Bijlage A. Erkenningsvoorwaarden voor een erkend inspecteur
Artikel 1. De organisatiestructuur
De aanvrager beschikt over een beschrijving, inclusief een organisatieschema, waaruit
de plaats van de aanvrager in de onderneming blijkt.
Artikel 2. Vakbekwaamheid
De aanvrager beschikt met betrekking tot het gebied van de werkzaamheden ten aanzien
waarvan hij de erkenning aanvraagt, over:
-
a. een grondige kennis omtrent de door de EASA opgestelde codes, specificaties en procedures,
welke in Nederland van toepassing zijn alsmede de door de minister met betrekking
tot de beoordeling van de luchtwaardigheid gestelde regelen en gegeven aanwijzingen,
voor zover deze regelen en aanwijzingen voor hem van belang zijn, en
-
b. een gezond oordeel en bekleedt een onafhankelijke dan wel een voldoende verantwoordelijke
positie op het bovengenoemde gebied.
Artikel 3. Ervaring
Ten einde een goede uitvoering van werkzaamheden te kunnen waarborgen, zal de aanvrager:
-
a. ten minste één jaar in goede samenwerking met de Inspectie Leefomgeving en Transport
aangelegenheden, direct verband houdende met de verkrijging van bewijzen van luchtwaardigheid
van vliegtuigen, hebben behandeld;
-
b. indien de erkenning geen vliegproeven zal omvatten, ongeveer vijf jaren op het gebied,
waarvoor hij de erkenning aanvraagt, dan wel op een aanverwant gebied, werkzaamheden
hebben verricht, direct verband houdende met de verkrijging van bewijzen van luchtwaardigheid
van vliegtuigen, of op een andere wijze hebben getoond, dat hij geschikt is voor die
werkzaamheden;
-
c. indien de erkenning vliegproeven zal omvatten, ten minste houder zijn van een geldig
vliegbewijs B3, waarin de bevoegdverklaring ‘blindvliegen' is gesteld; voorts moet
de aanvrager tijdens vluchten, waarvan de gezamenlijke tijdsduur ten minste 2000 uren
bedraagt, als houder van een vliegbewijs vliegtuigen hebben bestuurd, waarvan ten
minste 100 uren in het tijdvak van twaalf maanden, onmiddellijk voorafgaande aan de
aanvraag, en waarvan ten minste 100 uren een vliegtuig van het type, waarvoor hij
de erkenning aanvraagt.
Artikel 4. Documentatie
De aanvrager beschikt op de werkplek over de van toepassing zijnde voorschriften,
specificaties, normen en andere gegevens die ingevolge de aanwijzingen van de minister
van toepassing zijn op de certificatieprocessen.
Artikel 5. Kwaliteitssysteem
De aanvrager is verantwoordelijk voor een kwaliteitssysteem dat in ieder geval de
volgende aspecten bevat:
-
a. de certificatieprocessen;
-
b. het documentatiebeheer;
-
c. de vrijgave van certificatiedocumentatie;
-
d. een doelmatige en deugdelijke technische administratie;
-
e. de kwaliteitsborging.
Artikel 6. De certificatieprocessen
De certificatieprocessen van de aanvrager waarborgen dat de werkzaamheden worden uitgevoerd,
overeenkomstig de van toepassing zijnde specificaties, voorschriften en instructies
zodat de resultaten van het certificatieproces aan een vooraf vastgestelde kwaliteit
voldoen.
Artikel 7. Het documentatiebeheer
De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt dat de beschikbare documentatie
wordt bijgehouden en actueel blijft.
Artikel 8. De vrijgave
-
1. Het vrijgaveproces van de aanvrager waarborgt dat certificatiedocumentatie niet voor
gebruik of toepassing worden vrijgegeven zonder een verklaring van overeenstemming
met de luchtwaardigheidseisen.
-
2. De verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen is slechts geldig
indien het:
-
3. Het model van de verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen geeft
in ieder geval in de Nederlandse of Engelse taal het volgende weer:
-
a. een verklaring luidende
-
1°. ‘Verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen, afgegeven ingevolge
machtiging op grond van het door de Minister van Infrastructuur en Milieu afgegeven
bewijs van erkenning nr...’,
-
2°. ‘Declaration of compliance with the airworthiness regulations, released in accordance
with the approval by the Ministry of Infrastructure and the Environment of the Netherlands
ref approval no...’, of
-
3°. een verklaring overeenkomstig sub 1° of 2°,
-
b. de naam van de houder van de erkenning, die op het bewijs van erkenning is vermeld;
-
c. het volgnummer van de verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen;
-
d. de certificatiedocumentatie waar de verklaring van overeenstemming voor wordt geautoriseerd;
-
e. een verklaring aan welke luchtwaardigheidseisen voldaan wordt;
-
f. het administratienummer waaronder nadere informatie over het eindproduct is te vinden;
-
g. op welke datum de verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen is
getekend.
Artikel 9. Een doelmatige en deugdelijke technische administratie
De aanvrager zorgt voor een doelmatige en deugdelijke technische administratie met
betrekking tot:
-
a. de afgegeven verklaring van overeenstemming met de luchtwaardigheidseisen;
-
b. de onderliggende certificatiedocumentatie waarvoor de verklaring van overeenstemming
met de luchtwaardigheidseisen is afgegeven;
-
c. de meetgegevens omtrent op materialen, halfproducten, onderdelen en uitrustingsstukken
toegepaste behandelingen, indien de beoordeling van de certificatiedocumentatie mede
op grond van deze gegevens geschiedt.
Artikel 10. Kwaliteitsborging
-
1. De aanvrager beschikt over de daartoe noodzakelijke gegevens, en stelt deze ter beschikking
aan de kwaliteitsborgingsfunctie van het bedrijf waarbij hij werkzaam is, teneinde
aan te kunnen tonen dat het kwaliteitssysteem naar behoren functioneert.
-
2. De aanvrager laat zijn functioneren regelmatig beoordelen door de kwaliteitsborgingsfunctie,
de kwaliteitsborgingsfunctie ziet er in ieder geval op toe dat het kwaliteitssysteem
wordt toegepast.
-
3. Zodra blijkt, dat het kwaliteitssysteem tekortschiet, achterhaalt de aanvrager of
de kwaliteitsborgingsfunctie de oorzaken daarvan, teneinde maatregelen ter verbetering
te kunnen treffen. Indien nodig brengt de aanvrager de nodige wijzigingen aan in het
kwaliteitssysteem.
Artikel 11. Handboek
Het handboek van de aanvrager bevat een beschrijving hoe hij aan de artikelen 4 tot
en met 10 voldoet en een wijzigingsprocedure van het handboek.
Bijlage C. Erkenningsvoorwaarden voor een erkend bedrijf
Artikel 1. De organisatiestructuur
-
1. Voor zover de aanvrager deel uitmaakt van een grotere onderneming, beschikt de aanvrager
over beschrijving, inclusief een organisatieschema, waaruit de plaats van de aanvrager
in de grotere onderneming blijkt.
-
2. De aanvrager beschikt over een beschrijving, inclusief een organisatieschema, van
de interne organisatie.
-
3. De aanvrager beschikt over een beschrijving van alle van belang zijnde functies binnen
de interne organisatie. De functiebeschrijvingen geven de verantwoordelijkheden, taken
en bevoegdheden weer.
Artikel 2. Personeelscapaciteit
-
1. De aanvrager zorgt voor voldoende en bekwaam personeel voor het:
-
a. uitvoeren van werkzaamheden;
-
b. uitoefenen van toezicht op de werkzaamheden;
-
c. autoriseren van certificaten van vrijgave dan wel certificaten van vrijgave voor gebruik.
-
2. Het personeel dat door de aanvrager wordt gemachtigd tot het autoriseren van certificaten
van vrijgave dan wel certificaten van vrijgave voor gebruik behoeft de instemming
van de minister.
-
3. Het bedrijf machtigt geen personen tot het autoriseren van certificaten van vrijgave
dan wel certificaten van vrijgave voor gebruik, die de kwaliteitsborging bedoeld in
artikel 16 uitvoeren.
Artikel 3. Bedrijfsmiddelen
-
1. De aanvrager beschikt over voldoende en doelmatige bedrijfsmiddelen, ten einde een
goede uitvoering van de werkzaamheden te kunnen waarborgen.
-
2. De aanvrager beschikt over bedrijfsmiddelen die het personeel en de producten en onderdelen
beschermen tegen ongewenste invloeden van buitenaf.
-
3. Indien bedrijfsmiddelen van derden worden gebruikt, zorgt de aanvrager dat hij:
-
a. beschikt over de bedrijfsmiddelen;
-
b. verantwoordelijk is voor de gang van zaken ten aanzien van deze bedrijfsmiddelen;
-
c. maatregelen kan treffen voor noodzakelijke verbeteringen.
Artikel 4. Documentatie
De aanvrager beschikt in het bedrijf, daar waar deze voor de uitvoering van de werkzaamheden
benodigd zijn, over de van toepassing zijnde voorschriften, specificaties, normen
en andere gegevens, die ingevolge de aanwijzingen van de minister van toepassing zijn
op de materialen, onderdelen, producten en productieprocessen.
Artikel 5. Kwaliteitssysteem
-
1. De aanvrager is verantwoordelijk voor een kwaliteitssysteem dat in ieder geval, voor
zover van toepassing op de aanvrager, de volgende aspecten bevat:
-
a. het kwaliteitsbeleid;
-
b. de opleiding, kwalificatie en ervaring van het personeel;
-
c. de productieprocessen;
-
d. het documentatiebeheer;
-
e. de deugdelijkheid van meet- en beproevingsmiddelen;
-
f. de deugdelijkheid van materialen, onderdelen en producten;
-
g. de opslag van materialen, onderdelen en producten;
-
h. de identificatie en traceerbaarheid van materialen, onderdelen en producten;
-
i. de vrijgave van onderdelen en producten;
-
j. de melding van defecten en gebreken;
-
k. een doelmatige en deugdelijke technische administratie;
-
l. de kwaliteitsborging;
-
m. beheersing van de invloed van economische en commerciële factoren op de kwaliteit.
-
2. Elk lid van het personeel wordt in kennis gesteld van en in staat gesteld om naar
behoefte kennis te nemen van het kwaliteitssysteem.
-
3. Wijzigingen in het kwaliteitssysteem worden tijdig bekendgemaakt aan het bij de wijziging
betrokken personeel.
Artikel 6. Kwaliteitsbeleid
-
1. Het door de aanvrager vastgestelde kwaliteitsbeleid bestaat uit doelstellingen, wegen
en middelen, en prioriteiten, dat leidt tot een beleidsprogramma teneinde te waarborgen
dat de resultaten van het productieproces voldoen aan vooraf vastgestelde kwaliteit.
-
2. Het kwaliteitsbeleid is gericht op het voorkomen van onbedoelde afwijkingen in het
functioneren van het bedrijf.
-
3. Het kwaliteitsbeleid is bekend bij en wordt uitgevoerd door het personeel.
-
4. Het kwaliteitsbeleid wordt periodiek door de aanvrager getoetst op blijvende geschiktheid.
Artikel 7. De opleiding, kwalificatie en ervaring van het personeel
-
1. Indien de aanvrager zorgt dat het personeel door een opleiding de vereiste kennis,
bedrevenheid en ervaring krijgt voor uitvoerende, leidinggevende of toezichthoudende
taken, beschikt de aanvrager over een beschrijving van de opleiding.
-
2. De beschrijving bevat informatie over ten minste de volgende elementen:
-
a. de opleidingsstructuur en -programma's;
-
b. de voorwaarden tot toelating;
-
c. de beoordelingsmethode van gemaakte vorderingen;
-
d. de wijze van examinering.
-
3. De aanvrager administreert met een bewijs van bekwaamheid, of anderszins, ieder lid
van het personeel, dat direct verantwoordelijk is voor of belast is met:
-
a. de uitvoering van werkzaamheden;
-
b. het toezicht houden op werkzaamheden;
-
c. de uitvoering van werkzaamheden, die aangemerkt zijn als bijzondere werkwijze.
-
4. De aanvrager administreert met een machtiging, of anderszins, ieder lid van het personeel,
dat belast is met: het autoriseren van certificaten van vrijgave dan wel certificaten
van vrijgave voor gebruik.
-
5. De beschrijving bevat tevens een omschrijving van de te hanteren regeling voor toetsing
en periodieke hertoetsing van de bekwaamheden en een beschrijving van de organisatie
van het toezicht op die regeling.
Artikel 8. De productieprocessen
De aanvrager waarborgt dat:
-
a. de werkzaamheden tijdens het productieproces worden uitgevoerd, overeenkomstig de
van toepassing zijnde specificaties en voorschriften en instructies, met gebruikmaking
van de van toepassing zijnde bedrijfsmiddelen;
-
b. de halffabrikaten in de diverse stadia van de productie aan de daaraan gestelde eisen
voldoen;
-
c. de materialen, onderdelen en producten bij aflevering voldoen aan de desbetreffende
specificaties of tekeningen.
Artikel 9. Het documentatiebeheer
De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt, dat de beschikbare documentatie
wordt bijgehouden en actueel blijft.
Artikel 10. De meet- en beproevingsmiddelen
-
1. De aanvrager beschikt over voldoende en geschikte meet- en beproevingsmiddelen, zodat
materialen, halffabrikaten, onderdelen en producten met de vereiste nauwkeurigheid
gemeten, getest en beproefd kunnen worden.
-
2. De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt dat de meet-, en beproevingsmiddelen
in aantoonbaar deugdelijke toestand worden gehouden.
-
3. Calibraties en ijkingen worden zodanig verricht zodat de metingen tot de nationale
standaards herleidbaar zijn.
-
4. Meet- en beproevingsmiddelen die niet aan de eisen voldoen, worden gescheiden gehouden
van goede middelen en als zodanig geïdentificeerd.
Artikel 11. De deugdelijkheid van toegeleverde materialen, onderdelen en producten
en uitbestede werkzaamheden
-
1. De aanvrager beschikt over een systeem dat de deugdelijkheid waarborgt van elders
betrokken materialen, onderdelen en producten, en uitbestede werkzaamheden.
-
2. De aanvrager beschikt over een systeem dat zeker stelt dat materialen, halffabrikaten,
en onderdelen, die in eerste instantie zijn afgekeurd, nader worden beoordeeld, en
bij definitieve afkeur uit het productieproces worden verwijderd.
Artikel 12. De opslag van materialen en producten
De aanvrager zorgt voor een goede opslag van en een goede handelwijze met materialen,
halffabrikaten, onderdelen en producten, zodat:
-
a. wanneer de maximaal toelaatbare opslagtermijn verstreken is, deze materialen, halffabrikaten,
onderdelen en producten niet worden vrijgegeven voor verwerking;
-
b. afgekeurde en ongekeurde exemplaren gescheiden worden gehouden van goedgekeurde exemplaren;
-
c. exemplaren die vanuit een productieafdeling in opslag worden genomen op kwaliteit
beoordeeld en geïdentificeerd worden.
Artikel 13. De identificatie en traceerbaarheid van materialen, onderdelen en producten
-
1. De aanvrager zorgt ervoor dat belangrijke materialen, onderdelen en producten op systematische
wijze worden gemerkt, opdat deze in elk stadium van de productie, alsmede na aflevering,
te identificeren zijn en de herkomst daarvan is na te gaan.
-
2. De aanvrager zorgt ervoor afgekeurde materialen, onderdelen en producten zodanig te
identificeren, dat deze duidelijk te onderscheiden zijn van overige exemplaren.
-
3. De aanvrager zorgt ervoor dat door het bedrijf vervaardigde onderdelen en producten
ten minste voorzien zijn van de volgende gegevens:
-
a. het kenmerk van de fabrikant;
-
b. de type-, model- of specificatieaanduiding;
-
c. het serienummer of de datum van vervaardiging.
Artikel 14. De vrijgave
-
1. Het vrijgaveproces van de aanvrager waarborgt dat materialen, onderdelen en producten
waarop de erkenning betrekking heeft, die bestemd zijn om in luchtvaartuigen te worden
gebruikt of door derden te worden verwerkt, niet voor gebruik of verwerking worden
vrijgegeven zonder een certificaat van vrijgave dan wel certificaat van vrijgave voor
gebruik.
-
2. De aanvrager waarborgt dat luchtvaartuigen, waarop de aanvraag betrekking heeft, niet
voor gebruik worden vrijgegeven zonder een certificaat van vrijgave voor gebruik.
-
3. Het certificaat van vrijgave dan wel het certificaat van vrijgave voor gebruik is
slechts geldig indien het:
-
a. volledig leesbaar is,
-
b. tegen uitwissen is beveiligd, en
-
c. is ondertekend door een door de aanvrager overeenkomstig artikel 7, vierde lid, gemachtigd
personeelslid.
-
4. Het is de in het vorige lid bedoelde personen niet toegestaan een certificaat van
vrijgave dan wel een certificaat van vrijgave voor gebruik te ondertekenen, zonder
zich op redelijke wijze van de juistheid van de te ondertekenen verklaring te hebben
overtuigd.
-
5. Het model van het certificaat van vrijgave voor gebruik geeft in ieder geval in de
Nederlandse of Engelse taal het volgende weer:
-
a. een verklaring luidende
-
1°. ‘Certificaat van vrijgave voor gebruik, afgegeven ingevolge de bevoegdheid op grond
van het door de Minister van Infrastructuur en Milieu afgegeven bewijs van erkenning
nr...’,
-
2°. ‘Certificate of release to service, released in accordance with the approval by the
Ministry of Infrastructure and the Environment of the Netherlands ref approval no...’,
of
-
3°. een verklaring overeenkomstig sub 1° of 2°,
-
b. de naam van de houder van de erkenning, die op het bewijs van erkenning is vermeld;
-
c. het volgnummer van het certificaat van vrijgave dan wel certificaat van vrijgave voor
gebruik;
-
d. het eindproduct waar het certificaat van vrijgave voor gebruik voor wordt geautoriseerd;
-
e. een verklaring dat het eindproduct voldoet aan de eisen, bedoeld in de Regeling onderhoud luchtvaartuigen;
-
f. het administratienummer waaronder nadere informatie over het eindproduct is te vinden;
-
g. door wie en op welke datum het certificaat van vrijgave voor gebruik is getekend.
