Het deel van het participatiebudget dat een college ontvangt uit het totale bedrag
dat beschikbaar is gesteld door Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie voor
een participatiebudget voor alle colleges wordt voor de jaren 2012 en verder berekend
op grond van de formule:
-
a.
ivg het aantal personen uit de doelgroep is ten behoeve van wie het college in het tweede
jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar
wordt gesteld, een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het
college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen;
-
b.
ivN het totale aantal personen uit de doelgroep is ten behoeve van wie een college in
het tweede jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de
aanhef, beschikbaar wordt gesteld, een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld,
dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen;
-
c.
divg het aantal personen uit de doelgroep is ten behoeve van wie het college in het tweede
jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar
wordt gesteld, een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeft
vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening
of een taalkennisvoorziening is overeengekomen;
-
d.
divN het totale aantal personen uit de doelgroep is ten behoeve van wie een college in
het tweede jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de
aanhef, beschikbaar wordt gesteld, een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening
heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening
of een taalkennisvoorziening is overeengekomen;
-
e.
epeg het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
f.
epeN het aantal personen uit de doelgroep in Nederland is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
g.
tgng het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
h.
tgnN het aantal personen uit de doelgroep in Nederland is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
i.
knsg het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
j.
knsN het aantal personen uit de doelgroep in Nederland is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
k.
prexg het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
l.
prexN het aantal personen uit de doelgroep in Nederland is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald;
-
m.
nt2g het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald;
-
n.
nt2N het aantal personen uit de doelgroep in Nederland is dat in het tweede jaar voorafgaand
aan het kalenderjaar waarvoor het bedrag, bedoeld in de aanhef, beschikbaar wordt
gesteld, het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald;
-
o.
ib het bedrag is dat door Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie beschikbaar
is gesteld voor een participatiebudget voor alle colleges voor het desbetreffende
kalenderjaar.