1. Begripsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In dit besluit wordt verstaan onder:
2. Indiening aanvraag tewerkstellingsvergunning
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
-
a. Het indienen van een aanvraag geschiedt door indiening van een volledig ingevuld en
ondertekend aanvraagformulier;
-
b. Het aanvraagformulier is door de Raad van Bestuur vastgesteld en als bijlage bij dit
besluit gevoegd. Het aanvraagformulier is te verkrijgen bij het WERKbedrijf UWV, afdeling
Arbeidsjuridische dienstverlening, Postbus 883, 2700 AW Zoetermeer (079-750 29 03).
Een aanvraagformulier is ook te downloaden op www.werk.nl of www.arbeidsmigratie.nl.
3. Ontheffing van de verplichte vacaturemelding
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Paragraaf 16 van de Uitvoeringsregels Wav behorende bij het Delegatie- en uitvoeringsbesluit
Wav biedt de mogelijkheid dat de Raad van bestuur met betrekking tot bepaalde categorieën
functies besluit dat de verplichte vacaturemelding als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder b Wav, gedurende een termijn van maximaal een jaar achterwege blijft, indien zij van oordeel
is dat prioriteitgenietend aanbod niet bij het WERKbedrijf UWV als werkzoekend is
geregistreerd en op korte termijn niet geregistreerd zal worden. De Raad van bestuur
zal deze categorieën functies nader vaststellen en kenbaar maken door publicatie in
de Staatscourant.
4. Wervingsinspanningen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Krachtens artikel 9, aanhef lid 1 en onder a Wav kan een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning worden geweigerd indien de werkgever
niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben gepleegd om de arbeidsplaats door
werkzoekenden met de nationaliteit van een lidstaat van de EER, voorzover het vrij
verkeer van werknemers van toepassing is, te vervullen.
De Raad van bestuur neemt, onvoorziene omstandigheden daargelaten, daarbij als uitgangspunt
dat naar mate de arbeidsplaats als moeilijker vervulbaar moet worden beschouwd, langer
van te voren en vaker herhaalde inspanningen dienen te worden verricht om prioriteitgenietend
aanbod te werven dan bij een reguliere werving noodzakelijk is. Daarbij wordt als
leidraad gehanteerd dat bij moeilijk vervulbare vacatures wervingsinspanningen 3 maanden
dienen te hebben plaatsgevonden voordat een aanvraag om een tewerkstellingsvergunning
wordt ingediend.
Als moeilijker vervulbare vacatures worden in dit verband beschouwd vacatures die
in de regel niet binnen een periode van 3 maanden kunnen worden vervuld dan wel vacatures
waarvoor in de voorgaande jaren onvoldoende prioriteitgenietend aanbod beschikbaar
was.
Een melding van de vacature bij een vestiging van het WERKbedrijf UWV wordt niet beschouwd
als een eigen wervingsinspanning van de werkgever in de zin van artikel 9 lid 1 onder a Wav.
5. Werving binnen de EER
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Werkzoekenden met de nationaliteit van een lidstaat van de EER (voor zover het vrij
verkeer van werknemers van toepassing is) hebben bij de vervulling van vacatures op
grond van EG-regelgeving (Verordening 1612/68) voorrang boven werkzoekenden met een nationaliteit van buiten de EER. Een werkgever
zal derhalve eerst binnen deze landen voldoende wervingsinspanningen moeten verrichten
om dergelijke werkzoekenden aan te trekken voordat een tewerkstellingsvergunning kan
worden afgegeven.
Als wervingsinspanningen worden aangemerkt: het adverteren in daartoe geëigende (vak)bladen
en op het internet, het inschakelen van intermediairs op de arbeidsmarkt van de EER,
zoals werving- en selectiebureaus en detacherings- en uitzendbureaus.
Naast de verplichting om in Nederland wervingsinspanningen te verrichten geldt dat
ook inspanningen binnen de EER, dus buiten Nederland, moeten worden verricht.
European Employment Services (EURES) is een internationaal netwerk voor arbeidsbemiddeling,
dat actief is in de landen die deel uitmaken van de EER. In Nederland vindt men deze
dienstverlening bij de vestigingen van het WERKbedrijf UWV. Door middel van EURES
kunnen vacatures binnen de EER bekend worden gemaakt en wervingsinspanningen plaatsvinden.
Werving binnen de EER via het EURES-netwerk is in het kader van de Wav niet dwingend voorgeschreven; afhankelijk van de aard van de vacature kunnen andere
wervingsinspanningen gericht op de Europese arbeidsmarkt doelmatiger en doeltreffender
zijn.
Wanneer de werkgever kiest voor bemiddeling binnen de EER via het EURES-netwerk gelden
de volgende randvoorwaarden:
-
– de vacature dient minimaal zes weken voor het indienen van de aanvraag bekend te zijn
gemaakt bij een vestiging van het WERKbedrijf UWV;
-
– de werknemers die via de bemiddeling van EURES komen werken moeten in Nederlandse
loondienst zijn.
Voor tijdelijke banen gelden daarnaast de volgende randvoorwaarden:
6. Arbeidsvoorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Naast het vermelden op het aanvraagformulier wat de bruto beloning per maand is, dient
bij de aanvraag een op naam van de vreemdeling gestelde conceptarbeidsovereenkomst
te worden gevoegd welke door de werkgever is ondertekend. Hierin dient minimaal te
zijn opgenomen:
-
– naam, adres en woonplaats van de werkgever;
-
– de naam van de functie (dient overeen te komen met hetgeen op het aanvraagformulier
is vermeld);
-
– personalia van de vreemdeling;
-
– het geboden brutoloon;
-
– het aantal uren per week;
-
– de datum waarop de arbeid gestart wordt, alsmede de einddatum (overeenkomstig de gevraagde
duur van de vergunning);
-
– de handtekening van de werkgever.
Vreemdelingen dienen conform Nederlandse maatstaven marktconform beloond te worden,
ongeacht de nationaliteit van de vreemdeling of de vestigingsplaats van de werkgever.
Loon in natura wordt daarbij buiten beschouwing gelaten.
Er kan tijdens de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning tussentijds om
bewijsstukken (bijvoorbeeld bankafschriften en/of loonstroken) van gedane loonbetalingen
worden verzocht. Indien deze uitwijzen dat niet juist wordt beloond conform het WML
dan wel marktconform, kan een verleende tewerkstellingsvergunning worden ingetrokken.
De kosten van werving en scholing verband houdende met het verrichten van arbeid in
Nederland, zijn voor rekening van de werkgever. De kosten van vervoer naar Nederland
die moeten worden gemaakt door de vreemdeling in verband met zijn (tijdelijke) verblijf
in Nederland komen voor rekening van de werkgever.
Ook indien in het buitenland gevestigde werkgevers in Nederland werkzaamheden verrichten
waarbij vreemdelingen worden te werk gesteld, dienen de vreemdelingen naar Nederlandse
maatstaven marktconform beloond te worden.
Wanneer de beloning van de vreemdeling door een in het buitenland gevestigde werkgever
wordt uitbetaald, dient de verloning in ieder geval in Nederland plaats te vinden
indien de vreemdeling langer dan 3 maanden in Nederland arbeid verricht.
7. Internationaal concern
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Het UWV verstaat onder een groot internationaal concern, als bedoeld in paragraaf 19 a van de Uitvoeringsregels Wav, een groot zelfstandig op winst gericht bedrijf of complex van bedrijven met in meerdere
landen gevestigde dochterondernemingen – waaronder in Nederland – en met een jaarlijkse
omzet van ten minste € 50 miljoen. Onder een concernonderdeel wordt tevens verstaan
een deelneming van 50% of meer in een onderneming.
Het UWV verstaat onder een internationaal georiënteerde non-profit organisatie als
bedoeld in paragraaf 19d van de Uitvoeringsregels Wav, een organisatie welke wereldwijd ten minste 50 fte’s in eigen dienst heeft.
8. Vestiging kleinere bedrijven
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Op grond van paragraaf 19 b van de Uitvoeringsregels Wav wordt ten behoeve van sleutelpersoneel voor het starten, wijzigen of uitbreiden van
bedrijfsactiviteiten alleen een tewerkstellingsvergunning afgegeven indien uit een
door een deskundige instantie opgesteld ondernemingsplan blijkt dat deze bedrijfsactiviteiten
en de onderneming voldoende levensvatbaar en economisch haalbaar zijn. Het betreft
hier ondernemingen die niet voldoen aan het omzetcriterium zoals dat geldt voor internationale
concerns als bedoeld in paragraaf 19 a van de Uitvoeringsregels Wav. In de regel zal het bedrijf wel de potentie hebben om in de toekomst aan dit omzetcriterium
te kunnen voldoen.
In dit ondernemingsplan dienen de volgende fasen te worden onderscheiden.
-
1. De oriënteringsfase
In deze fase weet het bedrijf nog niet of men zich in Nederland of een ander land
wil vestigen en ook weet men nog niet waar men zich wil vestigen. Deze fase zal circa
maximaal een half jaar duren. In het ondernemingsplan worden deze activiteiten beschreven.
-
2. De concretiseringsfase
Medewerkers van het bedrijf in het buitenland worden naar Nederland gezonden om zaken
te realiseren. Te denken valt aan de aankoop of huur van een pand, het oprichten van
een BV, het sluiten van een bankrekening, het regelen van een krediet, vestigingsvergunning,
personeel aan nemen. Duidelijk moet zijn welke activiteiten in Nederland zullen worden
geïnitieerd, wie de concurrenten zijn, wat de sterke en zwakke punten zullen zijn
en hoe men de financiën gaat regelen.
Deze fase zal circa een jaar in beslag nemen. In het ondernemingsplan worden deze
activiteiten concreet beschreven. Een werkgever kan pas een tewerkstellingsvergunning
aanvragen voor fase 3 als de BV is opgericht.
-
3. De startfase
In deze fase is al het voorbereidende werk gedaan en start men daadwerkelijk met de
activiteit in Nederland. Het ondernemingsplan moet duidelijk aangeven wat men gaat
doen en hoe de kwartiermaker dit wenst te bereiken. Duidelijk moet ook zijn hoe de
financiën geregeld zijn. Waar komt het startkapitaal vandaan, heeft men leningen,
kredieten, hypotheken, wie staat garant voor verliezen.
Ten aanzien van elke fase dient beschreven te zijn hoe wordt beoordeeld wat de vorige
fase heeft opgeleverd en wat dat betekent voor de vestiging. Wat is onderzocht, wat
is geregeld, wat zijn de uitkomsten.
I. De oriënteringsfase
|
– Onderzoek naar mogelijkheden vestiging in Nederland.
|
– Overleggen van een ondernemingsplan.
|
|
– Overleggen van verklaring moederbedrijf waaruit beslissing blijkt om vestiging in
Nederland te openen, wat doel is van komst vreemdeling en waarin tevens is opgenomen
dat vreemdeling bevoegd is alle handelingen te verrichten die hiertoe noodzakelijk
zijn.
|
|
– Duur vergunningverlening in de regel maximaal 6 maanden.
|
|
– Maximaal 1 vreemdeling, tenzij uit het ondernemingsplan volgt dat de komst van meerdere
vreemdelingen noodzakelijk is.
|
|
– Verlenging in de regel niet mogelijk.
|
|
|
II. De concretiseringfase
|
– Verrichten van alle handelingen en werkzaamheden noodzakelijk voor feitelijke start
van onderneming in Nederland.
|
|
– Duur vergunningverlening in de regel maximaal 12 maanden.
|
|
– Maximaal 2 personen, tenzij wordt gemotiveerd dat de komst van meerdere vreemdelingen
noodzakelijk is.
|
|
– Overleggen van een verslag van verrichte activiteiten in de oriënteringsfase.
|
|
– Een overzicht van de door de vreemdeling in deze fase uit te voeren activiteiten
voorzien van een tijdsplanning.
|
|
– Verlenging slechts mogelijk indien aangetoond wordt waarom oriëntatiefase nog niet
is afgerond.
|
|
|
III. De startfase
|
– De onderneming start haar activiteiten.
|
|
– Maximaal 2 personen, tenzij moederbedrijf kan onderbouwen waarom meer personen benodigd
zijn.
|
|
– Overleggen van een verslag van verrichte activiteiten in de concretiseringfase.
|
|
– Het kunnen overleggen van een verklaring van het moederbedrijf dat de vestiging
in Nederland van start gaat.
|
|
– Het opstellen van een volledig uitgewerkt ondernemingplan voorzien van een verklaring
van een AA of RA.
|
|
– Zorgdragen voor opnemen in de administratie en zo nodig kunnen overleggen van een
bankgarantie/verstrekt krediet/lening/financiële garantstelling van moederbedrijf
in de vorm van tegoed op Nederlandse bankrekening.
|
|
|
Tussentijds verstrekken informatie
|
Aan de vergunning kan het voorschrift worden verbonden dat aan het einde van een fase
jaarstukken, balansen en winst- en verliesrekeningen moeten worden overgelegd.
|
|
|
Zekerheid loonbetaling
|
Aan de vergunning kan het voorschrift worden verbonden dat tussentijds en/of bij verlenging
loonstroken zullen worden overlegd waaruit blijkt dat de vreemdeling toegezegde loon
heeft ontvangen.
|
|
|
Verlenging
|
Indien een bedrijf een verlenging wenst van de verleende vergunning, moet aangetoond
worden dat het bedrijf levensvatbaar is gebleken. Hiertoe dient bij de aanvraag te
worden overlegd een balans / jaarrekening, voorzien van verlies- en winstrekening,
voorzien van een accountantsverklaring.
|
|
Tevens zal informatie moeten worden verstrekt over het totale personeelsbestand van
de vestiging in Nederland (dus zowel vergunningplichtig als niet-vergunningplichtig
personeel).
|
|
|
Komst kwartiermaker
|
Indien langer dan 5 weken niet van vergunning gebruik wordt gemaakt dient de werkgever
dit te melden bij UWV. Voorst zal de vergunning op grond van artikel 12 lid 1 onder b Wav worden ingetrokken indien het verblijf aan de vreemdeling wordt geweigerd. De werkgever
is verplicht dit te melden aan UWV.
|
|
|
Melden wijzigingen
|
Indien er wijzigingen optreden in bijvoorbeeld adres, rechtsvorm (een BV i.o wordt
BV), concrete datum van de start van activiteiten en andere zaken, zal de werkgever
dit direct melden aan UWV desgevraagd met bewijsstukken zoals bijvoorbeeld een uittreksel
KvK. Indien dit wordt nagelaten kan dit leiden tot intrekken van de verleende vergunning.
|
9. Stagiairs
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Het niveau van de opleiding is mede bepalend voor de duur van de stage in Nederland.
De in het stageprogramma opgenomen leerdoelen dienen in overeenstemming te zijn met
het opleidingsniveau. Het gefaseerde stageprogramma dient te omschrijven welke werkzaamheden
de stagiair zal gaan verrichten en binnen welk tijdsbestek deze dienen te worden voltooid.
De inhoud van de stage moet zodanig zijn omschreven zodat kan worden beoordeeld of
de stage past bij het niveau van de opleiding.
Voor ongeschoolde dan wel laaggeschoolde arbeid op VBO-niveau geldt dat het volgen
van een stage in Nederland in zijn algemeenheid niet noodzakelijk is voor het voltooien
van de opleiding. Daarvoor zal in de regel geen tewerkstellingsvergunning worden verleend,
tenzij die noodzaak voor het voltooien van de opleiding voldoende aannemelijk wordt
gemaakt.
Voor stages op MBO-niveau geldt dat de duur van de stage in de regel niet langer is
dan 6 maanden, zodat hiervoor een tewerkstellingsvergunning voor ten hoogste 6 maanden
wordt verleend.
10. Practicanten
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Het aantal practicanten voor wie een werkgever een tewerkstellingsvergunning aanvraagt
dient in een redelijke verhouding te staan tot het totaal aantal werknemers dat bij
de (vestiging van de) werkgever werkzaam is. Een redelijke verhouding is dat het aantal
practicanten niet meer bedraagt dan 10% van het vaste personeelsbestand van de werkgever
met een minimum van 2 practicanten. Aanvragen om een tewerkstellingsvergunning die
boven dit percentage uitgaan worden in de regel afgewezen.
Het leerplan dient in tijd gefaseerd te zijn en helder te omschrijven welke werkzaamheden
worden verricht, binnen welk tijdsbestek deze dienen te worden voltooid, hoe deze
worden geëvalueerd en wie verantwoordelijk is voor de begeleiding van de practicant.
11. Vrijwilligerswerk door vreemdelingen
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Op grond van artikel 1a van het Besluit van 23 augustus 1995 ter uitvoering van de Wav (Stb. 1995, 406; laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 31 januari 2008, Stb. 2008,
38) is het asielzoekers, die in het bezit zijn van een W-document, of regulier en
vreemdelingen die in afwachting zijn van een verzoek om voortgezet verblijf en niet
met uitzetting worden bedreigd, toegestaan als vrijwilliger deel te nemen aan arbeid:
-
– die gebruikelijk onbetaald is,
-
– die geen winstoogmerk heeft en
-
– die een algemeen maatschappelijk belang dient.
De Raad van bestuur toetst of er sprake is van vrijwilligerswerk en geeft als bewijs
daarvan een schriftelijke verklaring, de Vrijwilligersverklaring, af aan de werkgever.
Indien aan de voorwaarden met betrekking tot de vreemdeling wordt voldaan en de werkgever
beschikt over deze Vrijwilligersverklaring, is het verbod dat een werkgever een vreemdeling
niet in Nederland arbeid mag laten verrichten (artikel 2, eerste lid Wav) niet van toepassing voor deze arbeid. Omdat de Vrijwilligersverklaring zich richt
op het aanwijzen van bepaalde werkzaamheden als zijnde vrijwilligerswerk, behoeft
een werkgever niet een nieuwe Vrijwilligersverklaring te vragen indien hij dit werk
door andere of meerdere vreemdelingen laat verrichten. Indien een vreemdeling niet
in bovengenoemde categorieën valt, of de werkgever beschikt niet over de Vrijwilligersverklaring,
is de Wav volledig van toepassing, inclusief de strafrechtelijke sancties voor het tewerkstellen
van vreemdelingen zonder tewerkstellingsvergunning.
Voor het aanvragen van de Vrijwilligersverklaring is een formulier vastgesteld dat
verkrijgbaar is bij de afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening Zoetermeer (tel.
079-750 29 03).
De ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren moeten worden ingediend bij het WERKbedrijf
UWV, afdeling Arbeidsjuridische dienstverlening, Postbus 883, 2700 AW Zoetermeer.
Om een indruk te geven welke werkzaamheden als vrijwilligerswerk kunnen worden aangemerkt,
heeft de Raad van bestuur onderstaande (niet limitatieve) lijst opgesteld.
Voor de werkzaamheden in deze lijst genoemd, wordt een Vrijwilligersverklaring afgegeven
mits aan de drie bovengenoemde wettelijke criteria wordt voldaan:
-
1. activiteiten voor kerkelijke en levensbeschouwelijke organisaties;
-
2. activiteiten in gemeenschapshuizen, club- en buurthuizen;
-
3. activiteiten voor hobby- en vrije-tijdclubs;
-
4. activiteiten in de amateur- en recreatiesport;
-
5. activiteiten in de amateuristische kunstbeoefening;
-
6. activiteiten voor folklore, (volks)cultuur en natuur;
-
7. activiteiten voor vrouwenorganisaties en emancipatiebeweging;
-
8. activiteiten voor niet-commerciële winkels, zoals rechts- en wetswinkels, onderwijswinkels,
gezondheidswinkels;
-
9. activiteiten in onderwijsinstellingen voorzover kinderen van de betrokkenen aan die
instellingen onderwijs ontvangen;
-
10. activiteiten van organisaties die gericht zijn op (ontwikkelings)hulp aan de derde-wereld;
-
11. activiteiten in bejaarden- en verpleegcentra, voor wat betreft: begeleid wandelen,
voorlezen/gezelschap houden, begeleiding naar arts/ziekenhuis/ondersteuning niet-professioneel
welfare-werk, verzorging maaltijdvoorzieningen voor ouderen binnen de wijk, bibliotheek;
-
12. activiteiten in de maatschappelijke dienstverlening en gezondheidszorg, zoals Rode
Kruis (welfare en kolonnewerk), Leger des Heils, EHBO-verenigingen, actie- en belangengroepen
zoals Vluchtelingenwerk Nederland, Amnesty International, vredeswerkgroepen;
-
13. activiteiten voor instellingen op het gebied van bescherming en behoud van dieren,
natuur en milieu, zoals de dierenambulance, dierenbescherming, dierenopvang, kinderboerderij,
knotten van wilgen, onderhoud van staatsbossen;
-
14. activiteiten die binnen een asielzoekerscentrum worden verricht voor alle gebruikelijke
‘doe het zelf’-werkzaamheden zoals het schoonmaken, het helpen in de keuken, het onderhoud
van tuinen en voorkomende onderhoud- en reparatiewerkzaamheden, voorzover deze werkzaamheden
niet worden verricht ten dienste van derden.
Werkzaamheden waarvoor geen Vrijwilligersverklaring wordt afgegeven – ongeacht de
instelling waarvoor de werkzaamheden worden verricht – zijn onder meer:
Aangezien de activiteiten geen winstoogmerk mogen hebben en een algemeen maatschappelijk
belang moeten dienen, zijn werkgevers in de profit-sector uitgesloten van het verkrijgen
van een Vrijwilligersverklaring.
12. Citeertitel
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Dit besluit kan worden aangehaald als: UWV Beleidsregels uitvoering Wav.
13. Inwerkingtreding
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
Dit besluit vervangt de beleidsregels CWI uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (Stcrt.
2002, 19).