Artikel 15. Een doelmatige en deugdelijke technische administratie
-
1. De aanvrager zorgt voor een doelmatige en deugdelijke technische administratie met
betrekking tot:
-
a. de afgegeven certificaten van vrijgave dan wel certificaten van vrijgave voor gebruik;
-
b. de meetgegevens omtrent tijdens de productie toegepaste behandelingen, indien de beoordeling
ervan mede op grond van deze gegevens geschiedt;
-
c. de gegevens omtrent de uitgevoerde werkzaamheden, keuringen en beproevingen en de
wijze van uitvoering;
-
d. de verwerking van materialen en onderdelen, teneinde deze in elk stadium van de werkzaamheden
te kunnen identificeren en opsporen en na aflevering de herkomst ervan te kunnen vaststellen;
-
e. de bedrijfs- en opslagtijden van die materialen en onderdelen, waarbij deze tijden
een belangrijke rol spelen.
-
2. De gegevens worden tegen uitwissen beveiligd, vastgelegd en opgeslagen door daartoe
bevoegd personeel. Bij mutaties van gegevens wordt de identiteit van degene die de
wijziging invoert, eenduidig vastgelegd.
-
3. De technische administratie is voorzien van een systeem om fouten te kunnen constateren
en tijdig te corrigeren.
Artikel 16. De kwaliteitsborging
-
1. De aanvrager beschikt over een kwaliteitsafdeling die erop toeziet dat het kwaliteitsbeleid
wordt toegepast.
-
2. De kwaliteitsafdeling vervult haar taak onafhankelijk van de met de directe uitvoering
van de werkzaamheden belaste afdelingen.
-
3. De aanvrager en in het bijzonder de kwaliteitsafdeling beschikt, teneinde te verzekeren
en aan te kunnen tonen dat het kwaliteitssysteem naar behoren functioneert, over daartoe
noodzakelijke gegevens.
-
4. De kwaliteitsafdeling beoordeelt regelmatig het functioneren van de organisatie. Indien
naar het oordeel van de Minister de aard of omvang van de aanvrager zich hier niet
voor leent, kan deze beoordeling worden uitbesteed aan derden, mits de door de Minister
ter zake gegeven aanwijzingen worden opgevolgd.
-
5. Indien blijkt dat het kwaliteitssysteem tekortschiet, achterhaalt de aanvrager de
oorzaken daarvan of laat deze achterhalen, teneinde maatregelen ter verbetering te
kunnen treffen.
-
6. Indien daar aanleiding toe is, brengt de aanvrager de nodige verbeteringen aan in
het kwaliteitssysteem.
-
7. De kwaliteitsafdeling beschikt over een doelmatige en deugdelijke uitrusting voor
de uitvoering van haar taak.
-
8. De kwaliteitsafdeling beschikt ten minste over de bevoegdheid om de autorisatie van
certificaten van vrijgave dan wel certificaten van vrijgave voor gebruik te verhinderen
of ongedaan te maken.
Artikel 17. Handboek
-
1. Het handboek van de aanvrager bevat een beschrijving hoe hij aan de artikelen 1 tot
en met 16 voldoet, waarbij de productieprocessen, zoals bedoeld in artikel 8, vanaf
de voorbereiding tot en met de aflevering, zowel in hoofdlijnen als daar waar nodig
tot in gedetailleerde werkinstructies zijn beschreven.
-
2. Tevens bevat het handboek van de aanvrager het volgende:
-
a. de kennisgevingsprocedure van organisatorische wijzigingen aan de Minister
-
b. een overzicht van het personeel, dat belast is met het autoriseren van certificaten
van vrijgave dan wel certificaten van vrijgave voor gebruik;
-
c. en overzicht van de derden, die worden ingeschakeld bij de productie;
-
d. de wijzigingsprocedure van het handboek.
Bijlage D. Erkenningsvoorwaarden voor een erkende geluidsmeetorganisatie
Artikel 1. De organisatiestructuur
-
1. Voor zover de aanvrager deel uitmaakt van een grotere onderneming, beschikt de aanvrager
over een beschrijving, inclusief een organisatieschema, waaruit de plaats van de aanvrager
in de grotere onderneming blijkt.
-
2. De aanvrager beschikt over een beschrijving, inclusief een organisatieschema, van
de interne organisatie.
-
3. De aanvrager beschikt over een beschrijving van alle van belang zijnde functies binnen
de interne organisatie. De functiebeschrijvingen geven de verantwoordelijkheden, taken
en bevoegdheden weer.
Artikel 2. Personeelscapaciteit
-
1. De aanvrager zorgt voor voldoende en bekwaam personeel voor het:
-
a. uitvoeren van werkzaamheden;
-
b. uitoefenen van toezicht op de werkzaamheden;
-
c. afgeven van geautoriseerde geluidsmeetrapporten.
-
2. De organisatie machtigt geen personen tot het autoriseren van geluidsmeetrapporten,
die de kwaliteitsborging, bedoeld in artikel 13, uitvoeren.
Artikel 3. Bedrijfsmiddelen
-
1. De aanvrager beschikt over voldoende en doelmatige bedrijfsmiddelen ten einde een
goede uitvoering van de werkzaamheden te kunnen waarborgen.
-
2. De aanvrager beschikt over bedrijfsmiddelen die het personeel en de geluidsmeetapparatuur
beschermen tegen ongewenste invloeden van buitenaf.
-
3. Indien bedrijfsmiddelen van derden worden gebruikt, zorgt de aanvrager dat hij:
-
a. beschikt over de bedrijfsmiddelen;
-
b. verantwoordelijk is voor de gang van zaken ten aanzien van deze bedrijfsmiddelen;
-
c. maatregelen kan treffen voor noodzakelijke verbeteringen.
Artikel 4. Documentatie
De aanvrager beschikt in de organisatie, daar waar deze voor de uitvoering van de
werkzaamheden benodigd zijn, over de van toepassing zijnde voorschriften, specificaties,
normen en andere gegevens.
Artikel 5. Kwaliteitssysteem
-
1. De aanvrager is verantwoordelijk voor een kwaliteitssysteem dat in ieder geval, voor
zover van toepassing op de aanvrager, de volgende aspecten bevat:
-
a. het kwaliteitsbeleid;
-
b. de opleiding, kwalificatie en ervaring van het personeel;
-
c. het meetproces;
-
d. het documentatiebeheer;
-
e. de deugdelijkheid van meetapparatuur;
-
f. de autorisatie van geluidsmeetrapporten;
-
g. een doelmatige en deugdelijke technische administratie;
-
h. de kwaliteitsborging;
-
i. beheersing van de invloed van economische en commerciële factoren op de kwaliteit.
-
2. Elk lid van het personeel wordt in kennis gesteld van en in staat gesteld om naar
behoefte kennis te nemen van het kwaliteitssysteem.
-
3. Wijzigingen in het kwaliteitssysteem worden tijdig bekendgemaakt aan het bij de wijziging
betrokken personeel.
Artikel 6. Kwaliteitsbeleid
-
1. Het door de aanvrager vastgestelde kwaliteitsbeleid bestaat uit doelstellingen, wegen
en middelen, en prioriteiten, die leiden tot een beleidsprogramma teneinde te waarborgen
dat de resultaten van het geluidsmetingproces voldoen aan vooraf vastgestelde kwaliteit.
-
2. Het kwaliteitsbeleid is gericht op het voorkomen van onbedoelde afwijkingen in het
functioneren van de organisatie.
-
3. Het kwaliteitsbeleid is bekend bij en wordt uitgevoerd door het personeel.
-
4. Het kwaliteitsbeleid wordt periodiek door de aanvrager dan wel in het geval van een
eenmansorganisatie door de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie getoetst op
blijvende geschiktheid.
Artikel 7. De opleiding, kwalificatie en ervaring van het personeel
-
1. Indien de aanvrager zorgt dat het personeel door een opleiding de vereiste kennis,
bedrevenheid en ervaring heeft voor uitvoerende, leidinggevende of toezichthoudende
taken, beschikt de aanvrager over een beschrijving van de opleiding.
-
2. De aanvrager administreert met een machtiging, of anderszins, ieder lid van het personeel,
dat belast is met het autoriseren van geluidsmeetrapporten.
-
3. De beschrijving bevat tevens een omschrijving van de te hanteren regeling voor toetsing
en periodieke hertoetsing van de bekwaamheden en een beschrijving van de organisatie
van het toezicht op die regeling.
Artikel 8. Het geluidsmeetproces
De aanvrager waarborgt dat de werkzaamheden tijdens het geluidsmeetproces worden uitgevoerd,
overeenkomstig de van toepassing zijnde voorschriften en instructies, met gebruikmaking
van de van toepassing zijnde bedrijfsmiddelen.
Artikel 9. Het documentatiebeheer
De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt dat de beschikbare documentatie
wordt bijgehouden en actueel blijft.
Artikel 10. De identificatie en traceerbaarheid van meetapparatuur
-
1. De aanvrager beschikt over een systeem dat waarborgt, dat de meet- en beproevingsapparatuur
in aantoonbaar deugdelijke toestand wordt gehouden.
-
2. Calibraties en ijkingen worden zodanig verricht dat de metingen tot de nationale standaards
herleidbaar zijn.
-
3. Meet- en beproevingsapparatuur die niet aan de eisen voldoet, wordt gescheiden gehouden
van goede apparatuur en als zodanig geïdentificeerd.
Artikel 11. De geluidsmeetrapporten
-
1. Het geluidsmeetrapport is slechts geldig indien het:
-
a. volledig leesbaar is,
-
b. tegen uitwissen is beveiligd, en
-
c. is ondertekend door een door de aanvrager overeenkomstig artikel 7, tweede lid, gemachtigd
personeelslid.
-
2. Het is de in het vorige lid bedoelde personen niet toegestaan een geluidsmeetrapport
te ondertekenen, zonder zich op redelijke wijze van de juistheid van het te ondertekenen
rapport te hebben overtuigd.
-
3. Het geluidsmeetrapport houdt in:
-
a. een verklaring luidende:
-
1°. Geluidsmeetrapport, afgegeven op grond van het door de Minister van Infrastructuur
en Milieu afgegeven bewijs van erkenning nr. …..;
-
2°. Report on noise measurement test released in accordance with the approval by the Ministry
of Infrastructure and the Environment of the Netherlands ref. Approval no ..…;
-
b. de naam van de houder van de erkenning, die op het bewijs van erkenning is vermeld;
-
c. het volgnummer van het geluidsmeetrapport;
-
d. door wie en op welke datum het geluidsmeetrapport is getekend;
-
e. het meetresultaat;
-
f. de autorisatie van het betrokken personeelslid;
-
g. de beschrijving van het luchtvaartuig;
-
h. volgens welke meetmethode gemeten is;
-
i. equivalente meetmethoden;
-
j. de correctieberekeningen.
Artikel 12. Een doelmatige en deugdelijke technische administratie
-
1. De aanvrager zorgt voor een doelmatige en deugdelijke technische administratie met
betrekking tot:
-
a. de afgegeven geluidsmeetrapporten;
-
b. de meetgegevens omtrent tijdens het proces toegepaste behandelingen, indien de beoordeling
ervan mede op grond van deze gegevens geschiedt;
-
c. de gegevens omtrent de uitgevoerde metingen en de wijze van uitvoering;
-
2. De gegevens worden, tegen uitwissen beveiligd, vastgelegd en opgeslagen door daartoe
bevoegd personeel. Bij mutaties van gegevens, wordt de identiteit van degene die de
wijziging invoert, eenduidig vastgelegd.
Artikel 13. De kwaliteitsborging bij een organisatie niet zijnde een eenmansorganisatie
-
1. De aanvrager beschikt over een kwaliteitsafdeling, die erop toeziet dat het kwaliteitsbeleid
wordt toegepast.
-
2. De kwaliteitsafdeling vervult haar taak onafhankelijk van de met de directe uitvoering
van de werkzaamheden belaste afdelingen.
-
3. De aanvrager en in het bijzonder de kwaliteitsafdeling beschikt, teneinde te verzekeren
en aan te kunnen tonen dat het kwaliteitssysteem naar behoren functioneert, over daartoe
noodzakelijke gegevens.
-
4. De kwaliteitsafdeling beoordeelt regelmatig het functioneren van de organisatie. Indien
naar het oordeel van de minister de aard of omvang van de aanvrager zich hier niet
voor leent, kan deze beoordeling worden uitbesteed aan derden, mits de door de minister
ter zake gegeven aanwijzingen worden opgevolgd.
-
5. Indien blijkt dat het kwaliteitssysteem tekortschiet, achterhaalt de aanvrager de
oorzaken daarvan, of laat deze achterhalen, teneinde maatregelen ter verbetering te
kunnen treffen.
-
6. Indien daar aanleiding toe is, brengt de aanvrager de nodige verbeteringen aan in
het kwaliteitssysteem.
-
7. De kwaliteitsafdeling beschikt over een doelmatige en deugdelijke uitrusting voor
de uitvoering van haar taak.
-
8. De kwaliteitsafdeling beschikt ten minste over de bevoegdheid om de autorisatie van
geluidsmeetrapporten te verhinderen of ongedaan te maken.
Artikel 14. Kwaliteitsborging bij een eenmansorganisatie
-
1. De aanvrager beschikt over de daartoe noodzakelijke gegevens, en stelt deze ter beschikking
aan de kwaliteitsborgingsfunctie, teneinde aan te kunnen tonen dat het kwaliteitssysteem
naar behoren functioneert.
-
2. De aanvrager laat zijn functioneren regelmatig beoordelen door de uitvoerder van de
kwaliteitsborgingsfunctie.
-
3. Zodra blijkt dat het kwaliteitssysteem tekortschiet, achterhaalt de aanvrager of de
kwaliteitsborgingsfunctie de oorzaken daarvan, teneinde maatregelen ter verbetering
te kunnen treffen.
-
4. Indien nodig brengt de aanvrager de nodige verbeteringen aan in het kwaliteitssysteem.
Artikel 15. Bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie
bij een eenmansorganisatie
-
1. Teneinde een goede uitvoering te geven aan het kwaliteitsbeleid, bedoeld in artikel
6, sluit de aanvrager een overeenkomst met een organisatie voor de uitvoering van
de kwaliteitsborgingsfunctie, die tenminste aan de volgende voorwaarden voldoet:
-
a. kennis en ervaring op het gebied van auditeren;
-
b. kennis van de Nederlandse regelgeving op het gebied van geluid in de luchtvaart;
-
c. technisch inhoudelijke kennis van geluidscertificatiemetingen aan luchtvaartuigen.
-
2. Deze overeenkomst bevat met betrekking tot de uitvoerder van de kwaliteitsborgingsfunctie
tenminste de volgende aspecten:
-
a. hij ondersteunt de aanvrager bij de ontwikkeling en invoering van het kwaliteitsbeleid,
bedoeld in artikel 6;
-
b. hij ziet er in ieder geval op toe dat het kwaliteitssysteem wordt toegepast;
-
c. hij vervult zijn taken onafhankelijk van de met de directe uitvoering van de werkzaamheden
belaste personen.
Artikel 16. Handboek
-
1. Het handboek van de aanvrager bevat een beschrijving hoe hij aan de artikelen 1 tot
en met 15 voldoet, waarbij de totstandkoming van het geluidsmeetrapport vanaf de voorbereiding
tot en met de aflevering, zowel in hoofdlijnen als daar waar nodig tot in gedetailleerde
werkinstructies is beschreven.
-
2. Tevens bevat het handboek van de aanvrager:
-
a. de kennisgevingsprocedure van organisatorische wijzigingen aan de Minister;
-
b. een overzicht van het personeel, dat belast is met het autoriseren van geluidsmeetrapporten;
-
c. de wijzigingsprocedure van het handboek.
Aanvullende en afwijkende erkenningsvoorwaarden voor een nationale ontwerperkenning
De minister geeft een nationale ontwerperkenning af overeenkomstig verordening Bijlage
I (Part 21) van verordening (EU) nr. 748/2012, en bijbehorend AMC en GM materiaal,
met dien verstande dat:
-
a. onder ‘het Agentschap’ of ‘EASA’ telkens moet worden verstaan: de Inspectie Leefomgeving
en Transport;
-
b. in afwijking van onderdelen 21.A.113 en 21.A.115 van Subdeel E een aanvraag voor een
aanvullend typecertificaat wordt ingediend bij de Inspectie Leefomgeving en Transport
door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier ‘Goedkeuring
wijziging luchtvaartuig (-onderdeel) (GWL)’;
-
c. in onderdeel 21.A.118A(b) van Subdeel E onder ‘EPA’ moet worden verstaan: NLPA;
-
d. in afwijking van onderdelen 21.A.234, 21.A.247 en 21.A.253 van Subdeel J een aanvraag
voor een erkenning of wijziging van een erkenning wordt ingediend bij de Inspectie
Leefomgeving en Transport door middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier
‘Aanvraag nationale bedrijfserkenning’ waarvan exemplaren bij de Inspectie Leefomgeving
en Transport te verkrijgen zijn;
-
e. in afwijking van onderdeel 21.A.259(a) van Subdeel J de geldigheidsduur van de erkenning
maximaal 2 jaar is;
-
f. in afwijking van items 3 en 4 van onderdeel 21.A.263(c) van Subdeel J de nationaal
erkende ontwerporganisatie (NL.DOA) gebruik kan maken van haar privileges om documenten
goed te keuren onder vermelding van ‘De technische inhoud van dit document is goedgekeurd
krachtens erkenning als ontwerporganisatie ref. NL.DOA.[XYZ]’;
-
g. in afwijking van onderdeel 21.A.433 van Subdeel M wordt een aanvraag voor goedkeuring
van een reparatieontwerp ingediend bij de Inspectie Leefomgeving en Transport door
middel van een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier ‘Goedkeuring wijziging
luchtvaartuig (-onderdeel) (GWL)’;
-
h. in onderdelen 21.A.451(a)2 en 21.A.451(b)2 van Subdeel M onder ‘EPA’ moet worden verstaan:
NLPA;
-
i. in afwijking van onderdeel 21.A.707(a) een aanvraag voor een vliegvergunning wordt
ingediend bij de Inspectie Leefomgeving en Transport;
-
j. in afwijking van onderdeel 21.A.709(a)1 van Subdeel P een aanvraag voor goedkeuring
van de vluchtcondities voor een vliegvergunning wordt ingediend bij de Inspectie Leefomgeving
en Transport;
-
k. in onderdeel 21.A.804(a)3 van Subdeel Q onder ‘EPA’ moet worden verstaan: NLPA.