4.3. Voordeelsberekening per periode
[Regeling vervallen per 01-04-2012]
De voordeelsberekening per periode wordt veelal gebruikt bij de berekening van het
wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van artikel 36e lid 3 Sr. De berekening kan geschieden op basis van de eenvoudige kasopstelling, de uitgebreide
kasopstelling of de vermogensvergelijking. Bij deze methoden wordt nagegaan of, en
zo ja, in hoeverre betrokkene meer uitgaven heeft gedaan dan via legale bron kunnen
worden verantwoord. Er wordt dan ook geen voordeel per concreet aangeduid strafbaar
feit berekend, maar een totaalvoordeel.
Voor zover de periode van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel volgens
artikel 36e lid 3 Sr niet overeenkomt met de periode van tenlastelegging en bewezenverklaring, dient in
het ontnemingsrapport ruime aandacht te worden besteed aan aanwijzingen omtrent strafbare
feiten in de periode die niet ten laste is gelegd c.q. bewezen is verklaard. Het zonder
concrete aanwijzingen aannemen dat onverklaarbaar vermogen uit een niet tenlastegelegde/bewezenverklaarde
periode wederrechtelijk is, is niet afdoende.
Indien betrokkene reeds eerder is veroordeeld voor strafbare feiten waaruit wederrechtelijk
verkregen voordeel verkregen zou kunnen zijn, maar waarvoor destijds geen ontnemingsprocedure
is gestart, moet bijzondere aandacht worden besteed aan het beginsaldo/beginvermogen.
De in artikel 36e lid 3 Sr genoemde andere strafbare feiten hoeven niet door de betrokkene zelf gepleegd te
zijn; er dient slechts aannemelijk te worden gemaakt dat de betrokkene op enigerlei
wijze voordeel uit (door hem of anderen gepleegde) andere strafbare feiten heeft verkregen.
De genoemde berekeningsmethoden kunnen als volgt schematisch worden weergegeven:
-
1. De eenvoudige kasopstelling:
|
Beginsaldo contant geld
|
+/+
|
Legale contante ontvangsten inclusief bankopnamen
|
-/-
|
Eindsaldo contant geld
|
|
Beschikbaar voor het doen van uitgaven
|
-/-
|
Werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen
|
|
Verschil
|
-
2. De uitgebreide kasopstelling:
|
Beginsaldo contant geld en bank
|
+/+
|
Legale ontvangsten
|
-/-
|
Eindsaldo contant geld en bank
|
|
Beschikbaar voor het doen van uitgaven
|
-/-
|
Werkelijke uitgaven
|
|
Verschil
|
-
3. De vermogensvergelijking:
|
Beginvermogen
|
+/+
|
Legale ontvangsten
|
-/-
|
Eindvermogen
|
|
Beschikbaar voor het doen van uitgaven aan verbruiksgoederen
|
-/-
|
Werkelijke uitgaven aan verbruiksgoederen
|
|
Verschil
|
De kasopstelling is het meest eenvoudig toe te passen en verdient daarom de voorkeur.
In een kasopstelling worden alleen de contante ontvangsten en uitgaven meegenomen
(‘eenvoudige kasopstelling’).
Van belang is dat ook de bankopnamen en bankstortingen in de eenvoudige kasopstelling
worden meegenomen als contante ontvangsten respectievelijk contante uitgaven.
Wanneer echter opmerkelijke transacties binnen het girale verkeer plaatsvinden of
wanneer nader inzicht moet worden verschaft in het bestedingspatroon van de betrokkene,
kan de kasoptelling worden uitgebreid met alle ontvangsten en uitgaven via de bank-
en girorekeningen (‘uitgebreide kasopstelling’). Tevens dient deze uitgebreide methode
te worden toegepast als uit de bank- en girorekeningen blijkt dat illegale ontvangsten
ook via deze wijze (dus giraal) worden ontvangen.
Indien gekozen wordt voor de vermogensvergelijking dient met name aandacht besteed
te worden aan de waardering van de componenten in het begin- en eindvermogen. Tevens
moet voorkomen worden dat in de onderzoeksperiode aangeschafte vermogenscomponenten
zowel onder de uitgaven als het eindvermogen zijn opgenomen.
Omdat het ook bij een uitgebreid financieel onderzoek vrijwel onmogelijk is volledig
zicht te krijgen op alle uitgaven (met name ook die met een consumptief karakter,
waarvan geen bescheiden worden aangetroffen), is bij de berekening op grond van voornoemde
methoden altijd sprake van een schatting van het minimale wederrechtelijk verkregen
voordeel.
Alle overige (nog niet bekende) uitgaven zullen immers het verschil en dus het wederrechtelijk
verkregen voordeel alleen maar doen toenemen.
Het Geeringsarrest van het Europese Hof heeft geen gevolgen voor ontnemingsvorderingen
die gebaseerd zijn op een vermogensvergelijking of kasopstelling, ook al is er bij
het gebruik van zulk soort berekeningen van één of meer tenlastegelegde feiten vrijgesproken
(zie paragraaf 4.2.1).