Regeling financiën hoger onderwijs

Geraadpleegd op 21-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2013 en zichtdatum 20-12-2024.
Geldend van 19-11-2013 t/m 31-12-2013

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni 2008, nr. HO&S/CBV/2008/5214, houdende vaststelling van nadere regels vanwege financiering in het hoger onderwijs (Regeling financiën hoger onderwijs)

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. besluit: het Uitvoeringsbesluit WHW 2008;

  • b. wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  • c. Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het onderwijs op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • d. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende kalenderjaar;

  • e. CRI-HO: het Centraal register inschrijving hoger onderwijs, genoemd in artikel 7.52 van de wet.

Paragraaf 2. Onderwijs

Artikel 2. Factoren onderwijs

  • 2 De factoren, bedoeld in artikel 4.10, tweede lid, van het besluit zijn voor bacheloropleidingen in het hoger beroepsonderwijs:

    • a. voor opleidingen met een laag bekostigingsniveau 1,

    • b. voor opleidingen met een hoog bekostigingsniveau 1,28, en

    • c. voor opleidingen met een top bekostigingsniveau 1,5.

Artikel 3. Onderwijsopslag

Artikel 3a. Historisch bestand hoger onderwijs

  • 1 Voor de toepassing van artikel 4.3, zesde lid, van het besluit zijn de gegevens uit het CRIHO vastgelegd in het historisch bestand hoger onderwijs onder het kenmerk 620668988284 aan de hand van de door instellingen aan het CRIHO aangeleverde gegevens over de periode 1 september 1991 tot en met 30 september 2008 inzake getuigschriften, graden en inschrijvingen en daarmee gelijkgesteld met bekostigde inschrijvingen en bekostigde graden als bedoeld in het besluit.

  • 2 Onverminderd het gestelde in artikel 4.3 zevende lid van het besluit zijn de gegevens, die op grond van artikel 4.3 zesde lid van het besluit zijn opgenomen in het historisch bestand hoger onderwijs, bedoeld in het eerste lid, niet meer te wijzigen na 16 april 2010.

Paragraaf 3. Onderzoek

Artikel 4. Bedragen onderzoek

Paragraaf 4. Academische ziekenhuizen

Artikel 6. Bedragen en percentages academische ziekenhuizen

Artikel 7. Toelage raad van toezicht academische ziekenhuizen

[Vervallen per 13-05-2009]

Paragraaf 5. Collegegeld

Artikel 9. Vaststelling collegegeld

Paragraaf 6. Financiële ondersteuning en toelagen

Artikel 10. Organisaties

  • 1 Studentenorganisaties als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid van de wet, zijn voor de werking van deze regeling Interstedelijk Studenten Overleg en Landelijke Studenten Vakbond, beide te Utrecht.

  • 2 Organisaties kunnen tussen 1 april en 1 juni voorafgaande aan het desbetreffende studiejaar een verzoek indienen bij de Minister om te worden aangewezen als politieke jongerenorganisatie of een landelijke organisatie als bedoeld in artikel 7.51, zesde lid van de wet. Bij dat verzoek dienen te worden bijgevoegd:

    • a. de statuten of reglementen van de organisatie;

    • b. een verklaring van een accountant waaruit blijkt dat de organisatie ten minste tweehonderd vijftig betalende leden, contribuanten of donateurs omvat, dan wel uit een samenwerkingsverband bestaat van instellingen, organisaties of rechtspersonen die samen ten minste tweehonderd vijftig betalende leden, contribuanten of donateurs omvatten;

    • c. in het geval van een politieke jongerenorganisatie: de schriftelijke verklaring van de politieke partij, vertegenwoordigd in de beide Kamers der Staten Generaal, waaruit blijkt dat de desbetreffende organisatie met die politieke partij is gelieerd;

    • d. een verklaring waaruit blijkt dat de desbetreffende organisatie voor het hoger onderwijs relevante activiteiten ontplooit.

  • 3 Een organisatie, genoemd in het tweede lid, die aansluitend op een eerdere toekenning een verzoek indient, informeert de Minister slechts over wijzigingen in de desbetreffende bescheiden.

  • 4 De Minister stelt de organisatie, bedoeld in het tweede lid uiterlijk op 15 juli voorafgaande aan het desbetreffende studiejaar in kennis van zijn beslissing.

Artikel 11. Vertegenwoordigers

  • 1 Het bestuur van een organisatie, bedoeld in artikel 10, wijst de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers aan die voor de financiële ondersteuning tijdens een studiejaar in aanmerking komen. Van die aanwijzing doet dat bestuur mededeling aan de Minister vóór 1 november van het desbetreffende studiejaar.

  • 2 Financiële ondersteuning wordt gegeven tot ten hoogste het bedrag voor het gehele studiejaar voor vijf vertegenwoordigers van een organisatie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, en voor een vertegenwoordiger van maximaal veertig organisaties bedoeld in artikel 10, tweede lid.

  • 3 Indien is voldaan aan het bepaalde in het eerste lid en financiële ondersteuning wordt toegekend, maakt de Minister deze beslissing aan de desbetreffende organisaties bekend en zendt van die bekendmaking een afschrift aan de vertegenwoordiger.

  • 4 Het bestuur van een organisatie kan, in afwijking van het eerste lid, tussentijds de aanwijzing van een vertegenwoordiger intrekken. Van deze intrekking maakt het bestuur melding aan de Minister.

  • 5 Na een intrekking als bedoeld in het vierde lid, kan het bestuur van een organisatie in plaats van de vertegenwoordiger van wie de aanwijzing is ingetrokken, een nieuwe vertegenwoordiger aanwijzen. De aanwijzing van de nieuwe vertegenwoordiger geldt voor het resterende gedeelte van het desbetreffende studiejaar.

Artikel 12. Aanspraak

  • 1 De vertegenwoordiger heeft, behoudens het tweede lid, gedurende het tijdvak waarvoor de in artikel 12 bedoelde aanwijzing geldt, aanspraak op financiële ondersteuning.

  • 2 Indien het bestuur van een organisatie na intrekking van de eerste aanwijzing een andere vertegenwoordiger aanwijst, heeft deze met ingang van de eerste volle maand na zijn aanwijzing aanspraak op financiële ondersteuning.

Artikel 13. Hoogte van de aanspraak

  • 1 De financiële ondersteuning is gelijk 115% van het brutominimumloon voor een werknemer van 23 jaar of ouder bij een volledig dienstverband per maand.

  • 2 De toekenning van de financiële ondersteuning vindt plaats per maand.

Artikel 14. Grensbedrag vrijstellingsregeling Open Universiteit

[Vervallen per 01-09-2010]

Paragraaf 8. Slotbepalingen

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 5 Bijlage 10, onderdelen g, voor zover het betreft de vermelding van de Duitse bondsstaat, q, r en w, treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiën hoger onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Bijlage 1. bij artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling

Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

universiteit

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 166

 

€ 273.281

€ 273.447

21PB

Universiteit Leiden

€ 19.661

€ 2.571.775

€ 4.013.921

€ 6.605.357

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 28.687

€ 3.366.889

€ 1.198.333

€ 4.593.909

21PD

Universiteit Utrecht

€ 34.180

€ 5.832.032

€ 1.492.955

€ 7.359.167

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 28.941

€ 289.197

€ 10.399.908

€ 10.718.046

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 13.766

€ 5.624.367

€ 12.198.523

€ 17.836.656

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 7.303

€ 3.006.357

€ 261.777

€ 3.275.437

21PH

Universiteit Twente

€ 8.020

€ 3.128.124

€ 15.976.588

€ 19.112.732

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 19.206

€ 928.797

€ 1.207.918

€ 2.155.921

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 38.072

€ 3.307.385

€ 5.193.925

€ 8.539.382

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 29.746

€ 1.664.862

€ 2.810.480

€ 4.505.088

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 23.160

€ 2.647.320

€ 1.187.750

€ 3.858.230

21PN

Universiteit van Tilburg

€ 16.434

€ 406.905

€ 504.329

€ 927.668

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 52

   

€ 52

22NC

Open Universiteit

€ 2.483

€ 374.434

€ 2.057.259

€ 2.434.176

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 288

   

€ 288

25AV

Theologische Universiteit Kampen

€ 52

 

€ 746

€ 798

 

Totaal

€ 270.217

€ 33.148.444

€ 58.777.693

€ 92.196.354

Bedragen onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

universiteit

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

21PI

Wageningen University

€ 7.000

€ 15.000

€ 707.560

€ 729.560

Bijlage 2. bij artikel 3, eerste lid, onderdeel b

Percentages onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het besluit

universiteit

percentage

21PB

Universiteit Leiden

9,73390%

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

9,08154%

21PD

Universiteit Utrecht

12,47299%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

6,84897%

21PF

Technische Universiteit Delft

8,06799%

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

5,02436%

21PH

Universiteit Twente

5,30878%

21PJ

Universiteit Maastricht

5,33399%

21PK

Universiteit van Amsterdam

12,69279%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

7,27538%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

8,52299%

21PN

Universiteit van Tilburg

3,95604%

22NC

Open Universiteit

4,37534%

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

0,84988%

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

0,11632%

23BF

Universiteit voor Humanistiek

0,23224%

25AV

Theologische Universiteit Kampen

0,10650%

Percentages onderwijsopslag universiteiten met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid van het besluit

Universiteit

percentage

21PI

Wageningen University

100,00000%

Bijlage 3. bij artikel 3, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling

Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

hogeschool

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

   

€ 52.452

€ 52.452

00MF

HKU

€ 16.597

€ 95.331

€ 761.446

€ 873.374

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 120.493

 

€ 1.778.986

€ 1.899.479

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 3.602

€ 956.864

€ 625.239

€ 1.585.705

02NR

Hotelschool Den Haag

€ 7.690

 

€ 206.735

€ 214.425

02NT

The Design Academy Eindhoven

€ 2.838

€ 93.763

€ 218.413

€ 315.014

07GR

Avans Hogeschool

€ 117.197

€ 87.918

€ 2.255.950

€ 2.461.065

08OK

Hogeschool De Kempel

   

€ 67.425

€ 67.425

09OT

Iselinge Hogeschool

   

€ 40.405

€ 40.405

10IZ

PC Hogeschool Marnix Academie

   

€ 126.342

€ 126.342

14NI

Codarts, Hs voor Muziek en Dans Rotterdam

€ 3.556

€ 163.972

€ 453.197

€ 620.725

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

   

€ 152.551

€ 152.551

21MI

HZ

€ 17.722

€ 200.000

€ 572.600

€ 790.322

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 9.726

€ 162.150

€ 1.067.368

€ 1.239.244

21RI

Hogeschool Leiden

€ 32.617

 

€ 877.167

€ 909.784

21UG

Hs Interconfessionele PABO

   

€ 441.569

€ 441.569

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

€ 32.770

 

€ 599.512

€ 632.282

21WN

NHL Hogeschool

€ 83.414

 

€ 2.855.011

€ 2.938.425

22EX

Stenden Hogescholen

€ 37.243

 

€ 1.346.992

€ 1.384.235

22HH

Gereformeerde Hogeschool

€ 3.692

 

€ 233.192

€ 236.884

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 171.580

€ 71.193

€ 3.250.679

€ 3.493.452

23AH

Saxion Hogescholen

€ 95.720

 

€ 2.546.073

€ 2.641.793

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 6.604

€ 152.825

€ 792.353

€ 951.782

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 15.251

 

€ 1.264.852

€ 1.280.103

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 103.405

€ 211.071

€ 2.310.387

€ 2.624.863

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 128.173

 

€ 4.348.931

€ 4.477.104

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 117.858

€ 229.896

€ 1.586.955

€ 1.934.709

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 116.411

 

€ 3.056.366

€ 3.172.777

27NF

ArtEZ Hogeschool

€ 10.902

€ 261.602

€ 689.959

€ 962.463

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 112.249

€ 127.302

€ 3.489.007

€ 3.728.558

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 139.709

 

€ 2.581.412

€ 2.721.121

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 178.406

 

€ 4.160.637

€ 4.339.043

30GB

Fontys Hogescholen

€ 130.283

€ 198.289

€ 4.527.344

€ 4.855.916

 

Totaal

€ 1.815.708

€ 3.012.176

€ 49.337.507

€ 54.165.391

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, eerste lid, van het besluit

hogeschool

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

€ 10.766

 

€ 3.253.127

€ 3.263.893

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 2.454

 

€ 825.630

€ 828.084

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

€ 15.901

€ 831.985

€ 3.533.473

€ 4.381.359

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 7.407

€ 13.616

€ 2.824.694

€ 2.845.717

 

Totaal

€ 36.528

€ 845.601

€ 10.436.924

€ 11.319.053

Bijlage 4. bij artikel 3, eerste lid, onderdeel b

Percentages onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het besluit

hogeschool

percentage

00IC

Katholieke PABO Zwolle

0,15112%

00MF

HKU

5,20706%

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

1,19352%

02BY

Gerrit Rietveld Academie

1,56440%

02NR

Hotelschool Den Haag

0,21400%

02NT

The Design Academy Eindhoven

0,74248%

07GR

Avans Hogeschool

2,37788%

08OK

Hogeschool De Kempel

0,27338%

09OT

Iselinge Hogeschool

0,19850%

10IZ

Protestants Christelijke Hogeschool Marnix Academie

0,41515%

14NI

Codarts, Hogeschool voor Muziek en Dans Rotterdam

4,80364%

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

0,33228%

21MI

HZ

0,92377%

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

12,32850%

21RI

Hogeschool Leiden

1,51446%

21UG

Hs Interconfessionele PABO Amsterdam/Alkmaar

0,45155%

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

0,30585%

21WN

NHL Hogeschool

1,28427%

22EX

Stenden Hogescholen

1,94317%

22HH

Gereformeerde Hogeschool

0,20344%

22OJ

Hogeschool Rotterdam

4,65709%

23AH

Saxion Hogescholen

2,99293%

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

5,99214%

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

0,21756%

25BE

Hanzehogeschool Groningen

6,04080%

25DW

Hogeschool Utrecht

3,67341%

25JX

Hogeschool Zuyd

6,33313%

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

4,03412%

27NF

ArtEZ Hogeschool

8,53248%

27PZ

Hogeschool INHolland

7,08060%

27UM

De Haagse Hogeschool

2,24720%

28DN

Hogeschool van Amsterdam

2,82527%

30GB

Fontys Hogescholen

8,94485%

08YJ

Hogeschool Edith Stein

0,00000%

Percentages onderwijsopslag hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.11, tweede lid, van het besluit

hogeschool

percentage

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

19,71019%

27PZ

Hogeschool INHolland

5,00770%

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

52,36595%

30TX

Vilentum Hogeschool

22,91616%

Bijlage 5. bij artikel 4, eerste lid, van de Regeling

Bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

universiteit

bedrag

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

 

21PB

Universiteit Leiden

€ 9.999.723

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 6.124.294

21PD

Universiteit Utrecht

€ 12.762.959

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 4.827.610

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 10.630.605

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 7.568.661

21PH

Universiteit Twente

€ 8.636.055

21PJ

Universiteit Maastricht

 

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 5.310.670

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 2.931.266

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 8.433.657

21PN

Universiteit van Tilburg

 

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

 

22NC

Open Universiteit

€ 259.310

23BF

Universiteit voor Humanistiek

 

25AV

Theologische Universiteit Kampen

 

Totaal

€ 77.484.810

Bedragen onderzoek universiteiten, met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit

universiteit

bedrag

21PI

Wageningen University

€ 5.389.370

Bijlage 6. bij artikel 4, tweede lid

Percentages onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, tweede lid van het besluit

universiteit

percentage

21PB

Universiteit Leiden

8,62940%

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

8,64275%

21PD

Universiteit Utrecht

12,24385%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

5,17868%

21PF

Technische Universiteit Delft

16,27333%

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

7,67307%

21PH

Universiteit Twente

6,50527%

21PJ

Universiteit Maastricht

4,68674%

21PK

Universiteit van Amsterdam

10,74084%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

7,68199%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

7,41655%

21PN

Universiteit van Tilburg

2,76212%

22NC

Open Universiteit

1,10979%

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

0,28916%

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

0,01676%

23BF

Universiteit voor Humanistiek

0,14169%

25AV

Theologische Universiteit Kampen

0,00801%

Percentages onderzoek universiteiten, met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.23, tweede lid van het besluit

universiteit

percentage

21PI

Wageningen University

100,00000%

Bijlage 7. bij artikel 6, van de Regeling

Bedragen en percentages academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 4.27, derde lid onder c. respectievelijk artikel 4.27, vierde lid van het besluit

universiteit

bedrag

percentage

21PB

Universiteit Leiden

€ 15.178.931

12,02321%

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 13.865.846

13,78572%

21PD

Universiteit Utrecht

€ 16.124.194

13,44844%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 15.428.159

12,93215%

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 10.799.027

9,38584%

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 19.620.125

16,69643%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 13.030.782

10,92201%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 13.235.325

10,80620%

 

Totaal

€ 117.282.389

100,00000%

Bijlage 8. bij artikel 6

Investeringsbedragen academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 4.27, eerste lid onder a, van het besluit, per investeringsjaar

universiteit

2000

2008

2009

2010

21PB

Universiteit Leiden

€ 78.408.876

€ 4.741.483

€ 5.566.058

€ 5.713.494

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 100.416.450

€ 6.434.870

€ 7.074.615

€ 7.271.719

21PD

Universiteit Utrecht

€ 94.028.801

€ 9.144.289

€ 8.531.154

€ 8.778.004

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 134.810.505

€ 13.911.824

€ 14.591.394

€ 15.010.906

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 54.292.304

€ 3.074.148

€ 4.915.817

€ 5.064.233

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 78.618.899

€ 9.144.289

€ 8.531.154

€ 8.778.004

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 64.656.533

€ 5.835.671

€ 6.112.260

€ 6.284.843

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 161.862.435

€ 11.827.655

€ 12.510.625

€ 12.855.360

universiteit

2011

2012

2013

21PB

Universiteit Leiden

€ 7.598.710

€ 6.060.720

€ 6.025.500

21PC

Rijksuniversiteit Groningen

€ 7.469.039

€ 7.692.453

€ 7.647.750

21PD

Universiteit Utrecht

€ 9.025.089

€ 9.272.384

€ 9.218.500

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 15.456.762

€ 15.902.916

€ 15.810.500

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 3.501.112

€ 5.361.407

€ 5.330.250

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 9.025.089

€ 9.272.384

€ 9.218.500

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 6.457.607

€ 6.630.532

€ 6.592.000

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 13.226.423

€ 13.597.770

€ 13.518.750

Bijlage 9. bij artikel 4, derde lid, van de Regeling

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid, van het besluit

hogeschool

bedrag

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 39.203

00MF

HKU

€ 20.676

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 262.406

02BY

Gerrit Rietveld Academie

 

02NR

Hotelschool Den Haag

 

02NT

The Design Academy Eindhoven

 

07GR

Avans Hogeschool

€ 41.620

08OK

Hogeschool De Kempel

€ 50.951

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 25.777

10IZ

Protestants Christelijke Hogeschool Marnix Academie

€ 75.050

14NI

Codarts, Hogeschool voor Muziek en Dans Rotterdam

€ 9.062

15BK

Christelijke Hogeschool De Driestar

€ 69.277

21MI

HZ

€ 30.074

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 24.771

21RI

Hogeschool Leiden

€ 104.654

21UG

Hs Interconfessionele PABO Amsterdam/Alkmaar

€ 56.321

21UI

NHTV internationaal hoger onderwijs Breda

 

21WN

NHL Hogeschool

€ 124.591

22EX

Stenden Hogescholen

€ 89.281

22HH

Gereformeerde Hogeschool

€ 35.645

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 195.210

23AH

Saxion Hogescholen

€ 78.675

23KJ

Hogeschool der Kunsten Den Haag

€ 1.880

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 45.715

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 96.330

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 332.086

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 34.303

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 256.499

27NF

ArtEZ Hogeschool

€ 37.995

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 179.972

27UM

De Haagse Hogeschool

€ 79.816

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 242.469

30GB

Fontys Hogescholen

€ 499.908

 

Totaal

€ 3.140.217

Bedragen ontwerp en ontwikkeling hogescholen, met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.24, eerste lid van het besluit

hogeschool

bedrag

21CW

Hogeschool HAS Den Bosch

 

27PZ

Hogeschool INHolland

 

30HD

Hogeschool Van Hall Larenstein

 

30TX

Vilentum Hogeschool

€ 62.204

 

Totaal

€ 62.204