Algemene deskundigheid
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
A-1
Bestuurlijke vaardigheden die nodig zijn voor het dagelijks beleid van de financiële
onderneming, waarbij onder meer kan worden gekeken naar:
-
– De mate van betrokkenheid bij vorming en uitvoering van het dagelijks beleid van de
onderneming en/of afdeling;
-
– De mate van betrokkenheid bij het opstellen van de strategie en of planning van de
onderneming en/of afdeling;
-
– De mate van (mede)verantwoordelijkheid voor totstandkoming budget/betrokkenheid bij
opstellen begroting;
-
– De mate van beschikking hebben over verdere operationele en ondertekeningsbevoegdheden
namens het bedrijf, toestemming om het bedrijf naar buiten te vertegenwoordigen.
Deze kennis en ervaring mogen zijn opgedaan in een niet-financiële onderneming. Voor
dagelijks beleidsbepalers van een kleine financiëledienstverlener geldt dat zij ook
aan deze norm kunnen voldoen door het overleggen van minimaal een HBO-diploma of anderszins
een vergelijkbaar niveau kunnen aantonen. De AFM verstaat onder een HBO-diploma dat
een opleiding is gevolgd aan een erkende HBO-instelling welke in beginsel na 4 jaar
is afgesloten met een diploma. Dit betekent ook dat de titel van Bachelor (B) gevoerd
mag worden. Bij een vergelijkbaar niveau denken wij aan buitenlandse diploma’s die
op vergelijkbaar niveau zijn.
Voor dagelijks beleidsbepalers van een verbonden agent geldt deze norm niet.
A-2
Leidinggevende vaardigheden in een hiërarchische verhouding.
Hiërarchisch leidinggeven houdt in dat de leidinggevende uit ervaring weet om te gaan
met de verantwoordelijkheid en de bevoegdheden die nodig zijn voor het aansturen van
een organisatieonderdeel. Hij of zij kan beslissingen nemen met betrekking tot de
aanstelling, het werkpakket, de opleiding en de beoordeling van de medewerkers. Het
is de ervaring met deze vorm van leidinggeven die de AFM relevant acht in het licht
van de door een dagelijks beleidsbepaler van een financiële onderneming te verrichten
bestuurlijke taken.
Deze kennis en ervaring mogen zijn opgedaan in een niet-financiële onderneming. Dagelijks
beleidsbepalers van een kleine financiële onderneming, kleine financiëledienstverlener
en verbonden agent hoeven niet over deze vaardigheden te beschikken. Verder geldt
dat deze vaardigheden niet noodzakelijk zijn voor dagelijks beleidsbepalers die worden
aangesteld in een bestuur dat al bestaat uit minimaal twee dagelijks beleidsbepalers
die deze vaardigheden bezitten.
B
Algemene vakinhoudelijke kennis over de voor de financiële onderneming relevante financiële
markten, financiële producten, financiële diensten en het voor de financiële onderneming
van belang zijnde (wettelijk) toezichtkader.
Ter illustratie, indien de te benoemen persoon een functie heeft vervuld in de financiële
sector die voldoende raakvlakken heeft met de functie waarvoor benoemd wordt, voldoet
hij/zij over het algemeen aan deze eis.
Deze kennis wordt niet getoetst ten aanzien van dagelijks beleidsbepalers van een
financiëledienstverlener, met uitzondering van de aanbieder van beleggingsobjecten.