Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 11 juli 2008, nr. 2008-0000316536, CZW, gedaan mede namens Onze Minister van Financiën
en in overeenstemming met de regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges
van de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten;
Gelet op de artikelen 38, eerste en tweede lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 14 augustus 2008, nr. W04.08.0307/I/K);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
uitgebracht mede namens Onze Minister van Financiën van 28 oktober 2008, in overeenstemming
met de regering van de Nederlandse Antillen en de bestuurscolleges van de eilandgebieden
Curaçao en Sint Maarten;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in acht genomen
zijnde;
Overwegende, dat de bevolkingen van de eilanden van de Nederlandse Antillen met gebruikmaking
van het recht van zelfbeschikking zich in referenda hebben uitgesproken om te komen
tot een nieuwe staatkundige status van die eilanden binnen het Koninkrijk der Nederlanden;
Dat op basis daarvan de regeringen van Nederland en de Nederlandse Antillen, met instemming
van de eilandgebieden Curaçao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn
overeengekomen om te bewerkstelligen dat bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen
sprake is van een gezonde financiële positie van de eilanden;
Dat tevens is overeengekomen dat in dat kader Nederland de verplichting op zich neemt
om tot aan de rentelastnorm de schuld van de Nederlandse Antillen, Curaçao en Sint
Maarten naar de stand van 31 december 2005 over te nemen en dat die verplichting mede
omvat de herfinanciering van die schuld en de financiering van de rente op die schuld,
alsmede de sanering van betalingsachterstanden;
Dat deze verplichting en de bijbehorende voorwaarden zijn neergelegd in de Slotverklaring
van 2 november 2006, zoals die nader is uitgewerkt in het Overgangsakkoord van 12
februari 2007, het document Toetreding Curaçao tot het Overgangsakkoord van 28 augustus
2007 en het bestuursakkoord van 22 mei 2008;
Dat in verband met de sanering van de schulden en de gezondmaking van de overheidsfinanciën,
in de overgangsperiode tot de nieuwe staatkundige verhoudingen financieel toezicht
op de begrotingen van de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint
Maarten wordt ingesteld;
Hebben goedgevonden en verstaan: