Transactiebedragen/eisen ter zitting
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
1. Verkeersongevallen waarbij een norm van het RVV 1990 of het Voertuigreglement is geschonden of artikel 5 WVW 1994 is overtreden en waarbij de verdachte een proces-verbaalwaardig gedrag heeft tentoongespreid.
Uitgangspunt bij deze verkeersongevallen is dat er geen aanleiding is om in het algemeen
in de straftoemeting te differentiëren naar gepleegde overtreding en/of veroorzaakt
gevolg. Het door verdachte veroorzaakt gevolg wordt immers vaak bepaald door de kwetsbaarheid
van het slachtoffer, de keuze van het voertuig of de degelijkheid van het betreffende
voertuig.
Omdat de strafrechtelijke reactie in deze categorie verkeersongevallen slechts een
algemeen corrigerend karakter heeft, is gekozen voor een enkel tarief. Dit tarief
is vanwege het feit dat het gedrag van de verdachte daadwerkelijk een verkeersongeval
tot gevolg heeft gehad hoger dan de meeste tarieven die gelden voor de in het RVV 1990 opgenomen bepalingen, die veelal bij een verkeersongeval worden overtreden.
Verkeersongevallen waarbij een norm van het RVV 1990 is geschonden, dan wel artikel
5 van de WVW 1994 is overtreden en waarbij de verdachte proces-verbaalwaardig gedrag
heeft tentoongespreid.
Categorie verdachte
|
Transactie
|
Eis ter zitting
|
Ruiters, voetgangers die zich op wielen voortbewegen (step, skates e.d.), fietsers
of bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met motor
|
€ 100
|
€ 120
|
|
|
|
Brom- en snorfietsers
|
€ 150
|
€ 180
|
|
|
|
Bestuurder motorvoertuig op twee of meer wielen
|
€ 250
|
€ 300
|
|
|
|
Bestuurder motorvoertuig op twee of meer wielen, waarbij n.a.v. een verkeersongeval
sprake is van:
|
Geen
|
Geldboete tussen € 500 en 1000 en 1 tot 3 maanden OBM (on)voorwaardelijk
|
a. een dodelijk slachtoffer en/of
|
|
b. ernstig letsel en/of
|
|
|
c. recidive van een ernstige verkeersovertreding
|
|
|
2. Verkeersongevallen waarbij sprake is van een zodanige mate van schuld en gevolg
dat een vervolging terzake van art. 6 WVW 1994 is geïndiceerd.
Onderstaand overzicht is richtinggevend, maar niet uitputtend.Wanneer een taakstraf
wordt geëist, geldt daarbij het volgende uitgangspunt: 1 dag gevangenisstraf staat
in verhouding tot 2 uur taakstraf met een maximum van 240 uur (taakstrafgrens).
Gevolgen slachtoffer
|
Alcoholgebruik strafverzwarende omstandigheid1
|
Wegpiraterij/ roekeloos rijden
|
Grove verkeersfout
|
Aanmerkelijke verkeersfout
|
|
|
Eis ter zitting
|
Eis ter zitting
|
Eis ter zitting
|
Lichamelijk letsel, tijdelijke ziekte
|
Geen alcohol
|
2 mnd. gev.
1 jr. OBM
|
3 wk. gev.
6 mnd. OBM
|
€ 900,–
3 mnd OBM
|
|
|
|
|
|
Zwaar lichamelijk letsel
|
Geen alcohol
|
4 mnd. gev.
2 jr. OBM
|
2 mnd. gev.
1 jr. OBM
|
3 wk. gev.
6 mnd. OBM
|
|
|
|
|
|
Dood
|
Geen alcohol
|
1 jr. gev.
OBM 3 jr
|
6 mnd. gev.
2 jr. OBM
|
2 mnd. gev.
1 jr. OBM
|
|
|
|
|
|
Lichamelijk letsel, tijdelijke ziekte
|
Alcohol ≤ 570 µgl/1,3‰
|
6 mnd gev.
2 jr. OBM
|
2 mnd. gev.
18 mnd. OBM
|
3 wk. gev.
9 mnd. OBM
|
|
|
|
|
|
Zwaar lichamelijk letsel
|
Alcohol ≤ 570 µgl/1,3‰
|
1 jr. gev.
3 jr. OBM
|
6 mnd. gev.
2 jr. OBM
|
2 mnd gev.
18 mnd. OBM
|
|
|
|
|
|
Dood
|
Alcohol ≤ 570 µgl/1,3‰
|
3 jr gev.
4 jr. OBM
|
18 mnd. gev.
3 jr. OBM
|
6 mnd. gev.
2 jr. OBM
|
|
|
|
|
|
Lichamelijk letsel, tijdelijke ziekte
|
Alcohol > 570 µgl/1,3‰ en/of strafverzwarende omstandigheid
|
9 mnd. gev.
3 jr. OBM
|
3 mnd. gev.
2 jr. OBM
|
1 mnd. gev.
18 mnd. OBM
|
|
|
|
|
|
Zwaar lichamelijk letsel
|
Alcohol > 570µgl/1,3‰ en/of strafverzwarende omstandigheid
|
2 jr gev.
4 jr. OBM
|
9 mnd. gev.
3 jr. OBM
|
3 mnd. gev.
2 jr. OBM
|
|
|
|
|
|
Dood
|
Alcohol > 570 µgl/1,3‰ en/of strafverzwarende omstandigheid
|
4 jr. gev.
5 jr OBM
|
24 mnd. gev.
4 jr. OBM
|
9 mnd. gev.
3 jr. OBM
|
1 De eisen bij strafverzwarende omstandigheden zijn in dit overzicht vergelijkbaar
met een alcoholgehalte van > 570 µgl/1,3‰ geformuleerd. In een situatie waarin zowel
van dit alcoholgehalte als andere strafverzwarende omstandigheden sprake is, dient
de eis te worden verzwaard.