Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Dienst Vervoer & Ondersteuning 2009

[Regeling vervallen per 12-02-2014.]
Geraadpleegd op 08-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-11-2016 en zichtdatum 29-11-2016.
Geldend van 20-08-2013 t/m 11-02-2014

Besluit van de Minister van Justitie van 2 februari 2009, nr. 5585029/Justis/09, houdende aanwijzing van medewerkers bij de Dienst Vervoer & Ondersteuning als buitengewoon opsporingsambtenaar

De Minister van Justitie,

Overwegende dat het voor de goede uitoefening van de taken waarmee de Dienst Vervoer & Ondersteuning is belast, noodzakelijk is dat medewerkers van voornoemde dienst over opsporingsbevoegdheid beschikken, bevoegd zijn geweld te gebruiken, de veiligheidsfouillering toe te passen en bewapend te zijn;

Gelet op artikel 142, eerste lid, onder b, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 8, eerste, derde en zevende lid, van de Politiewet 1993, artikel 3a, derde lid, van de Wet wapens en munitie, de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar en het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2;

  • b. DV&O: de Dienst Vervoer en Ondersteuning van het Ministerie van Justitie.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

De personen die werkzaam zijn bij DV&O,

  • a. in de functie van risico-adviseur;

  • b. in de functie van transportbegeleider;

  • c. bij de Landelijke Bijzondere Bijstandverlening (LBB);

  • d. bij het Bijzonder Ondersteuningsteam (BOT);

  • e. bij de Tijdelijke Executieve Ondersteuning (TEO);

zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het domein waarin hij is aangesteld.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd de in artikel 7, eerste en derde lid, van de Politiewet 2012 genoemde bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

  • 1 De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar zijn uitgerust met:

    • a. handboeien van een door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type;

    • b. een korte wapenstok van een door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type;

    • c. pepperspray van een door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type

    • d. een semi-automatisch pistool van het merk Walther, type P5, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter.

  • 2 De buitengewoon opsporingsambtenaar, met uitzondering van de personen die werkzaam zijn bij de TEO, kan gedurende de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar tevens zijn uitgerust met een semi-automatisch machinepistool van het merk Heckler & Koch, type MP5 A2 (met vaste kolf: niet automatisch) en type MP5 A3 (met inschuifbare kolf: niet automatisch) kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter.

  • 3 De buitengewoon opsporingsambtenaar, werkzaam bij de LBB, kan gedurende de uitoefening van zijn taak als buitengewoon opsporingsambtenaar bovendien zijn uitgerust met CS-traangasgranaten en traangasverspreidende middelen van een door de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goedgekeurd merk en type.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 1.000 personen worden beëdigd als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

  • 1 Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

De directeur van DV&O brengt jaarlijks met betrekking tot de bij de dienst werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren binnen de dienst;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van de buitengewoon opsporingsambtenaren, waarin in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het examen van de Citogroep en hoeveel personen in het verslagjaar voor dat examen zijn geslaagd;

  • d. de stand van zaken met betrekking tot de training en de bekwaamheid in de omgang met de geweldsbevoegdheden en de geweldsmiddelen van die buitengewoon opsporingsambtenaren.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt 5 jaar na de datum van inwerkingtreding.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 12-02-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Dienst Vervoer & Ondersteuning 2009.

Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 2 februari 2009

De

Minister

van Justitie,
namens deze:

de teammanager BTR

,

P.W.C. Collard