Regeling bekostiging personeel PO 2007–2008 en vaststelling bedragen leerlinggebonden budget VO 2007–2008

[Regeling vervallen per 01-08-2017.]
Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-04-2010.
Geldend van 13-07-2008 t/m 31-07-2017

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 juli 2008, nr. PO/F en V/20438, houdende aanpassing van de bedragen lumpsumbekostiging primair onderwijs voor het schooljaar 2007–2008 en het aanpassen van het vermenigvuldigingsbedrag ten behoeve van het toekennen van de specifieke uitkering aan gemeenten bestemd voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2007–2008 (Regeling bekostiging personeel PO 2007–2008 en aanpassing bedragen leerlinggebonden budget VO 2007–2008)

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Paragraaf 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Paragraaf 2. Basisscholen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 2. Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2006 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van basisscholen, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van de WPO, bedragen:

    a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd:

    40,25 jaar

    b. genormeerde gemiddelde personeelslasten leraar:

    € 53.553,56

    c. genormeerde gemiddelde personeelslasten schoolleiding:

    € 67.568,97

  • 3 Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag, bedoeld in artikel 120, eerste lid, van de WPO bedraagt voor

     

    Bedrag per leerling

    Verhogingsbedrag

    a. leerlingen van 4 t/m 7 jaar:

    € 1.530,00

    € 41,29

    en voor

       

    b. leerlingen vanaf 8 jaar:

    € 1.065,35

    € 28,75

  • 4 De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren en van de schoolleiding van basisscholen ten opzichte van het schooljaar 2006–2007 bedraagt 4,87%.

Artikel 3. Vaststelling aanvullende bekostiging (zeer) kleine scholen en bestrijding onderwijsachterstanden

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in de in de eerste kolom genoemde artikelen, van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede respectievelijk de derde kolom bij het desbetreffende artikel:

Artikel

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

23, eerste lid, (zeer kleine scholen)

€ 83.139,95

€ 1.865,31

24, tweede lid, onderdeel a, (kleine scholen voet)

€ 55.213,38

€ 1.489,92

24, tweede lid, onderdeel b, (kleine scholen verminderingsbedrag)

€ 382,50

€ 10,32

28, eerste lid, (schoolgewicht boa)

€ 1.291,26

€ 34,84

Artikel 4. Vaststelling aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en groei

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in de eerste kolom genoemde artikelen, van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede kolom bij het desbetreffende artikel:

Artikel

Bedrag

3a, vierde lid, (aanvang bekostiging)

€ 11.261,50

29, vierde lid, (groei)

€ 2.608,05

29, zevende lid,(Bv)

€ 776,53

Artikel 5. Vaststelling bekostiging zorgvoorzieningen en bedragen bij overdracht

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het bedrag per leerling verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren vermenigvuldigde bedrag, bedoeld in de eerste kolom genoemde artikelen, van het Besluit bekostiging WPO, is het bedrag, genoemd in de tweede kolom bij het desbetreffende artikel:

Artikel

Bedrag

31, eerste lid, (zorgvoorzieningen )

€ 137,99

31, tweede lid, (extra zorgvoorz. swv zonder sbao)

€ 3.807,85

32, eerste lid, (overdracht bij toename)

€ 2.631,73

32, tweede lid, en 33, eerste volzin, (overdracht en overgang naar ander swv)

€ 3.761,27

33, tweede volzin (overgang naar ander swv na 1 oktober)

€ 6.393,00

Artikel 6. Vaststelling aanvullende bekostiging schoolleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het bedrag, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Besluit bekostiging WPO, is voor scholen met een aantal leerlingen op teldatum dat niet hoger is dan 97 € 14.015,41 en voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat hoger is dan 97 leerlingen € 28.030,82.

Artikel 7. Vaststelling bedragen personele bekostiging LGF

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van basisscholen vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit bekostiging WPO respectievelijk het her te besteden basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 34, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit bekostiging WPO, is per onderwijssoort weergegeven in onderstaande tabel.

Toelaatbaar verklaard tot speciaal onderwijs aan/van:

Bedrag

Her te besteden bedrag

     

Onderwijssoort

   

a. dove kinderen

€ 11.669,32

€ 10.411,42

b. slechthorende kinderen

€ 5.682,03

€ 4.630,43

c. kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

€ 5.682,03

€ 4.630,43

d. lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 5.682,03

€ 4.630,43

e. langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap

€ 5.682,03

€ 4.630,43

f. zeer moeilijk lerende kinderen

€ 5.682,03

€ 4.630,43

g. meervoudig gehandicapte kinderen

€ 11.669,32

€ 4.630,43

h. Cluster 4

€ 5.682,03

€ 4.630,43

Artikel 8. Vaststelling bedragen bekostiging materiële instandhouding LGF

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

[Red: Wijzigt het Besluit bekostiging WPO.]

Artikel 9. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 129 van de WPO, bestaat voor basisscholen, waaronder begrepen de school voor varende kinderen, uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule ‘basisbedrag + A + B’ waarin:

    basisbedrag =

    € 7.523,71

    A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

    € 307,74

    B = het schoolgewicht, vermenigvuldigd met

    € 244,66

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basisscholen met minder dan 145 leerlingen wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: € 4.706,85 minus (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met € 32,46).

  • 3 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor basisscholen met minder dan 195 leerlingen verhoogd met € 4.609,00.

  • 4 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor basisscholen die op 1 oktober 2001 werden bezocht door 70% of meer leerlingen die met de factor 0,9 bijdroegen aan het schoolgewicht, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met € 111,51) plus (het schoolgewicht, vermenigvuldigd met € 138,30).

Artikel 10. Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging, bedoeld in artikel 9, wordt voor basisscholen, waaronder begrepen de school voor varende kinderen, verhoogd met € 2.669,57 per school en € 39,51 per leerling.

  • 2 Aan de verhoging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor elke basisschool met minder dan 145 leerlingen een bedrag toegevoegd dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening: € 5.728,95 minus (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met € 39,51).

  • 3 De verhoging wordt per school rekenkundig en op hele euro’s afgerond.

Artikel 10a. Vaststelling bedragen voor scholen voor kinderen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 3 Het budget voor personeels- en arbeidsmarkt als bedoeld in artikel B16l van het Besluit trekkende bevolking bedraagt € 17.686,99 per school. Per school wordt dit bedrag verhoogd met € 8.399,00 ten behoeve van bestuur en management.

Paragraaf 3. Speciale scholen voor basisonderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 11. Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2006 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren respectievelijk van de schoolleiding van speciale scholen voor basisonderwijs, bedoeld in artikel 120, zesde lid, van de WPO, bedragen:

    a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd:

    41,38 jaar

    b. genormeerde gemiddelde personeelslasten leraar:

    € 58.224,07

    c. genormeerde gemiddelde personeelslasten schoolleiding:

    € 73.009,23

  • 4 De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren en van de schoolleiding van speciale scholen voor basisonderwijs bedraagt 4,87%.

Artikel 12. Vaststelling bedragen zorgvoorzieningen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het bedrag per leerling respectievelijk het verhogingsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van die school, bedoeld in artikel 120, vierde lid, van de WPO is:

a. bedrag per leerling:

€ 1.607,47

b. verhogingsbedrag:

€ 52,05

Artikel 13. Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbestrijding

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 28, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO, is:

a. basisbedrag:

€ 997,83

b. leeftijdsbedrag:

€ 32,31

Artikel 14. Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en voor de schoolleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 26, tweede lid, van het Besluit bekostiging WPO, is voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat niet hoger is dan 99 € 14.785,16 en voor scholen met een aantal leerlingen op de teldatum dat hoger is dan 99 leerlingen € 29.570,32.

Artikel 15. Vaststelling bedragen bekostiging voor personeel en materiële instandhouding LGF

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikelen 7 en 8 zijn van toepassing op scholen in deze paragraaf.

Artikel 16. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 129 van de WPO, voor speciale scholen voor basisonderwijs bestaat uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule ‘basisbedrag + A+B’, waarin:

    basisbedrag =

    € 10.597,52

    A = het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met

    € 507,30

    B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met

    € 148,49

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor speciale scholen voor basisonderwijs die op 1 oktober 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leerlingen, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening van (het aantal leerlingen, vermenigvuldigd met € 201,80) + (het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met € 231,07).

Artikel 17. Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging, bedoeld in artikel 16 wordt voor speciale scholen voor basisonderwijs verhoogd met € 3.470,01 per school en € 62,46 per leerling.

  • 2 De verhoging wordt per school rekenkundig en op hele euro’s afgerond.

Paragraaf 4. Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 18. Vaststelling gemiddelde leeftijd en bedragen (voortgezet) speciaal onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober 2006 en de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren, onderwijsondersteunend personeel, respectievelijk van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 117, veertiende lid, van de WEC, bedragen:

    a. geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd:

    40,58 jaar

    b. genormeerde gemiddelde personeelslasten leraar:

    € 56.399,91

    c. genormeerde gemiddelde personeelslasten oop:

    € 34.805,72

    d. genormeerde gemiddelde personeelslasten schoolleiding:

    € 73.096,97

  • 3 Het bedrag per leerling respectievelijk het vermenigvuldigingsbedrag, bedoeld in artikel 117, eerste lid, van de WEC, is onderverdeeld naar onderwijssoort en leeftijd van leerlingen, weergegeven in onderstaande tabel:

    Onderwijssoort

    Bedrag per leerling

    Vermenigvuldigingsbedrag

                 
     

    SO jonger dan 8 jaar

    SO 8 jaar en ouder

    VSO

    SO jonger dan 8 jaar

    SO 8 jaar en ouder

    VSO

    a. Dove kinderen

    € 11.191,29

    € 6.055,00

    € 6.062,77

    € 192,72

    € 190,56

    € 200,37

    b. Slechthorende kinderen

    € 8.025,15

    € 4.652,01

    € 6.281,94

    € 105,59

    € 104,15

    € 180,03

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 7.805,88

    € 4.432,73

    n.v.t.

    € 105,59

    € 104,15

    n.v.t.

