Regeling aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (contracteerruimte AWBZ 2009)

[Regeling materieel uitgewerkt per 25-08-2014.]
Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-02-2009 en zichtdatum 25-11-2024.
Geldend van 26-11-2008 t/m heden

Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid. Welzijn en Sport van 13 november 2008, nr. DLZ/SFI-U-2893681, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake Contracteerruimte AWBZ 2009 en enkele andere aangelegenheden

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na 26 september 2008 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal over de zakelijke inhoud van mijn voornemen aan de Nederlandse Zorgautoriteit een aanwijzing te geven (Kamerstukken II, 2008/09, 26 631, nr. 274).

Besluit:

Hoofdstuk II. Financiële middelen

Artikel 3. totale contracteerruimte

De zorgautoriteit bepaalt de totale contracteerruimte voor het jaar 2009 via eenzelfde systematiek alsook voor de jaren 2005 tot en met 2008 is toegepast. De totale contracteerruimte voor 2009 berekent de zorgautoriteit met inachtneming van de volgende onderdelen:

  • 0. structurele taakstelling

    De taakstelling 2008 inzake de korting van 3,5% van de maximale beleidsregelwaarden van het basisgedeelte van de prestaties persoonlijke verzorging en ondersteunende begeleiding exclusief ondersteunende begeleiding op somatische grondslag, wordt gecontinueerd. De verlaging van de maximale beleidsregelwaarde van de prestatie ondersteunende begeleiding op basis van de somatische grondslag met € 10,– per uur in 2008, wordt eveneens gecontinueerd. De verlaging van de maximale beleidsregelwaarde met € 10,– per uur van de prestatie ondersteunende begeleiding op basis van de somatische grondslag geldt niet voor cliënten met CIZ-indicatie voor palliatieve zorg zonder verblijf.

  • 1. startpunt

    Startpunt voor het bepalen van de totale contracteerruimte voor het jaar 2009 is 100% van de totale contracteerruimte voor het jaar 2008 zoals de zorgautoriteit die heeft vastgesteld, waaronder mede begrepen de niet-benutte contracteerruimte 2008, verminderd met de extra kosten als gevolg van het schrikkeljaar 2008. De extra middelen in verband met de doelmatige uitvoering AWBZ 2008, te weten 0,5% van de totale contracteerruimte anticiperend op de jaarlijkse onderuitputting, worden niet opgenomen in de contracteerruimte 2009. De productieafspraken betrekking hebbend op de in de loop van in 2008 nieuw in gebruik genomen of uitgebreide intramurale capaciteit worden aan het startpunt op jaarbasis toegevoegd.

  • 2. verhoging contracteerruimte 2009

    Het bedrag voorvloeiend uit het startpunt bedoeld in onderdeel 1 wordt verhoogd met de volgende bedragen:

    • a. € 42 miljoen, voor het verbeteren van de kwaliteit van de gehandicaptenzorg, te verrekenen in zorgzwaartepakket ZZP-5 tot en met ZZP-7 voor lichamelijk gehandicapten en in de ZZP-5 tot en met ZZP-7 voor verstandelijk gehandicapten;

    • b. € 14 miljoen inzake de bevordering van het volledig pakket thuis;

    • c. € 192 miljoen, zijnde het restant van groeimiddelen als bedoeld in artikel 4 dat beschikbaar is voor het maken van extra productieafspraken in het kader van de contracteerruimte AWBZ.

  • 3. verlaging contracteerruimte

    Het bedrag voorvloeiend uit het startpunt bedoeld in onderdeel 1 wordt verlaagd met de volgende bedragen:

    • a. € 87 miljoen, zijnde het saldo van een verlaging van € 120 miljoen vanwege het vervangen van de oude functies Ondersteunende Begeleiding, Activerende Begeleiding en Behandeling, door de nieuwe functies Begeleiding en Behandeling per 1 januari 2009 en een verhoging van € 33 miljoen voor de gewenning aan die vervanging;

    • b. € 36 miljoen ten behoeve van de overheveling naar het gemeentefonds van dat bedrag in verband met de overgang van ondersteunende begeleiding op grondslag psychosociaal, als onderdeel van de overheveling van het totale bedrag van € 53 miljoen bestemd voor enerzijds de overheveling naar de gemeenten van bedoelde begeleiding en anderzijds € 17 miljoen voor hulp door de gemeenten voor ontregelde huishoudens;

    • c. € 12,8 miljoen, voor het overhevelen van stagemiddelen naar het stagefonds op de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

    • d. € 5 miljoen, ten behoeve van de overheveling naar het gemeentefonds van dat bedrag in verband met de overgang van AWBZ-gefinancierde prenatale zorg naar de gemeenten.

