsontwikkelingsplan Nederland 2000–2006, blz. 115
Periode: 2000–
Opmerking: Uitgevoerd door LASER en DLG namens de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV)
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
Milieu
306
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid betreffende landbouwproductiemethoden
die verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming
Periode: 1970–
Waardering: B 1 en 2
307
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van landbouwstructurele regelingen betreffende
milieuvriendelijke landbouwproductiemethoden
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2078/92 betreffende landbouwproduktiemethoden die
verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer;
Verordening (EG) nr. 1257/1999 inzake de steun voor plattelandsontwikkeling uit het
EOGFL en tot wijziging van een aantal verordeningen
Periode: 1970–
Product: Regeling stimulering biologische productiemethode (Stcrt. 1994, 96); Bijdrageregeling
demonstratie- en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke landbouwproductiemethoden
(Stcrt. 1994, 217); Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen (Stcrt 1998,
128); Subsidieregeling extensivering vleesstierenhouderij (Stcrt. 1996, 134)
Opmerking: De genoemde regelingen komen in de afzonderlijke (deel)beleidsterreinen
aan de orde.
Waardering: B 5
308
Handeling: Het opstellen van (evaluatie) rapporten betreffende de toepassing van de
landbouwmilieuverordening (EEG) nr. 2078/92
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2078/92 betreffende landbouwproduktiemethoden die
verenigbaar zijn met de eisen inzake milieubescherming, en betreffende natuurbeheer,
art. 7
Periode: 1992–1999
Product: Evaluatierapporten ‘Toepassing van de landbouwmilieuverordening 2078/92 in Nederland’
Opmerking: Deze worden voorgelegd aan de Europese Commissie.
Waardering: B 2
309
Handeling: Het verlenen van een bijdrage bij de oprichting van een milieucoöperatie
Periode: 1980–
Waardering: V, 15 jaar na eindafrekening
Biologische landbouw
310
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ter stimulering van
de biologische landbouwproductiemethode
Periode: 1970–
Waardering: B 1 en 2
311
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van landbouwstructurele regelingen betreffende
biologische landbouw
Periode: 1990
Product: Regeling stimulering biologische productie methode (Stcrt. 1994, 96); Bijdrageregeling
demonstratie- en bewustmakingsprojecten milieu- en natuurvriendelijke landbouwproductiemethoden
(Stcrt. 1994, 217)
Waardering: B 5
312
Handeling: Het verlenen van bijdragen ter versterking van het kennisbeleid ten behoeve
van de biologische landbouw
Periode: 1980
Opmerking: De financiële bijdragen hadden betrekking op onder meer het BIOLA-project
(binnen het Programma Heroriëntatie Landbouwbeleid); promotie-onderzoek bij de leerstoel
Ecologische Landbouw van Wageningen UR; BIOM-projecten (Innovatie en omschakeling
biologische landbouw in de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt) en BOVEEM (Innovatie
en omschakeling biologische landbouw in de veehouderij); Louis Bolk Instituut, projecten
Biologische glasgroenteteelt en Kennisuitwisseling biologische landbouw; DLO-instituten,
o.a. programma Optimalisering van geïntegreerde biologische productiesystemen; programma
voorlichting Biologische Landbouw van DLV-adviesgroep en SEV.
Waardering: V, 7 jaar
313
Handeling: Het verlenen van een bijdrage ter bevordering van de extensivering van
de productie van akker- en tuinbouwproducten
Grondslag: Beschikking extensivering akker- en tuinbouwprodukten, art. 2
Periode: 1991–1994
Opmerking: De vermindering van productie van overschotgewassen diende te geschieden
door overgang naar de biologisch-dynamisch of ecologische teeltmethode (art. 5). De
directeur LNO was belast met de uitvoering van deze regeling en beslist namens de
Minister op de aanvraag
Waardering: V, 7 jaar
314
Handeling: Het verlenen van een bijdrage ten behoeve van de biologische productiemethode
en van biologische teelt van veevoedergewassen, ter vermindering van de belasting
van het milieu en de natuur
Grondslag: Regeling stimulering biologische productiemethode, zoals gewijzigd in 1996
(Stcrt. 1996, 192), art. 2
Periode: 1994–
Opmerking: De directeur LNO is belast met de uitvoering van deze regeling en beslist
namens de Minister op de aanvraag. De AID van het Ministerie van LNV is belast met
het toezicht op de naleving van de in deze regeling gestelde voorschriften. Zij kan
daartoe gebruik maken van de diensten van de stichting SKAL.
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
Landbouwherstel en incidentele schade
315
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen of wijzigen van het beleid op het gebied
van landbouwherstel en incidentele schade
Periode: 1945–
Waardering: B 1
316
Handeling: Het vaststellen of wijzigen van de organisatie van (het beleid inzake)
landbouwherstel en incidentele schade
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling alleen gebruiken als er geen specifieke regeling aan ten
grondslag ligt.
Waardering: B 5
317
Handeling: Het verlenen van bijdragen voor landbouwherstel en bij incidentele schade
Periode: 1945–
Opmerking: Deze handeling alleen gebruiken als er geen specifieke regeling aan ten
grondslag ligt.
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
321
Handeling: Het aanwijzen van de directieleden van de Rijksdienst voor Landbouwherstel
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 2.2
Periode: 1945–1956
Waardering: V, 2 jaar na beëindiging werkzaamheden
322
Handeling: Het vaststellen van een instructie voor de directie van de Rijksdienst
voor Landbouwherstel
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 3
Periode: 1945–1956
Waardering: B 5
324
Handeling: Het vaststellen van onderwerpen waarover de Commissie van Advies voor de
Rijksdienst voor Landbouwherstel wordt gehoord
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 6
Periode: 1945–1956
Waardering: B 5
329
Handeling: Het aanwijzen van een vastellend orgaan dat beoordeelt of herstel van overheidswege
aan land-, tuin- en bosbouwgronden en woeste gronden heeft plaatsgehad
Grondslag: Wet op de watersnoodschade 1953, art. 9
Periode: 1953–1960
Waardering: B 5 en 6
341
Handeling: Het opstellen van incidentele schaderegelingen
Periode: 1945–
Waardering: B 5
342
Handeling: Het verlenen van rentevergoedingen en vergoedingen van kapitaalverliezen
voor door wateroverlast getroffen agrarische bedrijven
Bron: Begrotingen
Grondslag: Financieringsregeling voor door wateroverlast getroffen agrarische bedrijven
Periode: 1945–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
343
Handeling: Het verlenen van een bijdrage als tegemoetkoming voor schade ten gevolge
van ongunstige weersomstandigheden
Grondslag: Toeslagbeschikking wateroverlast 1975, art. 2; Regeling oogstschade Noord-Nederland
1993; Tegemoetkomingsregeling bruinrot 1996; Regeling oogstschade 1994 Noord-Holland,
art. 1; Regeling oogstschade 1998, art. 2; Regeling tegemoetkoming schade bij tweede
extreem zware regenval 1998, art. 3
Periode: 1975–
Opmerking: De Tegemoetkomingsregeling bruinrot is ingesteld door het Landbouwschap;
De Stichting tot Uitvoering van Landbouwmaatregelen (STULM) is uitvoerder van de Toeslagbeschikking
1975; De regeling oogstschade 1994 Noord-Holland is goedgekeurd door de EC op 30 augustus
1995, SG(95)D/11200
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
344
Handeling: Het opstellen van regelingen voor het structureel afdekken van risico’s
in de agrarische sector
Periode: 1998–
Product: Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen (Stcrt 1998, 66)
Waardering: V 10 jaar
345
Handeling: Het verlenen van subsidies aan verzekeraars ter bevordering van het tot
stand brengen van verzekeringsmogelijkheden voor nog niet onder standaardpolissen
verzekerbare risico’s in de agrarische sector
Grondslag: Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen, art. 2
Periode: 1998–
Opmerking: Gelet op artikel 2 en 7 van de Kaderwet LNV-subsidies; Gelet op de goedkeuring
van de Commissie van de EG van 21 januari 1998, nr. (SG(98)D/030431
Waardering: V, 5 jaar
346
Handeling: Het instellen van een adviescommissie Nieuwe agrarische schadeverzekeringen
Grondslag: Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen, art. 9.1
Periode: 1998–
Opmerking: Deze heeft tot taak heeft de haar daartoe voorgelegde aanvragen te beoordelen
en hierover advies uit te brengen aan de Minister
Waardering: B 4
347
Handeling: Het benoemen van de voorzitter en de leden van de adviescommissie Nieuwe
agrarische schadeverzekeringen
Grondslag: Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen, art. 9.2
Periode: 1998–
Waardering: V, 5 jaar na einde betrekking
Plantaardige productie
Plantaardige productie
349
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid betreffende landbouwstructurele
maatregelen in de plantaardige sectoren
Periode: 1945–
Waardering: B 1 en 2
350
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van landbouwstructurele regelingen betreffende
meerdere plantaardige sectoren
Periode: 1945–
Waardering: B 5
351
Handeling: Het opstellen van (sectorale) beleidsnota’s betreffende de plantaardige
productie
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Product: O.a.: Nota plantaardige produktie, 1987; Sectornota plantaardige produktie
1992–1994
Opmerking: B 1
354
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de akkerbouw
Periode: 1945–
Product: o.a. sectorale beleidsnota’s; Regeringsbeslissing Structuurverbetering Akkerbouw
Waardering: B 1 en 2
360
Handeling: Het bij AMvB vaststellen van regels omtrent de erkenning van tuinbouwers
Grondslag: Wet erkenningen tuinbouw, art. 2.1
Periode: 1961–1971
Product: Besluit erkenningen bloembollenteelt (Stb. 1962, 72; stb. 1963, 476; stb.
1964, 174; stb. 1971, 804); Besluit erkenningen bloementeelt (Stb. 1962, 71; stb.
1964, 174; stb. 1971, 804); Besluit erkenningen boomteelt (Stb. 1962, 73; stb. 1964,
174; stb. 1971, 804); Besluit erkenningen groenteteelt (Stb. 1962, 70; stb. 1964,
174; stb. 1971, 804)
Opmerking: De wet zelf werd in 1999 door de Reparatiewet I ingetrokken. De formele
bevoegdheid voor deze handeling bleef bestaan tot 1999
Waardering: B 5
364
Handeling: Het goedkeuren van de door het Landbouwschap opgestelde regels omtrent
verlening van vergunningen om een tuinbouwbedrijf uit te oefenen
Grondslag: Wet erkenningen tuinbouw, art. 6.2
Periode: 1961–1971
Opmerking: De formele bevoegdheid voor deze handeling bleef bestaan tot 1999.
Waardering: B 5
365
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor het zonder schriftelijke vergunning
van het Landbouwschap uitoefenen van een tuinbouwbedrijf
Grondslag: Wet erkenningen tuinbouw, art. 7, 1 en 2; Besluit erkenningen groenteteelt,
art. 2.2; Besluit erkenningen bloementeelt, art. 3; Besluit erkenningen boomteelt,
art. 3
Periode: 1961–1972
Opmerking: De formele bevoegdheid voor deze handeling bleef bestaan tot 1999.
Waardering: V, 2 jaar na beëindiging ontheffing
368
Handeling: Het aanwijzen van producten waarvoor bij het bedrijfsmatig uitoefenen van
de teelt door het Landbouwschap een vergunning kan worden verleend
Grondslag: Besluit erkenningen groenteteelt, art. 1; Besluit erkenningen bloementeelt,
art. 1; Besluit erkenningen boomteelt, art.1
Periode: 1962–1972
Waardering: B 5
370
Handeling: Het instellen van een bijzondere cursus voor degenen die een vergunning
hebben tot de uitoefening van een ander tuinbouwbedrijf
Grondslag: Besluit erkenningen groenteteelt, art. 3.5; Besluit erkenningen bloementeelt,
art. 3.5; Besluit erkenningen bloembollenteelt, art. 3.5; Besluit erkenningen boomteelt,
art. 4.5
Waardering: V, 10 jaar na vervanging cursus
371
Handeling: Het aanwijzen van buitenlandse diploma’s die gelijkwaardig zijn aan de
diploma’s op grond waarvan de vergunning voor het uitoefenen van het tuinbouwbedrijf
wordt verleend
Grondslag: Besluit erkenningen groenteteelt, art. 3.6; Besluit erkenningen bloementeelt,
art. 3.6; Besluit erkenningen bloembollenteelt, art. 3.6; Besluit erkenningen boomteelt,
art. 4. 6
Periode: 1962–1972
Waardering: V, 10 jaar
372
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de glastuinbouw
Periode: 1971–
Product: o.a. sectorale beleidsnota’s, zoals: Nota’s glastuinbouw, 1971–1975, 1976–1980,
1981–1985, 1986–1990
Waardering: B 1 + 2
375
Handeling: Het betalen van de verschuldigde rente van een aan een glastuinder verleend
krediet voor de betaling van geleverde stookolie voor gebruik in zijn bedrijf
Grondslag: Beschikking voorschot aankoop stookolie, art. 3.1
Periode: 1970–1971
Opmerking: Als de gemiddelde prijs van de hoofdproducten van de glastuinbouw aan het
eind van het stookseizoen 1970/1971 daartoe aanleiding geeft
Waardering: V, 7 jaar
376
Handeling: Het verlenen van een bijdrage, gelijk aan de betaalde accijns, aan een
glastuinder die bij de teelt voor verwarming minerale oliën verbruikt
Grondslag: Beschikking bijdrageregeling ter zake van de accijns op minerale oliën,
art. 1
Periode: 1974–
Waardering: V, 7 jaar
377
Handeling: Het verlenen van een bijdrage aan een glastuinder die bij de teelt voor
verwarming minerale oliën verbruikt
Grondslag: Beschikking bijdrageregeling olie-aankoop glastuinbouw, art. 2
Periode: 1974–1978
Waardering: V, 7 jaar
378
Handeling: Het verstrekken van een bijdrage aan een glastuinder voor de terugbetaling
van een lening ter betaling van geleverde minerale oliën
Grondslag: Beschikking garantie olie-aankoop glastuinbouw, art. 2; Beschikking garantie
olie-aankoop glastuinbouw 1974–1975, art.1; Kwijtschelding olievoorschotten 1974,
art.1
Periode: 1974–1974
Waardering: V, 7 jaar
379
Handeling: Het toekennen van een bijdrage voor de omschakeling van de verwarmingsinstallatie
van een glastuinbouwbedrijf van stookolie op aardgas
Grondslag: Beschikking bijdrage omschakeling stookolie-installaties, art. 2
Periode: 1971–1972
Opmerking: De Algemeen Directeur Agrarische Produktie, Verwerking en Afzet was belast
met de uitvoering van de in deze beschikking vervatte regeling.
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
380
Handeling: Het verlenen van een bijdrage in de kosten van de ombouw van de verwarmingsinstallatie
van een glastuinbouwbedrijf van zware stookolie op aardgas
Grondslag: Bijdrageregeling ombouw verwarmingsinstallaties op aardgas glastuinbouw
1975, art. 2
Periode: 1975–
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
381
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor een bijdrage ter bevordering van de
aanleg van drainstoomsystemen en van de aanschaf van gasgestookte mobiele stoomketels
dan wel de omschakeling naar gasgestookte mobiele stoomketels
Periode: 1981–1985
Opmerking: Beschikking grondstomen, art. 2
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
382
Handeling: Het verlenen van een bijdrage ter bevordering van het aanleggen van systemen
bestemd voor de gescheiden afvoer van drainagewater in de glastuinbouw
Grondslag: Beschikking gescheiden afvoer van drainagewater, art. 2
Periode: 1981–
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
383
Handeling: Het beslissen over het verlenen van een bijdrage ter besparing van energie
in de tuinbouw
Grondslag: Beschikking energiebesparende maatregelen in de glastuinbouw, art. 2
Periode: 1981–
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
386
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor bedrijfsverkleining door middel van
glasafbraak
Grondslag: Beschikking bedrijfsverkleining glastuinbouw, art. 2
Periode: 1982–
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
387
Handeling: Het verstrekken van subsidie voor afbraakkosten van verouderde glasopstanden
en bedrijfsgebouwen
Grondslag: Regeling structuurverbetering glastuinbouw, art. 2a
Periode: 1997–
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
388
Handeling: Het verstrekken van subsidie voor investeringen ten behoeve van de reconstructie
van individule glastuinbouwbedrijven
Grondslag: Regeling structuurverbetering glastuinbouw, art. 2b
Periode: 1997–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
389
Handeling: Het vaststellen van een lijst met subsidiabele investeringen in duurzame
productiemiddelen
Grondslag: Regeling structuurverbetering glastuinbouw, art. 4
Periode: 1997–
Waardering: B 5
390
Handeling: Het vaststellen of herzien van het referentie-inkomen waaraan het glastuinbouwbedrijf
van de aanvrager op het moment van de aanvraag tot subsidieverlening moet voldoen
Grondslag: Regeling structuurverbetering glastuinbouw, art. 10, 1
Periode: 1997–
Opmerking: Deze eis vloeit voort uit artikel 5, 2 van de Verordening (EEG) nr. 950/97
inzake de verbetering van de doelmatigheid van de landbouwstructuur.
De Minister geeft kennis van dit besluit in de Staatscourant. De Minister kan het
referentie-inkomen jaarlijks herzien.
Waardering: V, 10 jaar
391
Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van
de op basis van de Regeling structuurverbetering glastuinbouw verstrekte subsidies
in de praktijk
Grondslag: Regeling structuurverbetering glastuinbouw, art. 37
Periode: 1997–
Opmerking: Het verslag wordt één jaar na de inwerkingtreding van de regeling en daarna
iedere drie jaar opgesteld.
Waardering: B 3
392
Handeling: Het verstrekken van subsidie ter verbetering van de infrastructuur in een
glastuinbouwgebied
Grondslag: Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden, art.2
Periode: 1998–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
393
Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van
de op basis van de Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden verstrekte subsidies
in de praktijk
Grondslag: Infrastructuurregeling glastuinbouwgebieden, art.23
Periode: 1998–
Opmerking: Het verslag wordt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de regeling
opgesteld.
Waardering: B 3
394
Handeling: Het beslissen over de verstrekking van subsidie voor projecten ter verbetering
van de structuur en vestigingsvoorwaarden voor nieuwe glastuinbouwbedrijven in de
provincies Groningen, Friesland en Drenthe
Grondslag: Kaderbeschikking structuurversterking glastuinbouw Noord-Nederland, art.
3.1 (12-08-1998, JZ 984924 TRCnr: 98/9697)
Periode: 1998–
Opmerking: Het Samenwerkingsverband Nederland (SNN) voert de projecten uit.
Waardering: V, 10 jaar na eindafrekening
395
Handeling: Het opstellen van een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van
de op basis van de Kaderbeschikking structuurversterking glastuinbouw Noord Nederland
verstrekte subsidies in de praktijk
Grondslag: Kaderbeschikking structuurversterking glastuinbouw Noord-Nederland, art.
17
Periode: 1998–
Opmerking: Het verslag wordt vier jaar na inwerkingtreding van het besluit gepubliceerd.
Waardering: B 3
396
Handeling: Het verstrekken van subsidie aan gemeenten of gemeentelijke samenwerkingsverbanden
voor de uitvoering van ontwikkelingsprojecten ter stimulering van de inrichting van
duurzame glastuinbouwgebieden
Grondslag: Stimuleringsregeling inrichting duurzame glastuinbouwgebieden, art. 2
Periode: 2000–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
397
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de vollegrondsgroenteteelt
Periode: 1945–
Product: O.a. sectorale beleidsnota’s, zoals Nota’s vollegrondsgroenteteelt, 1971–1975,
1976–1980, 1981–1985, 1986–1990; Sectorvisie vollegrondsgroenten 2005 (directie Landbouw,
1998. Directie Noordwest heeft op basis daarvan een regionale verbijzondering opgesteld)
Waardering: B 1+ 2
398
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de fruitteelt
Periode: 1945–
Product: O.a. sectorale beleidsnota’s, zoals Nota’s fruitteelt, 1971–1975, 1976–1980,
1981–1985, 1986–1990
Waardering: B 1+ 2
399
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de bloembollen- en bolbloementeelt
Periode: 1945–
Product: O.a. sectorale beleidsnota’s, zoals: Nota’s bloembollenteelt, 1971–1975,
1976–1980, 1981–1985, 1986–1990
Waardering: B 1+ 2
402
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de boomteelt
Periode: 1945–
Product: O.a. sectorale beleidsnota’s, zoals: Nota’s boomteelt, 1971–1975, 1976–1980,
1981–1985, 1986–1990
Waardering: B 1+ 2
405
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van beleid ten aanzien van de
herstructurering van de paddestoelenteelt
Periode: 1945–
Product: O.a. sectorale beleidsnota’s, zoals: Nota’s champignonteelt, 1971–1975, 1976–1980,
1981–1985, 1986–1990
Waardering: B 1+ 2
Dierlijke productie
Dierlijke productie algemeen
410
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving ter bevordering van de
ruwvoedervoorziening van veehouders tegen redelijke prijzen
Periode: 1976–
Product: Beschikking bevordering ruwvoedervoorziening 1976–I (Stcrt. 1976, 147); Beschikking
bevordering ruwvoedervoorziening 1976–II (Stcrt. 1976, 147)
Waardering: B 5
411
Handeling: Het beoordelen van aanspraken op uitkering van een garantiesom met betrekking
tot de inzaai van ruwvoeder
Grondslag: Beschikking bevordering ruwvoedervoorziening 1976–I, zoals gewijzigd bij
beschikking van 26 augustus 1976, art. 9.1
Periode: 1976–
Opmerking: De garantiesom werd uitgekeerd door de directeur Bedrijfsstructurele Aangelegenheden.
Waardering: V, 7 jaar
412
Handeling: Het beoordelen van aanvragen tot verlening van een bijdrage voor de vervoerskosten
van ruwvoeder
Grondslag: Beschikking bevordering ruwvoedervoorziening 1976–I, art. 10.1, gewijzigd
bij beschikking van 26 augustus 1976 (aanvullend 2)
Periode: 1976–
Waardering: V, 7 jaar
413
Handeling: Het stellen van nadere regels betreffende de bijdrage voor de vervoerskosten
van ruwvoeder
Grondslag: Beschikking bevordering ruwvoedervoorziening 1976–I, art. 10.2, gewijzigd
bij beschikking van 26 augustus 1976 (2 wordt 3)
Periode: 1976–
Product: Beschikking ter uitvoering van artikel 10, derde, van de Beschikking bevordering
ruwvoedervoorziening 1976–I (Stb. 1976, 166)
Opmerking: Deze regels betreffen de hoogte en uitbetaling van de bijdrage, de wijze
van indiening van een aanvraag en de beslissing over aanvragen voor een vervoersbijdrage.
Waardering: V, 5 jaar
414
Handeling: Het beslissen over een aanvraag tot verlening van een bijdrage voor de
vervoerskosten van ruwvoeder
Grondslag: Beschikking ter uitvoering van artikel 10.3 van de Beschikking bevordering
ruwvoedervoorziening 1976–I, art. 14.1
Periode: 1976–
Opmerking: De directeur Bedrijfsstructurele Aangelegenheden draagt ook zorg voor de
uitbetaling.
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
415
Handeling: Het beoordelen van aanvragen tot verlening van een bijdrage voor de ombouw
van bietenrooiers of de aanschaf van oogstwerktuigen
Grondslag: Beschikking bevordering ruwvoedervoorziening 1976–II, art. 1, gewijzigd
bij beschikking van 26 augustus 1976 (aanvulling)
Periode: 1976–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
416
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van een beëindigingsvergoedingsregeling
voor bepaalde intensieve veehouderijen
Periode: 1977–1978
Product: Tijdelijke beëindigingsvergoedingsregeling bepaalde intensieve veehouderijen
(Stcrt. 1977, 96)
Waardering: B 5
417
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot betaling van een beëindigingsvergoeding
voor bepaalde intensieve veehouderijen
Grondslag: Tijdelijke beëindigingsvergoedingsregeling bepaalde intensieve veehouderijen
Periode: 1977–1978
Waardering: V, 7 jaar
418
Handeling: Het instellen van een commissie voor advisering over vraagstukken op het
terrein van het flankerend beleid in het kader van de herstructurering van de veehouderij
Bron: brief van 10 september 1999 aan de Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26
729, nr. 1
Periode: 1999–2000
Product: Regeling instelling tijdelijke Begeleidingscommissie herstructurering veehouderij
(Stcrt. 1999, 235)
Opmerking: De commissie werd tijdelijk ingesteld, tot 1 december 2000.
Waardering: B 4
420
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende het flankerend
beleid in het kader van de herstructurering van de veehouderij
Bron: Brief van de Ministers van VROM en LNV d.d. 25 februari 2000
Periode: 2000–
Product: Regeling beëindiging veehouderijtakken (Stcrt. 2000, 55)
Waardering: B 5
421
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor een subsidie voor de beëindiging van
een of meer veehouderijtakken op een bedrijf, alsmede voor de daarop volgende afbraak
van gebouwen
Grondslag: Regeling beëindiging veehouderijtakken, artt. 5 en 9
Periode: 2000–
Waardering: V, 7 jaar
422
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende het blijven
houden van zeldzame landbouwhuisdieren
Periode: 1998–
Product: Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen (Stcrt. 1998, 128)
Waardering: B 5
423
Handeling: Het beslissen op aanvragen voor subsidie voor het blijven houden van zeldzame
landbouwhuisdierrassen
Grondslag: Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen, art. 2
Periode: 1998–
Opmerking: Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, totdat het totaal
beschikbare bedrag is bereikt.
Waardering: V, 7 jaar
424
Handeling: Het aanwijzen van personen belast met het toezicht op handhaving van de
Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen
Grondslag: Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen, art. 13
Periode: 1998–
Opmerking: Het gaat om medewerkers van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen en LNV-ambtenaren.
Waardering: V, 3 jaar
425
Handeling: Het rapporteren in het kader van het toezicht op handhaving van de Subsidieregeling
zeldzame landbouwhuisdierrassen
Grondslag: Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen, art. 13
Periode: 1998–
Waardering: B 3
Rundveehouderij
426
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen betreffende de rundveehouderij in het algemeen
Grondslag: begrotingen
Periode: 1945–
Waardering: B 1
427
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de structuur
van de rundveehouderij in het algemeen
Periode: 1945–
Product: Bijv. Beschikking kleine melkveehouders (Stcrt. 1982, 252)
Waardering: B 5
430
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen voor de melkveehouderij
Grondslag: begrotingen
Periode: 1945–
Waardering: B 1
431
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de structuur
van de melkveehouderij
Periode: 1945–
Product: Bijv. Beschikking kleine melkveehouders (Stcrt. 1982, 252)
Waardering: B 5
434
Handeling: Het instellen van een commissie voor advisering over stimulerende maatregelen
in het kader van de herstructurering van de melkveehouderij
Bron: Regeling instelling Commissie Herstructurering Melkveehouderij
Periode: 2000–
Product: Regeling instelling Commissie Herstructurering Melkveehouderij (Stcrt. 2000,
166)
Waardering: B 4
435
Handeling: Het benoemen van de leden van de commissie voor advisering over stimulerende
maatregelen in het kader van de herstructurering van de melkveehouderij
Periode: 2000–
Product: Besluit Benoeming leden Commissie Herstructurering Melkveehouderij (Stcrt.
2000, 168)
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
437
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor een bijdrage in het kader van de Beschikking
kleine melkveehouders
Grondslag: Beschikking kleine melkveehouders, art. 2.1
Periode: 1983–1984
Waardering: V, 7 jaar
438
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen betreffende de vleesveehouderij
Periode: 1945–
Waardering: B 1
439
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de structuur
van de vleesveehouderij
Periode: [1945]–
Product: Bijv. Bijdrageregeling extensivering vleesstierenhouderij (Stcrt. 1996, 65),
vervangen door Subsidieregeling extensivering vleesstierenhouderij (Stcrt. 1996, 134)
Opmerking: Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5
442
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor een bijdrage in het kader van de Bijdrageregeling
extensivering vleesstierenhouderij
Grondslag: Bijdrageregeling extensivering vleesstierenhouderij, art. 2; Subsidieregeling
extensivering vleesstierenhouderij, art. 2
Periode: 1996–
Waardering: V, 7 jaar
443
Handeling: Het vaststellen van nadere bepalingen betreffende het verlenen en vaststellen
van bijdragen in het kader van de Bijdrageregeling extensivering vleesstierenhouderij
Grondslag: Bijdrageregeling extensivering vleesstierenhouderij, artt. 8 en 16
Periode: 1996–
Opmerking: Het betreft in de Staatscourant te publiceren bepalingen betreffende de
aanvraagperioden en overschrijding van het subsidiebudget.
Waardering: V, 5 jaar
Varkenshouderij
444
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen betreffende de varkenshouderij
Bron: O.a. discussienota ‘Structuurveranderingen in de varkenshouderij (Kraamkamer
of Denemarken)’, februari 1997; brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) d.d. 10 juli 1997
Periode: 1945–
Waardering: B 1
445
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetgeving
ten aanzien van structuurmaatregelen betreffende de varkenshouderij
Periode: 1945–
Product: Wet herstructurering varkenshouderij (Stb. 1998, 236); Uitvoeringsbesluit
Wet herstructurering varkenshouderij (Stb. 1998, 417)
Waardering: B 1
446
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving ten aanzien van structuurmaatregelen
betreffende de varkenshouderij
Periode: 1945–
Product: Bijv. Opkoopregeling varkenshouderij (Stcrt. 1997, 231); Beëindigingsregeling
varkensbedrijven in de EHS (Stcrt. 1998, 245)
Opmerking: Het betreft hier regelgeving die niet rechtstreeks uit de in dit hoofdstuk
genoemde wetgeving voortvloeit.
Waardering: B 5
449
Handeling: Het bij de Europese Commissie aanvragen van een machtiging tot aanpassing
van het aantal plaatsen voor varkens in het kader van een ontwikkelingsplan
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2180/81, art. 3
Periode: 1981–
Waardering: V, 5 jaar
450
Handeling: Het aan de Europese Commissie verslag doen over bijzondere gevallen waarin
een aanpassing van het aantal plaatsen voor varkens in het kader van een ontwikkelingsplan
heeft plaatsgevonden
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 2180/81, art. 4
Periode: 1981–
Waardering: V, 5 jaar
451
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van regels betreffende de bepaling
van het al dan niet in een concentratiegebied liggen van een varkenshouderij
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 17.4
Periode: 1998–
Waardering: B 5
452
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur vaststellen van afwijkende percentages
voor vermindering van de omvang van de varkensrechten bij overgang van varkensrechten
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 21.1-2
Periode: 1998–
Waardering: B 5
453
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van regels betreffende een financiële
tegemoetkoming aan varkenshouders die worden gekort op overgedragen varkensrechten
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 21.3
Periode: 1998–
Product: Regeling financiële tegemoetkoming Wet herstructurering varkenshouderij (Stcrt.
1998, 131), gewijzigd bij regelingen gepubliceerd in Stcrt. 1998, 245 en Stcrt. 1999,
252
Waardering: B 5
454
Handeling: Het vaststellen en verstrekken van een financiële tegemoetkoming aan varkenshouders
die in verband met overgang van varkensrechten of bedrijfsoverdracht worden gekort
op overgedragen varkensrechten
Grondslag: Regeling financiële tegemoetkoming Wet herstructurering varkenshouderij,
art. 2.1
Periode: 1998–
Opmerking: De aanvraag wordt door de varkenshouder gelijktijdig met de kennisgeving
van de overgang van het varkensrecht ingediend bij het Bureau Heffingen.
Waardering: V, 7 jaar
455
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van regels betreffende gehele of
gedeeltelijke vrijstelling van de 10%-vermindering voor bedrijven die vooroplopen
op het gebied van milieu of dierenwelzijn
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 24.5
Periode: 1998–
Product: Regeling voorloperbedrijven varkenshouderij (Stcrt. 1998, 149)
Waardering: B 5
456
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur stellen van regels voor afwijking
van de voorgeschreven hoogte van de varkensrechten wegens onbillijkheden van overwegende
aard
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 25
Periode: 1998–
Product: Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij (Stb. 1998, 368)
Waardering: B 5
457
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van regels betreffende ambtshalve
vaststelling van de omvang van de varkensrechten van een bedrijf
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 26, 1 en 2
Periode: 1998–
Waardering: B 5
458
Handeling: Het bepalen van een maximumaantal varkens dat op een bedrijf mag worden
gehouden
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 27.1
Periode: 1998–
Waardering: B 5 mbt gevallen van algemene strekking
V, 5 jaar voor beschikkingen
459
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van regels betreffende verlaging
van het percentage van de tweede generieke korting per 1 januari 2000
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 31.2
Periode: 1998–
Waardering: B 5
460
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur stellen van regels betreffende de
mogelijkheid om op grond van genomen maatregelen ter reductie van meststoffen meer
dan het toegestane aantal varkens te houden
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 32.2
Periode: 1998–
Waardering: B 5
461
Handeling: Het vaststellen van regels betreffende modelformulieren voor de aanmelding
bij het Bureau Heffingen van (de wijziging van) de omvang van het varkensrecht
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, artt. 7.2, 18.1 en 30; Besluit hardheidsgevallen
herstructurering varkenshouderij, artt. 2 en 3
Periode: 1998–
Product: Regeling vaststelling formulieren Wet herstructurering varkenshouderij (Stcrt.
1998, 163)
Opmerking: De omvang van de varkensrechten kan veranderen door overgang van (een gedeelte
van) het varkensrecht, samenvoeging van bedrijven met varkensrechten, splitsing van
een bedrijf met varkensrechten, doorhaling van varkensrechten of overdracht van een
geheel bedrijf tezamen met het daarop rustende mestproductierecht en varkensrecht.
Waardering: V, 5 jaar
462
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van nadere voorwaarden voor registratie
van de kennisgeving van de overgang van varkensrechten
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, artt. 22.2-3 en 23.1
Periode: 1998–
Product: Regeling leges en blokkade Wet herstructurering varkenshouderij (Stcrt. 1998,
140)
Opmerking: De voorwaarden hebben betrekking op mededeling aan derde-belanghebbenden
(bijv. hypotheekhouders) of het voorafgaand aan registratie betalen van een bedrag
(bijv. leges).
Waardering: V, 5 jaar
463
Handeling: Het registreren van kennisgevingen betreffende de overgang van varkensrechten
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, o.a. art. 18.2-3
Periode: 1998–
Opmerking: De juridische verkleining of vergroting treedt in op het moment van registratie.
Waardering: V, 5 jaar
464
Handeling: Het stellen van regels betreffende de administratieve verplichtingen voortvloeiend
uit de Wet herstructurering varkenshouderij
Grondslag: Wet herstructurering varkenshouderij, art. 29.1-3
Periode: 1998–
Product: Regeling administratieve verplichtingen Wet herstructurering varkenshouderij
(Stcrt. 1998, 143)
Opmerking: Het betreft onder andere regels voor het opmaken, bewaren, overleggen en
afdragen van gegevens door varkenshouders en regels voor de berekening van het aantal
varkens dat gedurende een jaar gemiddeld op een bedrijf is gehouden. Met de regeling
wordt volledig aangesloten bij de administratieve verplichtingen zoals die in het
kader van de Meststoffenwet bestaan.
Waardering: B 5
465
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot opkoop van niet-gebonden mestproductierechten
in het kader van de herstructurering van de varkenshouderij
Grondslag: Opkoopregeling varkenshouderij, art. 10
Periode: 1997–1998
Waardering: V, 7 jaar
466
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor een subsidie voor de beëindiging van
varkenshouderijen
Grondslag: Beëindigingsregeling varkensbedrijven in de EHS, artt. 2 en 7
Periode: 1999–
Waardering: V, 7 jaar
467
Handeling: Het besluiten tot sluiting van de indieningstermijn voor subsidieaanvragen
voor bepaalde categorieën van bedrijven of voor bedrijven in bepaalde concentratiegebieden
Grondslag: Beëindigingsregeling varkensbedrijven in de EHS, art. 15.1
Periode: 1999–
Opmerking: Een dergelijk besluit dient in de Staatscourant te worden gepubliceerd.
Waardering: V, 5 jaar
Pluimveehouderij
468
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen betreffende de pluimveehouderij
Bron: o.a. Brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan
de Tweede Kamer, d.d. 6 november 1998
Periode: 1945–
Waardering: B 1
469
Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wetgeving
ten aanzien van structuurmaatregelen betreffende de pluimveehouderij
Grondslag: Brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan
de Tweede Kamer, d.d. 6 november 1998; e.a.
Periode: 1945–
Product: Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een
stelsel van pluimveerechten (Stb. 2000, 538)
Waardering: B 1
470
Handeling: Het instellen van een stuurgroep voor advisering over maatregelen in het
kader van de herstructurering van de pluimveehouderij
Bron: MvT Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van een stelsel
van pluimveerechten, Tweede Kamer, vergaderjaar 1998–1999, 26 473, nr. 3
Periode: 1999–1999
Waardering: B 4
472
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur stellen van nadere regels betreffende
de uitvoering van de Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering
van een stelsel van pluimveerechten
Grondslag: Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van
een stelsel van pluimveerechten, artt. 58k en 58t
Periode: 2000–
Product: Uitvoeringsbesluit pluimveerechten Meststoffenwet (Stb. 2000, 599)
Waardering: B 5
473
Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur vaststellen van afwijkende percentages
voor vermindering van de omvang van de pluimveerechten bij overgang van pluimveerechten
Grondslag: Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van
een stelsel van pluimveerechten, art. 58t
Periode: 2000–
Waardering: B 5
475
Handeling: Het bepalen van een maximumaantal kippen en kalkoenen dat op een bedrijf
mag worden gehouden
Grondslag: Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van
een stelsel van pluimveerechten, art. 58 e.1
Periode: 1998–
Waardering: B 5 voor stukken van algemene strekking
V, 5 jaar voor beschikkingen
476
Handeling: Het bij Ministeriële regeling stellen van nadere voorwaarden voor registratie
van de kennisgeving van de overgang van pluimveerechten
Grondslag: Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van
een stelsel van pluimveerechten, artt. 58u en 58v
Periode: 2000–
Product: Regeling leges en blokkade pluimveerechten Meststoffenwet (Stcrt. 2000, 247)
Opmerking: De voorwaarden hebben betrekking op mededeling aan derde-belanghebbenden
(bijv. hypotheekhouders) of het voorafgaand aan registratie betalen van een bedrag
(bijv. leges).
Waardering: V, 5 jaar
477
Handeling: Het registreren van kennisgevingen betreffende de overgang van pluimveerechten
Grondslag: Wet tot wijziging van de Meststoffenwet in verband met de invoering van
een stelsel van pluimveerechten, artt. 58q., en 58r.2
Periode: 2000–
Opmerking: De juridische verkleining of vergroting treedt in op het moment van registratie.
Waardering: V, 7 jaar
Schapen- en geitenhouderij
478
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen voor de schapen- en geitenhouderij
Periode: 1945–
Product: Nota’s, bijv. Structuurnota schapenhouderij (discussienota), 1979
Waardering: B 1
479
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende structuurmaatregelen
voor de schapen- en geitenhouderij
Periode: 1945–
Waardering: B 5
Overige dierlijke sectoren
480
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
steun aan de bijenteelt
Periode: 1945–
Waardering: B 1
481
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de structuur
van de bijenhouderij
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1196/81; Verordening (EG) nr. 1221/97
Periode: 1945–
Product: Beschikking steunverlening bijenteelt 1981 (Stcrt. 1981, 100)
Waardering: B 5
482
Handeling: Het in het kader van steunverlening aan de bijenteelt opstellen van nationale
programma’s
Grondslag: Richtlijn 74/409/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke voorschriften van de staten inzake
honing
Periode: 1974–
Product: Beschikking steunverlening bijenteelt 1981 (Stcrt. 1981, 100)
Waardering: B 5
483
Handeling: Het in het kader van steunprogramma’s (doen) uitvoeren van een studie naar
de bijenteelt
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1221/97 houdende algemene regels voor de uitvoering
van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing, art. 2
Periode: 1997–
Waardering: B 5
484
Handeling: Het verlenen en vaststellen van financiële steun aan programma’s ter versterking
van de bijenteelt
Grondslag: Verordening (EG) nr. 1221/97 houdende algemene regels voor de uitvoering
van de maatregelen tot verbetering van de productie en de afzet van honing, art. 3
Periode: 1997–
Waardering: V, 7 jaar
485
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot toekenning en uitkering van financiële
steun aan erkende verenigingen van bijenhouders
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 1196/81 tot invoering van een steunregeling voor
de bijenteelt in de verkoopseizoenen 1981/1982, 1982/1983 en 1983/1984, art. 1; Beschikking
steunverlening bijenteelt 1981, art. 2.1
Periode: 1981–1984
Opmerking: De steunbedragen worden uitbetaald aan de verenigingen, die het geld mogen
besteden aan aankoop van suiker voor bijenvoeding of aan vooraf door de staat goedgekeurde
programma’s ter verbetering van de honingproductie, de technologie en de afzet.
Waardering: V, 7 jaar
486
Handeling: Het in het kader van steunverlening aan de bijenteelt beslissen op een
verzoek tot erkenning van een organisatie van bijenhouders
Grondslag: Beschikking steunverlening bijenteelt 1981, art. 3
Periode: 1981–1984
Waardering: B 5
487
Handeling: Het in het kader van steunverlening aan de bijenteelt beoordelen van een
programma waarvoor steun kan worden verleend
Grondslag: Beschikking steunverlening bijenteelt 1981, art. 5.
Periode: 1981–1984
Waardering: V, 7 jaar
488
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het structuurbeleid ten
aanzien van de pelsdierenhouderij
Periode: 1945–
Waardering: B 1
489
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de structuur
van de pelsdierenhouderij
Periode: 1945–
Waardering: B 5
Verwerking en afzet van agrarische producten
Algemeen
490
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid ten aanzien van
structuurmaatregelen betreffende de verwerking en afzet van agrarische producten
Grondslag: begrotingen
Periode: 1945–
Opmerking: Hieronder valt tevens het voeren van overleg met centrale en branche-organisaties
van de agrarische industrie en handel.
Waardering: B 1
491
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van regelgeving betreffende de structuur
van de verwerking en afzet van agrarische producten
Periode: 1945–
Opmerking: Het betreft hier regelgeving die niet elders in dit hoofdstuk is gespecificeerd.
Waardering: B 5
492
Handeling: Het voorbereiden van de Nederlandse inbreng in internationale fora betreffende
het vaststellen, wijzigen en intrekken van internationale regelingen op het gebied
van de structuur van de verwerking en afzet van agrarische producten
Periode: 1945–
Opmerking: Het betreft met name de inbreng in EU-verband.
Waardering: B 1
Nationaal beleid
495
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken (EZ) over de toepassing
van financiële instrumenten op bedrijven in de agrarische industrie en handel
Bron: begrotingen, interne notities
Periode: [1965]–
Opmerking: Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5
496
Handeling: Het adviseren van andere Ministers dan die van Economische Zaken over de
toepassing van subsidieregelingen op bedrijven in de agrarische industrie en handel
Bron: Begrotingen, afbakeningsbrieven
Periode: [1970]–
Opmerking: Sociale Zaken: toekenning van arbeidsplaatsverbeterende subsidies aan agrarische
bedrijven (vanaf ca. 1970).
VROM: subsidieregelingen voor milieutechnologie (vanaf 1989). Zo gaat het bij de VROM-Stimuleringsregeling
ontwikkeling en toepassing milieutechnologie om de prioriteitenstelling en praktijkwaarde
van ingediende agrarische projecten.
Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5
497
Handeling: Het preciseren van de taakverdeling op het gebied van het industrieel structuurbeleid
Bron: Interne notities
Periode: 1976–
Product: Afbakeningsbrieven en notities, zoals van LNV: VA/1489 (1977), J 7996 (1985),
J 931 (1986) en van EZ: 1276/I/8468 (1976) en 786/VI/79 (1986)
Opmerking: Ten dele hebben deze stukken betrekking op andere beleidsterreinen, zoals
de exportbevordering.
Waardering: B 5
498
Handeling: Het ontwikkelen, wijzigen en intrekken van stimuleringsbeleid voor de structuurversterking
van sectoren van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Product: Bijv. steunregeling voor de vlasindustrie (jaren ‘50)
Opmerking: Het gaat hier om maatregelen die geen deel uitmaken van een van de hierna
besproken kaders, zoals herstructurering, innovatie of EU-verordeningen.Tussentijdse
evaluaties en eventuele herziening van prioriteiten of criteria voor steunverlening
maken deel uit van deze handeling, ook wanneer de regeling ongewijzigd blijft.
Waardering: B 1
499
Handeling: Het in het kader van de uitvoering van subsidieregelingen voor de structuurversterking
van sectoren van de agrarische verwerking en afzet verlenen van subsidies
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Opmerking: Het gaat om maatregelen die geen deel uitmaken van specifiekere kaders
zoals herstructurering, innovatie of EU-verordeningen.
Waardering: V, 10 jaar
500
Handeling: Het subsidiëren van activiteiten die de structuur van de agrarische verwerking
en afzet kunnen bevorderen en die niet onder een subsidieregeling vallen
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Opmerking: De financiering gebeurt meestal op basis van een bestaande begrotingspost.
Het gaat hier om maatregelen die geen deel uitmaken van specifiekere kaders zoals
herstructurering, innovatie of EU-verordeningen.
Waardering: V, 10 jaar
501
Handeling: Het (doen) verrichten van structuuronderzoeken in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Begrotingen; bedrijfstakverkenningen VG-industrie
Periode: [1965]
Product: Sectorstructuuronderzoeken en (vanuit LNV) sectorvisies; rapporten over groenten-
en fruitveilingen (1971); rapport: ‘Beeldvorming slachtpluimveebranche’ (1975); rapport;
‘Voedsel- en agrarische industrie’(1976); rapport: ‘Beeld van de Nederlandse Zuivel:
een structuurstudie’ (PZ)
Opmerking: Inbreng van bedrijfsorganisaties door onder andere het Produktschap voor
Vee en Vlees (PVV) en het Bedrijfschap voor de Groothandel in Bloemkwekerijproducten.
Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5 opdracht en eindproduct
V, 10 voor overige neerslag
503
Handeling: Het ontwikkelen, wijzigen en intrekken van stimuleringsmaatregelen in het
kader van de herstructurering van sectoren van de agrarische verwerking en afzet
Bron: begrotingen
Periode: [1970]–
Product: Bijv. overbruggingstoeslagen aan gemeenten met openbare slachthuizen (jaren
‘70).
Opmerking: Tussentijdse evaluaties en eventuele herziening van prioriteiten of criteria
voor steunverlening maken deel uit van deze handeling, ook wanneer de regeling ongewijzigd
blijft. Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
506
Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van herstructureringsplannen voor de
agrarische verwerking en afzet
Bron: Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980
Periode: [1975]–
Opmerking: Het gaat vooral om een inhoudelijke en coördinerende inbreng. Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
507
Handeling: Het vaststellen of bekrachtigen van herstructureringsplannen voor sectoren
van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota
Periode: [1975]–
Product: Herstructureringsplannen, PBO-verordeningen
Opmerking: Bekrachtiging impliceert (mede)financiering, waartoe kaderregelingen worden
ingesteld; de uitvoering ervan komt in veel gevallen onder autonomie van de NEHEM
te berusten. Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
508
Handeling: Het uitwerken van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980; Jaarverslag SHB 1996
Periode: [1975]–
Opmerking: Soms wordt maar een deel van een herstructureringsplan uitgewerkt, zoals
de Onderzoeks- en Ontwikkelingsprogramma’s (zie rubriek Innovatie). Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
509
Handeling: Het opstellen en actualiseren van bedrijfstakverkenningen voor de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota
Periode: 1977–
Product: Hoofdstukken over de voedings- en genotmiddelenindustrie in ‘Bedrijfstakken
verkend 1977’ en ‘Bedrijfstakverkenning 1980’, actualiseringen
Opmerking: In 1995 is de naam, bedrijfstakverkenningen, veranderd is ‘bedrijfstaktoetsen’.
Waardering: B 1
510
Handeling: Het subsidiëren van activiteiten die innovatie binnen de voedingsmiddelenindustrie
kunnen bevorderen en die niet onder een subsidieregeling vallen
Bron: Begrotingen
Periode: 1945–
Opmerking: De financiering gebeurt meestal op basis van een bestaande begrotingspost.
Het gaat hier om maatregelen buiten de kaders van herstructureringen of EU verordeningen.
Sinds eind jaren ’40 kon subsidiëring plaatsvinden van onderzoeksinstituten (bijv.
IBVL: Instituut voor het Onderzoek van de Bewaring, Bewerking en Verwerking van Plantaardige
Landbouwproducten; dit was een DLO-instituut) of van specifieke onderzoeken (bijv.
door TNO of door het Centraal Instituut voor Industrialisatie).
Waardering: V, 10 jaar
511
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid op het gebied
van de innovatie ten behoeve van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Begrotingen
Periode: [1968]–
Product: O.a. ‘Notitie agrificatie’ (directie I&H, 1993)
Opmerking: Het Landbouwschap stelde de Taakgroep Agrificatie in ter bevordering van
de aansluiting tussen akkerbouwsector, industrie en markt. Het aangegeven aanvangsjaar
is indicatief.
Waardering: B 1
512
Handeling: Het opstellen, wijzigen en intrekken van stimuleringsregelingen en programma’s
voor innovatie van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Begrotingen
Periode: [1968]–
Product: Bijv. Onderzoeks- en Ontwikkelingsprogramma’s voor de groenten- en fruitverwerkende
industrie (1985–1986) en de varkensvleessector (1985–1987); IKB-project slachtkuikens
(1987); Programma collectief marktonderzoek (1988–1996); Stimuleringsregeling milieuvriendelijke
agrificatie (MVA, 1989–1995); Programma natuurlijke vezels in bouw- en compositiematerialen;
Bijdrageregeling innovatieprojecten (1991–1997); Bijdrageregeling kwaliteitsprojekten
agrarische producten en productieprocessen (1992–1995)
Opmerking: Tussentijdse evaluaties en eventuele herziening van prioriteiten of criteria
voorsteunverlening maken deel uit van deze handeling, ook wanneer de regelingongewijzigd
blijft. Afstemming met andere Ministeries (vooral Economische Zaken en VROM) moet
overlapping met aanverwante regelingen voorkomen. Zo is in de MVA-regeling geen cumulatie
mogelijk met de Regeling technische ontwikkelingskredieten 1987 (TOK) of de Stimuleringsregeling
ontwikkeling en toepassing milieutechnologie. Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5
513
Handeling: Het verstrekken van ontwikkelingskredieten aan agrarische industriële ondernemingen
Bron: begrotingen
Periode: [1968]–[1987]
Opmerking: Het gaat om ‘zachte’ leningen, die in sommige gevallen kwijtgescholden
konde worden. Vanaf 1987 is er de EZ-regeling Technische ontwikkelingskredieten (TOK).
De aangegeven periode is indicatief.
Waardering: V, 10 jaar
514
Handeling: Het opstellen van programma’s voor milieuvriendelijke technologie die mede
van toepassing is op de agrarische verwerking en afzet
Bron: Toelichting Stimuleringsregeling ontwikkeling en toepassing milieutechnologie
Periode: [1975]–
Product: Bijv. Stimuleringsregeling ontwikkeling en toepassing milieutechnologie (Stcrt.
1988, 252)
Opmerking: Op het gebied van bestrijdingstechnieken van waterverontreiniging bij de
bron werd voor 1988 al jarenlang samengewerkt tussen VROM, LNV en VW. Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5
515
Handeling: Het bevorderen van deelname door Nederlandse agrarische bedrijven en instellingen
aan onderzoeksprogramma’s van Economische Zaken of van de EU
Bron: Begrotingen
Periode: [1980]–
Opmerking: Dit gebeurt onder meer door de inbreng van LNV in de stuurgroep- Eureka,
waarin ook Economische Zaken vertegenwoordigd is. Als een project de Eureka-status
krijgt, kan het in aanmerking komen voor EZ-subsidies zoals het Besluit subsidies
bedrijfsgerichte technologiestimulering internationale programma’s (Betip). Andere
instrumenten waarbij aangesloten wordt, zijn het Agro-Industriële Researchprogramma
voor agrificatie-onderzoek (EU) en de begrotingsmiddelen ‘research op aandachtsgebieden’
van Economische Zaken. Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5
516
Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van stimuleringsregelingen voor milieuvriendelijke
agrificatie
Grondslag: Stimuleringsregeling milieuvriendelijke agrificatie, art. 12, 1, en art.
16.2
Periode: 1989–
Opmerking: Vanaf 1996 in het kader van het bredere stimuleringskader voor innovatieprojecten.
Waardering: B 5
517
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor een bijdrage in het kader van de Stimuleringsregeling
milieuvriendelijke agrificatie
Grondslag: Stimuleringsregeling milieuvriendelijke agrificatie, artt.12.1 en 16.2
Periode: 1989–1995
Product: In de Staatscourant moesten het jaarlijkse totale subsidiebedrag en de namen
van de gesubsidieerde belanghebbenden worden gepubliceerd.
Waardering: V, 10 jaar
518
Handeling: Het instellen van een commissie voor advisering over aanvragen voor een
bijdrage voor haalbaarheids- en onderzoeksprojecten in het kader van de Stimuleringsregeling
milieuvriendelijke agrificatie
Periode: 1990–995
Product: Beschikking Instelling Adviescommissie Milieuvriendelijke Agrificatie (Stcrt.
1990, 118)
Waardering: B 4
520
Handeling: Het instellen van een interdepartementale stuurgroep agrificatie
Bron: Toelichting bij Stimuleringsregeling milieuvriendelijke agrificatie (1989) en
Notitie Agrificatie (1993)
Periode: 1994–
Waardering: B 4
Uitvoering van EU-beleid
522
Handeling: Het instellen van de Commissie van Advies voor de Agrarische Marktstructuur
Periode: 1964–
Opmerking: Besluit Instelling Commissie van Advies voor de Agrarische Marktstructuur
(Stcrt. 1964, 67)
Waardering: B 4
524
Handeling: Het beslissen over de toekenning van financiële bijdragen aan investeringsprojecten
in het kader van specifieke programma’s voor de ontwikkeling of rationalisering van
ondernemingen op het gebied van de behandeling, verwerking en/of afzet van landbouwproducten
Grondslag: Verordening 17/64/EEG, art. 20.3; Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 13.3; Verordening (EEG) nr. 866/90,
art. 16.3
Periode: 1964–
Opmerking: Over de aanvragen werd de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) geadviseerd door de Commissie van Advies voor de Agrarische Marktstructuur,
vanaf 1968 opgevolgd door de Commissie voor Marktstructuur en de Projecten adviescommissie
(PAC).Na bekendmaking van de subsidiemogelijkheden werden de aanvragen behandeld volgens
een tendersysteem. Onder deze handeling vallen derhalve ook de bijdragenaan het bedrijfsleven
i.v.m.verbetering van de marktstructuur.
Waardering: V, 10 jaar
525
Handeling: Het vaststellen van specifieke programma’s voor de ontwikkeling of rationalisering
van ondernemingen op het gebied van de behandeling, verwerking en/of afzet van landbouwproducten,
waarbinnen (individuele) projecten mede door de EU gesubsidieerd kunnen worden
Bron: Begrotingen
Periode: 1964–1977
Opmerking: Het formuleren en wijzigen van prioriteiten of criteria voor steunverlening
maakt deel uit van deze handeling.
Waardering: B 5
526
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van verzoeken om subsidie voor Nederlandse
(individuele) projecten voor de ontwikkeling of rationalisering van ondernemingen
op het gebied van de behandeling, verwerking en/of afzet van landbouwproducten
Grondslag: Verordening 17/64/EEG
Periode: 1964–1977
Waardering: V, 7 jaar
527
Handeling: Het vaststellen van sectorprogramma’s voor de ontwikkeling of rationalisering
van Nederlandse ondernemingen op het gebied van de be- en verwerking of afzet van
landbouwproducten, waarbinnen projecten mede door de EU gesubsidieerd kunnen worden
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 2
Periode: 1981–1989
Product: sectorprogramma’s (ook: specifieke programma’s) en aanpassingen
Opmerking: De programma’s worden opgesteld in samenwerking met het bedrijfsleven en
met de productschappen.
Waardering: B 5
528
Handeling: Het ter goedkeuring bij de Europese Commissie indienen van sectorprogramma’s
voor de ontwikkeling of rationalisering van Nederlandse ondernemingen op het gebied
van de be- en verwerking of afzet van landbouwproducten
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 4
Periode: 1981–1989
Opmerking: Hieronder valt tevens het verstrekken van aanvullende gegevens.
Waardering: B 5
529
Handeling: Het instellen van jaarlijkse tenders op basis van sectorprogramma’s (later
ook enige programmeringsdocumenten) voor de ontwikkeling of rationalisering van ondernemingen
op het gebied van de be- en verwerking of afzet van landbouwproducten, waarbinnen
projecten mede door de EU gesubsidieerd kunnen worden
Bron: Begrotingen
Periode: 1977–
Opmerking: De tenders, waarop door bedrijven kan worden ingeschreven, noemen de criteria
en het te verdelen subsidiebedrag.
Waardering: B 5
530
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van verzoeken om subsidie voor Nederlandse
projecten binnen sectorprogramma’s voor de ontwikkeling of rationalisering van ondernemingen
op het gebied van de be- en verwerking of afzet van landbouwproducten
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 13, 1
Periode: 1977–1990
Opmerking: De verzoeken gaan vergezeld van een gunstig advies en een formeel besluit
tot financiële ondersteuning door de Nederlandse regering. De Europese Commissie doet
de beschikkingen inzake toekenning van subsidie toekomen aan de staat (de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en aan de begunstigde.
Waardering: B 5
531
Handeling: Het vaststellen van meerjarenplannen voor de structurele verbetering van
de agrarische verwerking en afzet, waarbinnen projecten mede door de EU gesubsidieerd
kunnen worden
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 866/90, artt. 2.1, 6 en 10bis
Periode: 1990–
Product: Sectorplannen en Nederlands Plan 1994–1999 ter verbetering en de rationalisatie
van de behandeling, de verwerking en afzet van landbouwproducten Verordening (EEG)
nr. 866/90
Opmerking: In de eerste financieringsperiode ging het om een zestal sectorplannen.
Daarna is gebruikgemaakt van de mogelijkheid tot bundeling van de gegevens uit een
plan en een bijstandsaanvraag in een zogenaamd ‘enig programmeringsdocument’ (EPD).
De plannen worden opgesteld in samenwerking met het bedrijfsleven en de productschappen.
Waardering: B 5
532
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van meerjarenplannen voor de structurele
verbetering van de agrarische verwerking en afzet in Nederland, en van wijzigingen
daarvan
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 866/90, artt. 2.1, 6 en 10bis
Periode: 1990–
Waardering: B 5
533
Handeling: Het bijdragen aan de totstandkoming van communautaire bestekken voor de
agrarische verwerking en afzet
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 866/90, art. 2.1; Verordening (EEG) nr. 4253/88,
art. 8
Periode: 1990–1993
Opmerking: In de bestekken wordt het financiële kader gegeven voor de afzonderlijke
sectorplannen. Voor de financieringsperiode 1994–1999 is deze procedure niet van toepassing,
aangezien het financiële kader deel uitmaakt van het EPD. De bestekken worden in het
kader van het partnerschap vastgesteld volgens de procedure van Verordening (EEG)
nr. 4253/88, art. 29.
Waardering: B 5
534
Handeling: Het opstellen van operationele programma’s voor investeringen ten behoeve
van de structurele verbetering van de agrarische verwerking en afzet
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 866/90, art. 10
Periode: 1990–1993
Product: Operationele programma’s
Opmerking: Deze jaarlijkse programma’s geven een overzicht van de voorgenomen investeringenin
alle sectoren.Voor de financieringsperiode 1994–1999 is deze procedure niet meer van
toepassing, aangezien het overzicht al gegeven is in het EPD.
Waardering: B 5
535
Handeling: Het bij de Europese Commissie indienen van operationele programma’s voor
investeringen ten behoeve van de structurele verbetering van de agrarische verwerking
en afzet
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 866/90, art. 10
Periode: 1990–1993
Opmerking: De Europese Commissie doet de beschikkingen inzake toekenning van subsidie
toekomen aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en aan de
uitbetalende instantie.
Waardering: B 5
536
Handeling: Het desgevraagd informeren van de Europese Commissie over het verloop van
projecten waarvoor EOGFL-subsidie krachtens een van de verwerking/afzet-verordeningen
is toegekend
Grondslag: Verordening 17/64/EEG, art. 22.2; Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 19.2; Verordening (EEG) nr. 866/90,
artt. 17 en 21.1
Periode: 1964–
Product: O.a. kwartaaloverzichten van overgemaakt subsidies en jaarverslagen
Opmerking: Het gaat onder meer om het controleren van de juistheid van ingediende
gegevens en van de rechtmatigheid van uitgaven door de begunstigden, en het terugvorderen
van ten onrechte verleende subsidies.
Waardering: V, 10 jaar
537
Handeling: Het ten behoeve van de Europese Commissie opstellen van verslagen over
de financiële resultaten van afgeronde projecten betreffende de verwerking en afzet
van agrarische producten waarvoor EOGFL-subsidie is toegekend
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 355/77, art. 22.1
Periode: 1978–
Waardering: V, 10 jaar
538
Handeling: Het treffen van maatregelen die de naleving van communautaire milieuvoorschriften
garanderen bij de uitvoering van acties in het kader van plannen voor de structurele
verbetering van de agrarische verwerking en afzet
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 866/90, art. 3.1c (zoals gewijzigd bij Verordening
(EEG) nr. 3669/93)
Periode: 1994–
Opmerking: Gezien de uitgebreide milieuvoorschriften waaraan ieder Nederlands bedrijf
moet voldoen, heeft de Minister het niet nodig gevonden om aparte milieumaatregelen
te treffen (mededeling dhr. R. van den Bergh, 15-4-1997).
Waardering: B 5
Verordening (EEG) nr. 159/66 e.v. inzake telersverenigingen
539
Handeling: Het treffen van maatregelen ter ondersteuning van de oprichting van telersverenigingen
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 159/66, art. 2.1; Verordening (EEG) nr. 1035/72,
art. 14; Verordening (EG) nr. 2200/96, art. 14
Periode: 1966–
Product: 3, 2, 1%-regeling hardfruit (Stcrt. 1974, 68; ingetrokken Stcrt. 1984, 155)
Waardering: B 5
540
Handeling: Het verlenen van financiële bijdragen aan telersverenigingen
Grondslag: Verordening (EG) nr. 2200/96, art.14; 3, 2, 1 %-Regeling hardfruit, art.
2
Periode: 1972–
Waardering: V, 10 jaar
541
Handeling: Het vaststellen van verslagen voor de Europese Commissie over de genomen
steunmaatregelen ten aanzien van telersverenigingen
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 159/66, art. 2.3; Verordening (EEG) nr. 1935/72,
art. 14.3; Verordening (EEG) nr. 3284/83, art. 3.5; Verordening (EG) nr. 2200/96,
art. ?
Periode: 1967–
Opmerking: Het gaat om verleende steun voor de oprichting van telersverenigingen en
voor het gedeeltelijk dekken van te voorziene interventiekosten. Nadere specificatie
van de reële oprichtings- en beheerskosten wordt gegeven in Verordening (EEG) nr. 2118/78
(PbEG L 246).
Waardering: B 3
543
Handeling: Het opstellen van verslagen voor de Europese Commissie over de genomen
beslissingen inzake erkenning van telersverenigingen
Grondslag: Verordening (EEG) nr. 3284/83, art. 2; Verordening (EG) nr. 2200/96, art.
12.1c
Periode: 1985–
Waardering: B 3
546
Handeling: Het door middel van subsidies ondersteunen van behoud en versterking van
bijzondere kwaliteiten van gebieden in samenhang met duurzame landbouw
Bron: Besluit projectbijdragen waardevolle cultuurlandschappen art. ….
Periode: 1994–2001
Opmerking: Dit zijn de zogenaamde WCL-projecten. Waardevolle cultuurlandschappen zijn
gebieden waar de landbouw, recreatie en natuur in sterke mate aan elkaar zijn gekoppeld.
De landbouw in deze gebieden is in belangrijke mate drager van natuur- en landschapswaarde.
Subsidies zijn bestemd voor maatschappelijke organisaties, gemeenten, provincies,
waterschappen, bedrijfsleven, beheerders en particulieren
Waardering: B 5
Deel 2. Handelingen van actoren die vallen onder het zorgdragersschap van de Minister
van LNV
Adviescommissie Borgstellingsfonds
50
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over beleidsaspecten
Bron: Boek: ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1964–1968
Waardering: B 1
Adviescommissie Milieuvriendelijke Agrificatie
519
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over aanvragen voor een bijdrage voor haalbaarheids- en onderzoeksprojecten
in het kader van de Stimuleringsregeling milieuvriendelijke agrificatie
Grondslag: Beschikking Instelling Adviescommissie Milieuvriendelijke Agrificatie (Stcrt.
1990, 118), art. 3
Periode: 1990–1995
Waardering: V, 10 jaar
Adviescommissie Nieuwe Agrarische Schadeverzekeringen
348
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over verzekeringsovereenkomsten, op grond waarvan subsidieverlening kan worden
aangevraagd
Grondslag: Subsidieregeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen, art. 9.4
Periode: 1998–
Waardering: V, 10 jaar
Beoordelingscommissie vernieuwing landelijk gebied
287
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de wijze waarop de Minister op subsidieaanvragen in het kader van de Stimuleringsregeling
vernieuwing landelijk gebied kan beslissen
Grondslag: Stimuleringsregeling vernieuwing landelijk gebied, art. 9.1
Periode: 1997–
Waardering: B 1
Beoordelingscommissies investeringsprojecten
206
Handeling: Het geven van advies aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over aanvragen in het kader van de Investeringsregeling markt en concurrentiekracht
Grondslag: Investeringsregeling markt en concurrentiekracht, art. 7.5-2
Periode: 1997–
Waardering: V, 10 jaar
Bodemkundig Instituut
146
Handeling: Het opstellen van de instructies voor de overige ambtenaren en rijkswerklieden
van de proefstations voor landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, artt.
20 en 23
Periode: 1945–1979
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de directeur.
Waardering: V, 10 jaar
159
Handeling: Het opstellen van een op de praktijkgericht landbouwkundig onderzoeksplan
Bron: Ontwikkelingsplan voor de instituten en proefstations van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, 1987-1990, blz. 22
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
41
Periode: 1945–1979
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de directeur.
Waardering: B 5
Commissie Herstructurering Melkveehouderij (Commissie Koopmans)
436
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over stimulerende maatregelen in het kader van de herstructurering van de melkveehouderij
Grondslag: Regeling instelling Commissie Herstructurering Melkveehouderij, art. 2.1
Periode: 2000–
Product: Advies ‘Grondgebonden melkveehouderij : regionaal maatwerk’
Waardering: B 1
Commissie Organisatie Slachthuiswezen / Commissie Herstructurering Slachthuiswezen
(Commissie Franke)
502
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) en de staatssecretaris van Volksgezondheid over de herstructurering van het
slachthuiswezen met het oog op de voorgenomen afschaffing van art. 8 Vleeskeuringswet
Periode: 1969–1976
Product: Begrotingen
Opmerking: In 1975 (Stcrt. 41) werd de Commissie Organisatie Slachthuiswezen opgevolgd
door de Commissie Herstructurering Slachthuiswezen (kortweg Commissie-Franke), die
eindrapport uitbracht in 1976 (Stcrt. 134).
Waardering: B 1
Commissie van advies van de proefstations voor landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig
Instituut
153
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over de werkplannen van de proefstations en andere voor de proefstations van
het landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut van belang zijnde aangelegenheden
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
38
Periode: 1945–1979
Waardering: V, 10 jaar
Commissie van Advies voor de Agrarische Marktstructuur
523
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) inzake de toepassing van subsidiemogelijkheden door het EOGFL-O ter zake van
de verwerking en afzet van agrarische producten
Grondslag: Instellingsbeschikking (Stcrt. 1964, 67), art. 1
Periode: 1964–
Waardering: V, 10 jaar
Commissie voor Marktstructuur
548
Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV over ingediende projecten ter verbetering
van de agrarische marktstructuur
Grondslag:
Periode: 1968–
Waardering: B 1
Commissie van Advies voor de Rijksdienst voor Landbouwherstel
323
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over het landbouwherstel
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 5
Periode: 1945–1956
Opmerking: De vergaderingen werden geleid door de Directeur Generaal waaronder de
dienst ressorteerde (art. 7, 1). Het secretariaat werd gevoerd door de Rijksdienst
voor Landbouwherstel.
Waardering: B 1
Herstructureringscommissies voor de Akkerbouw
356
Handeling: Het opstellen van herstructureringsplannen voor de akkerbouw
Periode: 1968–1995
Bron: Begrotingen
Waardering: B 1
Interdepartementale Stuurgroep Agrificatie
521
Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV en het coördineren van het overheidsinstrumentarium
voor agrificatie
Periode: 1994–
Grondslag: Toelichting bij Stimuleringsregeling milieuvriendelijke agrificatie (1989)
en Notitie Agrificatie (1993)
Opmerking: De stuurgroep is enkele malen bijeengeweest.
Waardering: B 1
Landelijke Raad voor de Bedrijfsontwikkeling
50
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over beleidsaspecten
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1968–
Waardering: B 1
67
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het O&S-fonds of de uitvoerende beleidsdirectie
betreffende het opstellen van O&S-regelingen of de uitvoering ervan
Bron: Begrotingen LNV; jaarverslagen O&S-fonds
Periode: 1963–
Opmerking: Dit gebeurde waarschijnlijk mondeling, of de adviezen werden rechtstreeks
in de subsidiedossiers bij de Provinciale Directie v.d. Bedrijfsontwikkeling of STULM
gedaan.
Waardering: B 1 en 5
355
Handeling: Het instellen van herstructureringscommissies voor de akkerbouw
Bron: Begrotingen
Periode: 1968–1995
Waardering: B 4
357
Handeling: Het evalueren van (de uitvoering van) herstructureringsplannen voor de
akkerbouw
Bron: Commentaar RBD’s
Periode: 1968–1995
Waardering: B 2
Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek (NRLO)
108
Handeling: Het ontwikkelen van meerjarenvisies met betrekking tot landbouwkundige
onderzoeksprogramma’s
Grondslag: Instellingsbeschikking Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art.
2.1; Regeling Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art. 4.a
Periode: 1986–
Opmerking: Vanaf 1995 worden deze visies ‘verkenningen’ genoemd (Regeling NRLO, Stcrt.
1994, 251). De Regeling NRLO trad in de plaats van de Instellingsbeschikking NRLO.
Waardering: B 5
109
Handeling: Het voeren van overleg met de in de NRLO deelnemende onderzoeksorganisaties
over een doelmatige realisering van landbouwkundige onderzoeksprogramma’s
Grondslag: Instellingsbeschikking Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art.
2.2
Periode: 1986–1994
Opmerking: Deze handeling verviel bij de Regeling NRLO (Stcrt. 1994, 251)
Waardering: Deze handeling komt te vervallen
110
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) en andere betrokken instellingen en organisaties over het landbouwkundig onderzoeks-
en ontwikkelingsbeleid
Grondslag: Instellingsbeschikking Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art.
2.3; Regeling Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art. 4.b
Periode: 1986–
Waardering: B 5
111
Handeling: Het vaststellen van de reglementen met betrekking tot het functioneren
van de NRLO
Grondslag: Instellingsbeschikking Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art.
4.4
Periode: 1986–
Opmerking: Zes maanden na de inwerkingtreding van de instellings-beschikking moesten
de reglementen zijn vastgesteld.
De bevoegdheid bestaat nog steeds (o.a. wijzigen van het eigen huishoudelijk reglement).
Waardering: B 4
Noordbrabantse/Zuidelijke adviescommissies
51
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over individuele
aanvragen tot borgstelling
Bron: Boek: ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1955-1964
Waardering: V, 10 jaar
Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (ORS-fonds)
60
Handeling: Het mandateren van andere organen tot het namens het bestuur van het O&S-fonds
nemen van beslissingen en ondertekenen van stukken
Grondslag: Statuten O&S-fonds
Periode: 1963–
Produkt: Bestuursbesluiten betreffende mandaatverlening, bijv. Bestuursbesluit nr. 497;
Mandaatverlening O&S-fonds voor de Landbouw (Stcrt. 1997, 12)
Waardering: V, 10 jaar na afloop mandaat
64
Handeling: Het opstellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering van
de landbouwsector
Bron: Begrotingen
Periode: 1963–
Opmerking: Het bestuur is hierbij dikwijls bijgestaan door de Landelijke Raad voor
de Bedrijfsontwikkeling. In de verschillende hoofdstukken van dit rapport wordt deze
handeling steeds herhaald voor de daarin aan de orde komende sectoren/onderwerpen,
waarbij de regelingen met name worden genoemd. Deze handeling dient daarom enkel als
vangnet.
Waardering: B 5
65
Handeling: Het vaststellen van richtlijnen of instructies betreffende de uitvoering
van regelingen voor de ontwikkeling of sanering van de landbouwsector
Bron: Begrotingen
Periode: 1963–
Opmerking: Eind jaren ’80 werden de uitvoeringsrichtlijnen uitvoeringsinstructies,
met als gevolg minder beleidsspeelruimte voor de uitvoerende instantie.
Waardering: B 5
66
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften ingediend tegen door het O&S-fonds
genomen beslissingen
Bron: Begrotingen; mandaatsbesluiten O&S-fonds (bijv. Stcrt.1997, 12)
Periode: 1963–
Opmerking: In 1997 werd LASER hiertoe gemandateerd
Waardering: V, 10 jaar
69
Handeling: Het beslissen op een aanvraag voor subsidies voor initiatieven betreffende
de ontwikkeling en sanering van de landbouwsector
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Produkt: Bestuursbesluiten
Opmerking: Alleen in bijzondere gevallen beslist het bestuur van het fonds zelf.
Waardering: B 5 voor bezwaarschriften waarop het bestuur van het fonds zelf beslist
V, 10 jaar overige neerslag
70
Handeling: Het instellen van Provinciale Adviescommissies
Bron: Bestuursbesluiten
Periode: 1964–
Produkt: Bestuursbesluit nr. 1 van 10 maart 1964, O&S-fonds; Instellingsbesluiten
Provinciale Adviescommissies (o.a. 1976, 1982)
Waardering: B 4
72
Handeling: Het vaststellen van periodieke verslagen over de werkzaamheden van het
O&S-fonds
Periode: 1963–
Produkt: Jaarverslagen
Waardering: B 3
73
Handeling: Het periodiek vaststellen van het referentie-inkomen in het kader van het
verlenen van bijdragen ter ontwikkeling of sanering van de landbouw
Grondslag: Bijdrageregelingen, bijv.Kaderbesluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden,
art. 8.1b; Besluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden, art. 6.1b; Besluit
structuurverbetering landbouwbedrijven, art. 7.2a; Besluit stimulering duurzame landbouwbedrijven,
art. 7.2
Periode: 1973–
Waardering: V, 15 jaar
106
Handeling: Het opstellen van regelingen met betrekking tot activiteiten op het gebied
van onderzoek en voorlichting
Periode: 1963–
Opmerking: Voor goedkeuring hiervan zie algemene handelingen van de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV): het goedkeuren van O&S-bestuursbesluiten.
Waardering: B 5
107
Handeling: Het verlenen van bijdragen aan activiteiten op het gebied van onderzoek
en voorlichting
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 7 jaar
196
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de modernisering van de landbouwbedrijven
Periode: 1964–
Produkt: Kaderbesluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden (Stcrt. 1972,
221); Toepassingsbesluit fruitteeltbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden (Jaarverslag
1973); Toepassingsbesluit glastuinbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden (Jaarverslag
1973); Toepassingsbesluit vollegrondstuinbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden
(Jaarverslag 1973); Besluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden (Stcrt.
1974, 83); Besluit structuurverbetering landbouwbedrijven (Stcrt. 1985, 188); Besluit
stimulering duurzame landbouwbedrijven (Stcrt. 1996, 57); Investeringsregeling markt
en concurrentiekracht (Stcrt. 1997, 131); Bijdrageregeling verbetering agrarische
bedrijfsgebouwen in het noorden (Stcrt. 1972, 42)
Waardering: B 5
197
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende de modernisering
van de landbouwbedrijven
Grondslag: Bijdrageregelingen, o.a. Kaderbesluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden
(Stcrt. 1972, 221); Toepassingsbesluit fruitteeltbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden
(Jaarverslag 1973); Toepassingsbesluit glastuinbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden
(Jaarverslag 1973)
Periode: 1964–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele (structuur)projecten. Opmerking selectie: cf. lijst individuele vernietiging
1993, dir. Materiële Zaken, briefnr. MZ 93468
Waardering: V, 7 jaar
198
Handeling: Het jaarlijks vaststellen van de rentevoet op basis waarvan het arbeidsinkomen
van landbouwbedrijven berekend wordt die subsidie aanvragen voor investeringen ter
modernisering van de landbouwstructuur
Grondslag: Kaderbesluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden, art. 9;
Besluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden, art. 7; Besluit structuurverbetering
landbouwbedrijven, art. 8.1b
Periode: 1973–1995
Waardering: V, 15 jaar
199
Handeling: Het toekennen van een oriëntatiepremie aan bedrijfshoofden die hun investeringen
ter modernisering van de landbouwstructuur op de rund- of schapenvleesproductie richten
Grondslag: Besluit landbouwbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden, art. 17.1
Periode: 1974–1984
Waardering: V, 7 jaar
200
Handeling: Het vaststellen van lijsten waarin de subsidiabele investeringen ter modernisering
van de landbouwstructuur worden vermeld
Grondslag: Besluit stimulering duurzame landbouwbedrijven, art. 3
Periode: 1996-1997
Waardering: B 5
211
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor bedrijfsbeëindiging
Periode: 1964–
Produkt: Beëindigingsvergoedingsbesluit (Stcrt. 1972, 221); Stimuleringsregeling bedrijfsbeëindiging
en structuurverbetering akkerbouw (Stcrt. 1990, 157)
Waardering: B 5
212
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende bedrijfsbeëindiging
Grondslag: Beëindigingsvergoedingsbesluit, artt.2 en 21; Stimuleringsregeling bedrijfsbeëindiging
en structuurverbetering akkerbouw, artt. 2 en 12.2
Periode: 1964–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele (structuur)projecten. Opmerking selectie: cf. lijst individuele vernietiging
1993, dir. Materiële Zaken, briefnr. MZ 93468
Waardering: V, 7 jaar
215
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de stimulering van samenwerkingsverbanden
tussen landbouwbedrijven
Periode: 1964–
Produkt: Bijdrageregeling ter bevordering van samenwerkingsvormen in land- en tuinbouw
(Stcrt. 1969, 200); Bijdrageregeling ter bevordering van samenwerkingsverbanden tussen
landbouwbedrijven (Stcrt. 1974, 144)
Waardering: B 5
216
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende de stimulering
van samenwerkingsverbanden tussen landbouwbedrijven
Grondslag: Bijdrageregeling ter bevordering van samenwerkingsvormen in land- en tuinbouw;
Bijdrageregeling ter bevordering van samenwerkingsverbanden tussen landbouwbedrijven,
artt. 2.1 en 10.1-2
Periode: 1964–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele (structuur)projecten. Opmerking selectie: cf. lijst individuele vernietiging
1993, dir. Materiële Zaken, briefnr. MZ 93468
Waardering: V, 7 jaar
218
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende de bedrijfsverzorgingsverenigingen
Periode: 1965–1995
Produkt: Bijdrageregeling voor verenigingen voor bedrijfsverzorging (Stcrt. 1974,
83); Bestuursbesluit nr. 147 inzake de vaststelling van een bijdrageregeling ter bevordering
van de ontwikkeling van de bedrijfsverzorging (Stcrt. 1975, 194)
Waardering: B 5
219
Handeling: Het erkennen van bedrijfsverzorgingsverenigingen, samenwerkingsverbanden
voor bedrijfsverzorging en/of een rechtspersoon ten behoeve van deze samenwerkingsverbanden
Grondslag: Bijdrageregeling voor verenigingen voor bedrijfsverzorging, art. 8; Bestuursbesluit
nr. 175 inzake de wijziging van een bijdrageregeling voor verenigingen voor bedrijfsverzorging,
punt B; Begroting LNV 1971–1972, blz. 25
Periode: 1965–1995
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur AVA en zijn taakopvolgers.
Waardering: V, 10 jaar
220
Handeling: Het verlenen van een uitkering voor de ontwikkeling van bedrijfsverzorgingsverenigingen
Grondslag: Bijdrageregeling voor verenigingen voor bedrijfsverzorging, art. 8; Bestuursbesluit
nr. 175 inzake de wijziging van een bijdrageregeling voor verenigingen voor bedrijfsverzorging,
punt B; Begroting LNV 1971–1972, blz. 2
Periode: 1965–1995
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur AVA en zijn taakopvolgers.
Opmerking selectie: cf. lijst individuele vernietiging 1993, dir. Materiële Zaken,
briefnr. MZ 93468
Waardering: V, 10 jaar
221
Handeling: Het opstellen van overeenkomsten met bonden die een bijdrage voor de verlaging
van het tarief voor bedrijfshulp ontvangen
Grondslag: Bestuursbesluit nr. 147 inzake de vaststelling van een bijdrageregeling
ter bevordering van de ontwikkeling van de bedrijfsverzorging, art. 10; Bestuursbesluit
nr. 308 inzake de vaststelling van een bijdrageregeling ter bevordering van de ontwikkeling
van de bedrijfsverzorging, art. 10
Periode: 1975–1995
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur AVA en zijn taakopvolgers.
Waardering: V, 15 jaar
222
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor de verlaging van het tarief voor bedrijfshulp
Grondslag: Bestuursbesluit nr. 147 inzake de vaststelling van een bijdrageregeling
ter bevordering van de ontwikkeling van de bedrijfsverzorging, art.12.a; Bestuursbesluit
nr. 308 inzake de vaststelling van een bijdrageregeling ter bevordering van de ontwikkeling
van de bedrijfsverzorging, artt. 9.1 en 12.a
Periode: 1975–1995
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur AVA en zijn taakopvolgers.
Waardering: V, 15 jaar
224
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende inkomensondersteuning
voor landbouwers bij omscholing
Periode: 1965–
Produkt: Bijdrageregeling bij omscholing samengaand met beroepsovergang uit de landbouw
(Stcrt. 1970, 125); Bijdrageregeling voor oudere agrarische medewerkers (Stcrt. 1970,
125); Regeling stimulering combinatiebanen (Stcrt. 1986, 158); Vergoedingsregeling
voor uittreding van werknemers in de landbouw (Stcrt. 1988, 114); Beschikking tijdelijke
inkomenssteun in de akkerbouw (Stcrt. 1990, 147)
Waardering: B 5
225
Handeling: Het beslissen op aanvragen van bedrijfshoofden en/of agrarische werknemers
om inkomensondersteuning voor de omscholing
Grondslag: Bijdrageregeling bij omscholing samengaand met beroepsovergang uit de landbouw;
Wijziging van enige bestuursbesluiten, art. 1; Vergoedingsregeling voor uittreding
van werknemers in de landbouw, art. 9.1; Wijziging Vergoedingsregeling voor uittreding
van landbouwwerknemers, punt A
Periode: 1965–
Waardering: V, 15 jaar
226
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende inkomensondersteuning
voor landbouwers in het kader van uittreding en afvloeiing
Periode: 1965–
Produkt: Bijdrageregeling voor oudere agrarische medewerkers (Stcrt. 1970, 125); Vergoedingsregeling
voor uittreding van werknemers in de landbouw (Stcrt. 1988, 114)
Waardering: B 5
227
Handeling: Het beslissen op aanvragen van oudere agrarische werknemers die in het
kader van uittreding en afvloeiing om inkomensondersteuning verzoeken
Grondslag: Bijdrageregeling voor oudere agrarische werknemers; Wijziging van enige
bestuursbesluiten, art 1; Vergoedingsregeling voor uittreding van werknemers in de
landbouw, art. 9, 1; Wijziging Vergoedingsregeling voor uittreding van landbouwwerknemers,
punt A
Periode: 1965–
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur AVA en zijn taakopvolgers,
DUR en LASER.
Waardering: V, 15 jaar
239
Handeling: Het vaststellen van regelgeving betreffende de verbetering van de arbeidsomstandigheden
in de landbouwsector
Periode: 1978-
Produkt: O.a.: Bijdrageregeling verbetering werksituatie melkveehouderij (Stcrt. 1978,
46); Complementaire regeling voor investeringen in landbouwbedrijven (Stcrt. 1989,
221); Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten (Stcrt. 1995, 174)
Waardering: B 5
240
Handeling: Het beslissen op aanvragen van ondernemers in de melkveehouderij voor een
bijdrage voor investeringen ter verbetering van de werksituatie
Grondslag: Bijdrageregeling verbetering werksituatie melkveehouderij 1978, art. 12.1
Periode: 1978
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur Bedrijfsstructurele Aangelegenheden.
Waardering: V, 15 jaar
241
Handeling: Het beslissen op aanvragen voor een bijdrage voor investeringen ter verbetering
van het milieu, de kwaliteit van de productie en/of ter verbetering van de arbeidsomstandigheden
op een agrarisch bedrijf
Grondslag: Complementaire regeling voor investeringen in landbouwbedrijven, art. 12.1
Periode: 1989–1995
Opmerking: Namens het O&S-fonds uitgevoerd door de directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie.
Waardering: V, 15 jaar
352
Handeling: Het opstellen van landbouwstructurele regelingen betreffende meerdere plantaardige
sectoren
Periode: 1951–
Waardering: B 5
353
Handeling: Het verlenen van bijdragen in het kader van landbouwstructurele maatregelen
betreffende meerdere plantaardige sectoren
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 5 jaar
358
Handeling: Het opstellen van landbouwstructurele regelingen betreffende de akkerbouw
Periode: 1951–
Opmerking: Voor goedkeuring hiervan zie algemene handeling van de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV): het goedkeuren van O&S-bestuursbesluiten.
Waardering: B 5
359
Handeling: Het verlenen van bijdragen in het kader van landbouwstructurele maatregelen
in de akkerbouw
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
373
Handeling: Het opstellen van landbouwstructurele regelingen betreffende de glastuinbouw
Periode: 1963–
Opmerking: Voor goedkeuring hiervan zie algemene handeling van de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV): het goedkeuren van O&S-bestuursbesluiten.
Waardering: B 5
374
Handeling: Het verlenen van bijdragen in het kader van landbouwstructurele maatregelen
in de glastuinbouw
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 7 jaar
400
Handeling: Het opstellen van landbouwstructurele regelingen betreffende de bloembollenteelt
Periode: 1963–
Opmerking: Voor goedkeuring hiervan zie algemene handeling van de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (LNV): het goedkeuren van O&S-bestuursbesluiten.
Waardering: B 5
401
Handeling: Het verlenen van bijdragen in het kader van landbouwstructurele maatregelen
in de bloembollenteelt
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 7 jaar
403
Handeling: Het opstellen van landbouwstructurele regelingen betreffende de bloembollenteelt
Periode: 1963–
Opmerking: Voor goedkeuring hiervan zie algemene handeling van de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit: het goedkeuren van O&S-bestuursbesluiten.
Waardering: B 5
404
Handeling: Het verlenen van bijdragen in het kader van landbouwstructurele maatregelen
in de boomteelt
Grondslag: Statuten O&S-fonds, art. 3 en 4
Periode: 1963–
Waardering: V, 7 jaar
428
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering
van de rundveehouderijsector in het algemeen
Periode: 1963–
Produkt: O.a: Bijdrageregeling voor rundveestallen gebouwd volgens een arbeidsbesparend
bouwsysteem (montagestallen) (jaarverslag 1963–1965); Bijdrageregeling voor het centraal
opfokken van jongvee (jaarverslag 1969)
Waardering: B 5
429
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende de ontwikkeling
of sanering van de rundveehouderijsector in het algemeen
Grondslag: Bijdrageregeling voor rundveestallen gebouwd volgens een arbeidsbesparend
bouwsysteem (montagestallen); Bijdrageregeling voor het centraal opfokken van jongvee
Periode: 1963–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele (structuur)projecten.
Waardering: V, 7 jaar
432
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering
van de melkveehouderijsector
Periode: 1963–
Produkt: O.a. Bijdrageregeling voor de proef met bewaring en transport van boerderijmelk
in/buiten Oostelijk Flevoland (jaarverslag 1966); Bijdrageregeling voor de bouw van
koeienhutten (jaarverslag 1969); Bijdrageregeling voor de bouw van gestandaardiseerde
ligboxenstallen voor melkvee (jaarverslag 1969); Bijdrageregeling voor de bouw van
experimentele, relatief goedkope rundveestallen (jaarverslag 1969); Melktankbesluit
(jaarverslag 1976)
Waardering: B 5
433
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende de ontwikkeling
of sanering van de melkveehouderijsector
Grondslag: Bijdrageregeling voor de proef met bewaring en transport van boerderijmelk
in/buiten Oostelijk Flevoland; Bijdrageregeling voor de bouw van koeienhutten; Bijdrageregeling
voor de bouw van gestandaardiseerde ligboxenstallen voor melkvee; Bijdrageregeling
voor de bouw van experimentele, relatief goedkope rundveestallen; Melktankbesluit
Periode: 1963–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele (structuur)projecten.
Waardering: V, 7 jaar
440
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering
van de vleesveehouderijsector
Periode: 1963–
Produkt: O.a. Bijdrageregeling tot uitbreiding van de rundvleesproduktie door middel
van kruising van zwartbonte koeien met stieren van het Charolaisras (jaarverslag 1969);
Bijdrageregeling ter bevordering van proefnemingen op het gebied van rationele rundvleesproductie
(jaarverslag 1971)
Waardering: B 5
441
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende de ontwikkeling
of sanering van de vleesveehouderijsector
Grondslag: Bijdrageregeling tot uitbreiding van de rundvleesproduktie door middel
van kruising van zwartbonte koeien met stieren van het Charolaisras; Bijdrageregeling
ter bevordering van proefnemingen op het gebied van rationele rundvleesproductie
Periode: 1963–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele (structuur)projecten.
Waardering: V, 7 jaar
447
Handeling: Het vaststellen van bijdrageregelingen voor de ontwikkeling of sanering
van de varkenshouderijsector
Periode: 1963–
Produkt: O.a. Toepassingsbesluit varkenshouderijbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden
(bestuursbesluit nr. 125); Besluit stimulering investeringen varkenshouderij (SIV
– bestuursbesluit nr. 486, Stcrt. 1996, 57)
Waardering: B 5
448
Handeling: Het verlenen van een bijdrage voor initiatieven betreffende de ontwikkeling
of sanering van de varkenshouderijsector
Grondslag: Toepassingsbesluit varkenshouderijbedrijven met ontwikkelingsmogelijkheden
(bestuursbesluit nr. 125); Besluit stimulering investeringen varkenshouderij (SIV
– bestuursbesluit nr. 486, Stcrt. 1996, 57)
Periode: 1963–
Opmerking: Hieronder valt naast bijdragen voor de bijdrageregelingen ook steun voor
individuele projecten.
Waardering: V, 7 jaar
Proefstations voor het controle-onderzoek
161
Handeling: Het op aanvraag onderzoeken van de proefnemingen uitgevoerd door de proefstations
voor het landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut en het opsporen van
vervalsingen
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
53
Periode: 1945–1979
Opmerking: De proefstations voor het controle-onderzoek waren tevens belast met werkzaamheden
ingevolge van de Wet van 31 december 1920 (Stb. 957) tot bestrijding van het bedrog
in de handel in meststoffen, zaaizaden en veevoeder
Waardering: V, 10 jaar
Proefstations voor landbouwkundig onderzoek
146
Handeling: Het opstellen van de instructies voor de overige ambtenaren en rijkswerklieden
van de proefstations voor landbouwkundig onderzoek en het Bodemkundig Instituut
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
20 en 23
Periode: 1945–1979
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de Raad van Bestuur
Waardering: B 4
149
Handeling: Het opstellen van het huishoudelijk reglement van een proefstation
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
14 en 50
Periode: 1945–1979
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de hoofddirecteur, de Raad van Bestuur
en het college van directeuren
Waardering: B 5
159
Handeling: Het opstellen van een op de praktijkgericht landbouwkundig onderzoeksplan
Grondslag:
Bron: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art. 41.
Ontwikkelingsplan voor de instituten en proefsstations van het Ministerie van Landbouw
en Visserij, 1987-1990, blz. 22
Periode: 1945–1979
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de Raad van Bestuur. In het Besluit van
de dienst der Rijkslandbouwproefstations spreekt men over ‘werkplannen’. Werkplannen
moesten gericht zijn op vragen die zich voordeden in verband met de praktijk van de
akker- en weidebouw, de zuivelbereiding en de veevoeding
Waardering: B 5
Programmacommissie IOP-Koolhydraten
170
Handeling: Het opstellen van meerjarige werkplannen en stimuleringsmaatregelen voor
de koolhydraatchemie
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–1993
Waardering: B 5
Projecten Advies Commissie (PAC)
549
Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV over ingediende projecten ter verbetering
van de agrarische marktstructuur
Grondslag:
Periode: 1968–
Waardering: B 1
Provinciale Adviescommissies
50
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over beleidsaspecten
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–1964
Waardering: B 1
51
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over individuele
aanvragen tot borgstelling
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–1964
Waardering: V, 10 jaar
71
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het O&S-fonds betreffende te nemen bestuursbesluiten
Grondslag: Instellingsbesluit Provinciale Adviescommissies, art. 10
Periode: 1964–
Opmerking: Feitelijk wordt niet het bestuur maar de gemandateerde beslissingsbevoegde
autoriteit van advies gediend. Het is zelfs zo dat de PAC eigenlijk beslist, daar
alleen een positief advies wordt doorgestuurd naar bovenbedoelde autoriteit. Voor
wat betreft advisering over een aanvraag inzake bedrijfsbeëindiging of uittreding,
zie de desbetreffende handeling in het Pivot-rapport over landinrichting
Waardering: B 5
355
Handeling: Het instellen van herstructureringscommissies voor de akkerbouw
Bron: Begrotingen
Periode: 1968–1995
Waardering: B 4
357
Handeling: Het evalueren van (de uitvoering van) herstructureringsplkannen voor de
akkerbouw
Bron: Commentaar RBD’s
Periode: 1968–1995
Waardering: B 2
Provinciale Raden voor de Rijkslandbouwvoorlichting
185
Handeling: Het voeren van overleg met betrekking tot problemen op het gebied van de
landbouwvoorlichting in de betrokken provincies
Grondslag: o.a. Besluit instelling Provinciale Landbouwvoorlichtingsraad in Zuidholland,
art. 1; Besluit instelling Provinciale Landbouwvoorlichtingsraad in Noordholland,
art. 1
Periode: 1955–1968
Opmerking: Regionale consulenten waren secretaris van de Provinciale Raden.
Waardering: B 4
Provinciale Raden voor de Bedrijfsontwikkeling
50
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over beleidsaspecten
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–1964
Waardering: B 1
51
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over individuele
aanvragen tot borgstelling
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–1964
Waardering: V, 10 jaar
355
Handeling: Het instellen van herstructureringscommissies voor de akkerbouw
Periode: 1968–1995
Bron: Begrotingen
Waardering: B 4
357
Handeling: Het opstellen van (de uitvoering van) herstructureringsplannen voor de
akkerbouw
Periode: 1968–1995
Bron: Commentaar RBD’s
Waardering: B 2
Raad voor het Landelijk Gebied
278
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over plattelandsontwikkeling
Bron: Advies EU-fondsen en geïntegreerde plattelandsontwikkeling. Raad voor het Natuurbeheer,
voorwoord
Periode: 1996–
Waardering: B 1
407
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) betreffende het maatschappelijk verantwoord produceren en de toekomst van de
dierhouderij in Nederland
Bron: brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) d.d. 21
juli 2000
Periode: 2000–
Product: Rapport ‘Vóór het kalf verdronken is…,’ september 2000
Waardering: B 1
Raad voor het Natuurbeheer
278
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over plattelandsontwikkeling
Bron: Advies EU-fondsen en geïntegreerde plattelandsontwikkeling. Raad voor het Natuurbeheer,
voorwoord
Periode: 1996–
Waardering: B 1
Raden voor de Bedrijfsontwikkeling
185
Handeling: Het voeren van overleg met betrekking tot problemen op het gebied van de
landbouwvoorlichting in de betrokken provincies
Grondslag: o.a. Besluit instelling Provinciale Landbouwvoorlichtingsraad in Zuidholland,
art. 1; Besluit instelling Provinciale Landbouwvoorlichtingsraad in Noordholland,
art. 1
Periode: 1968–1995
Opmerking: In alle provincies bestonden tot 1995 Provinciale Raden voor de Bedrijfsontwikkeling.
Waardering: B 4
Rijksdienst voor Landbouwherstel
318
Handeling: Het vaststellen van maatregelen voor het herstel van toegebrachte defensie-,
bezettings- en oorlogsschaden aan land-, tuin- en bosbouwgronden en woeste gronden
en de daarbij behorende gebouwen
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 1.a
Periode: 1945–1956
Waardering: B 1
319
Handeling: Het vaststellen van maatregelen ter bevordering van een geregelde bedrijfsvoering
in de getroffen bedrijven
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 1.b
Periode: 1945–1956
Waardering: B 1
320
Handeling: Het regelen van vergoedingen van agrarische schaden
Grondslag: Besluit instelling Rijksdienst voor Landbouwherstel, art. 1.c
Periode: 1945–1956
Opmerking: O.a. op grond van de Wet op de Materiële Oorlogsschaden; afwikkelen van
schadedossiers van individuele gedupeerden, occupatieschade (door de bezetter en /of
geallieerden in beslag genomen terreinen), cultuurtechnisch herstel
Waardering: V, 7 jaar na eindafrekening
Sectorale adviescommissies
50
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over beleidsaspecten
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–1964
Waardering: B 1
51
Handeling: Het adviseren van het bestuur van het Borgstellingsfonds over individuele
aanvragen tot borgstelling
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–1964
Waardering: V, 10 jaar
Stichting Borgstellingsfonds voor de Landbouw (SBF)
47
Handeling: Het opstellen van regelgeving voor het verlenen van borgstelling voor financiering
van landbouwstructurele maatregelen
Bron: Begrotingen
Periode: 1951–
Product: Besluit Borgstellingsfonds voor de Landbouw (verschillende malen gewijzigd
en vervangen, bijv. Stcrt. 1993,54)
Waardering: B 1
48
Handeling: Het instellen van commissies voor het uitbrengen van adviezen over beleidsaspecten
en individuele aanvragen
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1954–
Waardering: B4
49
Handeling: Het benoemen van leden van door het Borgstellingsfonds ingestelde adviescommissies
Periode: 1954–
Waardering: V, 2 jaar
52
Handeling: Het beslissen over aanvragen tot borgstelling voor rente en aflossing van
aan landbouwbedrijven verstrekte kredieten ter verbetering of overname
Grondslag: Vaststelling Besluit Borgstellingsfonds voor de Landbouw, art. 2 en art.
10
Periode: 1951–
Opmerking: Alleen in bijzondere gevallen beslist het bestuur van het fonds.
Waardering: V, 7 jaar
53
Handeling: Het mandateren van andere organen tot het namens het bestuur van het Borgstellingsfonds
nemen van beslissingen en ondertekenen van stukken
Grondslag: statuten Borgstellingsfonds
Periode: 1951–
Product: bestuursbesluiten betreffende mandaatverlening
Opmerking: Deze handeling werd pas vanaf 1963 feitelijk toegepast, na decentralisatie
van de activiteiten.
Waardering: V, 10 jaar na afloop mandaat
54
Handeling: Het behandelen van bezwaarschriften tegen beslissingen van het fonds
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1951–
Waardering: V, 10 jaar
57
Handeling: Het vaststellen van periodieke verslagen over de werkzaamheden van het
Borgstellingsfonds voor de Landbouw
Periode: 1951–
Product: jaarverslagen
Waardering: B 2
Stichting Dienst Landbouwvoorlichting (DLV)
180
Handeling: Het geven van voorlichting, advies en begeleiding op het gebied van de
techniek, de economie, de productie en de teelt aan ondernemers in de agrarische sector
Grondslag: Wet Stichting Landbouwvoorlichting, art. 2.3
Periode: 1990–1998
Opmerking: Vanaf 1998 door zelfstandige DLV Adviesgroep NV.
Waardering: B 5 voor 1 exemplaar van het eindproduct
V, 5 jaar overige neerslag
Stichting voor de Landbouw
43
Handeling: Het benoemen van bestuursleden van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
alsmede van de secretaris en (vanaf 1990) de secretaris-penningmeester
Grondslag: statuten Borgstellingsfonds, art. 5
Opmerking: De Minister van Financiën benoemde (tot 1989) de penningmeester, terwijl
de voorzitter werd benoemd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV). Benoeming van de secretaris en de secretaris-penningmeester (adviserend) geschiedt
door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Periode: 1951–1955
Waardering: V, 5 jaar na einde betrekking
Structuurcommissies
505
Handeling: Het ontwikkelen van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Grondslag:
Bron: Instellingsbeschikkingen structuurcommissies, zoals voor de vleesindustrie (Stcrt.
1981, 81)
Economische structuurnota; Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980
Periode: [1975]–
Produkt: O.a. herstructureringsplannen en daaronder vallende programma’s, PBO-verordeningen
zoals Herstructurering Broodbakkerij (PBO-blad 1975, 26; 1984, 21; 1990, 13)
Opmerking: Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief
Waardering: B 1
Stuurgroep Arbo-convenant Agrarische Sectoren
252
Handeling: Het rapporteren in het kader van het houden van toezicht op de naleving
van de in het Arbo-convenant Agrarische Sectoren vastgelegde afspraken
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 26.2c-d
Periode: 1994–1999
Waardering: V, 5 jaar
253
Handeling: Het initiëren van arbo-projecten ten behoeve van de uitvoering van het
Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 26.2b
Periode: 1994–1999
Waardering: V, 10 jaar na afloop project
254
Handeling: Het geven van advies aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
over de beslissing op aanvragen in het kader van de Tijdelijke Bijdrageregeling Arbo-projecten
Bron: Evaluatieonderzoek Arbo-convenant Agrarische Sectoren 1994–1999, blz. 14-15
Periode: 1995–1998
Waardering: V, 7 jaar
Stuurgroep Heroriëntatie Pluimveehouderij (Commissie-Alders)
471
Handeling: Het adviseren van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over maatregelen in het kader van de herstructurering van de pluimveehouderij
Bron: Brief van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) aan de
Tweede Kamer, d.d. 29 november 1999; e.a.
Periode: 1999
Product: Eindrapport Stuurgroep Heroriëntatie Pluimveehouderij, november 1999
Waardering: B 1
Tijdelijke begeleidingscommissie herstructurering veehouderij
417
Handeling: Het adviseren van de Minister van LNV over vraagstukken op het terrein
van het flankerend beleid in het kader van de herstructurering van de veehouderij
Bron: Regeling instelling tijdelijke Begeleidingscommissie herstructurering veehouderij
Periode: 1999–2000
Waardering: B 1
Werkgroep Arbo-projecten
247
Handeling: Het geven van advies aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) over het beslissen op aanvragen in het kader van de Tijdelijke Bijdrageregeling
Arbo-projecten
Bron: Evaluatieonderzoek Arbo-convenant Agrarische Sectoren 1994–1999, blz. 13-15
Periode: 1995–1998
Waardering: V, 10 jaar na afloop project
255
Handeling: Het instellen van begeleidingsgroepen voor het volgen van en adviseren
over agrarische arbo-projecten
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 26.3
Periode: 1994–1999
Waardering: V, 10 jaar na afloop project
Deel 3. Handelingen van overige actoren
Minister van Economische Zaken (EZ)
168
Handeling: Het instellen van programmacommissies in het kader van het innovatiegerichte
onderzoeksprogramma (IOP) op agrarisch gebied
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–
Opmerking: De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) stelde de Programmacommissie
voor Biotechnologie in (behandeld in een specifiek contextrapport) en (samen met Economische
Zaken) de Programmacommissie IOP-Koolhydraten.
Waardering: B 4
169
Handeling: Het benoemen van leden van programmacommissies in het kader van het innovatiegerichte
onderzoeksprogramma (IOP) op agrarisch gebied
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–
Waardering: V, 5 jaar na einde betrekking
259
Handeling: Het instellen van de Stuurgroep Integraal Structuurplan Noorden des Lands
Grondslag: Besluit Organisatie Integraal Structuurplan Noorden des Lands, art. 1.1
Periode: 1973–2000
Product: Instellingsbesluit
Waardering: B 4
261
Handeling: Het benoemen van leden voor de Stuurgroep Integraal Structuurplan Noorden
des Lands
Grondslag: Besluit Organisatie Integraal Structuurplan Noorden des Lands, art. 1.5d
Periode: 1973–
Waardering: V, 5 jaar na einde betrekking
265
Handeling: Het vaststellen van de Integrale Structuurplannen Noorden des Lands
Bron: Integraal Structuurplan Noorden des Lands. 1978-1979, blz. 199-200
Periode: 1973–
Waardering: B 5
266
Handeling: Het toewijzen van ISP-middelen aan de bij de uitvoering van de Integrale
Structuurplannen Noorden des Lands betrokken Ministeries en provincies
Bron:
Grondslag: Besluit Uitkeringen Integraal Structuurplan Noorden des Lands 1993/94,
art. 7.1, 1a, 2a – c
Periode: 1973–1993
Opmerking: Uit het Integraal Structuurplan Noorden des Lands, 1978-1979, blz. 11 en
200 blijkt dat de Minister van Economische Zaken (EZ) de ISP-gelden vanaf 1973 toekende
aan de bij de uitvoering van de Integrale Structuurplannen Noorden des Lands betrokken
Ministeries en provincies.
Waardering: V, 7 jaar
267
Handeling: Het verstrekken van uitkeringen ten behoeve van de uitvoering van het ISP
aan een openbaar lichaam waarin de bij het ISP betrokken provincies samenwerken, aan
gemeenten en aan privaat-rechtelijke rechtspersonen
Grondslag: Besluit Uitkeringen Integraal Structuurplan Noorden des Lands 1993/94,
art. 7.1,
1a, 2a – c
Periode: 1993–
Waardering: V, 7 jaar
497
Handeling: Het preciseren van de taakverdeling op het gebied van het industrieel structuurbeleid
Bron: Interne notities
Periode: 1976–
Product: Afbakeningsbrieven en notities, zoals van LNV: VA/1489 (1977), J 7996 (1985),
J 931 (1986) en van EZ: 1276/I/8468 (1976) en 786/VI/79 (1986)
Opmerking: Ten dele hebben deze stukken betrekking op andere beleidsterreinen, zoals
de exportbevordering.
Waardering: B 1
504
Handeling: Het instellen, instrueren en opheffen van structuurcommissies voor sectoren
van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota; Jaarverslag 1996 SHB
Periode: [1975]–
Opmerking: De instelling gebeurt in overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit. Enkele agrarische sectoren waarvoor structuurcommissies zijn ingesteld:
slachtpluimvee, bloembollen, vleesindustrie en broodbakkerij (deze laatste werd in
1974 ingesteld door het PGZP). Bij de instelling van een structuurcommissie voor de
agrarische sectoren kan besloten worden om namens de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit eenlid, een adviseur of een vertegenwoordiger aan te wijzen. Het
aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 4
507
Handeling: Het vaststellen of bekrachtigen van herstructureringsplannen voor sectoren
van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota
Periode: [1975]–
Product: Herstructureringsplannen, PBO-verordeningen
Opmerking: Bekrachtiging impliceert (mede)financiering, waartoe kaderregelingen worden
ingesteld; de uitvoering ervan komt in veel gevallen onder autonomie van de NEHEM
te berusten. Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
Herstructureringsmaatschappij (NEHEM)
501
Handeling: Het (doen) verrichten van structuuronderzoeken in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: begrotingen; bedrijfstakverkenningen VG-industrie
Periode: [1965]–
Product: Sectorstructuuronderzoeken en (vanuit LNV) sectorvisies; rapporten over groenten-
en fruitveilingen (1971); rapport: ‘Beeldvorming slachtpluimveebranche’ (1975); rapport;
‘Voedsel- en agrarische industrie’(1976); rapport: ‘Beeld van de Nederlandse Zuivel:
een structuurstudie’ (PZ)
Opmerking: Inbreng van bedrijfsorganisaties door onder andere het Produktschap voor
Vee en Vlees (PVV) en het Bedrijfschap voor de Groothandel in Bloemkwekerijproducten.
Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 5 opdracht en eindproduct
V, 10 jaar overige neerslag
505
Handeling: Het ontwikkelen van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota; Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980
Grondslag: Instellingsbeschikkingen structuurcommissies, zoals voor de vleesindustrie
(Stcrt. 1981, 81)
Periode: [1975]–
Product: O.a. herstructureringsplannen en daaronder vallende programma’s, PBO-verordeningen
zoals Herstructurering Broodbakkerij (PBO-blad 1975, 26; 1984, 21; 1990, 13)
Opmerking: Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
508
Handeling: Het uitwerken van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980; Jaarverslag SHB 1996
Periode: [1975]–
Opmerking: Soms wordt maar een deel van een herstructureringsplan uitgewerkt, zoals
de Onderzoeks- en Ontwikkelingsprogramma’s (zie rubriek Innovatie). Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
Structuurcommissies
505
Handeling: Het ontwikkelen van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Grondslag:
Bron: Instellingsbeschikkingen structuurcommissies, zoals voor de vleesindustrie (Stcrt.
1981, 81) Economische structuurnota; Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980
Periode: [1975]–
Produkt: O.a. herstructureringsplannen en daaronder vallende programma’s, PBO-verordeningen
zoals Herstructurering Broodbakkerij (PBO-blad 1975, 26; 1984, 21; 1990, 13)
Opmerking: Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief
Waardering: B 1
Stuurgroep Integraal Structuurplan Noorden des Lands
262
Handeling: Het opstellen van Integrale Structuurplannen Noorden des Lands
Grondslag: Besluit Organisatie Integraal Structuurplan Noorden des Lands, art. 1.2a-b
Periode: 1973–
Product: Integraal Structuurplan Noorden des Lands
Waardering: B 1
268
Handeling: Het adviseren van de Minister van Economische Zaken (EZ) over het toewijzen
van ISP-middelen aan bij de uitvoering van het ISP betrokken Ministeries en provincies
Bron: Integraal Structuurplan Noorden des Lands. 1978-1979, blz. 200
Periode: 1973–1993
Waardering: V, 5 jaar
Minister van Financiën
43
Handeling: Het benoemen van bestuursleden van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
alsmede van de secretaris en (vanaf 1990) de secretaris-penningmeester
Grondslag: Statuten Borgstellingsfonds, art. 5
Periode: 1951–1989
Opmerking: De Minister van Financiën benoemde (tot 1989) de penningmeester, terwijl
de voorzitter werd benoemd door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Benoeming van de secretaris en de secretaris-penningmeester (adviserend) geschiedt
door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Waardering: V, 2 jaar na einde betrekking
44
Handeling: Het beheren van de gelden van het Borgstellingsfonds voor de Landbouw
Bron: boek ‘Niet alle borgen zijn gelijk’
Periode: 1951–1989
Waardering: V, 20 jaar
79
Handeling: Het instellen van de werkgroep ‘Fiscale opties bij herstructurering op
bedrijfsniveau in de land- en tuinbouw’
Grondslag: regeerakkoord 1998, hfdst. IV (Ruimtelijk-economische inrichting en milieu),
paragraaf 7 (Plattelandsbeleid, land- en tuinbouw, bio-industrie), als geciteerd in
rapport ‘Fiscale opties bij herstructurering op bedrijfsniveau in de land- en tuinbouw’
Periode: 1999–
Product: Instellingsbeschikking werkgroep Fiscale opties bij herstructurering op bedrijfsniveau
in de land- en tuinbouw (Stcrt. 1999, 44)
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de staatssecretaris
Waardering: B 1
80
Handeling: Het benoemen van leden van de werkgroep ‘Fiscale opties bij herstructurering
op bedrijfsniveau in de land- en tuinbouw’
Periode: 1999–
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij de staatssecretaris
Waardering: V, 2 jaar
325
Handeling: Het verlenen van een bijdrage aan getroffenen van de stormvloedramp
Grondslag: Wet op de watersnoodschade 1953, art. 2
Periode: 1953–1978
Opmerking: Deze handeling is opgenomen in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade
(nummer 128)
Waardering: B 6
326
Handeling: Het instellen van rampschadebureaus en het aanwijzen van ambtsgebieden
Grondslag: Wet op de watersnoodschade 1953, art. 4.1
Periode: 1953–
Waardering: B 4 en 6
327
Handeling: Het aanwijzen van het hoofd van het rampschadebureau
Grondslag: Wet op de watersnoodschade 1953, art. 4.2
Periode: 1953–1960
Opmerking: Deze handeling is opgenomen in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade
(nummer 128)
Waardering: B 4 en 6
328
Handeling: Het aanwijzen van een vastellend orgaan voor het toezicht op de rampschadebureaus
Grondslag: Wet op de watersnoodschade 1953, art. 4.3
Periode: 1953–1960
Opmerking: Deze handeling is opgenomen in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade
(nummer 128). Dit orgaan is bevoegd aan de hoofden van de bureaus instructies te geven
omtrent de uitvoering van hun taak.
Waardering: B 5 en 6
331
Handeling: Het opstellen van regels over de fiscale aftrek van watersnoodschade
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art. 14
Periode: 1953–1960
Opmerking: In overeenstemming met Ministers van WV en LNV. Deze handeling is opgenomen
in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade (nummer 128)
Waardering: B 5 en 6
332
Handeling: Het vaststellen van normen voor de afschrijving van heraanschrijvingskosten
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art. 16.2
Periode: 1953–1960
Opmerking: In overeenstemming met Ministers van VROM en LNV. Deze handeling is opgenomen
in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade (nummer 128)
Waardering: B 5 en 6
333
Handeling: Het in een beschikking geven van voorschriften omtrent de berekening, de
vaststelling en de uitbetaling van de vergoeding voor geleden schade
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art. 24
Periode: 1953–1960
Opmerking: In overeenstemming met Ministers van VROM en LNV. Deze handeling is opgenomen
in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade (nummer 128)
Waardering: B 5 en 6
337
Handeling: Het opstellen van regels omtrent de wijze waarop de betaalbaarstelling
van de bijdrage plaatsvindt
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, artt. 37 en 43
Periode: 1953–1960
Opmerking: Ingeval meer dan een persoon rechthebbende is, alsmede omtrent de wijze
waarop de verdeling van de bijdrage plaatsvindt. Deze handeling is opgenomen in het
rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade (nummer 128)
Waardering: B 5 en 6
340
Handeling: Het vaststellen van voorschriften omtrent de uitvoering van de Wet op de
watersnoodschade 1953
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art. 61
Periode: 1953–1960
Product: Besluit van 13 juli 1959, houdende een algemene maatregel van bestuur tot
vaststelling van het tijdstip, bedoeld in artikel 3.1 der Wet op de Watersnoodschade
1953 en artikel 1 der Wet op de Financiering Stormvloedschade Publiekrechtelijke Lichamen,
Stb. 1959, 224
Opmerking: In overeenstemming met Ministers van WV en LNV. Deze handeling is opgenomen
in het rapport Materiele oorlogs- en watersnoodschade (nummer 128)
Waardering: B 5 en 6
Werkgroep ‘Fiscale opties bij herstructurering op bedrijfsniveau in de land- en tuinbouw’
81
Handeling: Het inventariseren en beoordelen van opties voor het wegnemen van eventueel
bestaande fiscale belemmeringen voor landbouwstructurele maatregelen op bedrijfsniveau
Grondslag: Instellingsbeschikking werkgroep Fiscale opties bij herstructurering op
bedrijfsniveau in de land- en tuinbouw
Periode: 1999–
Opmerking: rapport ‘Fiscale opties bij herstructurering op bedrijfsniveau in de land-
en tuinbouw’
Waardering: B 1
Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W)
112
Handeling: Het benoemen van bestuursleden, leden, adviserende leden en een secretaris
van de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Instellingsbeschikking Nationale Raad voor het Landbouwkundig Onderzoek,
art. 5. 2; Regeling Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek, art. 6
Periode: 1986–
Opmerking: De benoeming geldt voor vijf jaar. De Ministers van VROM en OC&W benoemen
er ieder één.
Waardering: V, 5 jaar na einde betrekking
Stuurgroep Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma’s
171
Handeling: Het toetsen van meerjarenprogramma’s van de programmacommissies op agrarisch
terrein en het adviseren van de betrokken Ministers
Bron: Eindverslag Innovatiegericht Onderzoeksprogramma Biotechnologie (IOP-b)
Periode: 1985–
Waardering: V 10 jaar
Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
223
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid betreffende directe
en indirecte inkomensondersteuning voor landbouwers
Periode: 1970–
Waardering: B 1 en 2
224
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende inkomensondersteuning
voor landbouwers bij omscholing
Periode: 1965–
Product: Bijdrageregeling bij omscholing samengaand met beroepsovergang uit de landbouw
(Stcrt. 1970, 125); Bijdrageregeling voor oudere agrarische medewerkers (Stcrt. 1970,
125); Regeling stimulering combinatiebanen (Stcrt. 1986, 158); Vergoedingsregeling
voor uittreding van werknemers in de landbouw (Stcrt. 1988, 114); Beschikking tijdelijke
inkomenssteun in de akkerbouw (Stcrt. 1990, 147)
Waardering: B 1
226
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende inkomensondersteuning
voor landbouwers in het kader van uittreding en afvloeiing
Periode: 1970–
Product: Bijdrageregeling voor oudere agrarische medewerkers (Stcrt. 1970, 125); Vergoedingsregeling
voor uittreding van werknemers in de landbouw (Stcrt. 1988, 114)
Waardering: B 1
230
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en intrekken van regelgeving betreffende ondersteuning
voor Landelijke stichtingen in het kader van de vorming van combinatiebanen voor landbouwers
Periode: 1986–1987
Product: Regeling stimulering combinatiebanen (Stcrt. 1986, 158)
Waardering: B 1
242
Handeling: Het aangaan van het Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Bron: Evaluatieonderzoek Arbo-convenant Agrarische Sectoren 1994–1999, blz. 1
Periode: 1994
Product: Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Opmerking: Het convenant werd met de sociale partners in de agrarische sector aangegaan.
Waardering: V, 5 jaar na einde convenant
243
Handeling: Het verlenen van een financiële bijdrage aan de tenuitvoerlegging van projecten
ter verbetering van de arbeidsomstandigheden in de agrarische sector
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, artt.3 en 29.1
Periode: 1994–1999
Opmerking: Ook de sociale partners deden hieraan mee.
Waardering: V, 10 jaar
244
Handeling: Het uitvoeren van projecten ten behoeve van de uitvoering van het Arbo-convenant
Agrarische Sectoren
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 3.1
Periode: 1994–1999
Opmerking: De sociale partners leverden hieraan ook een bijdrage.
Waardering: V, 10 jaar na afloop project
251
Handeling: Het instellen van de Stuurgroep Arbo-convenant Agrarische Sectoren
Grondslag: Arbo-convenant Agrarische Sectoren, art. 26.1
Periode: 1994–1994
Opmerking: Ook de sociale partners zijn bij de instelling van deze stuurgroep betrokken.
Waardering: B 4
Minister van Verkeer en Waterstaat
514
Handeling: Het opstellen van programma’s voor milieuvriendelijke technologie die mede
van toepassing is op de agrarische verwerking en afzet
Bron: Toelichting Stimuleringsregeling ontwikkeling en toepassing milieutechnologie
Periode: [1975]–
Product: Bijv. Stimuleringsregeling ontwikkeling en toepassing milieutechnologie (Stcrt.
1988, 252)
Opmerking: Op het gebied van bestrijdingstechnieken van waterverontreiniging bij de
bron werd voor 1988 al jarenlang samengewerkt tussen VROM, LNV en VW. Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM)
296
Handeling: Het aangaan van de bestuursovereenkomst Plattelandsontwikkelingsplan Nederland.
(POP)
Bron: Plattelandsontwikkelingsplan Nederland 2000–2006, blz. 113; Persbericht ‘Bestuursovereenkomst
POP ondertekend.’ Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. 2001.
Periode: 2001–
Product: Bestuursovereenkomst POP
Opmerking: Ook Gedeputeerde Staten zijn partij bij een dergelijke overeenkomst.
Waardering: B 5
334
Handeling: Het stellen van voorwaarden aan het betaalbaarstellen van bijdragen wegens
herstelschade aan onroerend goed
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art 30.1
Periode: 1953–1960
Product: Bepalingen
Waardering: Vervallen
335
Handeling: Het verlenen van ontheffingen voor de bouw van een onroerend goed in een
andere gemeente dan waarin het pand waarop de bijdrage betrekking heeft, gelegen was
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art 30.3
Periode: 1953–1960
Product: Ontheffingen, beschikkingen
Waardering: Vervallen
336
Handeling: Het geven van aanwijzingen voor de uitvoering van de werkzaamheden op basis
waarvan de bijdrage wegens schade aan onroerend goed wordt uitbetaald
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art 31
Periode: 1953–1960
Product: Aanwijzingen
Waardering: Vervallen
337
Handeling: Het, in geval van onherstelbare schade aan een gebouwd onroerend goed,
bepalen in hoeverre de bijdrage zal worden aangewend ter voldoening van een hypothecaire
vordering
Grondslag: Wet op de waternoodschade 1953, art 38
Periode: 1953–1960
Product: Beschikkingen
Waardering: Vervallen
514
Handeling: Het opstellen van programma’s voor milieuvriendelijke technologie die mede
van toepassing is op de agrarische verwerking en afzet
Bron: Toelichting Stimuleringsregeling ontwikkeling en toepassing milieutechnologie
Periode: [1975] –
Product: Bijv. Stimuleringsregeling ontwikkeling en toepassing milieutechnologie (Stcrt.
1988, 252)
Opmerking: Op het gebied van bestrijdingstechnieken van waterverontreiniging bij de
bron werdvoor 1988 al jarenlang samengewerkt tussen VROM, LNV en VW. Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
Productschap Vee en Vlees en Productschap Pluimvee en Eieren (PVV/PPE)
166
Handeling: Het opleggen van heffingen aan boeren en tuinders om exploitatietekorten
van proefstations en regionale onderzoekscentra te financieren
Periode: 1979–
Product: PZ-verordeningen
Waardering: V, 7 jaar
505
Handeling: Het ontwikkelen van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota; Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980
Grondslag: Instellingsbeschikkingen structuurcommissies, zoals voor de vleesindustrie
(Stcrt. 1981, 81)
Periode: [1975]–
Product: O.a. herstructureringsplannen en daaronder vallende programma’s, PBO-verordeningen
zoals Herstructurering Broodbakkerij (PBO-blad 1975, 26; 1984, 21; 1990, 13)
Opmerking: Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief. Bijv. PGZP en PVV.
Waardering: B 1
507
Handeling: Het vaststellen of bekrachtigen van herstructureringsplannen voor sectoren
van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Economische structuurnota
Periode: [1975]–
Product: Herstructureringsplannen, PBO-verordeningen
Opmerking: Bekrachtiging impliceert (mede)financiering, waartoe kaderregelingen worden
ingesteld; de uitvoering ervan komt in veel gevallen onder autonomie van de NEHEM
te berusten. Het aangegeven aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
508
Handeling: Het uitwerken van herstructureringsplannen in sectoren van de agrarische
verwerking en afzet
Bron: Bedrijfstakverkenning VG-industrie 1980; Jaarverslag SHB 1996
Periode: [1975]–
Opmerking: Soms wordt maar een deel van een herstructureringsplan uitgewerkt, zoals
de Onderzoeks- en Ontwikkelingsprogramma’s (zie rubriek Innovatie). Het aangegeven
aanvangsjaar is indicatief.
Waardering: B 1
511
Handeling: Het voorbereiden, vaststellen en evalueren van het beleid op het gebied
van de innovatie ten behoeve van de agrarische verwerking en afzet
Bron: Begrotingen
Periode: [1968]–
Product: O.a. ‘Notitie agrificatie’ (directie I&H, 1993)
Opmerking: Het Landbouwschap stelde de Taakgroep Agrificatie in ter bevordering van
de aansluiting tussen akkerbouwsector, industrie en markt. Het aangegeven aanvangsjaar
is indicatief.
Waardering: B 1
Raad van Toezicht van de Stichting DLO (DLO/WUR)
130
Handeling: Het vaststellen van een bestuurs- en beheerreglement ter regeling van het
bestuur, het beheer en de inrichting van de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 7A.1
Periode: 1999–
Waardering: B 4
133
Handeling: Het vaststellen van het onderzoeksplan en de begroting
Bron: 1999–
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 7B.2
Waardering: B 5
134
Handeling: Het houden van toezicht op het beleid en het bestuur en op de algemene
gang van zaken in de Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 8.1
Periode: 1999–
Waardering: B 2
135
Handeling: Het aanwijzen van een plaatsvervangend voorzitter en secretaris van de
raad
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 8.2
Periode: 1999–
Waardering: V 5 jaar
138
Handeling: Het vaststellen van een strategisch plan
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 9A.1
Periode: 1999–
Opmerking: Het strategisch plan wordt tenminste één maal in de vier jaar vastgesteld.
In de praktijk komt het er op neer dat er één strategisch plan WUR is en geen apart
strategisch plan DLO.
Waardering: B 5
139
Handeling: Het vaststellen, wijzigen en goedkeuren van de statuten van de Stichting
Dienst Landbouwkundig Onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 11.1
Periode: 1999–
Opmerking: Het besluit van de Raad van Toezicht tot statutenwijziging is onderworpen
aan de voorafgaande goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Waardering: B 4
Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO) (DLO/WUR)
121
Handeling: Het opstellen van programmavoorstellen voor fundamenteel en toegepast landbouwkundig
onderzoek
Grondslag: Regeling subsidie Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 4.2
Periode: 1999–
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5
123
Handeling: Het verrichten van strategisch en toepassingsgericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2.2a
Periode: 1999–
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5 voor opdracht, tussenrapporten, eindrapporten en publicaties
V, 10 jaar overige neerslag
125
Handeling: Het toegankelijk maken en overdragen van onderzoeksresultaten van strategisch
en toepassingsgericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2.2b
Periode: 1999–
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie. Het toegankelijk maken en overdragen van onderzoek
gebeurt onder andere door middel van informatieverstrekking en advisering alsmede
het begeleiden en ondersteunen van derden bij toepassing van resultaten van dat onderzoek.
Waardering: B 5
127
Handeling: Het samenwerken met andere kennisinstellingen (nationaal en internationaal)
op gebied van strategisch en toepassingsgericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2.2c
Periode: 1999–
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5
128
Handeling: Het leveren van een bijdrage aan de coördinatie van het strategisch en
toepassingsgericht onderzoek op nationaal en internationaal niveau
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 2. 2d
Periode: 1999–
Waardering: B 1
132
Handeling: Het jaarlijks opstellen van een onderzoeksplan en een begroting
Grondslag: Statuten Stichting Dienst Landbouwkundig Onderzoek, art. 7B.1
Periode: 1999–
Opmerking: De formele bevoegdheid ligt bij het bestuur. Het onderzoeksplan bevat op
hoofdlijnen een uitwerking van het strategisch plan naar de voorgenomen onderzoeksactiviteiten
voor het volgende boekjaar.
Waardering: B 5
174
Handeling: Het uitvoeren van onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s ter realisatie
van de landbouwkundige doelstellingen van de Kaderprogramma’s Onderzoek en Technologische
Ontwikkeling
Bron: EU-handboek 1997, blz. 18
Periode: 1999–
Opmerking: Tot 1999 uitgevoerd door DLO als onderdeel van LNV, sindsdien alleen door
DLO als zelfstandige organisatie.
Waardering: B 5 voor opdracht, tussenrapporten, eindrapporten en publicaties
V, 10 jaar overige neerslag
Stichting Zeldzame Huisdierrassen
425
Handeling: Het rapporteren in het kader van het toezicht op handhaving van de Subsidieregeling
zeldzame landbouwhuisdierrassen
Grondslag: Subsidieregeling zeldzame landbouwhuisdierrassen, art. 13
Periode: 1998–
Waardering: B 3
Stichtingen Proefstations
159
Handeling: Het opstellen van een op de praktijkgericht landbouwkundig onderzoeksplan
Bron: Ontwikkelingsplan voor de instituten en proefstations van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, 1987-1990, blz. 22
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
41
Periode: 1979–
Waardering: B 5
160
Handeling: Het verrichten van wetenschappelijk, op de praktijk gericht landbouwkundig
onderzoek en het leiden en uitvoeren van landbouwkundige proefnemingen
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
4; Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 3.2a
Periode: 1979–
Opmerking: Zie ook nog te verschijnen RIO Algemeen LNV beleid voor uitwerking onderzoekshandelingen.
Waardering: B 5
162
Handeling: Het publiceren en anderszins uitdragen van de verkregen inzichten en resultaten
van het wetenschappelijk, op de praktijk gericht landbouwkundig onderzoek en landbouwkundige
proefnemingen
Grondslag: o.a. Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 3.2b
Periode: 1979–
Waardering: B 2
163
Handeling: Het functioneel begeleiden van de regionale voorlichting ten behoeve van
het wetenschappelijk, op de praktijk gericht landbouwkundig onderzoek
Grondslag: o.a. Wet Stichting Proefstation voor de Varkenshouderij, art. 3.2c
Periode: 1979–
Waardering: V, 5 jaar
Stichtingen Regionale Onderzoekscentra
159
Handeling: Het opstellen van een op de praktijk gericht landbouwkundig onderzoeksplan
Bron: Ontwikelingsplan voor de instituten en proefstations van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, 1987-1990, blz. 22
Grondslag: Besluit tot regeling van de dienst der Rijkslandbouwproefstations, art.
41
Periode: 1979–
Opmerking: Archieven waarschijnlijk bij verschillende proefstations ondergebracht
Waardering: B 5
164
Handeling: Het toetsen van landbouwkundige kennis onder uiteenlopende geografische
omstandigheden in bedrijfsverband
Bron: Ontwikkelingsplan voor de instituten en proefstations van het Ministerie van
Landbouw en Visserij, 1987-1990, blz. 17
Periode: 1979–
Opmerking: Archieven waarschijnlijk bij verschillende proefstations ondergebracht
Waardering: V, 5 jaar.