Besluit van 9 april 2008 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Uitvoeringsbesluit
Wet op de jeugdzorg ter implementatie van richtlijn 2004/83/EG van de Raad van 29
april 2004 betreffende minimumnormen voor de erkenning en de status van onderdanen
van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale
bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming (PbEU L 304)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 11 juli 2007, nr. 5493599/07/6;
Gelet op de artikelen 28, tweede lid, 29, tweede lid, 31, derde lid, 32, tweede lid, en 37 van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 13, zevende lid, van de Wet op de jeugdzorg;
De Raad van State gehoord (advies van 30 augustus 2007, nr. W03.07.0235/II);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 3 april 2008, nr.
5520904/08/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: