Wet stimulering arbeidsparticipatie

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2011.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 03-01-2012.
Geldend van 01-04-2009 t/m heden

Wet van 29 december 2008 houdende regels met betrekking tot participatieplaatsen en loonkostensubsidies (Wet stimulering arbeidsparticipatie)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot participatieplaatsen en loonkostensubsidie om zo de inschakeling in de arbeid te bevorderen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Wijzigingen in verband met re-integratie-instrumenten UWV

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel XI. Samenloop met wetsvoorstel ontheffing arbeidsplicht alleenstaande ouders

  • 1 [Red: Wijzigt deze wet.]

  • 2 [Red: Wijzigt de Wet verbetering arbeidsmarktpositie alleenstaande ouders.]

Artikel XIa. Samenloop met wetsvoorstel decentralisering van de langdurigheidstoeslag

[Red: Wijzigt deze wet.]

Artikel XIII. Inwerkingtreding

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel XIV. Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet stimulering arbeidsparticipatie.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 29 december 2008

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

,

J. P. H. Donner

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

,

J. Klijnsma

Uitgegeven de dertigste december 2008

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin