Bijlage als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet tuchtrechtspraak accountants
Formulier voor het afleggen van de eed of belofte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet tuchtrechtspraak accountants door de voorzitter, de leden, de secretaris
en hun plaatsvervangers;
Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning, en dat ik de Grondwet en alle overige wetten zal onderhouden en nakomen.
Ik zweer/verklaar dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel
ook, tot het verkrijgen van mijn benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd,
noch zal geven of beloven.
Ik zweer/verklaar dat ik nimmer enige giften of geschenken hoegenaamd zal aannemen
of ontvangen van enig persoon van wie ik weet of vermoed dat hij een rechtsgeding
zal krijgen waarbij ik vanwege mijn werk binnen de accountantskamer betrokken zou
kunnen zijn.
Ik zweer/beloof dat ik mijn werk binnen de accountantskamer met eerlijkheid, nauwgezetheid
en onzijdigheid, zonder aanzien van personen, zal uitoefenen en mij in deze uitoefening
zal gedragen zoals een goed voorzitter/plaatsvervangend voorzitter/lid/plaatsvervangend
lid, secretaris/plaatsvervangend secretaris van de accountantskamer betaamt.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!
Krachtens de wet zijn de voorzitter, de leden, de secretaris en hun plaatsvervangers
verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover zij bij de uitoefening van hun
taak de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs
moeten vermoeden, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling
verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.