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 10.306,90

    € 10.306,90

    € 10.840,96

    € 106,31

    € 106,31

    € 181,74

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 9.336,56

    € 4.726,33

    € 5.637,33

    € 93,88

    € 91,90

    € 165,18

    h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 6.883,85

    € 4.502,16

    € 5.222,60

    € 114,59

    € 113,60

    € 167,52

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 5.270,67

    € 5.270,67

    € 5.772,40

    € 98,12

    € 98,12

    € 148,43

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 6.883,85

    € 4.502,16

    € 5.222,60

    € 114,59

    € 113,60

    € 167,52

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 6.883,85

    € 4.502,16

    € 5.222,60

    € 114,59

    € 113,60

    € 167,52

    n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

    a + j (doof en zmlk)

    € 15.187,19

    € 11.676,32

    € 10.055,37

    € 362,22

    € 360,69

    € 360,42

    Doof en blind

    € 20.013,25

    € 14.876,97

    € 14.876,97

    € 542,51

    € 540,35

    € 540,35

    b + j (sh en zmlk)

    € 9.972,84

    € 7.404,69

    € 6.926,29

    € 179,94

    € 178,86

    € 182,73

    f + j (lg en zmlk)

    € 13.793,74

    € 13.793,74

    € 14.163,34

    € 168,24

    € 168,24

    € 185,61

  • 4 De ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren, onderwijsondersteunend personeel en van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs bedraagt 4,87%.

Artikel 19. Vaststelling vast bedrag per school en aanvullende bekostiging voor bestrijding onderwijsachterstanden

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Bij aanspraak op bekostiging op grond van de artikelen van het Besluit bekostiging WEC, genoemd in de eerste kolom, behoren de bedragen, genoemd in de tweede respectievelijk de derde kolom:

Artikel

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

32, eerste lid, (vast bedrag per school)

€ 23.317,34

€ 1.056,22

41, eerste lid, (cumi-leerling oab)

€ 765,06

€ 34,66

Artikel 20. Vaststelling bedragen aanvullende bekostiging bij aanvang van de bekostiging en voor de schoolleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het basisbedrag verhoogd met het met de geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs vermenigvuldigde leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 3a van het Besluit bekostiging WEC, is € 12.182,83.

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 35, van het Besluit bekostiging WEC, onderverdeeld in speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, alsmede naar onderwijssoort en aantal leerlingen, is weergegeven in onderstaande tabel:

    aantal leerlingen

    SO of VSO

    SOVSO

    MG SO of VSO

    MG SOVSO

    1 tot en met 49

    € 16.697,06

    € 16.697,06

    € 33.394,12

    € 33.394,12

    50 of meer

    € 33.394,12

    € 50.091,18

    € 33.394,12

    € 50.091,18

Artikel 21. Vaststelling aanvullende bekostiging voor ambulante begeleiding in verband met terugplaatsing

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 39, van het Besluit bekostiging WEC, is per onderwijssoort en afhankelijk van terugplaatsing naar basisonderwijs of overige onderwijssectoren, weergegeven in onderstaande tabel:

 

Terugplaatsing naar basisonderwijs

Terugplaatsing naar voortgezet onder-

wijs of opleiding als bedoeld in art. 7.2.2., eerste lid onder a en b van de WEB

         
 

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

Basisbedrag

Leeftijdsbedrag

a. Dove kinderen

€ 3.759,71

€ 170,31

€ 1.732,80

€ 78,49

b. Slechthorende kinderen

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.732,80

€ 78,49

h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

j. Zeer moeilijk lerende kinderen

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

a + j (doof en zmlk)

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

Doof en blind

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

b + j (sh en zmlk)

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

f + j (lg en zmlk)

€ 1.691,07

€ 76,60

€ 1.132,68

€ 51,31

Artikel 22. Aanvullende bekostiging voor preventieve ambulante begeleiding

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Bevoegde gezagsorganen van scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs en speciaal en voortgezet onderwijs ontvangen aanvullende bekostiging voor preventieve ambulante begeleiding als bedoeld in artikel 8a, derde lid, onderdeel a, van de WEC, die bestaat uit een basisbedrag, welk bedrag wordt verhoogd met een leeftijdsbedrag dat wordt vermenigvuldigd met de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van de school op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal leerlingen van de school op de teldatum.

  • 2 Het basisbedrag respectievelijk het leeftijdsbedrag, bedoeld in het eerste lid is onderverdeeld naar speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, alsmede naar onderwijssoort, weergegeven in onderstaande tabel:

    Onderwijssoort

    SO

    VSO

             
     

    Basisbedrag

    Leeftijdsbedrag

    Basisbedrag

    Leeftijdsbedrag

    a. Dove kinderen

    n.v.t.

    n.v.t.

    242,43

    10,98

    b. Slechthorende kinderen

    € 226,54

    € 10,26

    n.v.t.

    n.v.t.

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 228,52

    € 10,35

    n.v.t.

    n.v.t.

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 981,66

    € 44,47

    € 212,63

    € 9,63

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 9,94

    € 0,45

    n.v.t.

    n.v.t.

    h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 59,61

    € 2,70

    € 101,35

    € 4,59

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 23,85

    € 1,08

    n.v.t.

    n.v.t.

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 59,61

    € 2,70

    € 101,35

    € 4,59

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 59,61

    € 2,70

    € 101,35

    € 4,59

    n. meervoudig gehandicapte kinderen

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

    n.v.t.

Artikel 23. Vergoeding regionaal expertisecentrum

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

[Red: Wijzigt het Besluit bekostiging WEC.]

Artikel 24. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, bedoeld in artikel 124, van de Wet op de expertisecentra bestaat voor de scholen in deze paragraaf uit een bedrag dat wordt berekend volgens de formule ‘A+B+C’, waarin:

    A = het aantal SO-leerlingen en VSO-leerlingen, vermenigvuldigd met de bedragen in de tabel genoemd onder A;

    B = het aantal cumi-leerlingen, vermenigvuldigd met € 116,33;

    C = het aantal ambulant begeleide leerlingen, vermenigvuldigd met € 163,17.

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs die op 1 oktober 2001 werden bezocht door 50% of meer cumi-leerlingen, wordt verhoogd met een bedrag dat gelijk is aan de uitkomst van de berekening van (het aantal leerlingen vermenigvuldigd met het in de tabel onder B genoemde bedrag) plus (het aantal cumi-leerlingen vermenigvuldigd met € 386,28) plus (het aantal ambulant begeleide leerlingen vermenigvuldigd met € 83,72).

  • 3 De onder A en B genoemde bedragen zijn afhankelijk van de onderwijssoort.

    Tabel A:

    Onderwijssoort

    SO

    VSO

    a. Dove kinderen

    € 946,09

    € 946,09

    b. Slechthorende kinderen

    € 700,52

    € 795,01

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 684,77

    n.v.t.

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 820,09

    € 914,57

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 684,77

    € 779,27

    h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 700,52

    € 779,27

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 684,77

    € 700,52

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 700,52

    € 779,27

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 700,52

    € 779,27

    n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

    a + j (doof en zmlk)

    € 1.354,46

    € 1.354,46

    Doof en blind

    € 1.799,66

    € 1.799,66

    b + j (sh en zmlk)

    € 898,85

    € 914,57

    f + j (lg en zmlk)

    € 1.018,41

    € 1.034,15

    Tabel B:

    Onderwijssoort

    SO en VSO

    a. Dove kinderen

    € 360,80

    b. Slechthorende kinderen

    € 212,24

    c. Kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden

    € 212,24

    f. Lichamelijk gehandicapte kinderen

    € 360,80

    h. 1e Langdurig zieke kinderen met lichamelijke handicap

    € 212,24

    h. 2e langdurig zieke kinderen anders dan met lichamelijke handicap

    € 212,24

    j. Zeer moeilijk lerende kinderen

    € 212,24

    k. Zeer moeilijk opvoedbare kinderen

    € 212,24

    m. Kinderen in scholen verbonden aan pedologisch instituut

    € 212,24

    n. meervoudig gehandicapte kinderen met de combinatie:

    a + j (doof en zmlk)

    € 594,25

    Doof en blind

    € 816,69

    b + j (sh en zmlk)

    € 360,80

    f + j (lg en zmlk)

    € 509,37

Artikel 25. Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging, bedoeld in artikel 24 wordt voor scholen uit deze paragraaf verhoogd met € 1.968,43 per school en € 33,17 per leerling.

  • 2 De verhoging wordt per school rekenkundig en op hele euro’s afgerond.

Paragraaf 5. Instellingen voor visueel gehandicapte leerlingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 26. Vaststelling bedragen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 2 Het bedrag, bedoeld in artikel 117, vierde lid, van de WEC is per instelling weergegeven in onderstaande tabel:

    (Bedrag per instelling visueel gehandicapte leerlingen)

    Instelling

    Bedrag

    Visio Onderwijsinstellingen Noord

    25GP

    € 1.933.539,73

    Bartimeus OWI voor Visueel Gehandicapte Leerlingen

    25GR

    € 5.243.498,71

    Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden

    25HD

    € 3.577.647,59

    Onderwijsinstelling Sensis

    25HE

    € 7.011.250,32

Artikel 27. Bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

De bekostiging voor personeels- en arbeidsmarktbeleid voor instellingen, bestaat uit het in de tabel opgenomen bedrag per instelling.

(Bedrag per instelling visueel gehandicapte leerlingen)

Instelling

Bedrag

Visio Onderwijsinstellingen Noord

25GP

€ 74.510,10

Bartimeus OWI voor Visueel Gehandicapte Leerlingen

25GR

€ 259.993,71

Koninklijk Instituut tot Onderwijs van Slechtzienden en Blinden

25HD

€ 169.219,01

Onderwijsinstelling Sensis

25HE

€ 300.343,35

Artikel 28. Verhoging bekostiging personeels- en arbeidsmarktbeleid ten behoeve van bestuur en management

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De bekostiging, bedoeld in artikel 27 wordt voor instellingen verhoogd met € 1.968,43 per instelling en € 33,17 per leerling.

  • 2 De verhoging wordt per instelling rekenkundig en op hele euro’s afgerond.

Hoofdstuk 2. Bijzondere bekostiging schooljaar 2007–2008

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Paragraaf 1

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 29. Aanwezigheid schipperskinderen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool die voor 1 april 2008 wordt bezocht door 3 of meer kinderen in de leerjaren 1 tot en met 4 die verblijven in een internaat of pleeggezin en van wie de vader of moeder het schippersbedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt vanaf 3 ingeschreven schipperskinderen de in de tabel opgenomen bedragen die worden gedeeld door twaalf en vermenigvuldigd met het aantal maanden waarvoor de bekostiging wordt toegekend.

    Aantal schipperskinderen

    Bedrag personeel

    Bedrag MI

    3 tot en met 6

    € 11.669,32

    € 354,33

    7 tot en met 10

    € 17.351,35

    € 531,58

    11 tot en met 14

    € 23.038,74

    € 708,65

    15 tot en met 18

    € 28.720,77

    € 885,90

    En vervolgens telkens in een bandbreedte van 4 leerlingen, te beginnen vanaf 19 leerlingen, te verhogen met

    € 5.682,03

    € 177,25

  • 3 De aanvraag voor de bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. de datum waarop de kinderen zijn of worden toegelaten tot de school;

    • c. het aantal schipperskinderen dat de school zal bezoeken in de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd;

    • d. de school of scholen waarvan de kinderen afkomstig zijn, onder vermelding van de betreffende schoolsoort.

  • 4 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 5 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

  • 6 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 7 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval afgewezen indien het een aanvraag betreft voor de periode na 1 april van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 30. Aanwezigheid zigeunerkinderen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool die voor 1 april 2008 wordt bezocht door 4 of meer leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en Sinti, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en de Sinti en hun leerlinggewicht(en) dat op het telformulier van 1 oktober van het voorafgaande schooljaar waarin bijzondere bekostiging wordt aangevraagd, is opgegeven;

    • c. het aantal leerlingen met een culturele achtergrond van de Roma en Sinti met hun leerlinggewicht(en) dat de school zal bezoeken in de periode waarvoor bijzondere en aanvullende bekostiging wordt gevraagd.

  • 3 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 4 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

  • 5 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 6 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt in ieder geval afgewezen indien het een aanvraag betreft voor de periode na 1 april van het schooljaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 31. Aanwezigheid van leerlingen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waar

    • a. leerlingen zijn ingeschreven die verblijven in een internaat of pleeggezin en van wie de vader of moeder het schippersbedrijf uitoefent of heeft uitgeoefend of leerlingen van wie de ouders een trekkend bestaan leiden als bedoeld in het Besluit trekkende bevolking WPO, waarvoor als gevolg van de wijziging van de gewichtenregeling een lager gewicht is vastgesteld dan het geval zou zijn geweest indien de gewichtenregeling was toegepast zoals deze luidde voor 1 augustus 2006 en

    • b. het schoolgewicht daardoor lager is vastgesteld,

    ontvangt op aanvraag, die vóór 1 oktober 2007 is ingediend, bijzondere bekostiging.

  • 3 De toedeling van de compensatiehoeveelheid schoolgewicht geschiedt naar rato van het verschil in schoolgewicht per vestiging van het bestuur die op basis van 01-10-2006 een lager schoolgewicht hebben dan op basis van 01-10-2005.

  • 4 De aanvraag voor bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de vestiging;

    • b. het aantal 4 en 5 jarige leerlingen op 1 oktober 2006 waarvoor het gewicht 0,4 zou zijn vastgesteld, indien dit van toepassing was gebleven, onder vermelding van het gewicht dat daadwerkelijk voor deze leerlingen is vastgesteld;

    • c. het aantal 4 en 5 jarige leerlingen op 1 oktober 2006 waarvoor het gewicht 0,7 zou zijn vastgesteld, indien dit van toepassing was gebleven, onder vermelding van het gewicht dat daadwerkelijk voor deze leerlingen is vastgesteld.

  • 5 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de vestiging ressorteert.

  • 6 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

Artikel 32. Leerlingen afkomstig uit ‘Blijf van mijn lijf huizen’

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool, waar gedurende een periode van maximaal één jaar voorafgaand aan de aanvraag ten minste 10 leerlingen uit een ‘Blijf van mijn lijf huis’ zijn ingeschreven, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. een overzicht van het aantal ‘Blijf van mijn lijf huis’ leerlingen dat gedurende de periode van maximaal één jaar voor de aanvraag de basisschool heeft bezocht met de data van in- en uitschrijving.

  • 3 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het onderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 4 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

  • 5 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

Artikel 33. Toename aantal asielzoekerskinderen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waar op 1 augustus 2007 het aantal ingeschreven asielzoekerskinderen minimaal 10 meer bedraagt dan het aantal ingeschreven asielzoekerskinderen op 1 oktober 2006 ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. Onder asielzoekerskind wordt in dit artikel verstaan een vreemdeling die in het bezit is van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en deze heeft verkregen op grond van artikel 8, onder c, d, f, g, h en j van die wet, onderscheidenlijk een vreemdeling van wie tenminste één van de ouders of voogden in het bezit is van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en deze heeft verkregen op grond van artikel 8, onder c, d, f, g, h en j van die wet, en die ingeschreven staat op een school en deze geregeld bezoekt.

  • 2 Het bevoegd gezag van een basisschool die aanvullende bekostiging ontvangt in verband met groei, bedoeld in artikel 29, van het Besluit bekostiging WPO, en waarbij sprake is van een toename met minimaal 10 asielzoekerskinderen ten opzichte van het aantal asielzoekerskinderen op de datum van de laatste groeitelling, dan wel bij gebreke daarvan, 1 oktober 2006 ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 3 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal asielzoekerkinderen op 1 oktober 2006;

    • c. het aantal asielzoekerkinderen op 1 augustus 2007 waarin de bijzondere en aanvullende bekostiging wordt aangevraagd.

  • 4 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. de datum met ingang waarvan aanvullende bekostiging, bedoeld in het tweede lid, is toegekend;

    • c. het aantal asielzoekerskinderen dat heeft meegeteld voor de vaststelling van de toename;

    • d. de data waarop de asielzoekerskinderen zijn ingeschreven op de school.

  • 5 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 6 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

  • 7 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

  • 8 De in het eerste lid en tweede lid bedoelde bekostiging bedraagt per ingeschreven asielzoekerskind € 1.194,24 voor personeel en € 36,34 voor materiële instandhouding welke bedragen worden gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het aantal resterende maanden van het schooljaar waarvoor de bekostiging is toegekend.

Artikel 34. Eerste opvang vreemdelingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school waar de eerste opvang in het onderwijs wordt verzorgd voor tenminste 4 vreemdelingen, die korter dan 1 jaar in Nederland verblijven, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding. Onder vreemdeling in dit artikel wordt verstaan een leerling die ingeschreven staat op een school en die de school geregeld bezoekt en die door Onze Minister van Justitie in het bezit is gesteld van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000, onderscheidenlijk van wie tenminste één van de ouders of voogden door onze Onze minster van Justitie in bezit is gesteld van een document of schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet 2000 en aantoonbaar nog geen jaar woonachtig is in Nederland. Onder vreemdeling in dit artikel wordt tevens verstaan een leerling die ingeschreven staat op een school en die de school geregeld bezoekt en van wie uit het paspoort of ander identiteitsbewijs blijkt dat de leerling zelf of één van de ouders of voogden burger van de EU of EER landen of Zwitserland is en op grond van het EG verdrag in Nederland verblijft en die aantoonbaar nog geen jaar woonachtig is in Nederland.

    Onder school wordt verstaan een bekostigde school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs of een bekostigde school of instelling als bedoeld in de Wet op de expertisecentra.

  • 2 De bekostiging heeft betrekking op een periode van vier maanden, met als peildata:

    • a. 1 oktober voor de periode augustus tot en met november;

    • b. 1 februari voor de periode december tot en met maart;

    • c. 1 juni voor de periode april tot en met juli.

    Het bevoegd gezag dient ter verkrijging van de bijzondere en aanvullende bekostiging een aanvraag in binnen vier weken na de peildatum.

  • 3 Een school die niet eerder eerste opvang van vreemdelingen verzorgde komt in aanmerking voor een eenmalige aanvulling op de bijzondere bekostiging van € 4.824,00.

  • 4 Elke aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, als bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal vreemdelingen op de peildatum, die korter dan 1 jaar in Nederland zijn;

    • c. de periode waarvoor de bekostiging wordt gevraagd;

    • d. indien van toepassing de verklaring dat de school nog niet eerder de eerste opvang heeft verzorgd.

  • 5 Van de aanvraag wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 6 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

  • 7 De in het eerste lid bedoelde bekostiging bedraagt per ingeschreven vreemdeling € 1.194,24 voor personeel en € 36,34 voor materiële instandhouding welke bedragen worden vermenigvuldigd met 4/12.

Artikel 35. Aanwezigheid visueel gehandicapte leerlingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een visueel gehandicapte leerling is ingeschreven die begeleiding ontvangt van een instelling voor visueel gehandicapte kinderen en waarvoor geen leerlinggebonden budget beschikbaar is als bedoeld in artikel 70a van de WPO, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend ingediend door middel van formulier nummer CFI 66052, te downloaden via www.cfi.nl. Het aanvraagformulier dient voorzien te zijn van een verklaring van ambulante begeleiding die is ingevuld door de instelling voor visueel gehandicapten die de ambulante begeleiding verzorgt.

  • 3 De bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt per leerling:

    Soort handicap

    Bijzondere bekostiging voor personeel

    Aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding

    Blinde leerling

    € 11.669,32

    € 1.147,77

    Slechtziende leerling

    € 5.682,03

    € 970,69

    De bedragen in deze tabel worden gedeeld door 12 en vermenigvuldigd met het aantal resterende maanden van het schooljaar waarin de leerling op de school is ingeschreven.

  • 4 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het basisonderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 5 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

  • 6 Indien de aanvraag geheel of gedeeltelijk wordt toegekend ontvangt het bevoegd gezag bijzondere bekostiging met ingang van de maand volgend op de datum waarop de aanvraag is ontvangen.

Artikel 36. VSO programma voor oudere leerlingen aan school voor SO-ZMLK

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal onderwijs aan zeer moeilijk lerende kinderen waar leerlingen een VSO-programma volgen, ontvangt op aanvraag, die vóór 1 oktober 2007 is ingediend, bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal kinderen van 13 jaar en ouder dat een VSO-programma volgt op 1 oktober 2006 dan wel 16 januari 2007 ingeval toepassing is gegeven aan artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC.

  • 3 De bijzondere en aanvullende bekostiging gezamenlijk, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 2.307,14 per leerling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b.

  • 4 Van de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt een afschrift gezonden aan de inspectie van het onderwijs waaronder de school ressorteert.

  • 5 Het bevoegd gezag ontvangt de beschikking uiterlijk binnen vier maanden na indiening van de aanvraag.

Artikel 37. Schoolmaatschappelijk werk primair onderwijs in het kader van veiligheid en opvang risicoleerlingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Aan het bestuur van de centrale dienst van een samenwerkingsverband dan wel, indien een bevoegd gezag alle scholen in een samenwerkingsverband in stand houdt, het bevoegd gezag, waarvan de som der schoolgewichten van de vestigingen binnen het samenwerkingsverband 200 of meer is, wordt een bedrag van € 56,47 per schoolgewicht toegekend.

  • 3 De toedeling van de compensatiehoeveelheid schoolgewicht naar vestigingen geschiedt naar rato van het verschil in schoolgewicht per vestiging van het bestuur op basis van 01-10-2005 en 01-10-2006.

Artikel 38. Justitiële jeugdinrichtingen verbonden aan scholen voor VSO-ZMOK

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor voortgezet speciaal onderwijs aan zeer moeilijk opvoedbare kinderen met een nevenvestiging die fungeert als gesloten justitiële inrichting waarbinnen het onderwijs georganiseerd moet worden, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel.

  • 2 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 28.921,87 per nevenvestiging en € 434,28 per residentiële plaats.

Artikel 39. Zeer moeilijk lerende kinderen in de groepen drie tot en met acht van de basisschool

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool waaraan een zeer moeilijk lerende leerling is ingeschreven waarvoor een leerlinggebonden budget beschikbaar is als bedoeld in artikel 70a van de WPO, ontvangt bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding indien de leerling is geplaatst in groep 3 of hoger.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere en aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend ingediend voor een geïndiceerde zmlk-leerling die met ingang van het schooljaar vanuit groep 2 wordt geplaatst in groep 3 door middel van een per leerling volledig ingevuld formulier nummer CFI 66007, te downloaden via www.cfi.nl en te bestellen met het plaketiket CFI 84887, bij CFI/GEG.

  • 3 De toekenning van de bijzondere bekostiging voor personeel en aanvullende bekostiging voor materiële instandhouding wordt na de eerste toekenning elk schooljaar automatisch toegekend zolang de leerling op de school staat ingeschreven.

  • 4 Indien de leerling wordt teruggeplaatst naar groep 2 stopt de toekenning met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand van terugplaatsing. Het bevoegd gezag meldt deze terugplaatsing direct aan CFI.

  • 5 De bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 5.981,93 per leerling en de aanvullende bekostiging, bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 275,00 per leerling.

Artikel 40. Bijzondere bekostiging voor opvang en begeleiding van leerlingen met autisme

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Regionale expertisecentra ontvangen ten behoeve van de opvang en begeleiding van leerlingen met autisme bijzondere bekostiging welke is gebaseerd op de toekenning voor het schooljaar 2006–2007 en aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van leraren, onderwijsondersteunend personeel en van de schoolleiding van scholen voor speciaal, voortgezet speciaal en speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 18, vierde lid.

Artikel 40a. Groeiregeling voor cluster 4 scholen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs in cluster 4 als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder d, van de WEC, ontvangt op aanvraag bijzondere bekostiging voor personeel voor de periode van 1 augustus 2007 tot 1 januari 2008 indien het aantal ingeschreven leerlingen van die school op 1 augustus 2007 met meer dan 10% is gegroeid ten opzichte van de teldatum 1 oktober 2006, dan wel, indien artikel 37 van het Besluit bekostiging WEC van toepassing is, ten opzichte van 16 januari 2007.

  • 2 De aanvraag voor de bijzondere bekostiging, bedoeld in het eerste lid, wordt voor 1 oktober 2007 ingediend bij CFI/BPO en gaat vergezeld van de volgende gegevens:

    • a. naam, adres, brinnummer, postcode en plaats van de school;

    • b. het aantal ingeschreven leerlingen op 1 augustus 2007 uitgesplitst naar speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.

  • 3 Voor de toepassing van dit artikel worden ingeschreven leerlingen op residentiële plaatsen niet meegerekend.

  • 4 De bijzondere bekostiging wordt toegekend voor de periode augustus tot en met december 2007 en bedraagt vijftwaalfde deel van € 9.112,05 per SO leerling en vijftwaalfde deel van € 12.020,56 per VSO leerling boven de 10% groei.

Paragraaf 2. Bijzondere bekostiging bij samenvoeging

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 42. Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van basisscholen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een basisschool die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige basisscholen, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren en die van de schoolleiding berekend op grond van het derde en vierde lid.

  • 2 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt in het tweede schooljaar na de samenvoeging

    • a. de helft van de bijzondere bekostiging berekend op grond van het derde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van basisscholen en

    • b. de bijzondere bekostiging berekend op grond van het vierde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van basisscholen.

  • 3 De bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan X – Y, waarin:

    X = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 23, 24, 25 en 28 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en

    Y = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 23, 24, 25 en 28 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 4 De bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van de schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs – Ys, waarin:

    Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en

    Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging.

Artikel 43. Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van speciale scholen voor basisonderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een speciale school voor basisonderwijs die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige speciale scholen voor basisonderwijs, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van de schoolleiding berekend op grond van het derde lid.

  • 2 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt in het tweede schooljaar na de samenvoeging de bijzondere bekostiging berekend op grond van het derde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van speciale scholen voor basisonderwijs.

  • 3 De bijzondere bekostiging voor schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs – Ys, waarin:

    Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en

    Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 26 van het Besluit bekostiging WPO in het schooljaar na de samenvoeging.

Artikel 44. Bijzondere bekostiging wegens samenvoeging van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Het bevoegd gezag van een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs die met ingang van 1 augustus is ontstaan uit samenvoeging van twee of meer zelfstandige scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, ontvangt het eerste schooljaar na de samenvoeging bijzondere bekostiging voor de personeelskosten van leraren en die van de schoolleiding berekend op grond van het derde en vierde lid.

  • 2 Het bevoegd gezag, bedoeld in het eerste lid, ontvangt in het tweede schooljaar na de samenvoeging

    • a. de helft van de bijzondere bekostiging berekend op grond van het derde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en

    • b. de bijzondere bekostiging berekend op grond van het vierde lid, aangepast aan de ontwikkeling van de genormeerde gemiddelde personeelslasten van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs.

  • 3 De bijzondere bekostiging voor leraren is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan X – Y, waarin:

    X = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 32 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en

    Y = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 32 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging.

  • 4 De bijzondere bekostiging voor schoolleiding is voor het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan Xs – Ys, waarin:

    Xs = de som van de bekostiging van alle bij de samenvoeging betrokken scholen, berekend op grond van artikel 35 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging, wanneer de samenvoeging niet zou hebben plaatsgevonden; en

    Ys = de som van de bekostiging van de samengevoegde school, berekend op grond van artikel 35 van het Besluit bekostiging WEC in het schooljaar na de samenvoeging.

Hoofdstuk 3. Gewogen gemiddelde leeftijd en betaalritme

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 45. Nadere regels gewogen gemiddelde leeftijd

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 De gewogen gemiddelde leeftijd op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar, bedoeld in artikel 11a van het Besluit bekostiging WPO en artikel 10b van het Besluit bekostiging WEC, is de betrekkingsomvang aan de desbetreffende school van elke leraar op de school, vermenigvuldigd met diens leeftijd en vervolgens gedeeld door de som van de betrekkingsomvang van alle leraren op de school. Voor leraren ouder dan 50 jaar wordt voor de toepassing van de eerste volzin de leeftijd op 50 jaar vastgesteld. Indien de uitkomst van de berekening van de gewogen gemiddelde leeftijd, bedoeld in de eerste volzin, lager is dan 30 wordt de gewogen gemiddelde leeftijd vastgesteld op 30. De in de eerste volzin bedoelde gewogen gemiddelde leeftijd wordt afgerond op 2 decimalen.

  • 3 In geval van een samenvoeging is de gewogen gemiddelde leeftijd de som van de betrekkingsomvang van elke leraar van alle bij de samenvoeging betrokken scholen vermenigvuldigd met diens leeftijd en vervolgens gedeeld door de som van de betrekkingsomvang van alle leraren van alle bij de samenvoeging betrokken scholen. De tweede tot en met de laatste volzin van het eerste lid is van toepassing.

  • 4 De geraamde landelijk gewogen gemiddelde leeftijd wordt vastgesteld op basis van de gewogen gemiddelde leeftijd van de scholen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar.

Artikel 46. Betaalritme

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Tenzij in deze regeling anders is bepaald worden de bekostigingsbedragen, bedoeld in deze regeling, uitbetaald in maandelijkse termijnen van gelijke omvang.

  • 2 De maandelijkse betaling van de bekostigingsbedragen voor personeelskosten bedoeld in de artikelen 2, 3, 6, 10a, eerste en tweede lid, 11, 12, 13, 14, tweede lid, 18, 19, 20, tweede lid, 21, 22 en 26 vindt plaats op grond van de volgende percentages:

    Augustus

    6,91%

    September

    6,91%

    Oktober

    6,91%

    November

    6,91%

    December

    6,91%

    Januari

    10,25%

    Februari

    9,20%

    Maart

    9,20%

    April

    9,20%

    Mei

    9,20%

    Juni

    9,20%

    Juli

    9,20%

Hoofdstuk 5. Aanpassing vermenigvuldigingsbedrag ten behoeve van het toekennen van de specifieke uitkering aan gemeenten, bestemd voor het bestrijden van onderwijsachterstanden

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 48. Specifieke uitkering aan gemeenten, bestemd voor het bestrijden van onderwijsachterstanden

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

[Red: Wijzigt het Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006–2010.]

Hoofdstuk 6. Aanpassing van de bedragen leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2007–2008

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 49. Leerlinggebonden budget in het voortgezet onderwijs schooljaar 2007–2008

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 [Red: Wijzigt het Bekostigingsbesluit W.V.O.]

  • 2 De bedragen, genoemd in het eerste lid in de eerste twee kolommen met bedragen, worden in de maand augustus 2008 uitbetaald.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Artikel 51. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2007.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2017, met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor het tijdvak waarvoor zij gelding had.

Artikel 52. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-08-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging personeel PO 2007–2008 en vaststelling bedragen leerlinggebonden budget VO 2007–2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S.A.M. Dijksma