Artikel 3
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Indien het bij Koninklijke boodschap van 24 juni 2008 ingediende voorstel van wet
houdende Wijziging van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en
enkele andere wetten in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen en deregulering (31514) tot wet is verheven en die wet in werking
treedt, treedt dit besluit op hetzelfde tijdstip in werking.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit sollicitatieplicht werknemers WW 2009.
Bijlage
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Bij de toepassing van artikel 24, eerste lid, onderdeel b ten eerste van de Werkloosheidswet hanteert het UWV de volgende uitgangspunten.
1. De sollicitatieplicht: afspraken op maat
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Op grond van artikel 31 van de wet SUWI wordt van iedere werkloze werknemer de kans op werk beoordeeld. Op basis van die
beoordeling maakt UWV afspraken met de individuele werknemer over welke activiteiten
van hem worden verwacht. Dat betreft allereerst sollicitatieactiviteiten omdat sollicitaties
de kortste weg naar werk vormen.
Sollicitaties zijn vormvrij: het versturen van een open of gerichte sollicitatiebrief,
de inschrijving bij een uitzendbureau, een (spontaan) sollicitatiebezoek aan een werkgever,
het voeren van een sollicitatiegesprek en dergelijke zijn allemaal sollicitatieactiviteiten.
Wel dient een sollicitatieactiviteit te allen tijde concreet en verifieerbaar te zijn.
Ook het solliciteren naar een functie bij een – op dat moment voor de werknemer nog anonieme
– werkgever (bijvoorbeeld in de situatie dat de werknemer solliciteert via een uitzendbureau
of door UWV wordt verwezen) kan als sollicitatieactiviteit beschouwd worden, mits
het gaat om een concreet arbeidsaanbod waarop wordt gereageerd en deze sollicitatie verifieerbaar
is. Van de werknemer wordt verwacht dat hij ingaat op een verwijzing van UWV naar
een werkgever als daar passend werk aanwezig is of naar een banenmarkt. Als de werknemer
zonder gegronde reden niet ingaat op een verwijzing dan voldoet hij daardoor niet
aan zijn sollicitatieplicht.
Solliciteren moet in voldoende mate gebeuren. Wat voldoende is hangt af van de individuele
omstandigheden. Hierbij wordt rekening gehouden met de regionale arbeidsmarktsituatie en
het aantal beschikbare vacatures, de mogelijkheden van de werknemer en eventueel aanwezige
medische beperkingen en het begrip passende arbeid (o.a. de richtlijn Passende Arbeid
2008).
UWV bepaalt in samenspraak met de werknemer het aantal activiteiten dat van hem kan
worden verlangd. Bij het eerste contact tussen UWV en de werknemer worden deze afspraken
gemaakt. Deze worden vastgelegd in een re-integratievisie en blijven van kracht tot
het moment dat een andere afspraak gemaakt wordt.
UWV kan ook andere inspanningen verlangen van de werknemer, naast of in plaats van
sollicitaties, zoals het volgen van een opleiding, van workshops of door het verrichten
van vrijwilligerswerk. Ook deze afspraken worden vastgelegd in een re-integratievisie.
Wanneer tijdens de werkloosheid geen afspraken zijn gemaakt over de invulling van
de sollicitatieplicht dient de werknemer gemiddeld één keer per week te solliciteren.
2. Invulling sollicitatieplicht zodra werkloosheid dreigt
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
De bovengenoemde invulling van de sollicitatieplicht geldt vanaf het moment dat deze
is vastgelegd in de re-integratievisie tussen de werknemer en UWV. Echter, ook voordat
de re-integratievisie is opgesteld kunnen al activiteiten verlangd worden. Deze activiteiten
mogen verlangd worden vanaf het moment dat het voor de werknemer duidelijk is dat
werkloosheid dreigt, Enkele voorbeelden:
-
– van de werknemer van wie de dienstbetrekking rechtsgeldig is opgezegd, wordt verlangd
dat hij vanaf de datum van opzegging sollicitatie activiteiten ontwikkelt.
-
– van de werknemer van wie het (tijdelijke) dienstverband op een andere wijze dan door
opzegging eindigt, wordt verlangd dat hij sollicitatie activiteiten ontwikkelt vanaf
het moment dat het hem redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat de dienstbetrekking eindigt.
-
– van de werknemer die een toezegging of de verwachting heeft om op korte termijn bij
dezelfde of een andere werkgever het werk te hervatten (bijvoorbeeld een seizoenwerker),
wordt verwacht dat hij zich minstens één maand voor het intreden van zijn werkloosheid
inschrijft bij één of meerdere uitzendbureaus. Van hem wordt verlangd dat hij actief
op zoek gaat naar opvularbeid van allerlei aard.
-
– van de werknemer die WW-uitkering aanvraagt na afschatting vanuit de WAO/WIA, wordt
verlangd dat hij, zodra hem is aangezegd dat zijn uitkering vanwege afgenomen arbeidsongeschiktheid
zal worden herzien of ingetrokken, sollicitatieactiviteiten ontwikkelt.
-
– van de werknemer die ontslag neemt vanwege verhuizing, wordt verlangd dat hij zich
op het moment waarop de nieuwe woonplaats bekend is laat inschrijven als werkzoekende
bij UWV in die woonplaats of nabijgelegen plaats en in ieder geval vanaf het moment
waarop de concrete verhuisdatum bekend is, sollicitatie activiteiten ontplooit.
3. Uitzondering: de overheidswerknemer
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Met de overheidswerknemer worden geen individuele afspraken op maat gemaakt met betrekking
tot zijn re-integratie. De reden hiervoor is dat niet UWV, maar de overheidswerkgever
verantwoordelijk is voor de re-integratie van deze werknemers (artikel 72a WW). De overheidswerknemer voldoet aan de sollicitatieplicht wanneer hij gemiddeld ten
minste één keer per week solliciteert. Op verzoek van de overheidswerkgever of de
overheidswerknemer kan UWV een afwijkende norm vaststellen.
4. Invulling sollicitatieplicht bij voorbereiding op zelfstandige arbeid
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Voor de werkloze werknemer bestaat op grond van artikel 77a WW de mogelijkheid om werkzaamheden in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening
van een beroep te verrichten. Als op voorhand niet uit te sluiten is dat een werknemer
in de toekomst structureel met deze werkzaamheden in zijn bestaan kan voorzien, kan UWV
met de werknemer afspreken dat het voorbereiden op deze mogelijkheid gedurende enige
tijd als invulling van de sollicitatieplicht beschouwd zal worden. De duur van deze
periode wordt door UWV na overleg met de werknemer vastgesteld.
5. Grondslag voor het opleggen van een maatregel
[Regeling vervallen per 04-04-2012]
Het zonder deugdelijke grond niet nakomen van de sollicitatieplicht is een overtreding
van artikel 24, eerste lid, onderdeel b, ten eerste WW. Wanneer de werknemer zich zonder deugdelijke grond niet aan de afspraken in de re-integratievisie houdt,
kan zowel sprake zijn van een overtreding van de sollicitatieplicht als van een overtreding
van de verplichting om te voldoen aan de verplichtingen die zijn opgenomen in de re-integratievisie
(artikel 26 lid 1 onder l WW).
Als zowel de sollicitatieplicht als de verplichtingen uit de re-integratievisie door
eenzelfde tekortkoming verwijtbaar overtreden zijn, zal UWV er van uitgaan dat alleen
artikel 26 lid 1 onder l WW overtreden is, zodat geen sprake zal zijn van een dubbele maatregeloplegging.