Regeling samenloop met buitenlandse tegemoetkomingen 2008

Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2019.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Regeling van 7 januari 2009, nr. DSV/2897940, houdende regels ter voorkoming of beperking van samenloop van kinderbijslag en kindgebonden budget met daarmee overeenkomende buitenlandse tegemoetkomingen of tegemoetkomingen van een volkenrechtelijke organisatie en aanvulling na toepassing prioriteitsregels Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 (Regeling samenloop met buitenlandse tegemoetkomingen 2008)

De Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Financiën,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 20 van de Algemene Kinderbijslagwet en artikel 2a van het Uitvoeringsbesluit Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen;

Besluiten:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • kinderbijslag: de kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet;

  • kindgebonden budget: het kindgebonden budget op grond van de Wet op het kindgebonden budget;

  • kinderopvangtoeslag: de kinderopvangtoeslag op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • tegemoetkoming onderhoudskosten thuiswonende gehandicapte kinderen: de tegemoetkoming op grond van de Regeling tegemoetkoming ouders van thuiswonende gehandicapte kinderen;

  • Verordening (EG) nr. 883/2004: Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2004, L 166);

  • Verordening (EG) nr. 987/2009: Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels (PbEU 2009, L 284);

  • gezinsbijslag: gezinsbijslag als bedoeld in artikel 1, onderdeel z, van de Verordening (EG) nr. 883/2004.

Artikel 2. Samenloop met buitenlandse tegemoetkoming

  • 1 Indien ten aanzien van hetzelfde kind over eenzelfde tijdvak in Nederland recht bestaat op kinderbijslag of kindgebonden budget en tevens recht bestaat op een of meer daarmee naar aard en strekking overeenkomende tegemoetkomingen bestaande in een andere Staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, een Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of Zwitserland, worden de kinderbijslag onderscheidenlijk het kindgebonden budget slechts uitbetaald voor zover deze de tegemoetkoming of tegemoetkomingen op grond van de rechtens geldende regeling in het andere land overtreffen.

  • 2 Indien met toepassing van het eerste lid een bedrag wordt uitbetaald, wordt deze uitbetaling achtereenvolgens toegerekend aan de kinderbijslag en het kindgebonden budget.

Artikel 3. Samenloop met uitkering van volkenrechtelijke organisatie

  • 1 Indien ten aanzien van hetzelfde kind over eenzelfde tijdvak in Nederland recht bestaat op kinderbijslag of kindgebonden budget en tevens recht bestaat op een of meer daarmee naar aard en strekking overeenkomende tegemoetkomingen op grond van een regeling van een volkenrechtelijke organisatie als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, onderdeel d, of 14, tweede lid, van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999 worden de kinderbijslag onderscheidenlijk het kindgebonden budget slechts uitbetaald voor zover deze de tegemoetkoming of tegemoetkomingen op grond van een regeling van een volkenrechtelijke organisatie overtreffen.

  • 2 Indien met toepassing van het eerste lid een bedrag wordt uitbetaald, wordt deze uitbetaling achtereenvolgens toegerekend aan de kinderbijslag en het kindgebonden budget.

Artikel 4. Aanvulling na toepassing prioriteitsregels Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Verordening (EEG) nr. 574/72 bij cumulatie gezinsbijslagen

Indien met toepassing van de Verordening (EEG) nr. 883/2004 en de Verordening (EG) nr. 987/2009 gezinsbijslagen in Nederland worden uitbetaald voor zover deze een gezinsbijslag of , bij meerdere gezinsbijslagen, het totale bedrag aan gezinsbijslagen op grond van een rechtens geldende regeling bestaande in een andere lidstaat overtreffen, vindt achtereenvolgens uitbetaling plaats van de kinderbijslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag, tot ten hoogste het bedrag dat zou zijn uitbetaald indien het recht op grond van die verordeningen niet zou zijn geschorst.

Artikel 4a. Toerekening kindgebonden budget

Indien de ouder aanspraak heeft op kindgebonden budget voor meer dan een kind en voor een of meer van die kinderen voor de toepassing van de Algemene Kinderbijslagwet een ander land dan een van de in artikel 1, onder a tot en met d, bedoelde landen als woonland in aanmerking wordt genomen, is artikel 2 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012 van overeenkomstige toepassing voor de bepaling van het bedrag aan kindgebonden budget per kind.

Artikel 6. Intrekking ministeriële regeling

De Regeling samenloop kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet met buitenlandse kinderbijslag of kinderbijslag op grond van een regeling van een volkenrechtelijke organisatie wordt ingetrokken

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel 4 terugwerkt tot en met 1 januari 2008.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling samenloop met buitenlandse tegemoetkomingen 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet

De

Staatssecretaris

van Financiën,

J.C. de Jager