Artikel 4. groeimiddelen

In 2009 is voor de groei van de totale AWBZ-uitgaven een bedrag van maximaal € 591 miljoen beschikbaar, waarvan € 192 miljoen resteert voor het maken van extra productieafspraken, omdat op dat maximum in totaal € 399 miljoen in mindering wordt gebracht voor de navolgende uitgaven waarvoor geen andere dekking dan de groeiruimte is:

  • a. € 20 miljoen, in verband met de groei van de kapitaallasten, de beheerskosten en een post overig;

  • b. € 150 miljoen, in verband met de geraamde groei van het persoonsgebonden budget;

  • c. € 150 miljoen, in verband met de geschatte exploitatiegevolgen van in 2009 nieuw in gebruik te nemen uitbreiding van bestaande voorzieningen waarvoor contracteerplicht bestaat;

  • d. € 13 miljoen, in verband met de verhoging van de beschikbare middelen voor extreme zorgzwaarte in de gehandicaptenzorg;

  • e. € 10 miljoen, in verband met het beschikbaar stellen van middelen voor innovatie ten behoeve van ketenzorg dementie;

  • f. € 10 miljoen, in verband met het beschikbaar stellen van middelen voor innovatie in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg;

  • g. € 4 miljoen, in verband met het verhogen van de middelen voor de ADL-subsidieregeling;

  • h. € 17 miljoen, in verband met het beschikbaar stellen van middelen voor de financiering van hulp door de gemeenten voor ontregelde huishoudens;

  • i. € 25 miljoen, herverdelingsruimte.

Artikel 5. geoormerkte middelen

Naast de contracteerruimte en naast de in artikel 4 opgesomde middelen zijn geoormerkte middelen beschikbaar voor het maken van specifieke productieafspraken over zorg bedoeld in artikel 2. Het betreft:

  • a. het bekostigen van toeslagen voor zware zorg in verpleeghuizen (regionaal financieel kader van maximaal € 114 miljoen);

  • b. het bekostigen van zorgbehoefte van cliënten met een extreme zorgzwaarte in de gehandicaptenzorg (landelijk financieel kader van € 69 miljoen);

  • c. het bekostigen van de experimenten in het kader van het Transitieprogramma in de langdurige zorg (specifiek financieel kader van € 13 miljoen);

  • d. het bekostigen van innovatie in de vorm van kortdurende kleinschalige experimenten (landelijk financieel kader van € 13 miljoen);

  • e. het bekostigen van innovatie ten behoeve van ketenzorg dementie (specifiek landelijk financieel kader van € 10 miljoen);

  • f. het bekostigen van innovatie in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg (specifiek landelijk financieel kader van € 10 miljoen).

Artikel 6. middelen anticiperend op onderuitputting

  • 1 Ik overweeg de zorgkantoren de mogelijkheid te geven incidentele contractafspraken voor het jaar 2009 te maken tot 100,5% van de contracteerruimte 2009, anticiperend op de jaarlijkse onderuitputting. Ik neem een definitief besluit op basis van een evaluatie die de zorgautoriteit mij eind mei 2009 verstrekt. Ik zal de zorgautoriteit bij brief van mijn besluit op de hoogte stellen.

  • 2 In het kader van de invoering zorgzwaartebekostiging en het daarmee gepaard gaande herallocatietraject heeft de zorgautoriteit de mogelijkheid om 0,25% van de contracteerruimte 2009 aan te wenden voor de maatwerkregeling en 0,25% voor de opbouwregeling. Hierbij wordt eveneens geanticipeerd op de jaarlijkse onderuitputting.

Hoofdstuk III. Budgetrondes en regionale contracteerruimte

Artikel 7. budgetrondes

  • 1 De zorgautoriteit houdt voor productieafspraken met betrekking tot het jaar 2009 een budgetronde in maart 2009 en een budgetronde in november 2009. In de budgetronde in november 2009 kan de herschikking 2009 plaatsvinden in verband met de productie 2009.

  • 2 De zorgautoriteit maakt de vermoedelijke contracteerruimte 2010 bekend in augustus 2009. Voor de zomer 2009 geef ik de zorgautoriteit daartoe bij brief inzicht in de verwachte contracteerruimte 2010.

    Beide bekendmakingen geschieden onder voorbehoud van politieke besluitvorming in het najaar van 2009.

  • 3 De zorgautoriteit houdt voor de productieafspraken met betrekking tot het jaar 2010 een budgetronde in november 2009 en een budgetronde in november 2010. In de budgetronde in november 2010 kan de herschikking 2010 plaatsvinden in verband met de productie 2010.

Artikel 8. regionale contracteerruimte

  • 1 De zorgautoriteit stelt tijdig ten behoeve van de productieafspraken voor de budgetronde in maart van het jaar 2009, met inachtneming van de berekening van de totale contracteerruimte op grond van artikel 3, de maximale contracteerruimte per zorgkantoorregio vast en deelt deze mee aan de zorgkantoren.

  • 2 De zorgautoriteit gaat bij de verdeling als bedoeld in het eerste lid uit van het volgende:

    • a. uitgangspunt is de structureel gehonoreerde contracteerruimte 2008 per zorgkantoorregio. Hieraan worden op jaarbasis de middelen ten behoeve van de bekostiging van de intramurale zorgafspraken in het kader van nieuwe capaciteit in 2008 toegevoegd;

    • b. de groeimiddelen voor 2009, bedoeld in artikel 3, onderdeel 2, onder b en c, worden verdeeld op basis van de verdeelsystematiek, die de zorgautoriteit voor 2008 heeft toegepast;

    • c. de mutatie genoemd in artikel 3, onderdeel 3, onder a, op het uitgangspunt voor de contracteerruimte vindt plaats op het niveau van de contracteerruimte per zorgkantoorregio voor de functie begeleiding. De zorgautoriteit verdeelt de verlaging per zorgkantoorregio op basis van de omvang van de prestaties begeleiding in de productieafspraken 2008;

    • d. de mutatie van € 36 miljoen genoemd in artikel 3, onderdeel 3, onder b, dient de zorgautoriteit in verband met de overgang van ondersteunende begeleiding op grondslag psychosociaal op basis van haar eigen gegevens op de contracteerruimte per zorgkantoorregio in mindering te brengen. De mutaties genoemd in artikel 3, onderdelen 3, c en d, dient de zorgautoriteit op basis van haar eigen gegevens op de contracteerruimte per zorgkantoorregio in mindering te brengen.

Artikel 9. herallocatie zorgzwaartebekostiging zzp

  • 1 Ten behoeve van de herallocatie in het kader van invoering van zorgzwaartebekostiging voor intramurale AWBZ-zorg:

    • a. totaliseert de zorgautoriteit per sector de nominale bedragen die in enig jaar beschikbaar komen uit de herallocatie-afbouw van de individuele intramurale zorgaanbieders;

    • b. voegt de zorgautoriteit met betrekking tot de herallocatie voor het jaar 2009 aan het onder a bedoelde totaal de extra middelen toe, bedoeld in artikel 4 van de aanwijzing als bedoeld in artikel 1, van € 42 miljoen en € 246 miljoen voor de gehandicaptenzorg respectievelijk de verpleging en verzorging;

    • c. kan de zorgautoriteit met betrekking tot de herallocatie voor de jaren 2009 en 2010 het onder a bedoelde totaal aanvullen met maximaal de middelen bedoeld in artikel 6, tweede lid;

    • d. worden door de zorgautoriteit de middelen bedoeld onder a tot en met c geheel ingezet voor de opbouw;

    • e. worden, indien de vaststelling van het herallocatiebedrag per intramurale zorgaanbieder bij de invoering van zorgzwaartebekostiging leidt tot de situatie dat er voor die zorgaanbieder sprake is van opbouw, de onder a tot en met c bedoelde bedragen door de zorgautoriteit volgens een door die autoriteit ontwikkelde verdeelnorm ingezet voor de opbouw bij die zorgaanbieders.

  • 2 Bij de toepassing van het eerste lid laat de zorgautoriteit de bedragen buiten beschouwing die zorgaanbieder en zorgkantoor gezamenlijk voor 2009 of 2010 bovenop de unifom voorgeschreven afbouwpercentages van twee respectievelijk vier procent afspreken. Die middelen worden volgens een door de zorgautoriteit vastgestelde wijze door het zorgkantoor in het kader van de herallocatie bij de invoering van zorgzwaartebekostiging geheel ingezet voor de opbouw of de minder snelle afbouw.

Artikel 10. toetsing regionale contracteerruimte en geoormerkte middelen

De zorgautoriteit toetst per zorgkantoorregio de totale financiële gevolgen van de productieafspraken aan de contracteerruimte, die voor het desbetreffende zorgkantoor is vastgesteld. De zorgautoriteit stelt beleidsregels vast waarin wordt aangegeven op welke wijze de toetsing zal plaatsvinden en welke indieningtermijnen zullen gelden. Daarbij hanteert de zorgautoriteit een systematiek als ook in voorgaande jaren is toegepast:

  • a. indien de zorgautoriteit constateert dat de ingediende productieafspraken niet passen binnen de contracteerruimte van het desbetreffende zorgkantoor, wordt de overschrijding op de contracteerruimte niet gehonoreerd;

  • b. indien de zorgautoriteit constateert dat de ingediende afspraken niet passen binnen de geoormerkte bedragen, wordt de overschrijding op de middelen niet gehonoreerd.

Artikel 11. overheveling en knelpunten

  • 1 De zorgautoriteit:

    • a. kan binnen de contracteerruimte op basis van een tweezijdig verzoek van zorgkantoren, incidenteel of structureel contracteerruimte overhevelen tussen de betreffende zorgkantoren;

    • b. bevordert de mogelijkheid tot overheveling, met name die tussen zorgkantoren van verschillende concessiehouders;

    • c. handhaaft de procedure in haar beleidsregel over een verplichting tot overheveling onder bijzondere omstandigheden of tot een herverdeling van contracteerruimte tussen twee of meer zorgkantoren.

  • 2 De zorgautoriteit hanteert een vereenvoudigde knelpuntenprocedure zoals ook in 2008 is gehanteerd.

Artikel 12. advisering contracteerruimte (in tijdvolgorde)

  • 1 Na de budgetronde in maart 2009 informeert de zorgautoriteit mij over de verdeling van de regionale contracteerruimte 2009 rekening houdend met de nieuwe bekostigingsparameters, een eerste indruk van de verdeling contracteerruimte 2010 bij ongewijzigd beleid, en de op- of afbouw bij de zorgkantoorregio’s als gevolg van de ZZP-herallocatie;

  • 2 De zorgautoriteit adviseert mij eind mei 2009 over de contracteerruimte 2009 en regionale contracteerruimtes 2009 in relatie tot de indicatie-ontwikkeling en betrekt daarbij het Centrum Indicatiestelling Zorg. In dit advies gaat de zorgautoriteit ook in op de mogelijke inzet van de herverdelingsmiddelen van € 25 miljoen.

  • 3 De zorgautoriteit presenteert eind mei 2009 de evaluatie van de in 2008 geïntroduceerde mogelijkheid incidentele contractafspraken voor het jaar 2008 te maken tot 100,5% van de contracteerruimte 2008, anticiperend op de jaarlijkse onderuitputting.

  • 4 De zorgautoriteit brengt eind mei 2009 advies uit ten behoeve van de verwerking van bovenregionaal contracteren in de regionale contracteerruimte 2010. Uitgangspunt is dat voor iedere zorgaanbieder gelijke spelregels moeten gelden.

  • 5 De zorgautoriteit brengt medio 2009 advies uit over de verdelingssystematiek in de jaren vanaf 2010 en betrekt daarbij het advies van Centrum voor Indicatiestelling Zorg. Gebruik makend van inzichten uit de invoering van de zorgzwaartebekostiging kan de verdelingssystematiek (steeds) meer aansluiten bij indicaties en demografische ontwikkelingen, in plaats van de historische budgetten.

  • 6 De zorgautoriteit verplicht zorgaanbieders en zorgkantoren ten behoeve van de uitvoering van de voorgaande leden waar nodig tot het inzichtelijk maken van de verdeling van afgesproken zorg per zorgaanbieder per zorgkantoorregio en tot de levering van alle overige gegevens en inlichtingen die redelijkerwijs ten behoeve van die uitvoering noodzakelijk kunnen zijn.

Hoofdstuk IV. Overige en slotbepalingen

Artikel 13. volledig pakket thuis

De zorgautoriteit past de thans gehanteerde beleidsregels met betrekking tot volledig pakket thuis zodanig aan dat met ingang van 2009 de regeling voor volledig pakket thuis wordt uitgebreid door het laten vervallen van de beperking dat de levering van het volledig pakket thuis binnen de toegelaten capaciteit voor verblijf dient te gebeuren.

Artikel 14. nacalculatie kapitaallasten

De zorgautoriteit past in verband met afschaffing bouwregime voor intramurale AWBZ-zorg met ingang van 2009 de thans gehanteerde beleidsregels zodanig aan dat sprake blijft van een vergoeding van kapitaallasten op nacalculatiebasis en besteedt daarbij aandacht aan de volgende onderwerpen:

  • a. de wijze waarop aanbieders van verblijfzorg de door hen gemaakte investeringskosten die zij vergoed willen zien in hun tarieven aan de zorgautoriteit bekend moeten maken;

  • b. de verrekening van de gemaakte kosten met reeds in het budget van de betreffende aanbieders aanwezige vergoedingen voor bijvoorbeeld jaarlijkse instandhouding;

  • c. de inbreng van de zogenaamde trekkingrechten in de berekening van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten.

Artikel 15. afschrijving interimhuisvesting

De zorgautoriteit ontwerpt een beleidsregel dan wel past een bestaande beleidsregel aan zodanig dat de kosten van investeringen in interimhuisvesting waarvan een intramurale zorgaanbieder gebruik moet maken in verband met bouwactiviteiten kunnen worden afgeschreven in een bij de gebruiksduur passend aantal jaren.

Artikel 16. ketenzorg dementie experiment

De regels en beleidsregels die de zorgautoriteit heeft vastgesteld op grond van de aanwijzing inzake kortdurende kleinschalige experimenten van 8 mei 2008, Staatscourant nr. 92, zijn van overeenkomstige toepassing voor experimenten met ketenzorg met betrekking tot dementie, met dien verstande dat:

  • a. voor ketenzorg dementie experimenten een afzonderlijk landelijk financieel kader, als bedoeld in artikel 5, aanhef en onder e, geldt dat voor het jaar 2009 is vastgesteld op een bedrag van € 10 miljoen;

  • b. de zorgautoriteit het landelijk financieel kader dementie verdeelt en toedeelt aan de zorgkantoorregio’s zoals dat met betrekking tot de groeimiddelen, bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b, geschiedt en

  • c. onder experiment-overeenkomst moet worden verstaan:

een tussen een of meer intra- of extramurale zorgaanbieders en een zorgkantoor gesloten en door hen ondertekende overeenkomst waarin aard, inhoud en omvang van het door hen te houden ketenzorg dementie experiment is beschreven en waarbij van een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een door deze ondertekende verklaring is gevoegd dat bij die overeenkomst is overeengekomen dat overeenkomstsluitende partijen bij het experiment de Leidraad ketenzorg dementie, vastgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in samenwerking met de stichting Alzheimer Nederland en Zorgverzekeraars Nederland, laatstelijk vastgesteld 28 juli 2008, nakomen.

Artikel 17. Nationaal Programma Ouderenzorg

De regels en beleidsregels die de zorgautoriteit heeft vastgesteld op grond van de aanwijzing inzake kortdurende kleinschalige experimenten van 8 mei 2008, Staatscourant nr. 92, zijn van overeenkomstige toepassing voor experimenten in het kader van het Nationaal Programma Ouderenzorg, met dien verstande dat:

  • a. voor het bedoelde programma een afzonderlijk landelijk financieel kader, als bedoeld in artikel 5, aanhef en onder f, geldt, dat voor het jaar 2009 is vastgesteld op een bedrag van € 10 miljoen;

  • b. onder experiment-overeenkomst moet worden verstaan:

een tussen een of meer intra- of extramurale zorgaanbieders en een zorgkantoor gesloten en door hen ondertekende overeenkomst waarin aard, inhoud en omvang van het door hen te houden experiment is beschreven en waarbij van een door het bestuur van ZonMw ondertekende verklaring is gevoegd dat bij die overeenkomst is overeengekomen dat overeenkomstsluitende partijen zich houden aan de voorschriften zoals die voor deelneming aan het Nationaal Programma Ouderenzorg in opdracht van de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Welzijn door ZonMw zijn vastgelegd.

Artikel 18. wijziging aanwijzing zzp

[Red: Wijzigt de Regeling aanwijzing inzake invoering prestatiebekostiging intramurale langdurige zorg op grond van zorgzwaartepakketten.]

Artikel 19. Inwerkingtreding en publicatie

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker