Besluit ex artikel 37 van de Wet op de economische delicten
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 27 April 1951, 2de Afdeling A,
no. 2273;
Gelet op artikel 37 van de Wet op de economische delicten;
Hebben goedgevonden en verstaan: