Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2012.
Geldend van 01-01-2012 t/m 31-12-2012

Besluit van 15 juli 2008, houdende bepalingen met betrekking tot de reikwijdte van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, het vaststellen van indicatoren en het overdragen van bevoegdheden in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Financiën, mede namens Onze Minister van Justitie, van 27 maart 2008, FM 2008-00756 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Integriteit;

Gelet op de artikelen 1, eerste lid, aanhef en onderdeel a, onder 18°, 6, derde lid, 7, derde lid, 15, eerste lid, en 31, eerste en tweede lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, artikelen 6, zesde lid, en 23, tweede lid, van de Wet politiegegevens, artikel 2, eerste lid van de Sanctiewet 1977, artikel 5, tweede lid van de Wet documentatie vennootschappen, artikelen 3:9, derde lid, 3:10, tweede en derde lid, 3:17, tweede lid, 3:99, derde lid, 4:10, derde lid en 4:14, tweede lid, aanhef, onderdeel b, van de Wet op het financieel toezicht, artikel 9, eerste lid, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, artikel 105, tiende lid, van de Pensioenwet, artikel 110, tiende lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling en artikel 127, tweede lid, van de Wegenverkeerswet;

De Raad van State gehoord (advies van 17 april 2008, no. W06.08.0111/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie, van 11 juli 2008, nr. FM01749M;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 3

Artikel 7, eerste en tweede lid, van de wet zijn van overeenkomstige toepassing op producten of transacties die voldoen aan de voorwaarden, genoemd in artikel 3, derde lid, van richtlijn nr. 2006/70/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten (PbEU L 214).

Artikel 5

  • 2 Aan de overdracht van bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, worden de volgende voorschriften verbonden:

    • a. de personen, bedoeld in het eerste lid, verstrekken onverwijld aan Onze Minister op zijn verzoek alle inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de nakoming van internationale afspraken en verplichtingen of voor een onderzoek naar de toereikendheid van de wet;

    • b. de personen, bedoeld in het eerste lid, dragen bij aan de totstandkoming van procedurele afspraken met betrekking tot de handhaving tussen hen en de betrokken ministeries en andere overheidsinstellingen;

    • c. de personen, bedoeld in het eerste lid, maken afspraken met andere personen die belast zijn met het toezicht op de naleving van de wet over de onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling ten behoeve van de uitoefening van de door dit besluit overgedragen bevoegdheden.

Artikel 9

[Red: Wijzigt het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft.]

Artikel 14

[Red: Wijzigt het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling.]

Artikel 17

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 15 juli 2008

Beatrix

De Minister van Financiën a.i.,

A. Rouvoet

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de negenentwintigste juli 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage Indicatorenlijst

I. Subjectieve indicator

Vermoedelijke witwastransacties of terrorismefinanciering

Transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.

II. Objectieve indicatoren

IIA. Banken, elektronischgeldinstellingen, financiële instellingen,beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen, geldtransactiekantoren

Contante wisseltransacties

Contante transacties met een waarde van € 15.000 of meer waarbij contante omwisseling in een andere valuta of van kleine naar grote coupures plaatsvindt.

Geldtransfers

Contante transacties van € 2.000 of meer waarbij de gelden ter beschikking worden gesteld in de vorm van chartaal geld of cheques, of door middel van een credit-of debetcard, dan wel betaalbaar worden gesteld in de vorm van chartaal geld, cheques of door storting op rekening, tenzij het een transactie betreft door een geldtransactiekantoor dat de afwikkeling van de transactie overlaat aan een ander geldtransactiekantoor waarop de meldingsplicht, bedoeld in artikel 16 van de wet, eveneens van toepassing is.

Transacties met aangewezen landen

Transacties met (rechts)personen die zijn gevestigd in landen of gebieden, die door OnzeMinister en Onze Minister van Justitie zijn aangewezen als onaanvaardbaar risico voor witwassen of terrorismefinanciering.

IIB. Levensverzekeraars en bemiddelaars in verzekeringen

Transacties met aangewezen landen

Transacties met (rechts)personen die zijn gevestigd in landen of gebieden, die door Onze Minister en OnzeMinister van Justitie zijn aangewezen als onaanvaardbaar risico voor witwassen of terrorismefinanciering.

IIC. Creditcardmaatschappijen

Contante storting

Contante storting ten gunste van een creditcardrekening van € 15.000 of meer.

Gebruik van creditcard

Gebruik van de creditcard in verband met een transactie van € 15.000 of meer bij een aangesloten bedrijf in Nederland.

IID. Casino’s

Depot

Het in depot nemen van munten, bankbiljetten of andere waarden van € 15.000 of meer.

Girale transacties

Girale transacties van € 15.000 of meer.

Verkoop van speelpenningen

Verkoop aan een cliënt van speelpenningen met een tegenwaarde van € 15.000 of meer tegen inlevering van cheques of buitenlandse valuta.

IIE. Handelaren in zaken van grote waarde

Contante transacties

Transacties waarbij voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen verkocht worden tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling, waarbij het contant te betalen bedrag € 25.000 of meer bedraagt.

IIF. Onafhankelijke juridisch adviseurs, advocaten, notarissen, belastingadviseurs, externe accountants,bedrijfseconomische adviseurs, bemiddelaars in onroerende zaken, trustkantoren

Contante transacties

Transacties van € 15.000 euro of meer betaald aan of door tussenkomst van de beroepsbeoefenaar in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen.

Procedurele aspecten rondom een melding

Voor alle indicatoren geldt dat melding verplicht is van transacties of voorgenomen transacties indien de transactie is verricht of voorgenomen bij het verlenen van een dienst in de zin van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Wat betreft de termijn waarbinnen gemeld dient te worden, wordt opgemerkt dat de transacties binnen veertien dagen nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie is vastgesteld moeten worden gemeld (zie ook artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme).

Verder ligt het in de rede dat transacties die in verband met witwassen aan politie of Openbaar Ministerie worden gemeld, ook aan het Meldpunt moeten worden gemeld; er is immers een vermoeden van witwassen. Uiteraard luiden de genoemde bedragen in euro of de tegenwaarde daarvan in een vreemde valuta.